Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. manschappen telt het ééne Egyptische bataillon, hetwelk zich thans nog in de stad bevindt, niet mede. De Sirdar heeft zijn hoofdkwartier ge vestigd te Okmeh, vier mijlen ten noor den \an Akasheh, tegen welke plaats, volgens een bericht in de »Globe« van Zondag, thans wordt opgerukt. De Egyptische troepen hebben ver moeiende marschen gemaakt; maar dat is voorloopig ook alles. Want ook hier ziet men het verschijnsel, dat bijna een regel is geworden in den oorlog der Europeanen in Afrika: het verlies der inboorlingen is steeds ontzettend groot; dat der Europeanen van weinig beteekenis. Bij de dit jaar in Duitschland plaats hebbende keizerm^noeuvres stelt het te Hirschlerg in garnizoen liggende bataljon jagers zich voor, om, wanneer de gele genheid zich daartoe aanbiedt, keizer Wilhelm de oorlogshonden te doen zien, die in het bataljon zijn opgeleid. Deze honden zijn voortreffelijk afgericht om gewonden op te sporen en om depêches over te brengen. Vooral de oorlogshond Blitz" moet uitstekend gedresseerd zijn. Mei. de hand wordt den honden de richting gewezen, welke zij moeten inslaan. Op het bevel •zoek" volgen zij deze richting pijlsnel en laten zich door geen enkele hindernis, ook niet door water, tegen houden. Met absolute zekerheid bereiken zij den door een op den grond uitgestrek- ten soldaat, voorgestelden gewonde, brengen een gedeelte van zijne kleeding, zijn muts, helm of een gedeelte van zijn kapotjas mede en gaan daarna met de hulp brengende manschappen weder naar de plaats, waar de gewonde ligt. De zoogenaamde »depêchehonden<t brengen de depêches, die zij in een bus aan den halsband dragen, evenzeer op de snelste wijze naar de plaats harer beslemming. Hei bataljon bezit een groot aantal van deze honden, waarover een oppeijager is aangesteld, die ze dresseert en voor hunne verpleging zorg draagt. Op vijf honden is in elk geval siaat te maken; de andere zijn nog niet volkomen gedresseerd, al hoewel zij toch reeds in vele opzichten bruikbaar zijn. Het proces tegen den Italiaanschen generaal Baratieri is begonnen. De krijgs raad bestaat uil luitenant-generaal Del Magno, als president; luitenant-generaal Hensoh-Nicola en de generaal-rnajoors Gazzurelh, Walles, Maza, Bisetti, als rech ters. Als verdediger van den vroeger verheerlijkten, thans verguisden generaal treedt op kapitein Cantoni. Eenige dagen geleden heeft men reeds meegedeeld, van welke feiten de heer Baratieri wordt beschuldigd. Wij herhalen ze echter ter herinnering nog ïn'tkort: hij heeft 1 Maart een aanval bevolen, onder omstandigheden die een nederlaag onvermijdelijk maakten; hij heeft het op perbevel niet uitgeoefend van 1 Maart tot 3 Maart, waardoor groote verwarring is ontstaan; hij heeft verzuimd de noo- dige maatregelen te nemen ter voorkoming van de gevolgen van zulk een nederlaag. Hierdoor heeft hij zicht schuldig gemaakt aan overtredingen, voorzien bij artikels 74 en 88 van het militaire straf wetboek. Het eerste artikel eischt een gevange nisstraf van minstens vijf jaar; het tweede vraagt voor de daarin genoemde overtre dingen of nalatigheden de doodstraf. Die straf is zwaar, maar volgens een telegram in de •Times*, zal zij waarschijnlijk niet op den generaal worden toegepast; ver moedelijk zal hij worden vrijgesproken. En als hij veroordeeld wordt, kan hij zich nog beroepen op het fiooge militaire ge rechtshof te Rome. De zitting zal minstens drie dagen duren. Archangelo hebben troepen ellendig ge- kleede vrouwen en kinderen door de stra ten geloopen onder hel roepen van •Brood! Brood! We hebben honger Er werd een geweldige aanval gedaan op een paar bakkerijen. De karabiniers kwamen tusschenbeide; van de menigte werden daarbij gewond en verscheidenen in hf-chtenis genomen. Het gemeentebestuur