NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Officiëele Publicatiën.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
No. 20.
Woensdag 10 Maart 1897.
Zes-en-twintigste jaargang.
Feuilleton.
Mrs. BlatctM's uiterste wil.
Amersfoortsche Courant
j
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. S LOTIIOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Keuring van Dekhengsten in de
provincie Utrecht.
(Ingevolge provinciaal reglement van
14 November 1896).
De Burgemeester van Amersfoort,
Gelet op de kennisgeving van Heeren
Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d.
4. Maart 1.1. (Provinciaalblad no. 29);
Brengt ter kennis van belangheb
benden dat bij besluit van genoemde
Staten d.d. 4 Maart 1.1. no. 14 is
bepaald, dat op Maandag 29 Maart
1897 des voormiddags te 10 uur, op
het Vredenburg te Utrecht de keuring
zal plaats hebben van alle hengsten
die tot dekking in deze provincie
tvorden gebezigd.
De eigenaars of houders, die hunne
hengsten ter keuring wenschen aan
te bieden, zijn verplicht ten minste
tien dagen voor de keuring schrifte
lijk aangifte te doen bij den secretaris
der keurings-commissie op biljetten
die gratis ten gemuentehuize alhier
verkrijgbaar zijn.
Aan de geleiders van hengsten,
die bij de gewone keuringen ter
keuring worden aangeboden, wordt
door den Secretaris der Commissie
tegen kwijting eene vergoeding uit
gereikt, berekend tegen vijf cents per
kilometer, door hem met den hengst
op den heen- en terugreis afgelegd
naar de plaats van keuring.
Amersfoort, 8 Maart 1897.
De Burgemeester van Amersfoort,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
Het antwoord door Griekenland
op de nota der mogendheden gegeven
was, zooals te verwachten was weige
rend. Wij laten hier een resumé er
van volgen
De Grieksche regeering betreurt
het, dat zij de troepen niet van
Creta kan terugroepen, uit vrees, dat
zich dezelfde incidenten zullen voor
doen, welke tot het zenden dier troe
pen, aanleiding hebben gegeven.
Griekenland erkent, dat de mogend
heden het recht hebben wederom een
onderzoek in te stellen over de pun
ten, welke in haar nota zijn opgeno
men, zonder te gaan buiten het kader
der geformuleerde beginselen, ten
einde een oplossing te vinden, waar
door haar voldoening wordt gegeven
en de Grieksche regeering in staat
wordt gesteld, rekening te houden
met den wensch der mogendheden
zonder daardoor aanstoot te geven
aan de gevoelens der natie.
Daarna sprekende over twee hoofd
punten in de nota der mogendheden,
geeft de Grieksche regeering te ken
nen, dat zij haar schepen zal terug
trekken, wanneer de mogendheden
de verplichting op zich nemen, te
beletten, dat door Turkije versterkin
gen zullen worden gezonden.
De troepen zal zij evenwel niet terug
kunnen roepen, zonder op ernstige
wijze de veiligheid der Christenen in
gevaar te brengen.
In dergelijke omstandigheden zou
den de mogendheden het rechtvaardig
moeten vinden, dat de Grieksche troe
pen, in verbinding met die der
mogendheden, werden gebruikt om
de orde te herstellen.
Wat betreft het definitief bestuur
op Creta doet de Grieksche regeering
een beroep op het rechtvaardigheids
gevoel der mogendheden en smeekt
haar, dat den Cretenzers de moge
lijkheid wordt gegeven, om door een
plebisciet zelf uitspraak te doen over
hun lot.
De openbare meening en de pers
keuren ten zeerste den geest, welke
in dit antwoord ligt, goed. Allen
verlangen, dat Griekenland een waar
dige houding blijft aannemen, zelfs
al konden daaruit onheilen voort
spruiten.
De Staatscourant van 6 Maart
bevat het Kon. besluit lot uitvoering
van artikelen van de Kieswet. Daarin
wordt ook de vorm der stembussen
tot de geringste bijzonderheden be
schreven. Bij de stemming moet voor
elk ten volle honderd kiezers éen
lessenaar zijn, met minsten twee vast
liggende pollooden. De tafel van het
stembureau en de lessenaars moeten
minstens op twee Meter afstand staan
van de voor het publiek bestemde
plaats en daarvan gescheiden zijn
door een afsluiting ter hoogte van
0.50 tot 1 Meter. Daarop volgt de
inschrijving van het stembiljet.
Het besluit betreft alleen de ver
kiezing van leden der Tweede Kamer
en treedt in werking op 1 Mei 1897.
Bij het besluit zijn gevoegd de
verschillende modellen voor de can-
didatenstelling, de candidatenlijst, de
oproepingskaart, enz. en de bekende
inlichtingen voor de kiezers.
Naar wij vernemen, zal binnen
kort door den Radicalen Bond en
de Nederlandsche Volkspartij worden
aangevangen met de uitgifte eener
reeks democratische blaadjes, waarin
het standpunt der vrijzinnige demo
craten bij de aanstaande verkiezing
zal worden verklaard en de verschil
lende punten van hun verkiezings
program nader zullen worden toege
licht.
