BINNENLAND.
CIJFER: 2 TIM'S TREE.
GEMENGD NIEUWS.
hebben genomenmisschien gaat
Wilhelm II zelf in het begin van
Maart naar St. Petersburg.
In de persorganen van verschillende
landen worden ondcrtusschen al voor
spellingen gewaagd omtrent do toe
komst van Kreta. Men spreekt van
een verregaande autonomie van het
eiland, en doodverft als den toekoin-
stigen bestuurder daarvan prins Ge
orge van Griekenland. Dat zijn maar
praatjes, zegt de Köln. Zeit., die met
den werkelijken toestand niets hebben
te maken.
Het eerste wat te doen valt is de
zware belediging van het volkenrecht
ongedaan te maken, waaraan Grie
kenland zich heeft schuldig gemaakt,
door tegen den uitdrukkelijken wil
der mogendheden Kreta te bezetten.
Zoolang het eiland niet weer is ont
ruimd, mag er geen sprake wezen van
wat de toekomst van het eiland zal
wezen. Als prins George aan het hoofd
van het bestuur op Kreta wordt ge
steld, zou dat slecbts een voortzetting
ziin van Griekenland's onrechtmatige
handelwijze.
Zooals wij gezien hebben, denken
de Grieken er niet aan het eiland te
te verlaten. Het zend niet alleen
nieuwe troepen naar Kreta, het trekt
ook de opstandelingen om zich been.
Dij de Grieksche legermacht te Pla-
tanias hebben zich nu reeds 700J
insurgenten gevoegd en binnen twee
dagen kan da' getal tot 20.000 stijgen.
Maar ook de geuapenden der groote
mogendheden nemen toe: er lagen
eergisteren in de wateren van Kreta
28 oorlogsschepen van de Europeesche
Staten, terwijl er nog van Duitsch-
land onderweg zijn.
Thans zijn er: negen Engelsehe,
zes llaliaansehe, zes Russische, vier
Fransche en drie Oostenrijksche sche
pen, te zamen met een bemanning
van meer dan 11.000 koppen. Het
commando bij Kreta is zoo tusschen
de oudsten irt rang verdeeld, dat de
Fransche admiraal gebiedt voor
Reihymo en Kanea, de Russische voor
Silia en de Engelsehe voor Kandia.
Naschrift. Do laatste telegram
men molden omtrent de quaestie op
Kreta
Uit Athene: Een bevel van kolonel
Vassos dringt aan op bet vermijden
van botsingen met de equipages van
de oorlogsschepen der mogendheden
en beveelt den Grieken voorkomend
te zijn voor vreemdelingen en Muzel
mannen.
Aan de laatsten belooft hij bescher
ming, vrijheid en eerbiediging van
hun godsdienst. Hij zal trachten hen
te doen besluiten het eiland niet te
verlaten. Do kolonel bedreigt strenge
straiten tegen elke daad van geweld
tegen de Turken bedreven.
Indien Turksche soldaten willen
terugtr ekken, zal hij ben ontwapenen
en ben naar Smyrna of naar een
andere plaats op Turksch gebied zen
den.
Uit Kanea: De opstandelingen heb
ben aan de consuls bericht gezonden,
dat zij zich voorstellen onmiddellijk
tot den aanval op Haleppa over te
gaan.
Aan de Standard wordt uit Mos
kou gemeld, dat, als een poging tot
bevredigende oplossing der Kretenser
quaestie mislukt, binnen enkele dagen
een beslissende handeling zal worden
ondernomen door Rusland, gesteund
dooi' Duitschland en Oostenrijk.
Vooiloopig is de datum voor het
nemen dezer beslissende maatregelen
vastgesteld op Zaterdag.
Volgens een particulier' telegram
aan het Hbl. uit Parijs, bevat de
Gaulois een mededeeling van een
diplomaat, waaruit blijkt, dat (le
mogendheden voornemens zijn op
Kreta een soort vooi loopig bewind te
vormen, dat dienen zal als voorbe
reiding voor de aanstaande annexatie
van het eiland bij Griekenland.
Turkije zal dit wel toelaten. Maar
in plaats dat de annexatie de Ooster-
sche quaestie zal oplossen, zal zij
nieuwe wenschen in het leven roepen.
Men seint uit Athene:
„De Grieksche regeering is be
sloten om «aan Turkije den oorlog
een zwaren strijd zat, tot dat het
vuur was uitgegaaD. Hij vertrouwde
zichzelf niet genoeg om het weder
aan te maken, en hij lachte bijna over
een spookachtige gedachte, welke in
hem opkwam: die half-uitgebrande
sintels keken hem zoo droefgeestig
en teleurgesteld aan.
