BUITENLAND.
GEMENGD NIEUWS?
maakten een uitstapje uit de kolen
mijnen naar Nederland. Goed aange
schoten kwamen zij de grens bij
's Heerenberg over, en de Hollander
bracht zijn kameraad naar de herberg
naast de woning der maréchaussee.
Zijn herinnering liet hem echter een
weinig in den steek, en in plaats van
aan de tapperij, klopte hij aan de
woning van den brigadier-com
mandant.
Niemand deed open, aangezien allen
reeds naar bed waren.
Toen trachtten de heeren door een
raam binnen te komen, waardoor de
brigadier wakker werd en vroeg wat
zij wilden. Nog steeds meenende,
dat het de waard was die tot hen
sprak, begonnen zij tegen de deur te
schoppen om binnen gelaten te
worden.
Een kleine ruk aan de bel was
voldoende om de drie boven slapende
manschappen wakker te krijgen en
toen de deur openging en de beide
dronken kerels wilden binnenkomen
om «Schnaps" te drinken, vielen zij
in handen van vier llinke dienaren
der politie.
Hoe het onthaal was bij de uit hun
slaap gewekte en daardoor weinig
gestichte mannen laat zich goed be
grijpen. De reizigers kregen logies
in het daarvoor bestemde hok. De
Duilseher werd 's morgens over de
grens gebracht, de Nederlander den
volgenden dag ontslagen.
llij dezen laatste werd bij fouillee-
ring gei ouden een ijzeren pin in den
vorm van een wig, met twee scherpe
punten, zeer geschikt om iemand een
gevaarlijke wond toe te brengen. De
Duitscher verklaarde nooit meer in
Nederland te komen en verweet zijn
makker, dat hij hem in zulk eene
nette herberg had gebracht.
De stemhebbende leden van de
«Witte Sociëteit" te 's Gravenhage,
althans de meerderheid hunner, heb
ben gedeballoteerd een lid van de
Tweede Kamer, bekend als strijder
voor landnationalisatie en die voor
hing, ondersteund door twee mede
afgevaardigden, waarvan een voor
uitstrevend liberaal en de andere
anti-revolutienair.
Gedurende de maand November
zijn bij het koloniaal werfdepot aan
genomen 140 personen, als: 100 Ne
derlanders, 21 Duitschers, 14 Belgen,
2 Luxemburgers, 2 Zwitsers en 1
Zweed, en werden van de verschil
lende korpsen van het leger hier te
lande overgenomen 51 onderofficieren
en minderen, zoodat het totaal der
werving i91 man bedroeg, wien aan
handgelden f 40,697.50 is uitbetaald.
Onder de aangenomenen zijn 41
miliciens die voor den tijd van 2
:aar bij het Indische leger gedeta
cheerd werden, en onder de overge-
nomenen 5 onderofficieren die voor
4 en 27 miliciens die voor 2 jaar
bij dit leger gedetacheerd werden.
In die maand vertrokken naar
Oost-Indië 2 detachementen ter sterkte
van 6 officieren, 8 onderofficieren en
140 minderen.
A. C. Wertheim.
Het N. v. d. D. verleent de eere
plaats aan de volgende dichtregelen,
door H Schimmel gewijd aan de
nagedachtenis van A. C. Werheim
Idealist en toch
een héros in het leven
Weergaloos-schrander, spits
in aanval en repliek
Auto-didact en toch
wien niets is vreemd gebleven
»Roos« uit der Lettren gaard,
noch «doornder politiek.
«De viool, waarin ik te Boston les
gaf en ook in een Orkest speelde,
antwoordde Arthur.
«Ging het u in Boston niet goed?''
vroeg de heer terwijl hij er bijvoegde:
«Duid mijne vragen niet euvel, jonge
man, ik stel belang in u. Waarom
zoekt gij met uwe kennis niet eene
betrekkiug als gouverneur bij eene
aanzienlijke engelsche familie, want
ik veronderstel, daar gij het griesch,
latijn, hoogduitsch en fransch kent,
dat gij dan zeker uw eigentaai en
andere leervakken niet veronacht
zaamd hebt.»