Door het centraal bestuur der
Nederlandsche volkspartij is aan de
afdeelingen de beantwoording verzocht
van de navolgende vragen betredende
armenzorg, drankbestrijding en leer
plicht.
'lo. Hoe zoudt gij bij eene mogelijke
verandering der armenwet deze inge
richt wenschen.
a. ten opzichte van de scheiding
tusschen burgerlijke en kerkelijke
armbesturen
b. ten opzichte van het stelsel, waar
door armoede zal te voorkomen zijn
c. ten opzichte van het stelsel, waar
door armoede moet gelenigd worden
2o. Hoe denkt uw vereeniging over
a. Wettelijke maatregelen tot be
perking van drankmisbruik door ver
scherping der bepalingen onzer tegen
woordige drankwet;
b. Wettelijk verbod van fabrikatie
en handel in alle alcoholische dranken,
of alleen van gedistilleerd.
c. Plaatselijk verbod, waarbij door
volksstemming in eene gemeente of
in een kring van gemeenten tot ver
bod van verkoop en fabrikatie als in
b. bedoeld, kan worden besloten;
d. het propageeren der geheel-ont
houding van alle alcoholische dranken
in en door de afdeelingen en aange
sloten vereenigingen.
3o. a Tot welken leeftijd wenscht
ge leerplicht ingevoerd te zien?
b. Zal daartoe ook verplicht herha-
lings-, vak- of landbouw-onderwijs
behooren
c. Acht ge de bepaling, dat leer
middelen en indien gewenscht ook
voedsel en kleeding moeten verstrekt
worden, noodig?
d. Hoe denkt ge over kosteloos
onderwijs aan allen of alleen voor
hen, die onvermogend zijn?
Zondag is te Utrecht de uitge
schreven vergadering van het lande
lijk comité met de gedelegeerden uit
de plaatselijke comités en verspreide
vereenigingen gehouden, welke door
158 vereenigingen uit 16 plaatsen
en door 17 van de 18 aangesloten
organisaties werd bijgewoond.
In beginsel werd aangenomen, dat
de Staat verplicht is ieder arbei-
der(-ster) te pensionneeren, en dat
dit pensioen uitsluitend uit de Staats
kas wordt bekostigd.
De overige punten van het reeds
vroeger medegedeelde plan werden
wel besproken, maar nog niet vast
gesteld.
Ten opzichte der agitatie-middelen
werd in hoofdzaak besloten te 's Gra-
venhage tegen het samenkomen der
nieuwe Kamers een nationale meeting
te beleggen ter bespreking der Staats-
pensionneering, waartoe de afgevaar
digden zullen worden uitgenoodigd.
Men schrijft uit Drente:
Opmerkelijk is in de laatste jaren
de uitvoer van oud Drentsche huis
meubelen, hoofdzakelijk van kasten
en kisten, die voornamelijk in den
winter plaats heeft. In oude Drentsche
boerenwoningen bestaat het ameu
blement tot bergplaatsen van kle
dingstukken en kostbaarheden die
nende, uitsluitend uit kasten en kisten.
De meer nieuwmodische secretaires,
commodes, enz., zijn hier zoo goed
als onbekend. In don volksmond
wordt dan ook al wat tot de uitrus
ting onzer boeren en boerinnen be
hoort, aangeduid met de uitdrukking
»wat in kisten en kasten geborgen
wordt." In de laatste jaren hebben
die voorwerpen allengs meer plaats
moeten maken voor de eikenhouten
kabinetten en «linnenkasten," waarin
dan het linnen ontbreekt, dat vroe
ger bij duizenden ellen in Drentsche
kasten gestapeld werd.
De beste dier eikenhouten kasten,
voorzien van antiek snijwerk, brach
ten meermalen f 40 tot f 50 op. Heb
ben zij geen -snijwerk of iets, wat
oudheidkundige waarde heeft, dan
worden zij tot andere doeleinden, als
het maken van nieuwe «linnenkas
ten" verwerkt en brengen slechts f6
a f7 op. De kisten waren vroeger
bij den dienstbaren stand in gebruik.
Wij zagen er meermalen met echt
antiek snijwerk, met de jaartallen
1670 en 1750, die voor f8 a f 10
verkocht werden.
Te Borger is nog eene zeer fraaie
antieke kast, die omstreeks 1830 te
Veendam voor f 17 werd aangekocht
en waarvoor later te vergeefs f 200
geboden werd. Men was hier in het
Naab het Enoelsch
van
HUGH CONWAY.
12)
«Welken naam droeg hij, toen gij
hem het laatst zaagt!"' vroeg hij.
Zijn bezoeker krabde zich het hoofd.