heeft beloofd de noodlijdenden te helpen, en voor het oogenblik is de rust er hersteld. Van een ooggetuige ontvangt het •Jour- nal des Débatsc een gedetailleerd verhaal van den op den Schach van Perzië ge- pleegden moord. Toen de schach de moskee binnentrad waren twee vrouwen geknield voor het heiligdom. De kamer- li eeren wilden hen verwijderen maar de koning gaf bevel ben met rust te laten. Nassr e-Din begaf zich naar het graf, toen plotseling een man achter de geknielde vrouwen te voorschijn kwam en op hern toeging zeggende: »Sire, ik heb u een verzoek te doen*. De schach bleef staan om hem aan te hooien. Maar de babi schoot op den schach een revolver af en trof hem in de hartstreek. De schach, doodelijk getroffen, wenkte zijn gevolg, om hem te ondersteunen. De grootvizier, die den souverein vergezelde, liet het lijk door de bedienden opbeuren en op een stoel neerzetten. Zich tot de menigte lichtende, zeide hij met luide stem >'t Is niets, de kogel heeft den arm geschaafd, 't is een lichte wond Hij liet het rijtuig van den schach voorkomen, plaatste het lijk van zijn souverein in een hoek, alsof hij nog in leven was, en ging zitten op de bank tegenover hem. Met zijn waaier wuifde hij voor zijn gela-it heen en weer, alsof zijn gehieder slechts bezwijmd was. In vliegenden galop ging rnen terug naar het paleis de tien mijlen, die Schach-Adbul Azis scheiden van Teheran, werden in twintig minuten afgelegd. De inderhaast ontboden geneesheeren ontvingen bevel te verklaren, dat de schach bewusteloos was. De troonopvolger, terstond verwittigd, verleende aan den grootvizier volledige volmacht om te handelen. Deze, die een bewonderenswaardige geestkracht aan den dag legde, liet aanstonds munitie uitdeelen aan het garnizoen van Teheran. En de dood van den souverein werd eerst den volgenden morgen, des Zaterdags, aan het volk bekend gemaakt. Dank zij die wijze maatregelen van voorzorg weid elk oproer vermeden en de overdracht van het gezag zonder bezwaar voltrokken. De eer van de vreedzame ontkooping komt geheel toe aan den grootvizier. Aan de krachtige maatregelen, door zijn koel bloedigheid en tegenwoordigheid van geest verordend, is de handhaving van de orde te danken. De goede hoedanigheden van den nieuwen souverein en de groote be kwaamheid van den grootvizier doen overi gens voor de toekomst het beste hopen. Door liet kiescollege der Ned. Her vormde gemeente zijn gekozen tot ouder- 'irgen de heeren F. Wesseling, C. J. van der Nagel, J. Bokhove (aftredend), en J. van Bottenburg Hz., laatsgenoemde in plaats van den heer L. Bolle, die schrif telijk verzocht had niet weder in aan merking te komen, en vooris tot diakenen de heeren J. C. van Eybergen en J. H. Boks, die mede aan de beurt van aftre ding waren. Onze vroegere stadgenoot de heer H. J. Wolter Jr. is door de firma Perry bekroond met den eersten prijs wegens zijn ontwerp eener reclame plaat voor de door de firma in den handel gebrachte Perry-pennen. In de Italiaansche provincie de Ro- magna heerscht groot gebrek. Te Santo Bij de dd. schutterij hier zijn be noemd tot officier van gezoodheid 2e klasse a la suite dr. J. M. Croockewit, tot 2e luitenant de heeren J. H. Lein- weber en C. J. van der Plank. De aan de lijn Amersfoort Utrecht gelegen stopplaatsen Amsterdam- sche Straatweg, Vechtbrug, Blauwkapel en Groenekansche dijk zijn sedert 1 Junijl. opengesteld voor het vervoer van bestel- goederen (waaronder ook honden en ge vogelte, mits gesloten in door afzenders te verstrekken doelmatige kooien, man den, zakken of hokken) lot een gewicht van hoogstens 30 KG. en wel zoodanig, dat de stopplaatsen AnrtsterdamscheStraat weg en Vechtbrug dergelijke zendingen, alleen kunnen verzenden, terwijl de stop plaatsen Blauwkapel en Groenekansche dijk deze zoowel kunnen verzenden als