«Ik ga hoofdzakelijk naar Londen,
om iets voor mij van veel gewicht te
onderzoeken en denk, daar ik een
aanbevelingsbrief aan een voornaam
Londenseh handelshuis heb en ook
een getuigschrift van den kapelmees
ter, bij wien ik in het orkest speelde,
dat ik mijn brood in Londen ook wel
verdienen zal.»
Wordt vervolgd.)
De macht uws woords was groot,
In kamp, in jok, in nooden
Verhieft Ge uw stem eerst zwak,
als ware Uw kracht een waan 1
Dan zeeg «de vuurtong» neer,
en breed-gewiekte boden,
Ze brachten «gouden vrucht
op zilveren schalen aan.
'k Wensch niet Uw praalgesteent,
maar wel Uw beeld, verrezen
Op 't woeligst marktplein, bij
de rijkst bevolkte straat.
En dat de jongelingschap
op 't voetstuk moge lezen
«Houd altijd hoog de Idee,
maar zet haar om in daad!"
Uw hart was vrouwlijk-teer.
Als Gij schaamrood bekende:
«Mijn gift was ijdel en
misplaatst mijn medelij
«Maar 't kleed was o, zoo dun,
in de oogen kieet de ellende.
«Toen ben 'k weer zwak geweest»
dan waart Ge 't gróótst voor mij.
UIT INDIË.
Aan het verslag omtrent de voor
naamste gebeurtenissen in het gou
vernement Atjeli enOnderhoorigheden,
voorkomende in de Jav. Ct. wordt
liet volgende ontleend
In de sagi der XXV Moekims werd
de rust nergens verstoord, alhoewel
zich gedurende eenige dagen een kleine
bende onder T. Laboh, zoon van Kel-
jik Amin van Lampoe'oe, nabij de
vogel nestgrotten aan het zeestrand der
IV Moekims ophield JDe onvolledige
door de bevolking verstrekte berichten
maakten het voor onze patrouilles
ondoenlijk die bende op te sporen,
niettegenstaande het terrein in alle
richtingen werd doorkruist.
T. Oemar bereikte na een moei-
ijken tocht door het hooge gebergte
Lhong, waar hij eenigen tijd verbleef
en zijne volgelingen, vooral in het
Noordelijk gedeelte, roofden en plun
derden om het noodigste levenson
derhoud te bemachtigen vervolgens
trok hij naar Daja af, nadat bij te
Kroeng Kala een onzer spionnen had
doen vermoorden.
Onze in lam Tih achtergebleven
colonne ging voort met het opruimen
der versterkingen, het maken van
patrouilles tot opsporing van mogelijk
achtergebleven kleine benden, en het
opnemen van het terrein. Hevige
regens en hooge waterstand bemoei
lijkten deze werkzaamheden ten zeer
ste en toen bleek, dat zich geen
benden meer in deze streek ophielden,
liet de gouverneur den 16enen l7en
October de colonne naar Kota-Iladja
terugkeeren.
Den 2en October ontmoetten pa
trouilles van Kroeng Raja en Tjot
Mantjang elkaar te Glé Boeng Dalam;
van vijanden werd niets bespeurd.
De post Siroen indegeconcentreerde
linie werd opgeheven en de tram naar
Indrapoeri voor beperkt verkeer ge
opend.
liet heuvelterrein ten Z. W. van
de VII Moekins Baid bleef de schuil
plaats van kleine benden van T. Ali
Baid, die den 17en October het kam
pement te Samahani beschoten uit
den rand van kampong Lepong. De
terstond ter verdrijving uitgerukte
marechaussèe geraakte in een
kort vuurgevecht met den vijand,
tengevolge waarvan een zevental lie
den van evengenoemde kampong wer
den getrolten.
