BINNENLAND. uitgave was onvermijdelijk en in het belang der schoenmakerij. Toen nml. de doofstomme schoenmakers zonder toezicht werkten, was hun werk vaak gebrekkig en minder dan het maat werk der winkels. Nu wordt goed werk geleverd, omdat de werkplaats tevens een oefenplaats geworden is, waar een deskundige alles, wat ter allevering gereed is, bekijkt en be oordeelt. Het vertrek, voor de kleermakers bestemd, is slechts dooréén man bezet die dankbaar is voor het veilig plekje, dat gij hier mocht vinden. Hij was een dier doofstommen, die zoolang mogelijk trachten, in de maatschappij zich staande te houden en met de hoorenden te concurreeren. Zeven en een halfjaar had hij gewerkt bij iemand, en zoolang zijn brood verdiend. Hij werd ontslagen, niet wegens slecht gedrag, eri kon geen ander werk verdienen. Wat zou hij doen? Aller lei middelen, om aan een broodje te komen, die een hoorende te baat kan nemen, staan een doofstomme niet ten dienste. Hij had 's nachts geen onderkomen meer en werd door een lid der vereeniging 's avonds laat op straat gevonden. Nu werkt hij hier en verdient genoeg om zich een nacht verblijf en den kost te verzekeren. De man is gered en zit warm bij het kacheltje dat vroolijk snort. We gaan verder. Hier is een kamer, die reeds gedoopt is als de naaikamer. Ze is nog niet in gebruik, maar plan nen worden beraamd, om eene be kwame naaister aan het hoofd der vrouwen, die zich zullen aanmelden, te plaatsen en haar de leiding dezer atdeeling toe te vertrouwen. Wat voor de kleermakers in het zoo juist verlaten lokaal zal geschieden zal hier voor de naaisters worden gedaan, en vele jongere en oudere vrouwen staan gereed om te voldoen aan de roep stem, die hier werk en loon belooft. We hebben het gebouw, waar met elke ruimte gewoekerd is, bijna door wandeld. Als wij eene andere trap, dan die wij bestegen, afgaan, die nml. door de mannen en vrouwen der 2 werkplaatsen zal gebruikt wor den, vinden wij beneden nog een kamertje, waar een 15 jarige jongen zich oefent in het schrijven. Wij vernemen, dat deze jonge man, die ons zoo vriendelijk aankijkt, in een naburige gemeente bij zijn be hoeftige ouders inwoont en dagelijks hier komt, om hier en daar een handje te helpen, om boodschappen te doen en den overigen tijd zich te oefenen in het schrijven, waarbij de heer Stuhr hem de behulpzame hand biedt. Hij is niet zoo gelukkig geweest als zijn andere, ook doofstomme broer, die door het armbestuur zijner gemeente geplaatst is geworden in het Instituut voor doofstommen te Rotterdam en daar het schoenmaken flink geleerd heeft, zood.it hij nu als schoenmaker zijn brood verdient. Voor ons vriendje kon geen geld tot plaatsing gevonden worden. Een gewone school was voor den mis deelde gesloten. Zoo bleef hij buiten alle onderwijs en hielp zijn moeder thuis met een en ander en werkte al spoedig des zomers op het land. Nu er op 'tland niets meer voor hem te werken en te verdienen is, komt hij hier. Hij is thans te oud, orn in een der Instituten te worden opge nomen en zal dus nooit leeren spre ken, zal altijd een stumper blijven, die moeilijk zijn weg en zijn brood zal kunnen vinden. Maar in dezen eene ongunstige wending. De ge neesheer zag het ernstig in en ook zij zelve gevoelde, dat zij sterven zou en twee dagen voor haar dood, deelde zij mij het volgende mede: «Mijne ouders waren eenvoudige, brave lieden en moesten hard voor hun brood wer ken, mijn vader was timmerman. Zij waren trotsch op hun schoon kind, want dat ik schoon was, behoef ik u niet te verzekeren. Menige goede partij, volgens mijn stand, had ik kun nen doen, maar ik wilde hooger op, mijne schoonheid zou mij daartoe be hulpzaam zijn, en dit was ook het geval. Waar ik mij vertoonde, werd ik bewonderd, ook door aanzienlijke personen en daaronder leerde ik Georg Cunningham kennen en beminnen, dien schoonen gentleman, niet waar Ook hij beminde mij oprecht en in stilte zonder weten zijner familie huwden wij. Hij had mij voor ons huwelijk oprecht