NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad NÉT
voor de Provincie Utrecht.
BINNENLAND.
ARTHUR HARRISON
Woensdag 9 Februari 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
FEUILLETON.
i\io. 11.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËNi
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het is in den laatsten tijd in
allerlei plaatsen van ons land een
drukte van belang, om de aanstaande
troonsbestijging onzer koningin met
volksfeesten, optochten, eerepoorten
en ander vreugdebetoon te vieren.
Een beweging, die in beginsel de
sympathie verdient van alien, die deze
gebeurtenis voor onze geschiedenis
van gewicht, en een waarborg voor
de gezonde ontwikkeling van onze
constitutioneele vrijheid achten, en
die als zoodanig ook bij ons alleszins
instemming ontmoet.
Iets anders is het, of de richting,
die de beweging neemt, ons de meest
waardige lijkt. Immers het meer of
minder smakeloos versieren van stra
ten en pleinen en stegen met voddige
kunstbloemen, sparregroen en vlagge-
doek schijnt het hoofddoel te zijn van
de comités, die zich in het bijeen
zamelen van gelden voor »de kronings
feesten" beijveren. Men schijnt dus
van oordeel, dat de bedoelde «versie
ring" een onmisbaar element is in
de gepaste viering van dezen blij
den dag.
Waar dit hoofddoel ook het hoofd
deel van de bijeengebrachte gelden
dreigt te zullen opslokken, zagen wij
met instemming, dat zoowel het
Utrechtsch Dagblad als het blaadje
Onze Kringorgaan van de afdeeling
Schiedam van den Nederlandschen
Protestantenbond, hunne stem tegen
deze bestemming der bijeengebrachte
gelden verheffen, en dat de Schie-
damsche Courant zich in beginsel
met Onze Kring homogeen verklaarde.
Men kan dan ook inderdaad, en
dit geldt vooral, waar de versieringen
in geen enkele plaats van ons land,
behalve de hoofdstad en de residen
tie, een persoonlijke hulde aan het
nieuwe hoofd van den staat kunnen
beteekenen, zich tal van bestemmin
gen denken, die een vrij wat ernsti
ger en waardiger karakter dragen.
Zoo spraken de genoemde bladen van
een Wilhelmina-Gasthuis, of van een
fonds, dat onder toezicht der plaatse
lijke geneesheeren 's zomers arme
kinderen naar vacantiekolonies zendt,
of van den aanleg of de blijvende
versiering eener openbare wandel
plaats. Dat zoo iets gemakkelijk be
reikbaar is, ligt voor de hand, wanneer
men bedenkt dat de meeste buurt-
versieringen boven de flOOO, vele
daarvan zelfs ettelijke duizenden in
een of twee dagen zullen opslokken
en dat die gelden voor het meeren-
deel reeds bijeengebracht of althans
toegezegd zijn.
Wij houden ons overtuigd, dat velen
onzer lezers met ons van oordeel
zullen zijn, dat het nieuwe hoofd van
den staat op die wijze beter gehul
digd wordt dan door nietszeggende,
onaesthetische en lawaaierige opsmuk
king van leelijke of ontsiering van
mooie stadsgedeelten. Mogen zij, die
in deze hunnen invloed tot verbete
ring kunnen aanwenden, dien niet
ongebruikt laten.
De Minister van Oorlog brengt
ter kennis van belanghebbenden
Hier te lande zal in de maanden
Juli en Augustus e.k. een examen
worden gehouden voor toelating van
jongelieden als cadet bij de Cadetten
school te Alkmaar. Voor dit examen
worden open gestelda. 32 plaatsen
voor jongelieden met bestemming om
te worden opgeleid voor den dienst
hier te lande; b. 26 plaatsen voor
jongelieden met bestemming om te
worden opgeleid voor den dienst in
Nederlandsch-Indië.
Ouders of voogden, wier zonen of
pupillen aan het examen wensciien
deel te nemen, behooren de kennis
geving daarvan in dier voege in te
zenden, dat zij vóór 15 Mei 1898
aan het Departement van Oorlog ont
vangen wordt.
Nadere bijzonderheden bevat de
St. Ct. No. 31.