Een patrouille van de marechauseé
werd te Lepong Tjoet (Baid) door
een enkelen Atjeher met een klewang
aangevallen; hij verwondde den bri
gade-commandant en een marechau-
sée en werd vervolgens afgemaakt.
Naar bericht weru was hij een aan
vlagen van krankzinnigheid lijdend
persoon, die vroeger reeds meerdere
lieden had verwond.
In den nacht van 19 op 20 Octo
ber rukte de marechaussee van Sama
hani uit, om de verblijfplaats der bo
vengenoemde benden in het gebergte
ten Z. W. van Mampreh op te spo
ren. Door hondengeblaf tijdig ge
waarschuwd, wist de bende te ont
komen, evenwel niet dan nadat een
persoon was neergeschoten, wiens
achterlaadgeweer in onze handen bleef.
Volgens den Journal heeft de familie
Dreyfus zich gewend tot den Duit-
schen keizer en. een beroep doende
op diens ridderlijke gevoelens, Wilhelm
II verzocht betuigingen te doen ten
gunste van Dreyfus' onschuld. De
woordelijke tekst van het antwoord
uit Berlijn moet geweest zijn: «Zijn
Hoogheid de rijkskanselier heeft, na
een onderzoek der zaak, aan Zijne
Majesteit den Keizer niet kunnen
aanraden om gevolg te geven aan het
verlangen der familie Dreyfus." Dit
was alles, maar moeilijk was er
meer te verlangen.
De vergadering der Kamer van
Zaterdag heeft reeds tot een duel
geleid. De heer Reinach, die zich
persoonlijk beleedigd achtte door
woorden in de Kamer gesproken, heelt
den heer Millerand uitgedaagd. De
ontmoeting had gistermorgen plaats.
Op 25 passen werden twee kogels
gewisseld, zonder gevolgen.
liavas seint uit Pretoria: Men ver
zekert dat president Kruger tot dus
ver groot succes heeft gehad met zijn
verkiezingsreis door de oostelijke
districten van de republiek.
In een meeting te Lijdenburg ver
klaarde de president dat de regeering
nooit zal gedoogen dat de dynamiet-
industrie wordt onderdrukt, hoewelzij
vast besloten is het dynamiet goed-
kooper te maken.
Mevrouw Joubert is ernstig ziek
men hoopt echter dat zij nog her
stellen zal.
In Oostenrijk kan de nieuwe Minister-
President Von Gautsch er maar niet
in slagen met de partijen, de Duit
schers vooral, tot eene voorloopige
overeenkomst te geraken, waarbij de
zaken zouden kunnen afgedaan worden.
De Keizer zou dus genoodzaakt
kunnen worden bij decreet de verlen
ging van het Vergelijk en de andere
meest noodige maatregelen af te
kondigen.
Sneeuw deed te Praag de gisting
aanmerkelijk bedaren. Te Pilsen
echter is het nog woelig en te Tabor
uit den Hussitentijd bekend
hebben de Czechen ruiten ingeworpen,
o. a. van de Synagoge. De gendar
merie herstelde de orde.
Te Brenau a ierpen Duitschers de
glazen in bij Czechen.
De ring der Tsaritza.
Prinses Charlotte van Pruisen, de
dochter van koning Friedrich Wil
helm III, had een Zwitsersche dame,
mevrouw Wildermuth, tot gouvernante.
Om een haar toegevallen erfenis
in ontvangst te nemen, reisde
deze naar Zwitserland, en na haar
terugkomst liet zij aan haar jonge
gebiedster eens sieraden zien, die zij
bij de verdeeling der erfenis had
gekregen. «Wat is dat een mooie oude
ring," meende de prinses, en wees
op een kleinen ring, van een vreem
den vorm «Hij heeft wat bijzonders,
hij ziet er uit als een talisman." Zij
nam den ring en stak dien spelend
orn den vinger. Maar nu was hij er
niet weer af te krijgen. «Ik zou wel
zin hebben, hem te behouden 1" sprak
zij. En zij behield hem ook. Latei-
gelukte het aan de prinses om den
ring van den vinger te nemen. Zij
beschouwde hem nauwkeurig. Half
uitgewischte letters waren te zien
aan den binnenkant van den ring en
met veel moeite ontcijferde zij de
woorden: «Keizerin van Rusland".