gezegd, dat hij, zoo lang zijn vader leefde, mij niet als zijne echtgenoote kon voorstellen, daarmede moest ik instemmen, echter een jaar na ons huwelijk, toen ik moeder was geworden, drong ik bij hem aan, mij aan zijne familie voor kring zal hij niet verstooten, zal zijn werkkracht zooveel mogelijk ontwik keld wordenzal hijzelf een gevoel van veiligheid hebben. Wie weet, wat hij nog zal kunnen begrijpen en doen, de aardige jongen, die er lang niet dom uitziet en die vol goeden wil schijnt te zijn. O, te betreuren blijft het, dat zoo'n misdeelde niet op den daartoe bepaalden tijd naar Rotter dam of Groningen gezonden is, om er te leeren en zich te ontwikkelen tot een jongeman, die zichzelf hel pen kan I Laat toch ieder, die in staat is, eenigen invloed te oefenen, geen doofstom kind aan zijn lot overlaten, als de ouders hun plicht niet begrij pen of onmachtig zijn, dien te ver vullen. Laat, niemand, die iets kan doen, rusten, vóórdat zoo'n arm kind wordt geplaatst in eene der beide uit muntende inrichtingen, waarop ons Vaderland trotsch mag zijn. Daar is het doofstomme kind op zijn plaats, daar alleen Wij gaan de binnenplaats door en vinden er een man aan het hakken van brandhout. Een vak heeft hij niet geleerd; geregeld onderwijs niet ge noten, nu eens dit, dan dat werk beproefd, maar nooit iets kunnen vinden, dat hem er bovenop hielp. Nu vindt hij hier iets te doen, dat hem en zijn maag aan het werk houdt en behoedt voor armoede. Wij verlaten het gebouw met goede indrukken. We hebben eerbied voor de enkele personen die hier de be weegkracht zijn en in het belang der doofstommen hun tijd en kracht olleren. Dat hier geld, veel geld noodig is, wij vermoeden het. Gaarne zal mevrouw M. J. Blase Hellingman, (Nassaukade 112) ons daaromtrent zekerheid geven en cijfers voorleggen. Zullen de middelen, orn in dit gebouw velen te helpen aan werk, velen een gezellig thuis te be zorgen, velen wat vreugd te geven, worden gevonden? De Vereeniging ontving reeds vele giften, het is waar, en dankbaar erkent zij zulks, Maar de mildheid onzer stad- en landge- nooten is onbeperkt, waar 't geldt de pogingen te steunen, ondernomen in het belang van menschen, zoo mis deeld als doofstommen. Wij allen voe len het, wie voor hen een plaats bouwt, waar zij werk vinden, vriend schap genieten, gezelligheid kunnen kweeken, waar hun een vriendelijk licht ontstoken, een warme haard ge stookt wordt, die doet een goed werk. En wie voor dien bouw een steentje aandraagt, één of meer, al naar dat hij kan dragen, die bouwt mede aan het goede werk. En al wat goed is komt tot stand en blijft. Zoo leert ons de geschiedenis van onzen tijd; zoo predikt het geloof van de besten onzer. Amsterdam, November 1897. Behandeld is hier het juiste woord,daar met hand en vingers de woorden worden aangeduid, die de gedachten der sprekersweer- geven Naar wij van bevoegde zijde vernomen hebben, zal bij de Holland- sche IJzeren Spoorweg Maatschappij met aanvang van 1 Januari 1898 een wijziging gebracht worden in den geldigheidsduur der retourbiljetten voor haar locaal verkeer en wel in dier voege, dat zonder prijsverhooging de tegen woordige tweedaagscheretour- biljetten geldig zullen zijn voor den dag van uitgifte en drie volgende dagen en behoudens zeer enkele uitzonderingen de tegenwoordige vierdaagschevoor den dag van uit gifte en dertien volgende dagen. De maatschappij blijtt bovendien voortgaan met de uitgifte van drie- daagsche retourbiljetten van Amster dam naar Rotterdam en verdere stations gelegen langs de lijn Rotter damRosendaal en omgekeerd. te stellen. Hij weigerde instantelijk. Ik verbeeldde mij, dat mijne schoonheid en de geboorte van het kind, het vooroordeel bij zijne familie zou op heffen. Hoe weinig kende ik de engelsche aristocratieOnze oneenig- heid nam in omvang toe en van dat oogenblik af haatte ik mijn kind, en nu op mijn sterfbed moet ik bekennen, dat ik er alleen de aanleiding toe gaf. Toen ik hem zeide, dat ik mij dan zelve bij zijne