Wordt vervolgd.)
te verklaren, ter bereiking van de
onafhankelijkheid van Kreta, in
dien de mogendheden Griekenland
noodzaken om zijn troepen van
Kreta terug te trekken."
Naar het Vad. verneemt, zullen
afgevaardigden van liberale kiesver-
eenigingen en andere daarvoor uit-
genoodigde belangstellenden, die zich
met het program der «Liberale Unie"
niet kunnen vereenigen, Zondag a.s.
bijeenkomen om te spreken over de
houding, bij de aanstaande verkie
zingen aan te nemen.
Door een groot aantal nering
doenden te Barneveld is aan den
Raad aldaar een adres verzonden,
waarin verzocht wordt van de vreemde
kooplieden, die de markt bezoeken
in het vervolg marktgeld te heffen.
Naar aanleiding hiervan is door den
Raad aldaar besloten, eene commissie
varr vijf raadsleden te benoemen, die
het al- of niet-wenschelijke biervan
zal onderzoeken, orn er in de eerste
volgende vergadering rapport over- uit
te brengen.
In een hotel van den eersten
rang te Utrecht, kwam eenige dagen
geleden een net gekleed heer van
middelbaren leeftijd, zich noemende
baron Van Thienen, logeeren. Zooals
de bar on voorgaf was hem dooi' zijn
geneesheer verandering van lucht
voorgeschreven en zou de duur van
zijn verblijf afhankelijk zijn èn van
den staat zijner gezondheid èn van
de bediening zelve. Wat het eerste
betrof, had men al heel spoedig alle
reden orn volkomen gerust te kunnen
zijn, want niet alleen dat mijnheer
de bar on steeds goeden eetlust toonde
en zich alles uitstekend liet'smaken,
maar ook van een Hink glas goeden
wijn toonde hij geenszins afkeerig te
zijn. Daar ook op de bediening geen
enkele aanmerking werd gemaakt en
de baron verder nog had te kennen
gegeven, dat hij een vijand was van
nota's, omdat deze in den regel tegen
vielen en daarom iederen avond
wenschte af te rekenen, bestonden
voor beide partijen reden om te
vreden te zijn.
Jammer dan ook, dat de baron
reeds na verloop varr een paar dagen
inet zijne gewoonte moest breken en
dit wel omdat zijn rentmeester ver
zuimde hem de gevraagde gelden over
te maken. Natuurlijk zag men daarin
aanvankelijk niets verdachts, doch
toen de baron zich zoover vernederde
en van de kelners geld ging leenen,
begon men argwaan te krijgen en
langzamer hand den hoogen gast met
andere oogen aan te zien. Toen dan
ook na verloop van een 10-tal dagen,
nog geen geld was gearr iveerd, werd
de politie in het vertrouwen genomen,
die na een kort onderhoud onder vier
oogen tot de ontdekking kwam dat
de pseudo-baron een groote oplichter
was, die reeds een aantal vonnissen
had ondergaan en nog niet lang ge
leden uit de gevangenis werd ont
slagen. Zich aldus ontmaskerd ziende
en den raad van zijn geneesheer ge
dachtig, verliet de baron, na met de
politie te hebben afgehandeld, met
achterlating van een hooge rekening
en weinig bagage, zoo spoedig moge
lijk de stad, wellicht om elders zijn
geluk te beproeven.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
- De Heer S. Eendenburg, zen
deling op Soekaboemi, zal Dirrsdag
23 Februari des avonds te half acht
in de bovenzaal van «Volksheil" me-
dedeelingen doen omtrent zijn arbeid
ter uitbreiding van het Evangelie.
Maandagavond zal door het
tooneelgezelschap onder directie der
heeren W. Hart Co. in de Schouw
burgzaal van «de Keizerskroon" wor
den opgevoerd «Blonde Els". Voor
zeker zal dit gezelschap dat gedurende
de kermis steeds een vollen schouw
burg wist te trekken ook nu op een
goed gevuld zaal kunnen rekenen
Willem van Znylen komt Woens
dag hier in Amicitia met een geheel
nieuw programma, waarmee hij o. a.
te Arnhem een uitbundig succes had.
Tot agent van politie te Rot
terdam is benoemd W. Abelman,
thans agent van politie 4e kl. alhier.