Men lachte er over en er waren er
die beweerden, dat dit inschrift een
voorspelling was voor haar later lot.
Jaren gingen voorbij. Er kwam een
verbintenis tot stand tusschen prinses
Charlotte en grootvorst Nicolaas van
Rusland. Deze, een broeder van Tsaar
Alexander van Rusland, toen nog geen
troonopvolger, daar zijn oudste broeder
Konstantijn nog geen afstand van den
troon had gedaan, deed een reis naar
Berlijn, om inet de prinses kennis te
maken. Wat tot nog toe slechts een
plan was, werd toen hij haar zag
een vast besluit. Aan tafel naast baai-
zittende, verklaarde hij haar zijn ge
negenheid hij verzocht haar om een
bewijs, om een parui waardoor zij
aanduidde, dat ze zijn liefde beant
woordde. «Geeft u mij den kleinen
ring aan uw vinger, wilt u «Hoe,
bier, terwijl iedereen er naar kijkt?"
«Niemand zal het bemei ken. Drukt
u den ring in een stukje brood en
laat dit op tafel liggen. Ik zal het
onopgemerkt wegnemen." De groot
vorst kreeg zoo den ringhet was
dezelfde, die mevrouw Wildermuth
had meegenomen uit Zwitserland. Het
huwelijk was zeer gelukkig. Acht jaren
daarna besteeg Nicolaas den Russi-
schen troon, en de profectie van den
ring werd dus vervuld. Keizer Nico
laas wilde den ring nooit weer afgeven
maar daar hij te klein was om den
vinger, droeg hij hem aan een ketting
op de borst.
Uit Grathem (Limburg) meldt
De Ned. Jager
Toen de Heer Verbruggen zich on
langs 's avonds aan een boschrand
had verdekt om eenige konijnen te
verschalken, mocht deze oude Nim-
rodsz.oon een aardig jachtgeval bele
ven. Hij bemerkte namelijk hoe een
vos, nauwelijks 50 pas van hem ver
wijderd, op een veldhek klauterde en
zich daarna languit daarop neer-
strekte. Nieuwsgierig naar de dingen
lust komen zouden, bedwong hij zijn
ilie om den roover het genadeschot
te geven, zoodat hij zich verscholen
hield, zelfs nauwelijks achtgevende op
bet vele wild, dat zich allengs uit de
bosschen vertoonde. Eén haas trok
echter zijn bijzondere aandacht, wijl
dit argelooze dier reeds meermalen
tot zeer nabij het hek was gekomen,
zonder dat reintje evenwel in 't minst
deze aanwezigheid te bespeuren scheen.
Op eens echter, en wel na circa
V, uur bewegingloos te hebben gele
gen, maakt de vos een vervaarlijken
sprong naar den rustig daarheen gra-
zenderi haas er volgt een jam
merkreet een knal en zoo
wel roover als buit rollen over elkan
der heen, gezamenlijk door hetzelfde
schol getroffen.
Een stoutmoedige diefstal
Is ongetwijfeld gepleegd in Londen.
Daar is in Oxfordstreet, een der voor
naamste straten van Londen, een
heele rijwielwinkel leeg gestolen. Het
magazijn van de Coventry Cross Cycle
Cy was Woensdagavond om half zeven
gesloten. Er bevonden zich in, een
aantal rijwielen ter waarde van onge
veer 600 a 700 pond sterling (f7200
a f8400), benevens verscheidene doo-
zen fietslantaarns. Te negen uur kwam
de eigenaar van den winkel, die een
rijwieltentoonstelling in het Christal
Palace had bezocht, terug, om te zien,
of er geen orders waren. Hij vond
den winkel geheel leeg. Nergens was
een spoor van inbraak te bespeuren.
