NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. voor sleclits 30 cents Een rijke vrouw, No. 48. Woensdag 16 Juni 1897. Zes-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATEIIOAG. BUITEN LAND! BINNENLAND. Feuilleton Oil Amerika Daar Holland." Amersfoortsche Courant A B O N N E M E N T S P R IJ S Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Aan onze lezers! Zoolang de voorraad strekt leveren wij onzen lezers niet meer en niet minder dan oorsp. roman van P. F. Drunings. Men haaste zich dit boeiende boek bij den Uitgever dezer te doen afhalen, daar de voorraad rdet groot is Aanslag op President Faure. Hieromtrent vernielden de eerste telegrammen uit Parijs, dat bij ge legenheid van de groote wedrennen te Lotigchamp, waar de president der Republiek aanwezig was, een jonge man van '25 jaar. van uit de 5e of 6e l ij der toeschouwers op ongeveer 150 M. afstand van den waterval een revolverschot gelost heeft, in tie rich ting van den President, doch zonder iemand te laken. Toen men hem arresteerde vond men wapenen iu zijn bezit; terwijl bij nader onderzoek bleek, dat een moordaanslag de be doeling was geweest. Toen de Pre sident voorbij ging, ontplofte er een looilen buis, waarop alle in de nabij heid zich bevindende personen wer den aangehouden. Op dezelfde plaats vond men een beleedigend geschiijf, dat tegen den President gericht was, benevens een pistool en een dolk, in welke wapenen bedieigingen van moord legen president Felix Faure waren gericht. Latere telegrammen vermelden dat 3 personen gevat zijnde gebroeders Gallet, zonder beroep, wonende te Levallois en Lauvin, zadelmaker te Gentilly. welke echter, na verhoor ondergaan te hebben, weer op viije voeten werden gesteld. Nadere berichten ecliter bewijzen dat de verwarring, die de eerste in druk teweegbracht zoo groot was, dat bovenvermelde berichten slechts ten deele waarheid bevatten. Wel was de aanslag een vooraf beraamden, doch Gallet, dien men eerst voor den aanlegger hield, bleek zulks niet te zijn, maar werd gearresteerd omdat hij op liet ogenblik van den aanslag een anarchistische uitroep deed hoo- reti. Aan de verwarring die er lieerschte toen inen het gewaande revolverschot hoorde, heeft de moor denaar zijn oogenblikkelijke vrijheid te danken en om dezelfde reden ble ken de eerste telegrammen ook on juist te zijn. De knal die gehoord werd, werd ui. niet teweeg gebracht door een revolverschot maar door een helsche machine. Het instrument bestond uit een koker van 15 cM. lang met een middellijn van 6 cM. en schijnt oor spronkelijk een stuk dikke gaspijp geweest te zijn, samengesteld uit een mengsel van zink en lood. Waai mede het ding gevuld was, weet men nog niet, wél dat het even voor drie uur op het oogenblik, dat het rijtuig van den President voorhij- ging een halven cirkel beschieef van af de 5e ol 6e rij van het publiek, en boven het rijtuig ontplofte en toen aan de andere zijde daarvan neerkwam zonder onheil aan te richten. Een vurige streep met veel rook volgde het werktuig. De President was vergezeld door zijn eclitgenoote, die met hem in het zelfde rijtuig zat en zijn beide dochters en schoonzoon, die in een andere landauer volgden. De dames waren zooals zich denken laat zeer ontsteld door de gebeurtenis. Toch ging men niet voor het vastgestelde uur naar het Elysée terug. Toen de stoet daar aankwam, werd aan de familie Faure door liet inmid dels saamgestrooinde publiek, een warme ovatie gebracht. Mede door de verschillende binnen- en buitenlandsche autoriteiten werden den President gelukwenscheu aange boden. Het nu lerzoek wordt natuur lijk steeds voortgezet, doch of men de werkelijke moordenaar vinden zal daaromtrent is nog niets met zeker heid te zeggen. Tot nu toe zijn er nog geen nadere berichten aan gaande het aanhouden van den moordenaar bekend. De onderhandelingen te Konstan- tinopel duren steeds voort. Toch moet van de zijde der Porte meer toegevendheid vooral met 'toog op Thessalië zijn waar te nemen. In Ivonstanlinopel is men nog steeds aan het onderhandelen. Men schijnt echter in de laatste dagen wat meer te vorderen dan vroeger. De Porte, wordt gemeld, moet zich wat toege vender loonen, vooral ten opzichte van Thessalië. De Daily Chronicle heeft van haar Atheenschen correspondent eenige berichten ontvangen, uit goede bron beweert liet blad, omtrent de plannen van de mogendheden. De vrede zou dan worden