NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Als 8' premie In het krijgsgewoel Officiëele Publicatie. No. 101. Woensdag 16 December 1896. Vijf-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Voor slechts Dertig cent. BINNENLAND. Feuilleton. Mr. van Rossem's vrouw. Amersfoortsche Courant abonnementsprijs: Pe>r 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzouderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en borichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 1 6 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Oroote letters en vignetten naar plaatsruimte. bieden wij onze lezers aan de boeiende gëillustreerde roman uit de Fransch-Duitsche oorlog door O. ELSTER. De voorraad is klein, men haaste zich dus te bestellen. Van NANSEN's Reis naar de Noordpool zijn nog enkele exemplaren a 60 cents voorhanden. Men bestelle dus voor het te laat is. De Uitgever. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort. Gezien de wetten van den 19 Aug. 1861 (Staatsblad No 72), van den 1. Mei 1863 (Staatsblad No. 44), en van den 4. April 1892 (Staatsblad No. 56). betrekkelijk de Nationale Militie, benevens het Koninklijk besluit van den 17. December 1861 (Staatsblad No. 427) en de wet van t^2 Juni 1893 (Staatsblad No. 91); Doen te weten, dat op Woensdag, den 20sten, en Donderdag den 21sten Januari 1897, telkens van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags, ten raad huize der gemeente de inschrijving voor de Nationale militie zal plaats hebben van jongelingen, die in den loop van het jaar 1878 geboren en alzoo in 1897 aan de loting onderworpen zijn. Eo brengen hierbij de navolgende wetsartikelen in herinnering: Art. 15. «Jaarlijks worden voor de militie ingeschreven alle »mannelyke in gezetenen, die op den i. Januari van het jaar hun negentiende jaar waren inge treden." »Voor ingezetenen wordt gehouden 1. hij wiens vader, of, is deze overleden wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28. Juli 1850 (Staatsbled No 44); 2. hij, die geen ouders of voogd hebbende gedurende de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermeld tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf hield 3. hij, van wieDS ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen bet Rijk verblijf boude." »Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling behoorende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien van de dienstplich tigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen." Art, 16. i»De inschrijving geschiedt 1. van een ongehuwde in de gemeente waar de vader, of is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2. van een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente waar hij woont 3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in dc gemeente waar hij woont 4. van een buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente waar z\jn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art. 17. ïVoor de militie wordt niet ingeschreven 1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingezeten die geen Nederlander is2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd inge zeten 3. de zoon van een Nederlan der, die ter zake van 's lands dienst in 's Rijks overzeesche bezittingen of kolo niën woont." Art. 18. »Elk, die volgens art. 15 behoort te worden ingeschieven, is ver plicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aantegeven tusschen den lsten en 31sten Januari." »Bij ongesteldheid, afwezigheid of ont stentenis is zijn vader, of, is deze over leden, zijn moeder, of zijn beiden over leden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht." Art. 20. »Hij, die eerst na het intreden van zijn 18e jaar, doch vóór het volbren gen van zijn 20ste, ingezeten wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaais heeft, ter inschrijving aantegeven bij Burge meester en Wethouders der gemeente waar de inschrijving volgens art. 16 moet geschieden." Verzuim van aangifte ter inschrijving wordt gestraft met eene boete van ten hoosgte f 100 of subsidiaiie hechtenis van ten hoogste tien maanden. Bij aangifte van hen, die elders geboren zijn wordt de overlegging van een geboorte-acte gevorderd, tot wier koste- oozo verkrijging men zich ter Secretarie dezer gemeente kon vervoegen eenige dagen vóór de aangifte. Amersfoort, den 12 December 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester F. D. SCHIMMELPENN1NCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De Nederlandsche gezant heeft Zaterdag namens de Koningin-Regentes aan president Faure het Grootkruis van de orde van den Nederlandschen Leeuw overhandigd, benevens een eigenhandig schrijven van Hare Majesteit. Naar aan de Haagsche Ct. gemeld wordt, hebben de verschillende coöpera tieve broodfabrieken te 's Gravenhage uit hun midden een commissie benoemd, om le onderzoeken in hoeverre aan den wensch der bakkers om den nacht-arbeid af te schallen, kan