NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht
\N\m
No. 50.
Zaterdag 20 Juni 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
VEHSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
HET RIJWIEL,
BUITENLAND.
F euilleton.
Amersfoortsche Courant
abonnementsprijs:
Per X maanden f 1.Kranco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 i'eni.
Ingezonden stukken en berichten inte/enden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Amersfoort.
advertentie»:
Vun 16 regels 0,4-0 iedere regel meer 6 Cent.
Advrrtentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
'irooie letters en vignetten naar plaatsruimte.
ZIJN VEREERDERS EN BELAGERS.
Wat de komende eeuw voor verras
singen op het gebied van vervoermid
delen brengen zal, ligt nog in den
donkeren schoot der toekomst ver
borgen. Zal de electriciteit dan den
stoom geheel verdringen Zullen elec-
trische spoortreinen, electrische trams,
electrische rijtuigen, wagens, karren
enz. enz. geruischloos en geheimzin
nig langs de ijzeren rails of over de
straatwegen heen schuiven en zoo
doende de ouderwetsche locomotieven
en de paarden haast overbodig maken?
Wie weet? Zeker is het, dat in het,
laatste tiental jaren onzer eeuw, het
rijwiel een ongekende vlucht heeft
genomenzich in de gunst mag ver
heugen van koningen en prinsen, van
boeren en burgersdat onze wegen
en straten en pleinen wemelen van
rijders en rijderesssen op liet gewiekte
wiel; dat het een middel is van ver
maak maar tevens van groot nut. Dooi
de velocipède is een industrie opge
bloeid, waarin duizenden een min of
meer rijk bestaan vinden; reeds wor
den er maatschappijen opgericht van
millioenen ponden sterling om ze in
't groot te vervaardigen. Wie weet
of de toegepaste wetenschap ze niet
langzamerhand zóó weet te volmaken
en tevens zóó goedkoop, dat ze in
den letterlijken zin des woords van
ieders gading zullen worden. Deskun
digen althans beweren, dat wij nog
slechts in de aanvangsperiode verkee-
ren, maar dat het terrein waarop de
fiets hare triomfen vieren zal nog
onafzienbaar groot is. Reeds is een
aanvang gemaakt door de legerbestu
ren om nevens de ruiterij een corps
van wielrijders op te richten, dat
vooral des nachts langs de straat- en
grindwegen uitnemende diensten zal
kunnen bewijzen bij het verkennen
van den vijand. Een Fransch kapi
tein heeft zelfs een opvouwbaar rij
wiel uitgevonden, dat de soldaat mee
I dragen kan, om er, zoodra de nood
het vereischt, gebruik van te maken.
Maar meer nog dan in oorlogstijd is
het rijwiel geschikt in het dagelijks
leven onschatbare diensten te bewij
zen. De afstanden krimpen ineen
voor zijn pijlsnelle vaart. Steden en
dorpen worden er nader door aan
elkaar gebracht en zoo de beschaving
bevorderd. Handelsreizigers, dominés,
pastoors, doctoren, postboden, winke
liers, allen in een woord, die door
hun beroep of bedrijf genoodzaakt
zijn dagelijks groote afstanden af te
leggen, zien in de fiets hun weldoen
ster, die het hen mogelijk maakt hun
taak op gemakkelijker en beter wijze
dan voorheen te volvoeren. Over het
ijwiel als sportmiddel behoeven wij
niet uit te weidenbehalve de
bepaalde sportbladen, heeft iedere
groote courant tegenwoordig een be
paalde rubriek, waarin de ontelbare
wedstrijden worden vermeld. Het is
alsof we weer in het oude Athene
en Rome levende overwinnaars in
de arena aldaar kunnen niet meer
vereerd zijn geworden, dan wij het
thans onze wereldchampions doen.
Hoog in aanzien is dus het rijwiel
en het getal zijner vereerders en
vereerdsters breidt zich dagelijks meer
uit. Het is in den volsten zin des
woords in de mode. Aan alle hoven
vindt het hartstochtelijke beoefenaars,
zelfs lazen wij onlangs, dat de doch
ter van den prins van Wales, prinses
Maud, onder haar bruidsgeschenken
een 28 tal velocipèdes telde.
Maar in een wereld als de onze
blijft niets onaangevochten. Tegen
over het groot aantal warme vrienden,
staat een niet minder groot getal
vijanden.