Het is bijna onbegrijpelijk, hoe men
in het drukste gedeelte van Londen
30 fietsen heeft kunnen stelen zonder
dat het werd bemerkt.
Onze zangvogels.
Op de marktpleinen onzer voor
naamste plaatsen zegt het N. v. d. D.
ziet men tegenwoordig tal van
vogelaars, voorzien van ettelijke «loo-
pers," lange kooien, waarin zeer vele
gevederde zangers zonder voedsel,
zonder drinken, bijna zonder ruimte,
zitten opgepropt en wachten op de
koopers van een of meer der arme
slachtoffers. Zie ze aan, hoe «dik,"
«suf" en «naar" onderscheidene put
ters en sijsjes daar zitten, 't Is hun
de moeite niet waard de zon, die zo
anders hartstochtelijk bezingen, te
zien."
Gedurig schudt de vogelaar de
massa heen en weer, om ze «erg
fleurig" en «gezond" te doen schijnen.
Groot is de aanvoer van sijsjes, die
van 127» tot 20 cent per stuk wor
den afgeleverd. Edelvinken, zeer fraaie
jonge vogels, gaan voor een stuiver
in andere handen, terwijl de barmpjes
't tot 77» en de robijnen tol 30 cent
brengen. De putters, minder talrijk,
worden op prijs gehouden en gaan
niet onder den gulden.
En zij, die vogels koopen, gaven zij
't den dieren nog maar goed. Zij weteri
in vele gevallen niet hoe zij ze moe
ten behandelen, «Vinken, sijsjes, robijn
tjes en barmpjes" lusten gaarne brood,
vooral gekookt vleesch en zoute visch.
«Hoe groener het water in het glaasje
kijkt en hoe leelijker riekt, hoe aan
genamer het voor onze zangers is."
Dergelijken onzin en nog meer hoort
men door den vogelaar uitkramen, om
de insectenverdelgers voor 'n paar
centen aan den man te brengen.
Praat hiertegen eens! Het volk ge
looft den gewetenloozen man, die met
gescheurde jas, ongekamde haren en
anderhalve klomp er toch wel «ver
stand" van heeft. Koopt men een
paar mooie exemplaren en hergeeft
men den dieren de vrijheid, dan heet
'l: «die kerel is gek!"
Een navolgenswaardig voorbeeld.
Koningin Victoria van Engeland
heeft naar het slot te Windsor een
fonograaf laten komen, om voor dit
werktuig een rede uit te spreken.
Hare Majesteit zal daarna het appa
raat aan het Britsch Museum schen
ken. Als het voorbeeld der Engelsche
Koningin navolging vindt zullen de ge
schiedschrijvers der komende eeuwen
tot de persoonlijkbeden wier daden
zij schilderen, als 't ware persoonlijk
in betrekking kunnen treden. Hun
taak zal dan lichter, maar de vredige
rust in de bibliotheek zal verdwenen
zijn. Men stelle zich eens voor, dat
bijv. drie koninginnen tegelijk een
rede houden.
Een eigenaardig stierengevecht
is te Madrid gehouden, namelijk een
gevecht in een groole ijzeren kooi
tusschen een stier en een konings
tijger, een woest dier, dat zich door
den dierentemmer Spessardi maar
niet wilde laten temmen.
De tijger vloog terstond op den
stier aan en klemde zich vast aan
den buik van het groote dier. Maar
de stier wist zich na een poos los te
maken en wierp den tijger met zijn
horens in de lucht.