»Ja, dat is 't 'm, sir; ik heb onder
het herwaarts gaan m'n uiterste best
gedaan om 'm me te herinneren. Ik
weet, dat ik hem toenmaals hoorde,
't Was een zeer alledaagsehe naam,
Wilson, of Johnson of iets dergelijks,
maar, zoo waar ik leef, ik kan er niet
opkomen."
«Hoe kan ik hem aan de weet
komen
"Het eenige middel, dat ik kan be
denken, is dat gij iemand naar Frisco
zendt, die déér naar "Daley's Bar"
gaat ik weet, dat zij nog bestaat
en vraagt, of iemand zich nog een
man herinnert, die ddar den 12'l«n
September, nu veertien jaar geleden,
werd doodgeschoten. Gij kunt er
zeker van zijn, dat er déér sinds dien
tijd al weder verscheidene anderen
zijn doodgeschoten, maar de een of
ander zal wel in staat zijn zich den
rechten persoon te herinneren."
»Ik dank u. Ik zal uw raad op
volgen. Hoe heet gij
«M'n naam is Richard Dunn. Ik
ben op de kaai te Bristol te vinden.
Ik zoek als sehepenlosser wat te ver
dienen. Ik heb een beetje geld, en
wensch in Engeland te blijven als
ik kan."
Cuthbert schelde, en beval den bin-
nentredenden bediende voor Dunn te
zorgendaarop wenschte hij hem goe
den morgen, verliet door een' zijdeur
het huis, en ging, zonder door vrouw
of kinderen opgemerkt te zijn, een'
eenzame wandeling door de naburige
lanen maken, ten einde ongestoord
over de zaak na te denken.
Het was de slechtste tijding, welke
hij bij mogelijkheid kon ontvangen
zelfs, zooals hij meende, slechter, dan
die van het bestaan van Ralph Blatch-
ford. Hij besefte, dat in spijt van de
vele jaren, welke er waren verloopen,
zijne verplichtingen dezelfde waren.
Toch kwam het hem ongerijmd voor,
zich geroepen te zien alles over te dra
gen aan een' vrouw en een kind, die
tot de laagste klasse van menschen
behoorden, ja wellicht in misdaad
leefden. Bovendien, thans zou hij van
meer afstand moeten doen, dan van
rijkdom alleenzijne eerzuchtige, ten
deele reeds verwezenlijkte plannen
moest hij tevens opgeven. Zou hij
de kracht bezitten om ditmaal te
overwinnen. Hij vreesde van neen.
Maar deze vraag moest voor het oogen-
blik op den achtergrond geschoven
worden. Dan, hoe hij ten slotte ook
handelen mocht, het zij hij zich liet
leiden door zijn begrip van recht,
hetzij hij er toe komen kon zijn ge
weten tot zwijgen te brengen, één
ding stond vast Ralph Blatchford's
weduwe en kind moesten opgespoord
worden. Eer er een tweede dag ver
loopen was moesten er de noodige
stappen daartoe zijn gedaan. Werden
zij gevonden, en zag hij zich voor de
noodzakelijkheid tot handelen ge
plaatst, dan kon hij beslissen wat te
doen. Toen hij tot dit besluit geko
men was, keerde hij huiswaarts.
Ofschoon hij thans oud genoeg was
om geleerd te hebben zijne aandoe
ningen te verbergen, zag Mrs. Wrey
toch, dat er iets was dat hem hin
derde. Toen het diner afgeloopen en
de avond gevallen was, kwam zij naast
hem zitten en keek hem bezorgd in
het gelaat.
«M'n lieve Cuthbert, je hebt iets
dat je hindert. Is het een' staats-
aangelegenheid of een' persoonlijke
zaak? In het laatste geval kan ik je
ten minste den last helpen dragen."
Hij trok haar dichter aan zich. Zou
hij haar de zaak vertellen!' Het was
beter van neen. Waarom zou haar
angst aangejaagd worden voor een
ramp, welke hen wellicht nimmer
treffen zou Zij wist iets van de zede
lijke verplichting, waaronder hij het
vermogen had aanvaard dat, zoo
Ralph Blatchford mocht verschijnen,
hij een groot offer zou moeten bren
gen maar alle gevaar daarvoor scheen
sinds jaren geweken te zijn.
Zie ik er dan zoo afgemat uit zeide
hij vriendelijk. «Indien het zóó is,
schaam ik me over mezelf, daar het
eenvoudig een' geldquaestie betreft.
Het is mogelijk, dat ik binnen kort
een verlies lijd."
Zijne houding stelde haar gerust.
«Is dat alleszeide zij. «Ik vreesde,
dat het iets ergers was."
Hij kuste haar op het gelaat, dat
zij tot hem ophief, en kon niet nalaten
te vragen
«Indien ik alles, wat ik in de we
reld bezit, verloor, zoudt gij dan toch
nog dezelfde voor me zijn, Marion?"
Zijn' vrouw vatte zijne beide handen
en keek hem ernstig in de oogen.
«Denk je tien jaren terug, en be
antwoord dan die vraag voor me.
Herinner je hoe je, me de eerste