familie als zijne wettige vrouw zou voorstellen, dwong hij mij naar hier te gaan. Het overige weet gij, zeide zij, en nu mijne bede aan u in het belang van mijn kind. Wan neer ik gestorven ben, zult gij dan voor mijn Arthur eene moeder zijn? Wardt vervolgd.) Te Oldebroek is eene vergade ring gehouden met het doel bij ge noegzame belangstelling over te gaan tot oprichting eener vereeniging tot bevordering van landbouwbelangen. Aangezien uit de opkomst reeds veel belangstelling bleek en verscheiden personen zich als lid wenschten te verbinden, werd een zoodanige ver eeniging onder den naam «Landbouw belang" opgericht. In diezelfde vergadering werd tevens een concept-reglement vastgesteld en een bestuur gekozen. Voorts werd besloten tot aanschaf fing en uitreiking aan de leden van de handleiding voor een doelmatige bemesting, onder het motto«Alleen door goede bemesting worden de rijkste oogstopbrengsten verkregen." Onder voorzitterschap van de heeren Edo, J, Bergsma en G. A. Pos werd Zondag te Utrecht de jaarlijk- sche algemeene vergadering van den A. N. W. B. gehouden. De proefbalans sloot met een cijfer van uitgaven groot f64,775,74'/idaar er aan het boekjaar nog twee maan den ontbreken kan nog geen saldo genoemd worden. Aan contributiën werd f 46.441,76'/» ontvangen. Met applaus werd de proef balans goedgekeurd. Het leden-aantal is in het afgeloo- pen jaar met ongeveer 5000 toegeno men tot den Bond behooren nu 2074 dames-leden, waarvan 600 te Amster dam. Voor het ter gelegenheid van de inhuldigingsfeesren te 's-Gravenhage te houden bloemencorso, werd een subsidie van f 10.000 verleend. Tot leden van het algemeen bestuur voor 1898, één voor Indië en één voor het buitenland, werden herkozen de heeren J. F. Huysser en L C. Stefié- laar. Voor het steunen der pogingen van particuliere vereenigingen tot bestrijding van het drankmisbruik wordt een bedrag van f 10.000 bij Nota van Wijziging der Begrooting van Binnenlandsche Zaken voorge dragen. PLAATSELIJKE BERICHTEN. De gemeenteraad hield gister avond te halfacht eene vergadering, onder voorzitterschap van den burge meester mr. F. D. graaf Schiminel- penninck, die door alle leden werd bijgewoond behalve door den heer van Eek, die bericht van verhindering had gezonden. De Raad besloot op voorstel van B. en W. thans reeds eene oproeping van sollicitanten te doen voor de betrekking van directeur dei' opte- richten gemeentelijke gasfabriek en stelde de voorwaarden vast, waaronder de benoeming zal geschieden. Hij zal belast zijn o.a met het opmaken van de ontwerpen voor de fabriek en aanhoorigheden, verdere plannen enz., en de bestekken voor de aanbe steding om die aan B. en W. over teleggen. De heer Gerritsen wees op de wensohelijkheid om in die be stekken bepalingen op te nemen ten aanzien van minimum-loon en maxi- malen werktijd, en verkreeg de toe zegging dat die bestekken den Raad door B. en W. eerst zullen worden medegedeeld. B. en W. stelden ver der voor, de jaarwedde van den direc teur zoolang de fabriek nog niet in exploitatie is te bepalen op f 2000, plus f 300 voor gemis van vrije woning, en, bij exploitatie den directeur een nader vasttestellen tan tième in de winst toetekennen. De heer Gerritsen vond met 't oog op de groote verantwoordelijkheid, die op dezen ambtenaar zal rusten het tractement te laag en stelde voor, dat op f2500 te bepalen, waarin hij krachtig werd gesteund door den heer van Kalken, die, evenals de heer Gerritsen meenende, dat de directeur van f 2000 in zijn stand niet kan leven, er voor waarschuwde dat de gemeente voorga van ambtenaren «dieven" te maken. Het voorstel- Gerritsen werd evenwel met 11 tegen 5 stemmen verworpen en dat van B. en W. aangenomen, zoodat de jaarwedde op f2000 is vastgesteld Op een verzoek van den heer J. H Heijer Jr. te Amsterdam, om verlen ging der huur van het jachtrecht op den Leusderberg rnet zes jaren, tegen f 70 'sjaars, is gunstig beschikt. Besloten werd tot verkoop van eenige boornen in het plantsoen en