De tijger lag nu voor dood op den
grond en het publiek dat op de
hand was van stier en den tijger als
een uitbeemschen vijand beschouwde
barstte in toejuichingen uit. Maar
opeens sprong de tijger, die zich maar
dood gehouden had, weer op en greep
onverhoeds den stier weer vast. Maar
na een worsteling maakte de stier
zich weder los en wierp zijn vijand
de lucht in.
Nu was de tijger blijkbaar dood.
De stier werd uit de kooi gelaten
onder luid gejuich van de toeschouwers.
Men bracht den wagen, waarin de
tijger moest worden vervoerd, vlak
bij de deur van de kooi voor het
geval, dat hij nog niet geheel dood
mocht zijn en toen hij dat zag,
sprong de tijger weer op en snelde
den wagen in, na zich overtuigd te
hebben, dat de stier daar niet was.
Hij werd natuurlijk luid uitgejouwd.
Het wilde dier is echter zwaar ge
wond, hoewel er kans is, dat het nog
zal genezen.
Te Brussel zijn in de laatste
dagen weder twee gevallen van honds
dolheid voorgekomen.
De overheden van stad en voorste
den zijn besloten alle losloopende
honden zonder onderscheid te doen
vergiftigen.
In de Rue des Malines is een man
door een grooton dog aangevallen en
deerlijk verwond aan handen en ar
men. Slechts met veel moeite konden
eenige buren hem bevrijden van het
woeste dier, dat daarna voortrende.
Men schrijft uit Scheveningen:
De oorzaak van het zeer aanmer
kelijke nettenverlies van de Scheve-
ningsche bommenvloot moet vooreen
groot gedeelte worden toegeschreven
aan de omstandigheid, dat de schepen
bij het intreden van den storm be
trekkelijk dicht in eikaars nabijheid
lagen te visschentouwen en netten
warden toen dooreen, en men kon
nog van geluk spreken, wanneer men
na den storm nog de touwen kon
binnenkrijgen.
Bij een dezer groepen kwam, om
den toestand nog te verslimmeren,
een groot onbekend gebleven stoom
schip tijdens den storm tusschen de
bommen ankeren, waardoor ook nog
een dezer schepen telkens tegen een
ankerketting werd geworpen en aan
den boeg groole schade kreeg.
Het is nu weder gebleken dat de
bom het als zeevaartuig lang kan
uithouden en niet licht naar den grond
gaat. Zelfs de vaartuigen, welke door
de bemanning verlaten werden en als
bom betrekkelijk oud zijn, en waar
van de eene terstond vol water liep,
zijn beide behouden op de kust aan
gekomen.
De kunst van aardappelen koken
is dezer dagen voor de Rechtbank van
Whitechapel Londen) ter sprake ge
bracht Het betrof daar een bezending
aardappelen, welke niet volgens mon
ster was geweest, en een Italiaarische
kok trad als getuige op.
Hij verklaarde, dat hij op last van
zijn patroon het monster van de
aardappelen had gekookt en dat zij
toen zeer goed waren, maar dat zij
zeer slecht bleken, toen hij, na het
afleveren, een tweede portie kookte.
De advocaat van den gedaagde
vroeg, of het niet een groote kunst
was, aardappelen te koken. De getuige
antwoordde; «ja, het is een mooie
kunst ze goed te koken."
»»Er is dus,"" zei de advocaat we
der, ««een goede en een slechte ma
nier van aardappelen koken.""
«Ja, en ik pas de goede manier toe.
Gij moet ze langzaam koken, zeer lang
zaam tot zij half gaar zijndaarna
laat gij ze stoomen, en een goede
aardappel is dan als meel. Maar als
gij ze snel laat koken, bederven zij.
Ik heb ze op de goede manier ge
kookt, en zij werden hard en zwart
achtig."
En toen de advocaat van bakken
sprak, als zij niet goed genoeg waren
om te koken, antwoordde de kok:
«Dat zal geen artist doen. Misschien
de eene of andere weetniet."
De rechter wees den eisch toe.