M11U W I
8lr Nieuws- en Advertentieblad
voor do Profile I® Vtrecb
r
No. 3.
Zatculag 9 Januari 1897.
Zes-en-twintigste jaargang.
HET KRIJGSRECHT.
HET NIEUWE STATIONS-EMPLAQEMENT.
Amersfoortsche
V
A&ONNEfflCNTSPRIJS:
Per S maanden f 1.Kmiro per post door hel goherlc Rijk.
Afzonder) ij ke Nummers 3 ('ent.
Inge/ouden stukken en berichten interenden uiterlijk Dinsdng en Vrijdag.
VEHShHIJNT «'(MSf>A!r ZATEitDAIi.
Uitgeve- O .1 SI.OTJIOrWFi:. Amersfoort.
advertentie: k
Vhu -?» regels f 0-i t» iodrre rrgcl (neer S Vut.
Advertentiën rifmaai gephnust wonlcu slechts drinnaai l»5rcke»-d
firoo:c letters en vignetten n;i«- 'i]>'Ht"irci'e
Feuilleton.
Naar het Duitsch van
Georg Freiherr vou Oniptcda.
3)
Daarbij opende hij een kauier gelijk
vloers.
Ik bevond mij alleen in een salon
Louis XVI. Niet bijzonder groot,
maar daartegen des te smaakvoller.
Daarin zijn die Franschen eenig.
Alles in het vertrek pa9te bij elkan
der en was in gelijken toon. In den
schoorsteen, waarop een paar prach
tige bronzen stonden welke overi
gens naar mijn oordeel misschien wel
een weinig te overdreven sierlijk
waren brandde knetterend een vuur.
Met mijne zware veldtochtlaarzen,
waaraan, in weerwil ik ze zorgvuldig
had afgestampt, toch nog sneeuw
hing, durfde ik de kamer bijna niet
verder binnentreden, want op het
schelle, rococokleurige tapijt, liet ik,
hoewel tegen mijn wil, sporen achter.
Tusschen de vensters stond een
verrukkelijk schoon baliüt Louis XVI
een van die soort buffetkastjes, welke
wij in 1870 bijna overal in de salons
aantroffen.
Ik bukte, om het schilderwerk op
de heide coquet gebogene open slaande
deuren van het bahüt te bekijken,
toen er iemand binnentrad.
Ik draaide mij om. Een oude heer
stond vóór mij. Klein, met bruin
achtige tint, grijs, kortgeknipt haar,
en zwarte, alleen aan de punten grij
zende Henri-quatre. Waarschijnlijk de
heer des huizes, Comte de Brissac-
Lebuijs.
Wij bogen beiden, en hij zeide
hoffelijk, ofschoon koel:
«Monsieur, je vous souhaite
la bienvenue!"
Daar ik mijn bonnefransch nog niet
geheel vergeten had, antwoordde ik
hem in zijn tongval, dat het mij leed
deed hem in zijn rust te storen, maar
dat het, zooals hij wist, niet mijn
eigene keus was, welke mij hierheen
voerde, maar de plicht tegenover mijn
vaderland.
De Graaf de Brissac antwoordde
niets daarop, maar trok alleen een
lief gezicht, dat met schouderophalen en
gebarenspel zooveel moest beteekenen
alstreurig genoeg, maar wij kunnen
het nu eenmaal niet veranderen.
Ik maakte aan de verlegenheid een
einde door hem te verzoeken, mij mijn
kamer te wijzen. Wij begaven ons
weder in den gang, en hij g"ing mij
vooruit de houten trap op, welke
naar de bovenverdieping voerde. Daarbij
viel mij eerst in het oog, hoe klein i
hij was, want hij had hakken onder
zijne schoenen, welke bijna een hand
breed hoog waren.
Mijn kamer was reusachtig groot.
Zij had vier vensters met uitzicht op j
het park, dat aan het «Chfltiau"
grensde, en dat men door de kale j
takken der boomen voor het grootste i
gedeelte kon overzien. Mijn bed stond j
onder een grooten hemel van cretonne I
van hetzelfde patroon als de gordijuen. i
Het was, volgens Fransche manier, j
zeer breed.
De Graaf wachtte naast mij, en
om iets te zeggen, merkte ik. natuur- j
lijk altijd in het Fransch, op:
«Uwe Fransche bedden zijn prachtig, I
heer Graaf!»
Zijne lippen plooiden zich tot een i
vriendelijken lach, en hij antwoordde
met zekeren trots:
«Gij zijt zeer beleefd, Mijnheer, dat
te vinden, maar het is ook zóó."
Nu vroeg ik hem nog, wódr mijn
bediende onder dak gebracht was.
Maar hij verstond mij volstrekt niet.
Eindelijk ontdekte ik de oorzaak
ervan: ik had gedacht juist te ver
talen en sprak voortdurend van mijn
«gareon". Graaf de Arissae, die van
een kellner niets wist, hielp mij te
recht
«Yotre ordonnance! Je ne
sais pas! C'est l'affaire du va-let
de chainbre de s'en charger."
Dat wilde ik evenwel niet. Ik had
het mij tot regel gesteld, wóór wij
ons ook gedurende den veldtocht
mochten bevinden, mijn bediende met
mij op dezelfde kamer of in een ver
trek naast het mijne te laten slapen.
De vijandige gezindheid der bevolking
had mij reeds herhaaldelijk geleerd,
dat voorzichtigheid niet nutteloos
kon zijn.
Ik verzocht mijn gastheer, der halve
het zóó te willen inrichten, dat mijn
bediende een kamer naast de mijne
kreeg. j
Hij keek mij verbaasd aan, maar
beloofde het. Ook de wachtmeester,
dien hij in den stal had willen laten
slapen, werd op mijn verzoek in het
«Chatiau" ingekwartierd. Hij zou
naast de provisiekamer in de beneden
verdieping zijn kamer krijgen.