tot het rooien en inplanten van booinen aan de Utrechtsche en Soesterstraat- wegen. De staat van oninbare posten in zake de inkomstenbelasting, dienst 1896, werd vastgesteld, waarbij de heer Van Esvehi gelegenheid vond er op aantedringen dat B. en W. nogmaals pogingen zouden aanwenden om zich de medewerking der militaire autoriteit te verzekeren bij de inning van nu onbetaald blijvende aanslagen in de inkomstenbelasting van onge huwde, in de kazernes gevestigde on derofficieren, welke medewerking, volgens den voorzitter, tot nog toe door die autoriteit den Minister van Oorlog is geweigerd. De heer Kleber gaf in overweging de namen der nietbetalers te plubliceeren, om daardoor drang uitteoefenen, welke maatregel den voorzitter minder ge- wenscht voorkwam, omdat op den staat ook namen voorkomen van men schen, die niet onwillig, maar inder daad onmachtig zijn, terwijl hij de raad van den heer Gerritsen, om als lid der Tweede Kamer den Minister van Oorlog te dezer zake te interpel- leeren, verklaarde niet te kunnen aannemen, omdat hij hier als Burge meester en niet als kamerlid zitting heeft. De voorzitter zeide echter toe, dat B. en W. aan de wensch van den heer Van Esveld gevolg zullen geven. Op eenige reclames tegen aanslagen in de inkomstenbelasting, dienst 1897, werd, overeenkomstig het advies der commissie van onderzoek, beschikt. En zonder hoofdelijke omvraag werd besloten de subsidie aan het burger lijk armbestuur over 1897 met f1300 te verhoogen, waardoor dat nader op f 9807.68 is vastgesteld. Ingekomen is een verzoek van de heeren J. Onnes, A. J. Michielsen en G. J. Slothouwer, om wijziging te brengen in de wijze waarop thans de gemeente zich het drukwerk laat leveren, welk verzoek, evenals dat van de muziekvereeniging «Caecilia" om verhooging van de haar toegekende subsidie tot 1 150 's jaars, in handen van B. en NV. is gesteld om praeadvies. Van den heor G. J. Buijs was be richt ingekomen, dat hij zich niet meer beschikbaar stelt voor eene be noeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs; en van die commissie is het advies ont vangen op de voorstellen van den heer Prikken tot wijziging der veror dening die haren werkkring regelt, dat naar de afdeelingen ter onderzoek is verzonden. Een voorstel van den heer Prikken om dat niet te doen, maar de voorstellen in de eerstvol gende vergadering te behandelen, werd verworpen. De vrees die volgens den heer Gerritsen de heer Prikken koesterde voor een schuiven op de lange baan, werd door den Voorzitter echter weggenomen door de mededeeling, dat de afdee lingen in do volgende week reeds zullen vergaderen, ook ter onderzoek der pensioenregeling voor gemeente ambtenaren en hunne weduwen. Te Nijkerk o./d. Veluwe is een kalf ter wereld gebracht met een soort papegaaienkop, tanden ter grootte als die van een paard en schelvischoogen. Het dier mist de beide voorpooten, terwijl het slechts halve achterpooten bezit, zonder klauwen, alleen van nagels voorzien. Overigens is 't goed gevoi md en ge zond. Het is door eenige onderne mende stadgenooten gekocht, die het, tegen betaling, ter bezichtiging zullen stellen. De wagenmaker Ipenburg. uit Leusbroek, die dezer dagen den aldaar nieuw-beroepen predikant, met paard en rijtuig aan het spoorwegstation alhier zou afhalen, is aan een groot gevaar ontsnapt. Aan de Koppel sloeg het paard, dat voor een hond schrikte op hol, en aldra was het achterstel van den wagen vernield. Was hel rennende dier niet op een voertuig geloopen en toen gegrepen, dan was 't met zijn bestuurder gewis in de Eem terechtgekomen, waardoor zeker ongelukken zouden hebben plaats gehad. De Hoofd commissie voor de Huldigingsfeesten in 1898, verzoekt ons het volgende te willen rneedeelen, omtrent het in hare vergaderingen behandelde. In plaats van den lieer A. Her schel Bzn., die wegens familie-omstan digheden bedankte, werd tot lid der Hoofd-commissie benoemd de heer F Wesseling, die reeds zitting nam. Tot Eereleden werden benoemd de Burgemeester, de