NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht No. k. Woensdag IS Januari 1897. Zes-en-twintigste jaargang. r VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. De nieuwe Personeele Belasting. BINNENLAND. Feuilleton. HET KRIJGSRECHT. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS. Por 5 maanden f 1.Franco per poal door het geheele Rijk. Afzouderlijke Nummers '6 teut. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdug en Vrijdag. Uitgever G. .1. SLOTHOUWER. Amersfoort. aovertentien: Van 1f> roceis f 0.40 iedere regel meer 5 (lent. Advertculicn rirrt»aal geplaatst worden slechts driemaal berekend 'iroote letters eu vignetten nnnr plaatsruimie. Van de nieuwe personeele belasting, 1 Januari 1897 in werking getreden, laten we hier een beknopt overzicht volgen De grondslag deuren en vensters is vervallen. De haardsleden-bclasting, is nu als volgt geregeld: Aantal zooals die zooals die Haardsteden, was met 1 Jan. geworden is. 1 0.42 0.— 2 1.68 L— 3 4.32 d 3.— 4 8.64 6. 5 15.— 10.— 6 21.60 15.— 7 25.20 21. 8 38.40 28.— 9 43.30 36. 10 60.d 44. Iedere haard stede daar boven 6.8. In de hierboven staande tweede kolom vindt men wat tot heden moest worden betaald, benevens de 20 op centen voor het rijk, die in het nieuwe personeel zijn geschrapt. Haardsteden, die 's winters niet in gebruik zijn, komen niet in aanmer king. Men kan dus tusschen I April en 31 October desnoods in al zijn kamers stoken, zonder dat men et- iets voor behoeft te betalen. Eveneens wordt niet betaald voor cene haardstede, die van 31 October tot 1 April niet wordt gebruikt, mits men dan maar zorge, dat de opening door eenig metsel- of pleisterwerk worde afgesloten. Ook verwarmingstoestellen, die ge bruikt worden zonder afvoer in een schoorsteen of in de open lucht, blij ven buiten aanmerking. Gas- en petroleumkachels kunnen derhalve nog worden gebruikt zonder gevaar voor den ontvanger van de belasting. Huurwaarde. Volgens dezen grond slag wordt men voortaan loor den werkelijken huurprijs aangeslagen. Is er geen werkelijke huurprijs, of wordt bedrog vermoed, dan wordt eerst geschat. Elk der woningen in één huis, ook al hebben zij eenzelfde» ingang van de straat, wordt afzonderlijk aange slagen, iets wat zeker een voordeel zal verschaffen aan die personen, in de steilen, die een bovenhuis of bene denhuis met andere gezinnen bewo nen, en welk boven- of benedenhuis tot heden naar liet opklimmend tarief van de haardsteden en liet mobilair werd aangeslagen. Hetzelfde geldt ook voor gemeubi leerde kamers, die worden verhuurd en waarvoor, zoo ze eenigen tijd ledig staan, geen belasting zal worden ge heven. Logementhouders worden voor de helft vrijgesteld. Van perceelen, die uitsluitend tot winkel of uilstalling dienen, wordt slechts een derde der huurwaarde in rekening gebracht. Lokalen bijv. tot kostschool of militaire Tehuizen gebezigd, vallen buiten het bereik van het nieuwe personeel. Ambtenaren, geestelijken, predi kanten, die een ambtswoning hebben, zullen mede worden aangeslagen, niet naar de grootte van de woning, maar naar het ambtsinkomen van den be woner. Dienstboden. Voor vrouwelijke dienstboden beneden 18 jaren behoeft geen belasting te worden betaald. Thans zal moeten worden betaald voor een dienstbode tusschen 18 en 21 jaren f 4. Voor dienstboden boven de 21 jaren voor één 0.voor zes ƒ111. zeven 14/. acht 188. negen 234. tien 285. twee 17. drie 33. vier 54. vijf 80. benevens f 50 voor iedere dienstbode boven tien en voor eiken inannelijkëii dienstbode f 12 boven de hierboven gemelde bedragen. De eenige vrouwelijke dienstbode van een weduwnaar is vrij. Maar als in een gezin met eene dienstbode do vrouw ziek is of sterft, dan wordt de tweede dienstbode of in liet laatste geval de huishoudster als meid aan geslagen, en moet de weduwnaar f 17 betalen. Paarden. De onderscheiding tus schen fiaarden waarvan wel en waar van niet belasting wordt gelieven, is dezelfde gebleven. Alleen wordt in den vervolge bij de beoordeeling, of een in de belas ting valt, veel meer aan bet oordeel der ambtenaren overgelaten. In elk geval wordt geen belasting geheven van dienstpaarden, bij ofli- cieren in gebruikvan paarden, uit sluitend gebezigd voor rijtuigen zon der veeren, of, zooals de wet zegt, «van rijtuigen, waarvan liet bovenstuk niet door middel van veerachtige of