Bij de Dinsdag en Woensdag
te Utrecht gehouden examens voor
de acte nuttige handwerken zijn o.a.
geslaagd de dames A. A. M. van Kal
ken, G. M. Ruding en W. A. Alke
made, allen te Amersfoort woonachtig.
Bij de H. IJ. S. M. gehouden
aanbesteding voor onderhouds wer
ken op de ltjri Eist—RessenBemmel
Dordrecht is minste inschrijver onze
stadgenoot de Heer W. v. d. Kooy,
voor f 1'1,500.
Heden morgen zijn met trein
om 9 u 21, de twee compagnieën
van het 8e Regiment Infanterie, onder
bevel van den kapitein W. C. Staring,
welke alhier gedurende 10 dagen
individueele schietoefeningen hebben
gehouden, naar hun garnizoen De
venter teruggekeerd. De troep
werd door de muziek van het 5e
Regiment Infanterie uitgeleide gedaan.
Om 10 uur zijn de twee andere
compagnieën van eerstgemeld korps,
onder bevel van den kapitein J. W.
H. Schreurs uit Deventer alhier aan
gekomen om dezelhfe oefeningen als
de twee voorgaande compagnieën te
houden. Deze zullen daartoe tot
den 3e Maart a.s. alhier in het gar
nizoen verblijven.
Aan den soldaat R. Pappelendam
van het 5e Regiment Infanterie is
de bronzen medaille voor 12 jaren
trouwen dienst toegekend. Hel eere-
teeken zal op de gebr uikelijke wijze
aan genoemden soldaat worden uit
gereikt.
Aan den Reserve-korporaal A.
J. S. van Lier van het 5e Regiment
Infanterie is wegens voortdurende
ongesteldheid ontslag uit den dienst
verleend.
De jongeling J. M. van dei'
lleijde heeft eeno verbintenis aan
gegaan als adspirant-Vaandrig voor
liet Reservekader bij het 5e Regiment
Infanterie.
Bij het 5e Regiment Infanterie
zijn bevorderd, de Sergeant-titulair
F. L. Keetell tot sergeant en adspi-
rant-Vaandrigs J. H. M. Ruiten, K.
A. Poortman en G. F. Merz tot
korporaal.
Vrijdag morgen zijn de batal
jons van het 5e Regiment Infanterie,
tot een bataljon vereenigd, onder
bevel van den Majoor van Steenhardt
Carré uitgerukt tot het houden van
eene velddienst oefening. Deze oefe
ning is in den nacht van Vrijdag op
Zaterdag herhaald geworden. De
troep rukte daartoe des avonds om
10 uur uit en is om 2'Is uur in de
kazerne teruggekeerd.
Ten overstaan van den notaris
A. N. J. Vos alhier zijn geveild en
verkocht de navolgende onroerende
goederen, als:
A. op Dinsdag, den 16 Februari,
in de herberg «de Faam" van
J. van Westerlaak te Hoogland
Onder de gemeente Baarn, in
den polder «Eemland"
I. een perceel wei- en hooiland,
groot 2 hectaren, 17 aren, 70
centiaren;
II. een perceel wei- en hooiland, ten
westen van het vorige perceel,
groot 1 hectare, 67 aren, 30
centiaren, beiden in eigen ge
bruik bij 11. Lokhorst.
In massa verkocht aan W.
Overvest te Leusden, voor f 4020.
B. op Vrijdag, 19 Februari, in het
hótel Schwemmer te Amersfoort
In de gemeente Amersfoort:
I. een landbouwerswoning,
met schuur, hooiberg,
boomgaard en bouw
land, aan den Liendert-
schen weg, groot 84
aren. 54 centiaren;
verkocht voor f 2460.
II. een perceel weiland en
weg in de Horseweide,
groot 1 hectare, 5 are,
20 centiaren, verkocht
voor 2420.
III. een perceel bouw- en
weiland, aan den Lien-
dertschen weg, groot
1 hectare, 75 aren, 10
centiaren
IV. een perceel weiland,
achter het vorige per
ceel, groot 91 aren, 60
centiaren;
V. een perceel bouwland,
naast het vorige per
ceel, groot 76 aren,10
centiarenin massa
verkocht voor 5980.
De perceelen zijn al
len in eigen gebruik
bij de heeren C. T.
Poort en J. N. Poort.
VI. een heeronhuis met
tuin aan de Kamp
straat, wijk C, no 50,
groot 3 aren, 40 cen
tiaren, verhuurd aan
mej. A. Folkerts. tot
1 Mei 1898, voor f200
'sjaars, verkocht voor 1800.
