NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. BINNENLAND. DE LIJKWACHT. No. 32. Woensdag 21 April 1897. Zes-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Feuilleton. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Turkije heeft officieel den oorlog verklaard aan Griekenland en daar van kennis gegeven aan de mogend heden. Het wapenschild van het gebouw der Grieksche ambassade te Konstan- tinopel is verwijderd en de Grieksche gezant, de heer Maurocordato, is met het afbreken der betrekkingen in kennis gesteld. Aan de Grieksche kooplieden is een termijn van 14 dagen gegeven, om Turkije te verlaten. Met de Paaschdagen is reeds van beide zijden verwoed gevochten. Prevesa, aan de golf van Ai ta ge legen, is door de Grieksche vloot ge- bomdardeerd en nagenoeg verwoest. Omtrent het gevecht in de pas van Miluna worden de volgende bijzonder heden vermeld; De Grieken drongen de pas binnen en daalden af naar het dal. Zij ont moetten vier bataljons Turken, die hen terug dreven en met de bajonet het garnizoen redden van het Turksche blokhuis, dat door Grieken omsin geld was. In den nacht van 17 op 18 April bezette Neshad Pacha, bevelhebber van de vijfde divisie, den berg Parna, terwijl Haira Pacha, die de zesde divisie aanvoert, zich gereed maakte om de pas van Tehaissar binnen te trekken en Haidar Pacha, comman- deerende de vierde divisie, de pas van Miluna bezette. Voor het aanbreken van den dag reed Edhem Pacha de troepen af en bijna onmiddellijk daarop volgde het gevecht, dat den 18den, des morgens om 10 uur, nog duurde en waarbij ongeveer 20.000 man betrokken waren. De Turken deden verwoede aanval len op het Grieksche blokhuis, dat met ware doodsverachting werd ver dedigd; om negen uur eindelijk deden de Turken een bewonderenswaardige!! aanval met de bajonet, waarvoor de Grieken moesten onderdoen. De laat- sten bleven evenwel nog steeds de toppen der heuvels bezetten. Na een gevecht van 30 uur, zonder eenige rust, moesten de Grieken het opgeven en is de geheele pas van Melina, die toegang geeft tot Larissa, in handen der Turken. Ook bij Karga werd hevig gevochten. Het gevecht begon om 7 uur. Er werd deel aan genomen door negen Turksche bataillons met vier stukken geschut, terwijl de troepenmacht der Grieken geschat werd op 15000 man. Hamed Pacha, de bevelhebber van het zesde legercorps, sloeg, omgeven door zijn staf, nauwlettend den loop van den slag gade. De strijdenden stonden op een af stand van ongeveer een mijl van elkaar. De Turken begonnen de wor steling met vier bataillons en dreven daarmede den vijand terug. De Grie ken bezetten daarna evenwel de toppen van verschillende heuvels en het ge vecht begon nu opnieuw. Onder de Grieken bevonden zich ook een aan tal vrijwillligcrs uit Sicilië. Nadat een paar uur rust was ge houden werd de aanval op de Turken herhaaldde laatsten hielden evenwel met groote kalmte stand, ofschoon zij verschrikkelijke verliezen leden. Ik zag, zegt een berichtgever, 48 gewonden en 5 gesneuvelde officieren naar de achterhoede dragen. Het aantal dooden is nog onbekend, daar alleen de gewonden worden opgeno men terwijl de dooden op het slag veld werden achtergelaten. Naschrift. De laatste telegrafische berichten uit het Oosten luiden Van Larissa: Een aanval der Tur ken op Reveni is geheel afgeslagen. De Grieken rukken naar Damasi op om de Turken, die zich op verschil lende punten in wanorde terugtrok ken, om te trekken. Van Athene; De Grieken hadden bij Reveni duizend man dooden en gewonden De Turksche verliezen zijn nog aanzienlijker. Men zegt, dat zij met een macht van 22000 man den aanval ondernamen. Uit LondenAan de Times wordt van Zondag uit Janina gemeld, dat ook daar des morgens het gevecht begonnen is. De Koningin-Regentes zal zich bij de begrafenis van den groothertog van Mecklenburg-Schwerin doen ver tegenwoordigen door den gepensioneer den schout-bij-nacht W. baron Van Hogendorp, adjudant in buitengewonen dienst der Koningin en den eerste- luitenant Loudon, ordonnance-officier. In den laatsten tijd is het her haaldelijk voorgekomen, dat iemand wiens signalement is als volgt: mid delmatige lengte, dunne beenen, ma ger in het