Commandant van het garnizoen en de Commandant der dienstdoende Schutterij, die de be noeming aannamen. Het voorstel om de huldiging van H. M. de Koningin ook hier ter stede feestelijk te vieren, vond algemeenen bijval. De feesten zullen twee dagen duren en zoodanig worden vastgesteld, dat zij niet gelijktijdig plaats hebben met die te Amsterdam of te Utrecht. Den eersten dag zullen zij, zoo mogelijk, worden ingeleid door een reveille, het bespelen van het carillon en het luiden der klokken, 's middags zal een allegorische optocht worden gehouden, die ook des avonds een ommegang zal doen met fakkellicht, hetgeen met de illuminatie der ge- lieele stad een uitstekend effect zal maken. De tweede dag zal worden gewijd aan het op plechtige wijze planten van een herinneringsboom, school feesten en volksspelen, terwijl des avonds op verschillende plaatsen mu ziekuitvoeringen zullen gegeven wor den. Is er geld, dan zal het feest worden besloten door een vuurwerk. Zoowel voor den optocht als voor de volksspelen en het planten van den herinneringsboom heeft de Hoofd commissie uit haar midden reeds commissiën aangewezen, die zich leden kunnen toevoegen, welke in de eerst volgende algemeene vergadering wor den benoemd. Breedvoerig werd nog besproken het houden eener extra-bedeeling, doch hiervan is afgezien, omdat in den tijd, waarin de Huldigingsfeesten zullen woi den gevierd vermoedelijk eerste helft van September er noch werkloosheid, noch nijpende armoede heerscht. Om deze plannen te kunnen uit voeren, is er echter geld noodig. De Hoofd-commissie vertrouwt, dat zoo de lijsten om bijdragen aan de ingezetenen worden aangeboden, daar op ruim maar ook uit alle standen zal worden geteekend, opdat zij in staat zal zijn, een Amersfoort waar dig feest te doen vieren. Zondag 28 November j.l. mocht de ZeerEeiw. Heer Th. van Vlooten zijn gouden priester-jubileum herden ken. Dit feest werd, zooals te begrij pen is, kerkelijk en huiselijk gevierd. De kerkdienst werd verricht door den Eerwaarden Heer B. van der Steen, kapelaan bij de Oud-Kath. gemeente alhier, met eene rede naar aanleiding van 2 Tim. 4 vers 7 en 8, geassi steerd door de Eerw. zeergel. Heeren professoren J. J. van Thiel en F. Kenninck. Dat het den jubilaris niet aan tal rijke bewijzen van belangstelling ont brak behoeft wel niet vermeld. Van wege de gemeente werden de com muniebank en de preekstoel, beide zeer fraaie stukken houtsnijkunst van een dikke laag vernis en verf ont daan en in de oorspronkelijke kleur van oud eikenhout hersteld. Verder ontving de jubilaris van vrienden en bekenden nog vele blijken van waar deering. Na op het Seminarium alhier zijne opleiding te hebben genoten, was de Heer van Vlooten eerst een korten tijd als kapelaan werkzaam in den Haag en te Kuilenburg om daarna tot pastooi op het eiland Nordstrand (Sleeswijk) te worden aangesteld. Daar was hij twaalf jaar werkzaam, waarna ZijnEerw. naar hier werd ver plaatst, waar hij nu ongeveer acht en dertig jaar onafgebroken zijne zor gen aan de hem toevertrouwde ge meente heelt gewijd. Moge den ach- tenswaardigen grijsaard, nog vele jaren levens resten, waarin hij op zijne arbeid met dankbaarheid kan terug zien. De hoer G. J. Buijs, aan het einde des jaars aan de beurt van af treding als lid van de plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager onderwijs, heeft verzocht, niet in aanmerking te komen voor een her benoeming. De heer H. Muller, inspecteur van politie hier ter stede, is met ingang van 1 December in gelijke betrekking benoemd te Utrecht. Door de politie zijn aangehouden en is proces-verbaal opgemaakt tegen twee jongens hier woonachtig, die verleden week uit. een vrachtwagen aan den Soesterweg een tlesch bran dewijn en een zak met 5 Liter groene erwten hebben ontvreemd. Door de mildheid van mr. H. J. H. baron Van Boetzelaar van Ooster hout, vroeger te Amersfoort, thans te Zeist woonachtig, zijn weder, evenals

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 2