ontvangen. Voor zendingen Daar de stopplaatsen moet op het adres als bestemmingssiation zyn vermeld «De Bilt» en daarachter de naam van den stopplaats waar de afle vering verlangt wordt. Deze zendingen moeten steeds «station-restant» geadres seerd zijn. De verzending van de stopplaatsen van zendingen tot en met 10 K.G. kan zoo wel in gefrankeerde als ongefrankeerde vracht plaats hebben; van zendingen boven de 10 K.G. echter slechts in on gefrankeerde vracht. Naar de stopplaat sen kan daarentegen de bevrachting tot het maximum gewicht van 30 K.G. zoo wel in gefrankeerde als in ongefrankeerde vracht plaals vinden. Van dezen maat regel zijn uitgesloten: zendingen geld en geldswaarden, licht ontvlambare, licht brundbare of ontplofbare artikelen enz., en colli, die wegens hun afmetingen niet in de bagage-afdeelingen der locaaltreinen kunnen vervoerd worden. Bij Kon. Besluit is, met ingang van 1 Juli 1896, benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor alhier, de heer H. W. Brandt, thans te Delfzijl. In verband met de vereeingirig van het postkantoor met hel telegraafkantoor, zijn overgeplaatst de commiezen W. H. van Riel naar Terneuzen en C. C. Wil link naar 's-Giavenhage, heiden met ingang van 16 Juni. De tot le-luit. bevorderde 2e.luit. H. C. v. Capelle van de inf. blijft in zijn nieuwen rang nog tot 16 Sept. bij ge noemd regiment alhier in garnizoen, doch wordt alsdan als leeraar werkzaam ge steld bij de cadettenschool te Alkmaar ter vervanging van den len-luit. P. E. Pfeiffer, die eervol ontheven is uit die betrekking en bij het 4e reg. infanterie wordt overgeplaatst. Maandagnacht overleed te 's Gra- venhage plotseling onze vroegere stadge noot de heer J. C. van Lockhorsl, In specteur der Hollandsche IJzeren Spoor wegmaatschappij. Gisterenmorgen werd door J. Vonk in den tuin van mejuffrouw de Wed. Koppen aan de Bergstraat alhier een half volwassen vos, die jacht maakte op de kuikens der buren, met een stuk tuin gereedschap doodgeslagen. Slechts zel den waagt «Reintje» zich zoo dicht bij de bebouwde kom van een stad. Zijn snoeplust moet dus wel bijster groot zijn geweest. Onze stadgenoot J. van den Hooff Pz. leerling hij den Heer G. J. van der Zoo de Jong alhier, heeft met goed gevolg te Amsterdam, het examen voor Apothe kersbediende afgelegd. Onder den naam: «Samuel» is alhier opgericht een kuapeiivereeniging, onderafdeeling der Chr. Jongelings ver- eeniging «Psalm 119:9» onder Voor zitterschap van den Vice-president der laatsgenoemde Vereeniging C. van Ouwer- kerk. Gisteienmorgen vertrokken van hier van het depot le reg. huzaren een 15-tal Daarop wandelen zij allen naar huis. Terwijl Osyth de thee schenkt, haalt Riette het portret. Het is eene kleine, uitnemende waterverf, en stelt Osyth voor op het oogenblik, dal zij uit den stroom is verrezen. Gij kunt met één oogopslag zien dat het gelaat dat van Osyth is, doch meer verheven, meer gees telijk gemaakt, totdat er niets meer van hei «uit het aardsche, aardsch» in over blijft. «Het is uw beeld,* spreekt Lord Ry- vendale, terwijl hij naar Osyth opziet, nadat hij lang en vast op het schilderstuk heeft gezien. «O neen, neen,» prevelde zij blozende. Riette klapt in de handen. «Zeer zeker is het zoo, ofschoon St. Osyth er uit ziet, alsof zij nimmer bief stuk of scliapenvleesch gezien heeft, vindt gij niet •Ik zie er wel zoo uit?