rekbaie voorwerpen met de as is verbondens van paai den wier laatste melktand niet door een snijtand is vangen; van dekhengsten. Ook zal geen belasting meer wor den gelieven van paarden, die alleen voor de uitoefening van een beroep of bedrijf dienst doen. Paarden, 'die derhalve uitsluitend voor het vervoer van goederen dienst doen, zulle» buiten de belasting val len terwijl, wanneer ze ook voor liet gemak en liet genoegen worden ge bezigd f 6 voor ieder zal moeten worden betaald. De landbouwer zal voortaan, wan neer hij een zijner werkpaarden voor gemengd gebruik neemt, voor den arbeider, die liet paard op stal ver zorgt, geen belasting behoeven te betalen. Voor ieder der paardi-n, in gemengd gebruik, dit wil zeggen voor paarden die deels voor het bedrijf of beroep en deels voor een rijtuig met veeren worden gebruikt, zal thans fG be lasting moeten worden betaald. De belasting bedraagt voor paar den van geueeslieeren en veeartsen f 10 voor elk paard en voor paarden, uitsluitend voor rijtuigen met veeren gebruikt, voor 1 paard f25, voor 2 paarden 160, voor 3 paarden f 105 en voor elk paard meer f 50. Kinderaftrek. Voor de grondslagen huurwaarde, haardsteden en mobilair wordt een vermindering toegestaan naar gelang van liet aantal eigen kinderen, kleinkinderen of pupillen, die bij belastingplichtigen inwonen, en voor zoover zij ongehuwd eu be neden zekeren leeftijd zijn. Het bedrag van deze vermindering is afhankelijk van de klasse, waartoe ile gemeente behoort, waarin de be lastingschuldige woont. Onder ben, die niet meer verwo nen dan 1200 en f 180 in de groote steden, eu van f140 tot f40 in de kleinere gemeenten, zullen er mis schien zijn, die, alles bijeengenomen, in hun belasting tot op do V> wor den verlaagd. In de groote steden zal de verla ging voor lien, die boven de f 200 tot f 500 verwonen, nog aanzienlijk zijn, gemiddeld 30 pCt. Dienstjaar. Het belastingjaar zal voortaan loopen van 1 Januari tot 31 December, in plaats, gelijk liet was, van 1 Mei tot 30 April. Namens II. M. de Koningin heeft H. M. de Koningin-Regentes, evenals vorige jaren, aan de synode der Nederl. Ilerv. Keik ten behoeve van het fonds voor noodlijdende ker ken en personen de aanzienlijke gift van ƒ2000 doen toekomen en een andere van 700 ten behoeve van het fonds voor de geestelijke behoef ten -der gemeenten, die niet in staat zijn daarin uit eigen middelen te voorzien. In deze of de volgende wee zal van de hand van mr. W. II. ii Beaufort een brochure vérschijnei getiteld: De liberale partij en d verkiezingen. Naar ons uit goede bron won verzekerd, bestaat bij de I loll. IJzere Spoorweg-Maatschappij het vooim men couponboekjes uit te geven, ge dig voor twintig enkele reizen tu schen bepaalde stations tegen de prijs van 10 retourbiljetlen. Naar de N. 11. Cl. verneem zou de overgroote meerderheid d< Staatscommissie tot onderzoek <1< pensioiineei'ing tegen invaliditeit e ouderdom er voor zijn, dat dc pei sioenen op den duur zullen worde betaald zonder bijdrage uit de staat kas, m. a. w. dat de bijdragen va werkgevers en werklieden zeiven vo doende moeien zijn om de pensioenc te bekostigen. De aartsbisschop van Ulrech mgr. II. van de Wetering heelt bi paahl, dat de besturen van alle ii lichtingen, die aan do aartsbissclioj pelijke rechtsmacht onderworpen zij bij bel doen uitvoeren van bouwwe ken de werklieden moeten verzekert tegen ongelukken. Ook het spoorwegverkeer hee de gevolgen van den ijzel ondervoi den. Uit Utrecht wordt gemeld, d; de treinen te laat aankwamen t vertiokkon, doordat de bediening d< wissels eu seinen op afstand door dc ijzel totaal onmogelijk geworden wi en deze alle met de band inoestt worden omgeworpen en gesteld. Bij Kon. besl. is bepaald, di de omslagen met aangiften en stu! ken, welke ingevolge de Kieswe kosteloos per post aan den burg meester kunnen worden toegezonde moeten dragen boven aan de voo zijde bet opschrift: «Vrijdom van briefport, ingevolj Naar het Duitsch van Ceorg Freilierr von Ouipteda. 