worden voldaan. Aan den wensch kan, volgens genoemd blad, met een weinig goeden wil, gehoor ver leend worden. Alleen zou het versche brood, dat nu des moigens vroeg bezorgd wordt, eerst in den namiddag bezorgd kunnen worden. Maar dit schijnt een grootere verandering dan 't is; want een groot gedeelte van 't brood wordt ook nu al niet des narlits, maar reeds in den avond bereid, en van wat men thans 's.morgens ontvangt, is dus ook maar een gedeelte versch. «Als men het uur van beginnen op 4 uur in den nacht stelt, wat de bakkers gezellen niet te vroeg achten, en men begint dan met het kleine brood le bak ken (kadetjes enz.), dat dan om 7 uur in voldoende hoeveelheid aanwezig zijn kan, kan men ook diegenen voldoen, die volstrekt versch brood op de ontbijttafel willen zien. j)Er bestaat dus, mag men aannemen, alle kans, dat voldaan zal worden aan liet vurig verlangen der bakkersgezellen, die dan ook eindelijk zullen hebben wat den mensch toekomt: «nrfchtrust bij nacht.c Ten einde raad kwam Zaterdagavond, zoo meldt de N. R. Ctaan een politie bureau te Rotterdam een vernisser, een oppassend werkman, zooals de informa- tiën, omtrent hem ingewonnen, luiden, om hulp vragen. Hij was voor eenige dagen wegens een huurschuld van eenige guldens met vrouw en vier kinderen uit zijn woning gezet. Aan hel politiebureau vond men geen termen om het gezin oo- derdak te veileenen en tevergeefs had de man reeds bij het armbestuur aange klopt. Zonder een cent op zak werd hij met vrouw en kinderen, waarvan de oudste 12 en het jongste 1 jaar telt en een van welke kinderen pas uit het Ziekenhuis ontslagen, weder de straat op gestuurd. De man was reeds eenige weken werk loos en al zijn pogingen om werk te vinden bleven vruchteloos. Bibberend van koude en honger, drongen de kleinen zich tegen vader en moeder aan en ze sukkelen voort in den mistigen avond met het vooruitzicht den ganschen nacht op de straat te moeten doorbrengen. Zaterdag-namiddag zal te Utrecht hel provinciaal comité der anti-revoluli- onnaire kiesvereenigingen vergaderen. In deze bijeenkomst zal de heer Van Asch v. Wijck, lid der Eerste Kametspreken over: «Onze organisatie.c Voor het ambt van commissaris der Koningin van Noord-Holland in de plaats van jhr. Schorer worden genoemd mr. C. van Tienhoven, oud-burgemeester van Amsterdam, jhr. Boreel van Hogelanden, den burgemeester van Haarlem en het lid der Staten jhr. Roëll. In de Echo vonden wij het volgende, eenigszins myslerieuse verhaal: In een der grootste hotels te Amster dam diende sedert kort een dienstmaagd, die in alle opzichten voldeed. Het meisje had haar verlangen te ken nen gegeven om eens een kaartlegster te raadplegen, en vergezeld van een kame raad, bracht zij dan ook aan een dier mysterieuze vrouwen een bezoek. Deze vertelde haar, bij al de andere uitgekraamde nonsens, dat ze over groote wateren zou gaan en in andere gewesten rijk zou woiden, dat ze zich wachten moest voor een «zwart manspersoon», en bovendien »dat in het perceel waar ze dienstbaar was, in een gootsteen, achter tegeltjes, een onnoembare schat zat ver borgene Toen het meisje 's avonds thuis kwam, ging ze in dien gootsteen kijken, zag tegeltjes, en weid toen plotseling door een vlaag van waanzin aangetast. Zij holde, wartaal sprekend, de straat op en werd niet dan met heel veel moeite door den eigenaar van de inrichting en diens vrouw met veel zeemanskunst weer binnengeloodst. Begaan met haar lot, stuurde men haar door een (linken knecht vergezeld, naar het Wilhelmina-Gasthuis. In de wachtkamer sprak de dokter even met haar en den knecht. Ze zouden nader op den dokter wachten, die werd weggeroepen, omdat een ernstige gewonde was binnengebracht, maar plotseling liep de meid de wachtkamer uit en de straat op, zoo hard, dat de knecht haar niet kon inhalen. Tot nu toe heeft men niets van de arme meid vernomen. In een Geldersch dorp stierf dezer dagen een gefortuneerde dame die als zeer gierig bekend stond. Onder haar hoofdkussen, zoo wordt verteld, vond men een goed gevulden effectentrommel en aan een touwtje, dat om den hals werd gedragen, had zy al haar bank- en munt biljetten geregen I De heer F. Gerlh Frahm te Culem- borg heeft aan den Raad der gemeente Nijkerk aangevraagd, hem voorloopige concessie te willen verleenen, gedurende één jaar, voor het stichten en in exploi tatie brengen van eene inrichting voor de levering van water voor alle doel einden, binnen de gemeente. Besloten werd, dit adres te stellen in handen der Raadscommissie, belast met het onder zoek inzake de totstandkoming van eene waterleiding in de gemeente Njjkerk. 