* lacht Osyth, beproevende het gesprek af te wenden. •Zeker doet gij dat. Het zoude mij zeer spijten, indien gij er uitzaagt als dat arme schepsel. Alsager begint zicli ijverzuchtig af te vragen, wie dit lieve stukje schilderde; het was klaarblijkelijk iemand, die haar liefhad, en gepoogd had de bekoorlijk heden en schoone zyden van haar karak ter, en de reinheid van haar gemoed in manschappen bestemd voor de veld-esca- drons naar Deventer en Zutfen. Aan den fourier der Rijschool L. Pijl alhier, is Zaterdag op de gebruikelijke wijze de bronzen medailje voor 12 jarige trouwe dienst uitgereikt. Eenige dagen geleden vervoegde zich aan het politiebureau een »hard- looper,* met het verzoek, hem van reis geld of van eene reiskaart te voorzien, ter bereiking van eene andere gemeente, waarheen zijne anders zoo vlugge onder danen hem, volgens zijn voorgeven, wegens ziekte niet konden dragen. Wijl hij er heel gezond uitzag twijfelde men aan 's mans bewering, maar een onderzoek door dr. Croockewit ingesteld bracht aan het licht, dat de hardlooper aan •rood vonk* lijdende was, tengevolge waarvan hij in de inrichting voor lijders aan besmettelijke ziekten is opgenomen, al waar hij nog wordt verpleegd. De heer A. M. Tromp van Holst is benoemd tot lid van het college van het gesticht »de Armen de Poth.* Volgens eene ons gedane rnededee- ling worden tegenwoordig de handdoeken die daarvoor nog te gebruiken zijn, bij- het leger als vaatdoeken gebruikt en niet meer, zooals vroeger, publiek verkocht. De borden, enz. van de zonen van Mars worden dus afgedroogd met de voormalige handdoek huns buurmans. Smakelijk eten! En dit geschiedt uit een oogpunt van zuinigheid en niet uit een sanitair oogpunt, evenmin als het plaats heeftom den eetlust optewekken. De gemeenteraad hield hedenmiddag eene vergadering, onder presidium van den burgemeester, mr. F. D. graaf Schim- melpenninck. De heeren A. M. Tromp van Holst, A. A. Hamers, mr. J. C. H. Prikken en G. P. A. Garjeanne, nieuw benoemde leden van den gemeenteraad, werden geïnstalleerd. Na het afleggen der veieischte eeden namen zy met een gelukwensch van den voorzitter zitting. Op eenige reclames tegen aanslagen in de plaatselijke directe-belasting naar het inkomen, werd overeenkomstig het advies der betrokken commissie beslist. Het verzoek van den heer H. T. Eijsvogel om aankoop van het gebouw genaamd »het Kinderhuis," voor de som van f 4000, werd met 14 tegen 2 stemmen, die van de heeren Croockewit en Celosse, afge wezen. Daarna had de stemming plaats over het voorstel van B. en W., orn, wan neer onverhoopt later mocht blijken, dat splitsing der le klasse van de Hoogere Burgerschool moet behouden blijven (nu ook tot splitsing der 2e klasse is besloten) ben te machtigen tot oproeping van tijde lijke leeraren overeenkomstig het advies der commissie van toezicht op het raiddel- baar onderwijs, over welk voorstel in de vorige vergadering de stemmen staakten. Thans verklaarden 6 leden zich er voor en 10 er tegen, zoodat het voorstel is verworgen. Tot leden der commissie van onderzoek der reclames inzake de plaatselijke directe- belasting naar het inkomen, dienst 1896, werden benoemd de heeren E. L. Visser, J. Ger. Kleber, C. T. van Beek, D. Ger ritsen en A. M. Tromp van Holst. Ingekomen zijn goedkeuring van Ge deputeerde Staten op het besluit tot af- en overschrijving van posten op de ge- meente-begiooting over 1895; idem van de in de begrooting voor 1896 gebrachte wijziging idem van de verordening regelende het aantal scholen, den omvang van het onderwijs en den leeftyd van toelating voor het openbaar lager onder wijs, en een verzoek van mevrouw M. M. H. J. VermolenDamen, om ontslag als regentes van het burger-weeshuis, dat haar, onder dankbetuiging voor de be wezen diensten, werd verleend. Vreeeelijlte ot erstroomiugeu. Zaterdag hudden er, tengevolge van een hevigen stormwind, groote oveistroo- mingen plaats in den omtrek van Genua, welke daar zware verwoestingen hebben aangericht. Tal van personen zijn ver dronken; in verschillende dorpen zijn vele huizen vernield. De ramp te moskou. Er is thans verschenen een ofliciëele mededeeling van regeeringswege over het aantal omgekomenen bij de ramp op het Chodyskyveld. Maar die ofliciëele mede