Daarop verliet Graaf Arissae mij,
terwijl hij mij beleefd verzocht, in
het salon te verschijnen, zoodra ik
mijn toilet had gema_akt. Dat was
spoedig geschied, daar ik niets bezat
om van kleeren te verwisselen. Ik
wirsch derhalve eenvoudig mijne han
den, liet door den getrouwe Grmnbke,
mijn bediende, mijne laarzen oppoet
sen, en raadde hem bovendien aan
nog een paar blokken op den haard
te werpen, welke meer voor het oog,
dan tot beschutting tegen een zoo
strengen winter scheen te zijn. De
temperatuur was in die dagen toch
voor Frankrijk bepaald buit-ngewoon.
Toeu ik liet kleine salon binnen
trad zat mijn gastheer bij het vuur
en las. Hj stond op en bood mij
een stoel aan.
Ik verontschuldigde mijn Meeding
en vooral mijne vetlaarzen daarmede,
dat ik feitelijk op het oogeublik niets
Wij bieden onzen lezers
hierbij een verkleinde repro
ductie der teekening Hoor
den Minister van Water
staat, Handel en Nijverheid
aan de Kamer van Koop
handel alhier gezonden en
door den heer D. van der
Werf welwillend aangevuld
en verduidelijkt. Ter voor
koming van misverstand en
om het kaartje gemakke
lijker te doen lezen, zij
hierbij opgemerkt, dat de
straat- en keiwegen met
dubbele, de spoorbanen
slechts met enkele lijnen
zijn aangegeven. In bet
begeleidend schrijven aan
de K. v. K. zegt de Minister
dit plan met de Holl: IJze
ren Spoorw. Maatsch. te
zijn overeengekomen. Of
Zijne Exellentie er evenwel
reeds definitief zijne goed
keuring aan heeft gehecht
is niet bekend. Hopen wij,
dat zulks niet het geval
moge zijn.
Bovenstaand plan toch
moge voor de spoorweg
maatschappij zoo doeltref
fend mogelijk zijn. vooronze
gemeente en speciaal voor
hare handeldrijvende inge
zetenen is het een onding.
Dat de perrons met wacht
kamers enz. (men lette wel,
dat er van een station alsnog geen
sprake is) nog eenige minuten verder
van de bebouwde kom der gemeente
kornen te liggen, moge op zich zelf
reeds niet aangenaam zijn voor hen
die dagelijks van een der lijnen ge
bruik maken, wij willen daaraan niet
tornen. Misschien is een onzer stad-
genooten ondernemend genoeg het
perron door middel van een paarden-
of' wellicht eiectrische tram met de
legen door de H. IJ. S. M
technische bezwaren geop
perd, maar deze zijn nan
wij uit zeer goeden broi
van deskundige zijde vei
namen, uil <1, n weg te rui
men. Hebben wij en heel
de minister trouwens wt
rekening te honden me
die technische bezwarende
II. IJ. S. M., waar de he
langen van ren zoo groo
aantal staatsburgers daa
tegenoverstaan? Helpt dal
ook allen ingezetenen val
Amersfoort, dooi' het plaat
sen uwer handteekening o
adressen aan de Begrering
te verhoeden, dat. hoven
staand plan worde uiige
voerd.
Voor hen die mor ilijl
kaartjes kunnen lezen no:
het navolgende.
Bij het tot stand komei
van bovenstaand plan, za
de bcstiuuder van een lij
of voertuig, met hestein
ming naar Soest ot Baai
den volgenden weg heb be:
te volgen. Vooreerst dei
tegen woordigen Soestorwei
tot aan het woonhuis vai
den heer Knoppers, aldaa
rechtsom langs de Phoenix
brouwerij en hot tegen
vvoordige centraalstation
Voorhij dit station, oiige
veer tegenover den weg naar he
Kalfsveld, met een overweg over di
spoorlijn, daarna weder linksom lang:
de te bouwen gaslubridk. het buitel
van Hen lieer Basterd en de tegen-
vvoordige locomotievenloods om hij
don tol weder op den Sonster.straat
weg te koinen. Over Keulen du-
naar Parijs.
Be perrons voor reizigers van een
station willen wij liever niet spreken
stad te verbinden en daardoor dit j
bezwaar (altijd voor bemiddelde lie
den) op te-heffen.
Ons grootste bezwaar tegen het
plan is het omleggen van den Soes-
terstraatweg en het niet brengen aan
de stadzijde van de los- en laadplaat
sen voor de vracht- en ijlgoederen.
Jaren lang werd geklaagd over het
gedurende een groot gedeelte van den
dag afsluiten van den overweg aan
j den Soesterstraatweg, noodig door
het rangeeren der treinen. Welnu
deze overweg wordt, althans voor
voertuigen, opgeheven 0111
er een ander voor in de plaats te
krijgen. Het euvel wordt dus niet
weggenomen doch enkel v. 1 plaatst.
Wel-is-waar zal die nieuwe overweg,
als liggende buiten liet rangeerterrein,
niet zoo dikwijls afgesloten zijn als
de thans bestaande, met hel oog op
het steeds toenemende aantal treinen
zal dit hij de zeer drukke passage
van rij- en voertuigen nog veel te
dikwijls plaats grijpen.
Waarom de tegenwoordige Soester-
staatweg niet opgehoogd en de spoor
lijnen ter hoogte van den thans be-
staanden overweg, door middel van
een viaduct, overbrugd, zooals een
tegcnplan indertijd door de K. v. K.
ingezonden, aangaf? Wel zijn daar-