Wie nu en dan een oog slaat in
de vakbladen, leest klachten zonder
tal over de wijze waarop de wielrij
ders dikwijls door een deel van liet
publiek behandeld worden. Nu is
het in sommige gevallen zeker de
schuld van den wielrijder zelf, die
door zijn onbesuisde vaart de wande
laars verschrikt of in de klem brengt;
in andere gevallen echter is het de
gewone uiting van tegenzin tegen al
wat nieuw is.en die zal natuurlijk
meer en meer verdwijnen. Spoorwa
gens en stoombooten hebben eveneens
hun vurige tegenstanders gehad
en waar zijn ze gebleven
Erger is het, wanneer besturen en
corporaties door wetten en verorde
ningen de vlucht van dit moderne
vervoermiddel aan banden trachten
te leggen. En het heeft den schijn
alsof er in ons vaderland een zooda
nige strooming begint te werken.
Er hangt zoo iets in de lucht van
een Rijksrijwielbelasting.
Er is, in tegensteliig met het bui
tenland, een streven bij onze spoor
wegmaatschappijen waar te nemen,
om het den fietsrijders bij het ver
voeren van hun rijwielen niet al te
gemakkelijk te maken.
Er is, om niet meer te noemen, in
de hoofdstad een rijwielverordening
uitgevaardigd, waardoor de fietser in
Amsterdam aan tal van onaangenaam
heden bloot staat. Vele stralen bijv.
mogen niet meer bereden worden
andere maar op een zeker aantal
uren ieder wielrijder moet een num
mer dragen, enz. enz.
Vooral tegen dit laatste komt het
bestuur van den Algemeenen Ned.
Wielrijdersbond krachtig op Voor
taan toch zal een ieder die per rij
wiel van buiten komt, aan de grens
dier gemeente moeten afstappen en
verplicht zijn aan een politiebureau
in de buurt een nummer aan te vra
gen, wil hij niet genoodzaakt zijn met
het rijwiel aan de hand de stad door
te wandelen.
Dit voorbeeld der hoofstad kan
aanstekelijk werken en het bestuur
van den Nederl. Wielrijdersbond ziet
dan ook reeds in zijn verbeelding in
de naaste toekomst honderden wiel
rijders met een serie nummers op
reis gaan, welke zij, naarmate de ge
meenten, die zij doortrekken, verplicht
zullen zijn op hun machine te be
vestigen.
Een ander bezwaar is dit, dat, ge
lijk reeds geschied is, bij overtreding
der bepalingen het rijwiel in beslag
wordt genomen. Een tamelijk onbil
lijke bepaling, waarin tegenover ver-
beurtverklaring van een rijwiel, waar
van de prijs soms meer dan f 300
bedraagt, een maximum-straf van
f 25 gesteld is.
En wanneer nu na weken of soms
maanden de kantonrechter uitspraak
heeft gedaan en de beschuldigde tot
een kleine geldboete veroordeeld is,
in weiken staat zal hij dan zijn ma
chine terug erlangen? Zeker niet in
den allerbesten. Want, dat de ge
meente voor droge, goed geventileerde
bergplaatsen zal zorgen, is moeilijk
aan te nemen.
Tot het bespreken van al deze
bezwaren, werd door het Dagelijksch
Bestuur van den A. N. W. B. een
vergaderig uitgeschreven in Maison
Stroucken te Amsterdam, toegankelijk
voor alle Bondsleden en geintroduceer-
den, waarop een motie werd aange
nomen, strekkende om aan al die
gegronde bezwaren een einde te ma
ken of wel ze te doen herzien.
Wat van dit alles het gevolg moge
zijn, te betreuren zou het zeker wezen,
indien door allerlei vexatiën aan deze
jonge industrie en aan de amateurs-
of beroepsrijders bepaalde hinderpalen
in den weg werden gelegd.
Zelf tot het corps wielrijders be-
hoorende, gevoelen wij er een groote
voorliefde voor, zien wij voor de
»velo" een groote, schoone toekomst
openliggen en zouden wenschen de
gaven van een da Costa te bezitten
om het rijwiel te bedingen, zooals hij
het eerstijds den spoorwagen deed,
dien vurigen salamander, die langs
zijn tweelingslijn voortschiet, vuur
sissend uit zijn buik en in zijn staart
metalen tenten met ratelende wielen
meevoerend. Nog meer dan de spoor
trein schijnt ons in onze dagen 't
rijwiel toe, het meest democratische
vervoermiddel te zullen worden.