deeling spreekt maar van 1360 dooden en 644 gewonden! Volgens de Frank/. Zeit. komen er treurige bijzonderheden aan het licht omtrent de oorzaken, die tot de ramp hebben geleid. Volgen dit blad zouden er van de 400.000 geschenken, die ann- wezig moesten zijn, er in werkelijkheid maar 150.000 zijn geweest. Van de ton nen bier was tweederde ledig. Een ramp als deze, was den schuldige welkom, dit lieve, schaduwrijke beeld le doen uitkomen. «Mag men vragen, wie de schilder is?» vraagt hij met onbewuste koelheid. Wordt vervolgd). want daardoor zouden de sporen van bedrog en diefstal worden uitgewischt. Aan wie de schuld van de cata strophe te Moskou? De oorzaken van de catastrophe in Moskou worden door de meesten toege schreven aan den commissaris van politie Wassowsky. Deze beambte had echter, naar verzekerd wordt geen volmacht om naar goedvinden te handelen. Dan komt een deel der schuld aan den voorzitter der kroningscommissie, generaal Beer, die als een der nauwgezetste beambten beschouwd wordt en wegens zijn getrouwe plichtsbetrachting in alle kringen zeer gezien is. De generaal zeide tot den medewerker der «Ruszki Wjedomosti «Men geeft mij de schuld? Waarom? Wat had ik kunnen doen? 's Morgens 4 uur reed ik met generaal Iwanow naar Chodinka. Daar was reeds alles overvol. Ik voorzag het ongeluk; op die plaats waren 150 kozakken, geen politie en een half miljoen meuschen. De situtatte was op zijn minst genomen critiek. Wat te doen? De bataljons commandant zeide mij, dat ik geen be velen kon geven zonder mijn bevoegd heid te overschrijden. Ik moest alleen voor de fcestregelmg zorgen, met het bewaren der orde had ik niets te maken. Bij de kroning van Alexander waren er evenveel menschen verzameld. Toen had de hoofdcommissaris van politie reeds den avond van te voren om 8 uur de geheele politiemacht en een devisie infanterie een cairè laten maken om opdringen te voor komen. Toen waren er slechts vijf ge wonden. «Ik wil niet nagaan wien de schuld treft, het meest misschien wel de brutaliteit der menigte, want ik zag men schen ovi-r de hoofden van anderen heen stappen. Bij dit gezicht zeide generaal Iwanow tot mij: Alles is verloren, er is geen mogelijkheid om weder orde in deze massa te brengen. «De kozakken van hei escadron, dat in den ongeluksnacht de wacht hield op het Chodynskiveld, bevestigen, dat velen over de hoofden van anderen heengingen. In het gedrang zijn ook drie kozakken verongelukt. Een vrouw, die zich io het gedrang bevond bood haar sieraden aan, een ander tweehonderd roebel als men l aar viijen doortocht liet. De menigte liep haar toe: «Ook zonder dat komen uw zaken den armen menschen toe- Nu gij onder hen gegaan zijt, moet gjj onder hen blijven.» De Czaar vroeg in 't hospitaal aan een verwonde: «WhI is uw oordeel over de oorzaak van liet ongeluk?» De man antwoordde: «Er was niemand om ons in toom te houden». Een ander zeide: «Wij zijn goede menschen zoolang wij alleen zijn, maar in massa's worden wij dollen». Keu aanslag te Barcelona. Zondag, op het oogenblik dat een pro cessie de kerk Santa-Maria te Barcelona binnentrad, is er een bom voor de deur ontploft. Er zijn 8 dooden en een der tigtal gewonden. Er heerscht een groote paniek in de stad. Men wil beweren, dat de aanslag ge richt was tegen generaal Despujols, com mandant van het 7e legerkorps te Barce lona, die een standaard in de processie droeg. Men schrijft den aanslag toe aan anarchistende politie denkt reeds de plegers er van op het spoor té zijn. Het plein voor de kerk bood, na de ontploffing een vreeselijken aanblik; het bloed vloeide over de straten, hier en daar zag men stukken van menschelijke lichamen, enz. De meeste slachtoffers behooren tot de werklieden-klasse. Iri weinige jaren is dit nu de derde anarchistische aanslag in Barcelona. Den 23sten