gesloten op de. volgende voorwaarden: Ie, de Turken ont\an- gen een oorlogsschatting van 1,6 J0 000 Tursche ponden en den oogst van Thessalië van dit jaar; 2e, Thessalië zal worden ontruimd door de Turken na den oogst; 3e, er zal een commis sie benoemd worden, die een strate gische wijziging der grens zal voor stellen. Maar zoo deze bepalingen al ge tuigen van goedgunstigheid jegens de Grieken, van den anderen kant zijn de mogen Iheden van plan om van de Hellenen niet te gedoogen, dat ztj, langer dan noodig is, de vredeson derhandelingen tegenhouden door ma nifestaties in Griekenland of op Kreta; de mogendheden zullen door Grieken land elke dag, dien de onderhande lingen duren, laten betalen, m. a. w. de regeering te Athene zal aan Turkije voor het onderhoud van diens troe pen in Thessalië een dagelijksche vergoeding moeten betalen van 7000 Turksche ponden daags, totdat de vrede is geteekend. Op die wijze, hoopt men, zullen de Grieken snak ken naar den vrede. Intusschen zal blijkbaar een voor gestelde controle ovei Griekenland een voornaam punt uitmaken van de beraadslagingen over den vrede. Duitschland dringt daarop vooral aan, als liet eenigste middel, waardoor orde kan worden gesteld op de financiën der Grieken, en waardoor hetschoone maar ongelukkige land weer eenigs- ziris tot bloei kan komen. Belangrijke mededeelingen worden vooral uit Berlijn gedaan omtrent de toekom stige plannen met Griekenland. Men heeft uitgerekend, dat Grie kenland. hetwelk voor zijn leger en vloot meer dan 21 miljoen francs 's jaarlijks uitgeeft, die som grooten- 'eels kan bespaien, wijl de bescher ming der mogendheden het de veilig heid en het bezit van zijn grondge bied waarborgt. Griekenland, zegt inen, zal voortaan geiijeg hebben aan een leger in vredestijd van vijf il zesduizend man in plaats van zeven entwintig duizend, zooals liet thans met inbegrip der vloot onderhoudt. Ook in sommige andere takken van administratie zou de regeering groote bezuinigingen kunnen invoeren. Daar entegen zou deze de ontwikkeling van den landbouw meer kunnen en moeten begunstigen, want de land bouw verkeert in Griekenland in treurigen toestand Ongelukkig is men in Athene zeer weinig gesteld op dergelijke controle, die men als een vernedering beschouwt. Maar de mogendheden weten wel, dat de vrede geen van beide partijen zal voldoen, noch Grieken, noch Tur ken, en zij zullen de eersten dwingen door de dagelijksche schatting van 7000 pond, de laatsten door dreige menten van anderen aaid. Telegrammen uit Athene meiden ons nog dat de goeverneur van Volo m een proclamatie heeft doen weten dat de roerende en onroerende eigen dommen van hen, die Thessalië ver laten hebben en met hun gezinnen niet binnen vijftien dagen in hun woningen terugkeei en, zullen gecon- fisceerd worden ten bate van den Turkschen staat Uit Volo wordt bovendien liet in halen van den oogst in Thessalië door Turksche soldaten geseind. De plunderingen duren rooi t, geen enkel huis in de groote steden wordt gespaard. Reizigers van Larissa naar Volo hebben langs den weg lijkon van jonge vrouwen gevonden. Naar uit Domokos wordt bericht, hebben de Tui ken lijken, die zij in de versterkingen vonden, afschuwelijk verminkt. Vooral twee lijken van Garibaldianen zijn erg geschonden. De Turksche soldaten zien de Gari baldianen voor Engelsclien aan. Maandag 14 Juni keerden H.H. M.M de Koninginnen van hare bui tenlandsche reis terug en arriveerden ongeveer te half vier op het Loo. H.H. M.M. wandelden naar het Paleis, de jeugdige koningin zag er zeer wel varend uit. Ter plaatse had zich een groote menigte verzameld om de Koninginnen bij bare terugkomst te verwelkomen. Wielerwedstrijd te Baarn. Begunstigd door prachtig zomerweer werd Zondag j.l. do 2de wedstrijd op de Baarnsche wielerbaan gehouden. Het schoone weer had menigeen naar buiten gelokt en de opkomst van het publiek was dan ook vrij talrijk te noemen. Vooral de tribune was goed be- Fidelis usque ad mortem. DOOR BLACK. 