gezicht, blond, stekelige snor, gekleed in bruin wielrijders- costuum, donkere wielrijdersmantel, pet met een zilveren koordje of zil veren bandje erom, voor de pet een paar geborduurd zilveren letters, in spreken en manieren meer van een werkman dan van een heer, oud naar gissing 38 a 42 jaar, zich vervoegt bij heeren Consuls en andere bonds- officials, voorgevende, dat zijn rijwiel gebroken en dit reeds verzonden is, doch dat hij geen geld genoeg bij zich heeft om per trein huiswaarts te keeren of wel dat hij een kind overreden heeft, tengevolge waarvan hij schadeloosstelling heeft moeten geven. Ook in dit laatste geval is de ma chine gebroken en reeds per trein verzonden. Deze verhalen worden door hem in geuren en kleuren medegedeeld en is hij bevuild met modder om de meest mogelijke waarschijnlijkheid aan zijn verdichtsel te geven. Verder deelt hij mede vele bekende wielrijders te kennen waarvan hij namen noemt; onder verdichte namen stelt hij zich zelf voor. In Overschie, Amsterdam en Den Helder heeft hij bondsoffieials weten te bewegen hem geld te leenen, van terugzending is echter geen sprake. Men wordt beleefd verzocht mee te willen werken om dezen oplichter, ingeval hij mocht komen, bezig te houden, totdat de politie in de gele genheid is hem te kunnen arrestee ren. In de groote nieuwsbladen treft men o. a. de volgende advertentie aan Rijwiel vertrek Indië. Door spoediger vertrek naar Indië biedt een O. Ind. Ambtenaar zijn onlangs gekocht eerste klasse heeren en dames rijwiel te koop aan voor een spotprijs van f 122.50 per stuk, overdracht van nog 11 maanden garantie. De machines kosten nieuw f 245 per stuk. Spoed vraag zicht. Brieven franco NummerBureel van dit blad. Deze advertentie wordt met eenige variatie gepubliceerd, nu eens heet het dat door douanen een benaderd rijwiel (benadering geschiedt niet meer) dan weer een door eene dame wegens ziekte te koop aangeboden wordt. De zoogenaamde Ambtenaar zich noemende AVERK- HAVERK-, DA- VERK of NEUH S telegrafeert met het rijwiel te komen, nadat men op zijne advertentie geschreven heeft; hij is van middelbare lengte, draagt een vlasbaardje, heeft een mond zon der tanden, opgeblazen gezicht, sluwe oogen, is burgerlijk gekleed, zeer bespraakt op rijwielgebied en heeft formulieren van bondsgarantie bij zich. De dame is donker, heeft aange naam uiterlijk, is niet groot, welbe spraakt en werkt op het medelijden harer slachtoffersook zij verkoopt rijwielen op advertentie in de dag bladen en geeft als reden van ver koop opziekte of ongelukkige familie omstandigheden. Beider doel is om rijwielen van f 50.k f CO.voor f 122.50 aan den man te brengen, ze werken voor een Amsterdamsche Firma v. K. De correspondent te Batavia van de N. R. Cl. seint aan dat blad: Een mobiele kolonne van Penaja is te Ampenan aangekomen. Te Banjoebiroe is een bom gespron gen, waardoor luitenant Van Eek en zes kanoniers licht gewond zijn. Men schrijft uit Bergen op Zoom: Sinds een paar dagen is het ste ken van asperges weer begonnen. Als het weer wat zachter wordt en er meer zonneschijn komt, zal waar schijnlijk nog in deze week met de verzending een aanvang gemaakt kunnen worden. Te Buinen is j 1. Zaterdag een grafkelder gevonden van Germaan- schen oorsprong. Eene hoeveelheid van ongeveer drie wagenvrachten keisteenen was zeer regelmatig opge stapeld, in welks midden één groote deksteen lag, waaronder een fraaie grauwsteenen beitel en een spitsvor- migen bewerkten steen, welke beide voorwerpen een lengte van resp. 12 en lO'/j cM. hebben. De omtrek der keienopstapeling was ongeveer 6 M. en de hoogte 1 M.urnen of scher ven van urnen werden niet gevonden. Het geheel, dat verwoest is, was voor de oudheidkunde zeker merkwaardig. De bovengenoemde voorwerpen zijn door iemand aangekocht en zullen zeker in het Drentsch Museum of in dat te Leiden worden geplaatst. Nabij Renkum onder Wageningen is Maandagnacht gevonden J. R., sto ker van den Oosterstoomtram, welke ten 3,37 uit Wageningen is vertrokken. Men vond den man met verbrijzel den schedel, liggende met de beenen over de rails. Het ongeluk werd eerst opgemerkt, toen de tram te Renkum Een' vertelling van M. VON EBNER-ESCHENBACH. 