Op het door de Barbarossa-sage om
geven Kyffl ausei-gebergte werd Donder
dag het Keizer Wilhelms-Gedenkteeken,
waarvoor de kosten van meer dan een
millioen mark door de militaire vereeni-
gingen zijn samengebracht, onder begun
stiging van het heerlijkste weder ont
huld.
Tegenwoordig warenDe Keizer en
de verlegenwoordigeis van alle vorste
lijke staten des UuiUchen Rijks, waar
onder de koning van Wurtemberg, Ie
groothertogin van Weimar en Baden en
vertegenwoordigers van l6,00Ü miliiaire
vereenigingen.
De Keizer kwam des middags by het
gedenkteeken aan en werd door de volks
massa achter de troepen, met luid ge
juich begroet.
De Keizer en de bondsvorsten begaven
zich naar het platform. De voorziilei
von de commissie voor hel gedenkteeken,
genei aal Spatz, dankte den keizer voor
zijn tegenwoordigheid, getuigenis afleg
gend voor de trouw aan zijne oude sol
daten.
Professor Westphal, kapiteinderreserve,
hield de inwijdingsrede en herinnerde er
aan, dat sedeit 7ÖÜ jaren geen keizer
den Kyffhiiuser heeft betreden.
Hij hei dacht den roemvolle» lijd waarop
het Duitsche rijk gesticht werd en alle
Duilsche stammen door Wilhelm den
Groote vereemgd werden. Voorts stelde
hij in liet licht dat de militaire vereeni-
gingen een schutsmuur zyn tegen anti-
vaderlandslievende volksverleiders.
De keizer antwoordde dat hij met een
van vreugde kloppend hart, met Bonds-
groeten was gekomen bij deze inwijdiog
van het gedenkteeken, dat een waardigen
sluitsteen vormt van het groote overwin-
ning.-jaar.
De Keizer dankte allen die aun 't ge
denkteeken hadden bijgedragen en ver-
klaaide te weten dat de oude strijders
de herinneiiug aan den grooten Keizer
heilig houden. Het gedenkteeken blijft
het pand van zulke herinneringen voor
58)
Met welk eene toejuiching, met welk
eene vreugde zoude een erfgenaam voor
liet Hertogdom de Lallière ontvangen
zijn! Ook te Ryvendale zoude het wel
kom, dat men den toekomstigen lord
zou bebhen geheeteo, niet minder harte
lijk zijn geweest, maar wie moest zich
verheugen over dezen armen zwerveling,
ofschoon zjjne schoonheid eer gedaan zou
hebben aan eene koninklijke wieg?
Stil! er was iemand, die het deed
Désirée. Van af het oogenblik zijner
geboorte was zij moeder, verzorgster,
aanbidster, slavin en alles te zamen van
het kind.
Er zijn vrouwen en vrouwen. Allen
zijn behebt met een der beide instincten
de moederliefde of de liefde tot den man.
Gij zult zelden, zoo ooit, de twee te za
men zien gaande eene zal de andere
verre weg doeu overschaduwen. Bij
enkele vrouwen beslaat de man, dien zij
liefhebben, hun hart met uitsluiting van
al het overige; zij mogen liefdevolle
moeders wezen, maar zij zouden gaarne
elk kind dat zij bezitten opofferen, liever
dan den man, die het hart inneemt. En
er zijn vrouwen, die zoozeer vervuld zijn
van hun kinderen, dat de man slechts
eene 1 ijzaak in den toestand is. Zijne
huiselijke gezelligheid en vreugde moeten
onvermijdelijk achteruit worden gescho
ven, zoodra zij in strjjd komen met het
welzijn der kinderen.
Indien ik zeg dat Viva eene vrouw van
het eerste gehalte wa-~, wil ik daarmede
geen oogenblik voorgeven dat zij te kort
schoot in eenige teederheid voor het kleine
schepsel, dat haar zjjn leven verschuldigd
was. Maar in plaats dat hij haar de
vertroosting, de allesomvattende belang
stelling, welke hij voor enkele vrouwen
in haar toestand ware geweest, was hij
haar een bron van wroeging en ellende:
eri er waren oogenblikken, waarop zij
zelf ter nauwernood kon verdragen hem
te zien. Maar daar hij Désirée had, ont
brak het den kleinen Berlie aan niets.
Wanneer Alsager hel fraaie knaapje
aanzag met zyn glansrijke oogen en donzig
goudgelokt hoofd, trof hem iets als pijn
bij de gedachte, dat, ook al kwam de<
Hertog morgen te sterven, dit kind nim
mer erfgenaam van Ryvendale zoude zijn.