5) Daar moest ik dan de wacht bij hou den. In het begin verveelde mij dat en dan liep ik weg. Eigenlijk begreep ik het niet goed. Doch toen ik ein delijk begreep, wat mijn baas be doelde, ging ik met mijn kop of pooten op zijn jas liggen, en ik was er door niemand af te krijgen. Wee dengene, die aan dien jas bad durven raken. Ik geloof dat ik hem zou gebeten hebben. In den laatsten tijd kwamen er weinig brieven uit Denemarken, daar woonde Karin's moeder en de ouders van Larsen. Karin verlangde altijd naar haar vaderland terug, zij had daar nog eene rijke tante wonen, wier petekind zij was. Die had zij er reeds meermalen over geschreven en altijd tot antwoord gekregen, dat zij terug moest komen. Maar Lars had er het geld niet voor. Toen had die tante geschreven, zij zou er het noodige geld wel voor zenden, doch dat geld kwam maar niet. Lars moest hooge rente betalen van eene hypotheek op zijne farm, ik meen 13 percent, de wetten van het land verboden die hooge rente, doch dit werd bij het opmaken der acte in eens van de som afgetrokken en dan werd het anders beschreven, dus men kon hen er nooit op betrappen. Hoe zij dus werkten, vooruit gingen zij niet. Karin klaagde in den laatsten tijd gedurig over ver moeidheid en hoofdpijn, en op zekeren morgen was ze zoo ziek dat ze niet op kon staan. Lars spande zijn paard voor de buggy en reed weg. Ik lag intusschen voor haar bed op te passen. Gedurig likte ik hare hand die uit het bed hing en hoorde dan hoe zij met hare lieve stem mij haar «kaere smukke breDg" noemde. October is de mooiste maand op lj I.ieve mooie jongen. de prairie, dat noemt men daar «de Indiaansehe zomer" het is dan mees tal prachtig weer en niet te warm. Het raam stond open, en ik hoorde hoe een paar vogels daar langs flad derden, eindelijk gingen zij op de vensterbank zitten, ik bewoog mij niet en tenlaatste kwam er een sjil pend naar binnen. Toen ik mijn hoofd ophief, scheen hij te schrikken en vloog weg, door zijn makker ge volgd. Karin was gewend iederen morgen wat kruimeltj es voor de vogels te strooien, die hadden haar zeker gemist en kwamen nu kijken waar zij bleef. Lars zeide altijd: «Ach hemel, doe dat toch niet, lok ze maar niet, er zijn er reeds genoeg die mijn oogst opeten." Doch dan antwoordde zij. «Er is meer dan genoeg voor ons menschen, gun toch die arme diertjes ook wat. Zij helpen u toch genoeg om de rupsen en andere schadelijke insekten overal te vervolgen en op te eten. Na verloop van een uurtje kwam Lars terug met eene oude vrouw, deze ging naar Karin's bed, luisterde naar hare woorden, zij lag in zich zeiven te praten en zeide «Zij heeft erg de koorts", toen kookte zij water en zette thee van kruiden die zij meêgebracht had, dat gaf zij Karin te drinken. Tegen den avond ging zij weg. Den geheelen nacht zat Lars voor het bed, en legde doe ken met koud water op Karin's hoofd. Ik bleef hem gezelschap houden. Zij bleef maar al door praten, dat zij op 't schip wilde, terug naar haar eigen land. «Ach tante, waarom zendt gij geen geld, gij hebt toch zooveel, hoorde ik haar eens fluisteren." Tegen den morgen kwam de oude vrouw terug, ging weer naar Karin zien en zei aan Lars dat hij naar de stad moest gaan en dadelijk een doctor halen. Toen hij weg was, ging de oude vrouw eerst den geheelen boel nasnuffelen daarna ging zij water kooken, zij nam het koflie trommeltje uit de kast en ging koflie zetten. Ik hoorde haar zeggen: «Brood schijnt er niet meer te zijn." Toen zij daarna in Karin's stoel giug zitten, begon ik te brommen. Zij nam een stuk hout op en wilde dat naar mij toe werpen doch ik liep de deur uit en het viel langs mijn hoofd op het gras neder. Ik kwam gedurig even om een hoek der deur kijken en steeds zag ik haar met een kop koffie in de hand. Daarvan scheen zij veel te houden, en 't was verbazend hoeveel zij daarvan dronk. Eindelijk ging ik voor de deur liggen. Toen zij mij zag stond zij op en wilde mij weg jagen, doch ik begon te brommen en liet mijne tanden zien, zooals ik vroe ger mijne moeder had zien doen. Dat was een goed idéé van mij, want zij ging weder zitten," en achter haar stoel om liep ik stilletjes weer naar Karin's kamer en ging weêr voor haar bed liggen. Na verloop van wel twee uur kwam Lars eindelijk terug, met een deftig uitziend Heer. Hij wilde naar Karin's bed toegaan. Deze keek mij aan. «Doet die hond geen kwaad," vroeg hij. «Neen, maar ik zal hem toch liever wegbrengen zei Lars, hij zou het denkelijk niet toestaan dat gij mijne vrouw aanraaktet." Men joeg mij de keuken in. De deur stond op eene kier en nu zag ik dat de oude vrouw er ook bij kwam. De doctor boog zich over Karin heen, nam toen haar hand in de zijue en voelde haar den pols, legde toen zijne hand op haar voorhoofd, wilde haar rug onder-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1