In degemeen te Hoog
land:
VII. een heerenhuis met
tuin en weg, aan de
Eem, nabij «de Spij
ker," wijk B, no. 121,
groot 2 aren, 55 cen
tiaren verhuurd aan
den heer P. Th. H.
Weber, voor f 225
'sjaars, verkocht voor 3120.
Totaal f 157ö0.
Naar ons officieel werd mede
gedeeld is door de Heeren Geveke
Co. te Amsterdam concessie aange
vraagd om onze gemeente electrisch
te mogen verlichten.
Concessionarissen zijn bereid het
voor de te bouwen nieuwe gasfabriek
aangekochte terr ein van de gemeente
over te nemen en zullen het electrisch
licht leveren tegen een prijs gelijk
staande met een gasprijs van 6 cent.
Waar in den laatsten tijd zoovele
veranderingen op het gebied van gas
verlichting plaatsgrepen en nog schier
geen dag voorbijgaat dat geen ver
beteringen worden aangebracht, is
het voor ons gemeentebestuur eene
lang niet gemakkelijke taak een be
sluit omtrent de te bouwen fabriek
te nemen en moet o.a. met een con
cessie aanvraag als bovenbedoeld wel
degelijk rekening worden gehouden.
In den loop der volgende week zal
de ingezetenen de gelegenheid wor
den geboden, door het teekenen van
een adres aan der. gemeenteraad,
bun adhaezie aan deze concessie aan
vrage te betuigen.
Een Spoorwcg-nvont uur.
Dezer dagen gebeurde op de
spoorvveglijn BoclroltWezel plus op
Duitsch grondgebied) bet navolgende.
Een veehandelaar kwam bijna te laat
in den trein, doch had nog zooveel
tijd dat bij in de coupé kon komen
hij haalt het portier met Hinken -lag
achter zich dicht. Zijn jas kwam er
echter tusschen en wel zoodanig, dat
bij zich niet heen of weer kon bewegen.
In de coupé bevond zich maar één
reiziger, die, de reistasch met geld
van den veehandelaar ziende, onmiddel
lijk besloten bad van de benarde posi
tie, waarin deze zich bevond gebruik
te maken en Item te bestelen.
Aan het eerste station, waai' de
trein stopte, verliet de dief aan de
andere zijde den trein. De conducteur
maakte het portier, waar tusschen de
veehandelaar geklemd zat los, en deze.
zonder den conducteur iets te zeggen,
liep den dief na. De conducteur dacht
niets anders of hij had met een
passagier zonder plaatsbewijs te doen.
Hulp roepen, en den veehandelaar
inhalen was het werk van eenige
minuten. Toen deze gegrepen was
en verteld had wat hem was gebeurd,
was er van den dief geen spoor meer
te vinden.
De jonge Koning.
De koning van Griekenland, is, zoo
als men men weet, de jongste zoon
van den koning van Denemarken.
Reeds op zeventienjarigen leeftijd werd
hij dooi' de mogendheden lot opvolger
van Otto van Beieren gekozen, tot
koning van Griekenland. Ten tijde
van zijn benoeming bevond hij zich
nog op de Deensehe marineschool
Eens had hij zijn boeken vroolijk ter
zijde geworpen en als een echte
schooljongen ging hij heen om bij
een conliseur wat appeltaartjes te
koopen. Hij kreeg ze gewikkeld in
krantenpapier, en hij zou juist dat
papier tot een bal samenpersen om
het een medeleerling naar het hoofd
te werpen, toen zijn blik toevallig op
zijn eigen naam viel, die met vette
letters het opschrift boven een artikel
vormde. Belangstellend las hij verder
en was niet weinig verrast van het
lot te hooren, dat hem wachtte, daar
hij door de mogendheden van Europa
tot koning van Griekenland was ge
kozen.
Zijn jonge Majesteit bleef althans
op reis naar zijn nieuw koninkrijk
nog een echte kwajongen. Op den
tocht door Frankrijk naar Marseille
was hern een salonwagen met eetsalon
ter beschikking gesteld. Onderweg
hield hij zich bezig met schotels en
borden uit het raam te wer pen om
zich te overtuigen van de snelheid
van den trein. Zijn reisgezellen moesten
steeds nieuwe stukken zien te krijgen
en bij aankomst in Marseille was er
geen enkel stuk meer over.
Nansen op de Walrusjacht1).
Uit Nansens werk: „IN NACHT EN IJS".