4) Wij stonden op en begaven ons naar de aangrenzende kamer, wJór de tafel gedekt stond. Met een be weging van de liand noodigde mijn gastheer mij uit plaats te nemen, en de huisknecht begon te dienen. Ik kreeg een voortreffelijk diné, dat wel uit weinige gerechten bestond, maar zoo uitstekend toebereid, als men dat alleen in Frankrijk krijgt. Daarbij sprak de Graaf nog een paar veront schuldigende woorden, welke blijk baar met prikkelende bedoeling geuit werden. Hij verklaarde namelijk, dat bet eten er onder geleden bad, dat in dezen oorlogstijd de streek te on veilig was om iets te laten komen. Het zou door onze troepen toch maar ingerekend worden. Zijn toon was wel is waar hoffelijk en zijne woor den waren met omzichtigheid geko zen, maar het oogmerk lag toch voor de hand. Daarop wilde ik hem dienen. Ik raapte al mijn Fransch bijeen en sprak, terwijl ik door mijn er gernis misschien beter de woorden vond, ongeveer het volgende "Heer Graaf, gij zult het met mij eens zijn, als ik u vooraf zeg, dat de oorlog natuurlijk in allen gevalle een ramp is. Hij kan lage hartstochten doen ontbranden, ze wellicht in zeer buitengewone omstandigheden ook scherper aan het licht doen treden dan in vredestijd, njaar overheerschend worden mogen zij niet. Bij ons Pruis- sen is de meest in het oogspingende trek van het leger: Dicipline, man nelijke tucht. Onze soldaten gehoor zamen, aan de bevelen van hunne officieren. En ons corps officieren is geen bende vrijbuiters en struikroo- vers, maar een gezelschap van be schaafde mannen. En ik mag er u wel opmerkzaam op maken, Heer Graaf, dat ik mij ter beschikking stel van hem, die dat in twijfel mocht trekken, zoo hij mij zijne getuigen zendt. Natuurlijk van den dag af, waarop de vrede gesloten wordt, want tot zoolang behoort mijn leven aan mijnen koning!" Deze taal was een weinig rheto- riek en overdreven, maar de Fran- schen hebben toch nu eenmaal de zwakheid van zulke spreekwijzen te houden. En inderdaad had zij, zoo als ik hoopte, op mijn gastheer in druk gemaakt. Hij gaf mij namelijk een paar complimenten over twee kameraden van de infanterie, die vóór acht dagen bij hem gelegen hadden en "trés bi en" geweest waren. Ver volgens stemde hij mij toe, dat in het dorp en op zijn landgoed niemand reden tot klagen had gehad. De sol daten hadden de bedienden zelfs ge holpen hout voor de kachels klein te maken- Toen hij dit zeide, knikte de oude bediende, die tot op dat oogenblik terwijl wij aten, onbewegelijk, bij het buffet had gestaan nadrukkelijk. In het eerst wilde de oude heer niet recht voor de zaak uitkomen, maar eindelijk bleek het, dat mijn brave wachtmeester hem gekrenkt had, doordat hij met een paar man schappen veiligslieidshalve, zooals wij dat trouwens altijd deden, het gan- sclie "Chatiau" doorzocht had. Men kon toch nooit weten, of hier of daar vijandelijke soldaten een schuilplaats gevonden hadden. Ik stelde Graaf de Brissac daarom trent gerust met de verklaring, dat een dergelijke maatregel voorgeschre ven en volstrekt noodzakelijk was. Hij opperde in zijn verwonderlijk, keurig Fransch, dat ik niet kan weer geven "Ja, mijnheer, zeer goed, maar men had tenminste mijne dames kunnen ontzien." Ik antwoordde «Dat heb ik niet kunnen weten, dat hier dames zijn. Anders Hij verdedigde zieh terstond: »M'n vrouw is namelijk niet recht wel, en m'n dochter wil daarom haar moeder niet verlaten." De dames waren dus voor mij ver borgen geworden, en Graaf de Brissac alleen had zich vertoond, opdat ten minste iemand den vijandelijken officier de "honneurs" bewijzen zou. »Ik verzekerde mijn gastheer, dat het mij leed deed, zoo ik in zijne woning eenige stoornis teweegbracht. Ik zou er ook vrede ineê gehad lie ben, zoo hij mij alleen op mijn kaïni had laten eten. Maar daarvan wik de Graaf niets weten. Het was zi plicht als gastheer zijne gasten, oc al waren het vijanden, niet alleen 1 laten. Toen gaf ik eindelijk mijnhartluch -Heer Graaf, uw vijand ben ik. G zijt Franscliman, ik Pruissisch officie Dat is eenmaal niet weg te cijferei Maar geloof mij, ik heb evengot een hart als gij. Ik begrijp u ongeluk evenzeer als gij. Zoo g ons verwenseht en haat, dan begrij ik dat. Vergeet dat als 't u belie niet. Indien ik Franscliman war zou ik het zelfde doen, zou ik i elke Duitsche uniform op den vade landsehen grond uw belediging ziei eeneenmaar genoeg, ie' verschrikkelijks Graaf de Brissak keek mij verbaas aan. Hij was zeer ontroerd, zenur achtig trommelde zijn hand op hi tafellaken. Wij zwegen beiden et geruinien tijd. Eindelijk zeide hij mi trillende stem "Meent gij dat werkelijk "Anders zou ik het toch niet ze

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1