9) (Slot.) »Je dreigt me!» Zij haalde min achtend de schouders op. «Vermoord te worden bij 't lijk van mijn moeder, dat zou me juist welkom zijn." Hij trok zich de haren uit het hoofd, steunde en snoof: «Maar ik heb je boven alles lief. Ik zou gelukkig zijn, indien ik je bezat. Ik smeek je, geknield smeek ik jeword weder goed, en word mijn vrouw I" »Ik kan niet," sprak zij. «Elke bete, welke ik uit één schotel met jou moest eten, zou in mijn mond versteenen; ik zou niet naast je kunnen ademhalen, en duizendmaal liever sterven, dan dulden dat jij in m'n nabijheid kwaamt." 't Zal wel terecht komen, daar maak ik me niet ongerust over," antwoordde de man, en een akelige glimlach plooide zijne lippen. Anna wierp hem een blik vol ver achting en vermetele uitdaging toe: «Zij hebben ooren, en hooren niet, heeft Heer Pastoor onlangs gepreekt. Zoo een ben jij. Vertrek! Hoe dik wijls moet ik 't nog zeggen Vertrek I" Georg sprong op. Dolle woede vlamde uit zijne oogen. Met hoog opgehevene vuisten stormde hij naar de zottin toe, die het waagde, hem zoo te tergen, en die thans, zonder sidderen, zwijgend zijne dreigende ge baren met een koel afwerende houding beantwoordde. Hij liet de armen zinken. In hem ontstond een zware strijd, een komen en gaan van de tegenstrijdigste aan doeningen. Eensklaps overvielen zij hem en grepen hem alle met gelijke kracht aan. Dicht bij de lijkkist was hij blijven staan, zijn blik viel onwil lekeurig op de doode. Hij huiverde, maar hij wendde de oogen niet af. Het lijk had niets afschrikwekkends, het was het verheerlijkte beeld van gelatenheid en verzoening. Een' diepe ontroering ontwaakte in hem. «Moeder Theres!" gilde hij. Al zijn' hardheid was verdwenen, gesmolten, geheel zijn onbuigzaam wezen week geworden. Als neerge worpen viel hij op zijne knieen en riep de doode aan. «Moeder Theresa, bid voor me! Je bent zoo goed geweest, en hebt me, wat je wist, vergeven. Vergeef me ook het overige. Je weet thans alles, je weet ook hoe gaarne in Anna zou hebben. Bid voor me, dat ze me neemt. Een doode kan zich aandienen, meld je aan, Moeder Thereze, geef een teeken van je, opdat ze wete, dat je het goed vind, als ze me neemt!" Hij boog zich over het lijk, hij luisterde, hij tuurde in onbeschrijfe lijke spanning op haar kalm gelaat. Maar het teeken, waarom hij smeekte, bleef uit. «Ze antwoordt je niet,» sprak Anna op ernstigen, triumfeerenden toon. Ze beweegt zich niet. Let op, dat ze zich niet verroert, m'n arm moedertje; luister, hoe stil ze is; ze weet wel, wat goed voor me is. En nu." Zij zweeg een oogenblik, en liet er daarna kalm op volgen«Dwing me nu niet, dat ik nog eenmaal moet zeggen, wat je niet hooren wilt. Ik wensch de laatste uren alleen met m'n moedertje te blijven.» George stond langzaam op; hij be greep eindelijk, dat alles uit en voorbij was. Hij barstte in een ontzettend snikken uit. Onzeker en vragend stak hij aan de vrouw zijn' rechterhand toe. Met afgewend gelaat legde zij de hare er in. «Vaarwel.» zeide hij, en zij ant woordde «Vaarwel!» zoo onherroepelijk be slist, met zulk een' uitdrukking van zalige verlossing, dat voor hem, die zoo hardnekkig aanzoek deed, de laatste zweem van hoop verdween. Hij nam daarop een besluit, hij vertrok; zij hoorde hem de straat oversteken, de deur van het tuinhek openen en weer in het slot gooien. Toen herademde zij, en een vroolijk «Ziezoo!» ontsnapte aan haar ont boeide borst. De nachtwacht was gaan slapen en had de verdere zorg voor de veilig heid der dorpelingen aan de honden overgelaten. Vaal en koud drong de morgenschemering door de venster luiken, de kaars ging uit, en met het kaarslicht verdween de rosachtige tint en de laattste schijn van leven op het gezicht der ontslapene. Anna be schouwde langen tijd de dierbare trekken. Onuitwischbaar moest zij de herinnering aan haar in zich op nemen. «Ziezoo, m'n moedertje, ziezoo, thans hebben we beiden vrede,» fluisterde zij en kuste het voorhoofd van de verloste geduldige lijderes, en kuste de heilige handen, die alleen gerust hadden om ze voor het gebed te vouwen, of om ze zegenend op het hoofd der dochter te leggen.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1