IUitgave van A. W. Sijthoffte Leiden)
Dinsdag. 12 September. Hedenmor
gen omstreeks 6 uren werd ik door
Hendriksen gewekt met de mededee
ling. dat er verscheidene wahussen
op eene ijsschol dicht bij ons lagen.
«O, hel en duivelIk sprong op en
was het volgende oogen blik in de
kleeren. Het was een schoone mor
gen met prachtig, stil weermen kon
hot snuiven der walrussen over de
heldere ijsvlakte heen hooren. De
dieren lagen bij elkander op eene
schol tusschen ons en het land blauwe
bergen schitterden achter hen in de
zon. Eindelijk waren de harpoenen
geslepen, buksen en patronen gereed,
en Hendr iksen, Juell en ik gingen er
op los. Er scheen een zwakke wind
uit het Zuiden te waaien, en wij
roeiden Noordelijk om do dieren heen,
om hun niet onder den wind te komen.
Van tijd tot tijd hief het dier, dat
op wacht stond, zijn kop op, maar
zag ons waarschijnlijk niet, en wij
gleden verder. Spoedig waren wij
zóó nabij, dat wij voorzichtig moesten
roeien. Juell zat aan de riemen,
terwijl Hendriksen zich vooraan met
den harpoen, en ik mij, achter hem,
met de buks gereed hield.
Zoodra het dier, dat op wacht stond,
zijn kop ophief, werden de riemen
stilgehouden, en wij bleven onbeweeg
lijk: daarop zonk de kop weer en
nieuwe riemslagen brachten ons verder.
De dieren lagen dicht op elkander
gedrongen, op eene kleine schol, oude
en jonge door elkander. Het waren
zware vleeschkolossen.
Van tijd tot tijd streek eene der
dames met hare voorvin heen en
weer over hare vleeschmassadaarop
lag zij weer stil op baar rug of zijde.
«O, daar zit veel vleeseh aan" zeide
Juell onze kok Hoe langer hoe voor
zichtiger gleden wij naderbij. Terwijl
ik gereed zat met de buks. vatte
Hendriksen den -teel van den harpoen
met een vasten greep. Op hetzelfde
oogeublik, dat de boot tegen de schol
-liet, rees hij op en de harpoen suisde
dooi' de lucht, trof echter te hoog,
stuitte op de taaie huid af en danste
over de ruggen der dieren. Nu kwam
er leven in het gezelschap. Tien tot
twaalf ontzaglijke, leelijke koppen
werden opeens tegen ons opgeheven,
de vleeschbergen draaiden zich met
onbegrijpelijke vlugheid om en kwa
men waggelend met opgeheven kop
pen onder een hol geblaf naar den
rand van de ijsschol, waar wij lagen.
Het was een indrukwekkend gezicht.
Ik legde de buks terstond aan, en
brandde op een der grootste koppen
los. Een schok, en het dier tuimelde
en viel voorover in het water. Ver
volgens een tweede dier een kogel
door den kophet zonk insgelijks
ineen, en wentelde zich slechts met
moeite en pijn in het water. Toen
wierp het geheele gezelschap zich te
water, zoodat het rondom hoog op
spatte. Alles was in den tijd van
eenige seconden afgeloopen.
Maar spoedig kwamen zij weer te
voorschijn, rondom de boot, de eene
kop al grooter en leelijker dan de
andere, de jongen dicht daarbij. Zij
stonden rechtop in het water, blaften
en schreeuwden, dat de lucht er van
dreunde, wierpen zich naar voren, op
ons aan, op zijde en weder in de
hoogte en een nieuw geblaf vervulde
de lucht. Zij wentelden zich om en
verdwenen onder verschrikkelijk ge-
druisch; daarna kwamen zij weder
aan de oppervlakte. Het water kookte
en schuimde ver in den omtrek; het
was, alsof de tot nog toe zoo stille
ijswereld plotseling in kokende razernij
was overgegaan.
Ieder oogenblik moest men ver
wachten, een walrustand of ook twee
door de boot te krijgen, of in de
hoogte geheven en door de lucht ge
slingerd te wordendat was wel het
minste, wat na zulk een spektakel
moest gebeuren. Maar het geweld
duurde voort en wat men verwacht
had, gobeurde niet
Weder zocht ik mijne olïers uit.
Zij bleven, gelijk de andere, blaffen
en grommen, maar daarbij stroomde
hun bloed uit mond en neus. Nog
een kogel, en weder stortte een dier
en dreef op het water; daarop een