September 1893 wondde bij een parade de bom van den anarchist Pallas, maarschalk Martinez Campos, en een paar maanden later na de terechtstelling van den pleger van dezen aanslag, had de ontploffing plaats in het Liceo-theater, welke aan 23 personen het leven kostte. Evenals deze laat6te, munt ook de nieuw ste aanslag uit door de geraffineerde wreedheid waarmede onschuldige lieden, die met het anarchisme en zijn bestrijding niets te maken hebben, vermoord werden. Ken huwelijksadvertentie. In een der Amerikaansche bladen ad verteert een zekere Jarvis Pinner, dat hij woont te Pigeon-Roost, Clay-County in Kentucky, een boerderij bezit van 150 acres met groote boomgaarden, best vee en pluimgedierte en alles heeft wat hij kan wenschen behalve een vrouw. Daarom roept hij alle Eva's tusschen de 16 en 21 jaren op, om van «deze zeld zame gelegenheid» gebruik te maken en zich aan te- melden, om in zijn lot te deelen. «Ik beloof» zegt onze grappige far mer «dat ik steeds een liefhebbend en goed echtgenoot zal wezen, maar het spreekt van zelf, dat geen meisje, dat Suze heet, zich behoeft aan te melden. Voorts moet mijne bruid wezen van goede familie en goed karakter en verder moet zij er knap uitzien. Mopneuzige of scheel ziende dames behoeven zich niet aan te melden. De heer Jarvis voegt er by, dat hij in het bezit is van al zijne geestvermogens, eene verzekering, die wellicht niet ten eenenmale overbodig is. lijk van hem. Ik geloof dat ik terstond den sluier zoude willen aannemen, indien mijn echtgenoot le midden van het hu- welijksfeest opsprong en ging jagen.» «Ik ben overtuigd dat hij beter smaak zoude hebben,» zegt Alsagerglimlachende, en Riette lacht ook en gaat voort met haar boek. «Hij bouwde haar echtereen klooster «Een klooster?» valt Lord Ryvendale haar in de rede. «Dat staat er. Zie maar!» en Riette wjjst met den vinger naar de woorden. «Een klooster, en daarin trok Osyth zich met eenige andere maagden terug, en leidde daar een zeer heilig leven. Door den duivel opgezet, kwam in October 653 eene bende Daciërs in schepen aan, plunderde wreedaardig de inwoners van Chich en stak hun huizen in brand. Het opperhoofd der gevloekte bende bezigde alle middelen, die in zijn vermogen waren, om Osyth offeranden te laten doen aan zijn goden en dreigde haar met slagen. Maar de maagd versmaadde beide, zijn vleierijen en bedreigingen. Hij sprak toen over haar bet vonnis van onthoof ding uit. Zonder uitstel werd Osylh's hoofd van haar licbaain gescheiden en viel hetzelve op den grond. Zij nam het terstond met beide handen op en ging met vaste schreden naar de kerk der Apostelen, Peter en Paulus, welke drie stadiën daarvan verwijderd was, en bleef, door een engel geleid, aan de deur der kerk, welke gesloten was, stilstaan, en er met haar bloedbevlekte handen op- slaande, opdat deze voor haar open zoude gaan, liet ze er de sporen van haat bloed op en viel toen vernietigd neder. Op de plaals waar de roemrijke maagd haar marteldood onderging, ontsprong eene bron van zuiver water, dat genezing voor vele kwalen verleent.» «Dit,« sprak Riette, terwijl zij het boek sloot: «is de geschiedenis der eerste Osytb.» «En hier komt de laatste,» merkt Lord Ryvendale op: «en het vei heugt mij haar te zien met haar hoofd veilig op de schou ders. Ik dank u duizendmaal voor uwe belangwekkende legende.» «Wat voert gij uit, lieveling?» vroeg Osyth naderbijkomende, ofschoon zij door hel boek in Riette's hand terstond de zaak raadt. «Ik heb Lord Ryvendale uwe geschie denis voorgelezen,» spreekt Riette knik kende: «en hij stemt met mij in dat Sighere een ellendeling was.» «Misschien was de Heilige O.-yth niet schoon,» werpt Alsager op. «O ja, zij was schoon,» antwoordt Riette. «Ik zal u haar portret toonen.»

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 2