2) Intusschen waren de processen van van Rossem voor diens vrouw van onderge schikt belang, en zy kon zich maar Diet begrijpen hoe er menschen kunneD be staan, die hunne vrouw voor hun arbeid vergeten. Wantrouwend, zooals zij nu eenmaal geworden was, stond het bij haar vast, dat van Rossem zijn attentie aan een andere vrouw wijdde en wie dat was, dit moest zij, 't mochte kosten wat het wilde, op 't spoor komen. Op een avond, dat haar man vroeger dan gewoonlijk uitging en zeide dal hij eerst laat kon terugkomen, besloot zij aan een lang gekoesterd voornemen ge volg te geven. Tot dusver had zij zich zelden of nooit met de studeerkamer van haar echtgenoot ingelaten; thans was dit vertrek, en vooral de schrijftafel met al die loketten, voor haar op eens hoogst interessant geworden. Zij vermoedde, ja zij was er van over tuigd, dat een van die loketten of laden haar verpletterende bewijzen zou kunnen geven. Ed toch de sleutel stak in een der laden dat was nog al niet verdacht, meende zij. Maar dit was misschien juist een bewijs zijner geringschatting van haar persoonzij vermoedde immers niets?!... En hij wist immers, dat zij nooit naar zijn paperassen omzag en be zwaarlik uit die papiermassa zou kunnen wijs worden. Maar dan zou hij nu toch eens buileD den waard gerekend hebben I Zij woelde in die dikke papierbundels rond. Niets als acten. Verdrietig wierp zij alles weer in de lade en rukte een andere open. Weer processtukken, waarin zij wegens de gedrukte hoofden en zegels zich niet bedriegen kon. Zou zij zich dan tóch bedrogen hebben? Maar een nieuwsgierig jaloersche vrouw geeft het zoo spoedig niet op. De laatste lade wordt opengeschoven. Ha, wat is dat? Een vrouwenhand, en dat wel op een Nota van onkosten. »Mijn moeder is ziek; zij kan de rekening en de zware zegelkosten nog niet betalen; heb nog een weinig geduld, wat ik u bidden m8g «Zoo,« mompelde mevrouw van Ros sem, baar aardig mondje spotachtig ver trekkende, «denkelijk een arme jonge wees. Natuurlijk schenkt hij ze den heelen boel, dal is al meer vertoond. En rusteloos zocht zij verder, doch te vergeefs. Zij vond niets verdachts, en reeds wilde zij, half gerustgesteld, half teleurgesteld, het zoeken opgeven, toen zij een pakket brieven vond, die allen geopend waren. Bliksemsnel greep zij die ook hier was het vrouwenschrift, dat het fraai velin papier bedekte en met ingehouden adem, met verbijsterden blik las zij, en las zy al verder, totdat hare aandoening zich in een stroom van tranen lucht gaf. Er was geen twijfel meer aan, zij was op ongehoorde wijze, schandelijk, bedro gen. Die brieven, wel twintig in getal, wierpen een verschiikkelijk licht op van Rossem's strafschuldige relatie met de vrouw, die deze brieven geschreven had. «Maar hij zal zijn beleedigde gade lee- ren kennen! Hjj zal ontmaskerd worden, op heeter daad betrapt geen genade voor hem. Ik zal weten wat mij te doen staat, t Ze legde de noodlottige papieren weer op hun plaats, en verliet het studeerver trek maar hare zenuwachtige overspan ning maakte spoedig plaats voor een diepe moedeloosheid. Argeloos kwam van Rossem 's avonds thuis en den volgenden morgen begaf hij zich vroeger dan anders naar zjjne studeerkamer, zonder van den gemoeds toestand zijner vrouw 't minste bespeurp te hebben. Zijn kamer bevond zich naast een kan toortje, dat langs een gang in de zijstraat uitkwam; de advokaat, die onophoudelijk bezoeken ontving, op zijn beroep betrek king hebbende, liet zijn clienten langs dien weg in en uit. Zijne vrouw besloot thans eens wat meer hare aandacht te wijden aan 't geen daar verhandeld werd. Zij zond de meid uit, teneinde meer vrij in hare waarnemingen te zijn. Een paar uren verliepen, zonder dat zij iets verdachts bespeurde; en toch ontzag zij zich niet, om aan de deur te slaan luis teren. Zijn kantoor namelijk grensde aan een onbewoond kamertje, waar zij eenige toiletbenoodigdheden borg. Hier had zij zich opgesteld, en zij luisterde met aan dacht aan de gesloten deur. Doch zij zag of hoorde niets. Zij ging zacht weer naar de voorka mer juist bij tijds; want zy ontwaarde een jonge vrouw, die het huis aankeek, daarop de straat overstak en den hoek omging, de nauwe straat in, welke zelden iemand betrad, die niet bij haar man wezen moesl. Als instinctmatig begreep zydat zy iets op het spoor was; zij spoedde zich weer naar de kleine kamer en toen zij naar de deur sloop, hoorde zij den sleutel in hei slot omdraaien, 'l geen voldoende bewees dat men niet gestoord wenschte te worden. Het bloed stroomde de jeugdige vrouw naar het hoofd. Zy luisterde met inge houden adem toe. Zij hoorde een zjjden kleed ruischeii in de afgesloten kamer van haar man zij ving een paar woor den op hemel, dat was te veel Wanhopig drukte zy de tengere han den tegen de slapen van haar suisend hoofd. Toen nam zij eensklaps een besluit. Haar goede ouders woonden slechts een paar minuten van daar; zij moest haar vader sprekenhij moest getuige vod den gruwel zijn. De oude heer zat welbehagelijk iD een gemakkelijker! stoel en rookte eene pijp, toen zijn dochter hevig ontsteld binnen stoof. «Kind, wat is er aan de hand?c «Kom mee, vader; maar snel, er is geen tijd te verliezen.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1