Zij konden elkander de smartelijke
gedachten niet mededeelen, die in hun
harten waren; doch er ontstond eene
tijdeljjke hernieuwing van Alsager's tee
derheid voor Viva hij was meer met
haar dan hij in den laalslen tijd gedaan
had. Dus werd zij, de arme ziel weder
voor korten tijd gelukkiger, nu haar lieer,
die de eenige meester van haar vreugde
cd smart was, zich verwaardigde vrien
delijk zijn schepler orer haar uit te
strekken.
Nu en dan bracht hij een of twee
vrienden met hem mede, en de poging
werd met gelukkigen uitslag bekroond.
Hun voorbeeld nemende aan Alsager,
wiens beschaafde manieren onfeilbaar
waren, behandelden zij Viva zoo mogelijk
met nog meerder ontzag dan zij gedaan
zouden hebben, ware zij indeidaad Lady
Ryvendale geweest.
Toen Alsager den indruk zag, dien zij
op zijn vrienden maakte, sloop iets van
de oude fierheid en liefde voor haar in
zijn hart terug, Waar is de man, wiens
goed oordeel over een viouw niet ver
hoogd wordt door de wetenschap, dat
andere mannen hem haar bezit benijden?
Het was altijd een genoegen voor hem
geweest dat zij zich sierlijk zoude kleeden
als in vroegei dagen en zij was gewoon
hare kleeding zorgvuldiger te bestudeeren
om zijn oog te voldoen, dan zij voorbeen
gedaan bad oin de keizerlijke bewonde
ring weg te dragen.
Eene schaduw der oude levendigheid
keerde tol haar terug; liaar bekoorlijke
oogen schitterenden met iets van den
vroegeren glans, haar fraaie mond plooide
zich tot glimlachen; en de mannen, die
haar zagen, verwonderde zich niet meer
over datgene, wat de vrouwen »Lord Ry-
vendale's vreemde begoocheling! noemden.
Na twee dagen in Viva's woning door
gebracht te hebben, was iemand zwak
genoeg om aan zijne vrouw, het hoofd
van een zekeien lichtzinnieen kring, eene
dame, die bekend stond voor be onbe
schaamdheid, waarmede zij zich staande
hield op het strakke koord der maat
schappelijke meening, te zeggen:
»Gwen, gij kunt u niet voorstellen,
welk een betooverend wezen die arme
Hertogin is! Zij is de beschaafdste,
teerharligste vrouw, welke ik ooit ont
moette. Ik zoude het zoo ontzaggelijk
goed en vriendelijk var: u vinden, indien
gij mij eeng wildet vergezellen om haar
te bezoeken. Zij schijnt nimmer eene
vrouw te zien.t
Hij spreekt veilegen en nederig hij
weet zeer goed, wcllt een oneindig groote
bede hij uit. Lady Gwens oogen blikse
men bepaald.
»Ikl dat schepsel gaan zien! zijt gij
krankzinnig, George It En zij snelt de
kamer uit, een ruk gevende aan haar
fluweelen sleep, alsof zij reeds nu de
vreeseljjke aansteking gevoelde van langs
een onrein wezen te komen.
«Georget staart op de deur, welke op
punt het staat zich achter Lady Gwen te
sluiten, en uit eene opmerking, welke
de dame weinig lust zoude hebben gehad
te hooren.
Onder undere bezoekers aan >lhe
Beeches! komt ook Lord Fairholme,
Alsagers getuige bij het tweegevecht.
En nadat hij er eens geweest is, keert
hij er dikwijls terug en wordt het kind
des huizes. Hij is een ieders gunsteling
er ligt iels onwedeistaanbaar aantrek
kelijks in zjjn fraai, jeugdig gelaat, in
zijn vroolijke, schitterende manieren. Hij
bezit liet zeldzame talent, vooral zoo
zeldzaam in jonge lieden, om zich geheel
te huis te gevoelen, zonder zich ooit eene
vrijheid aan te matigen of zijne goede
opvoeding le vergeten. Viva, die nooit
een broeder heeft gehad, zegt zich, dat
zij er gaarne zulk een gehad had; zij
is blijde hem bij haar te hebben niemand
kan liuar troosten voor Alsager's afwe
zigheid, inaar zij gevoelt zich niet zoo
dof en ongelukkig als Lord Fairholme
haar gezelschap houdt.
Ofscho ui hij zoo heel, heel dikwijla