Zooals onzen lezers reeds be
kend is wordt door de II.H. Dr. H.
J. de Dompierre de Chaufepié (Den
Haag), J. F. L. Blankenberg en Jhr.
Mr. H. Smissaert (Amsterdam) ge
poogd een Algemeenen Gids voor de
Liefdadigheid in Nederland samen
te stellen. Dit werk beoogt te zijn
een leiddraad door den doolhof onzer
duizende weldadige instellingenhet
zal ieder, die in eenig geval een be
hoeftige steunen wil, voorlichten over
de vraag tot welke vereeniging hij
zich in dit bijzonder geval het best
wendt, op welke wijze in zoo'n geval
hulp wordt verleend en aan welke
voorwaarden de aanvrager voldoen
moet. Hoezeer aan zulk een vraag
baak reeds lang behoefte bestaat,
weet ieder, die zich op dit terrein
heeft bewogen. Vaak kent men zelfs
het bestaan van allerlei instellingen
binnen zijn eigen gemeente niet, ge
zwegen van die daar buiten.
Naar wij vernemen zijn nu (maan
den reeds geleden) door de drie
genoemde heeren vragenlijsten aan
alle besturen van weldadige instel
lingen in Nederland verzonden. Veel
antwoorden zijn%ngekomen, maar veel
ook zijn uitgebleven, wat te betreuren
is, daar onvolledigheid noodwendig
het werk tot «half werk" maakt;
het zou zijn als een reisboek, waarin
ge sommige steden, sommige spoor
weg-verbindingen niet of enkel bij
name genoemd vindt. Om nu dit
euvel zooveel in hun macht is te
keeren, hebben de samenstellers dezer
dagen aan de bestuurders, die nog
niet van zich deden hooren, het be-
Jeefd verzoek gericht alsnog de vragen
lijsten, hun destijds gezonden, in te
vullen en terug te sturen. Tevens
bepaalden zij daar de verwerking
van het aanwezig materiaal moet voort
gaan en men niet eindeloos wachten
kan dat tot ultimo Februari de
gelegenheid voor het nazenden van
inlichtingen openstaat.
Te hopen ware het dat van de
velen, die alsnog in gebreke bleven,
allen zich haastten aan de gestelde
vraag te voldoen. Financieele bijzon
derheden worden niet verlangd, geen
enkel cijfer behoeft opgegeven te
worden. Aard en wijze van werk
zaamheid, daarom is het te doen.
En het is in aller belang, dat van
allen bekend zij, waar hun plaats is
in de Nederlandsche weldadigheid.
Niet enkel besturen van weldadige
instellingen, ook particuliere personen
kunnen tot de volledigheid van den
Gids meewerken door aan een der
samenstellers op te geven wat hun
van de armenzorg op eenig gebied
bekend is. Wij herinneren daarom
dat de adressen der bewerkers zijn
J. F. L. Blankenberg, Vondelstraat
108, AmsterdamJhr. Mr. H. Smis
saert, Vijzelstraat 78, Amsterdam
Dr. H. J. de Dompierre de Chaufepié,
Javaslraat 70c, Den Haag.
De Vereeniging tot Verbetering
van den Volkszang te Amsterdam
heeft door eene Commissie uit haar
midden een bundel Vaderlandsche
Liederen doen samenstellen mei het
oog op de a. s. Kroningsfeesten. De
Vereeniging wil zooveel mogelijk een
heid brengen in de keuze der liede
ren, welke bij die gelegenheid zullen
worden gezongen. De bundel is thans
verschenen bij den Uitgever W. Ver-
sluys te Amsterdam. Hij bevat 8 lie
deren, waaronder het uit 183 inge
zonden compositie's bekroonde «Kro
ningslied" van J. A. Scholte, op tekst
van F. J. Haverkamp. De liederen
zijn gezet in cijfer- en notenschrift en
op één na tweestemmig. Nogmaals
richt de Vereeniging een opwekking
tot samenwerking aan allen, die het
met haar van belang vinden, dat er
zooveel mogelijk eenheid heersche in
de keuze van Vaderlandsche liederen.
De steun van tal van Hoofden van
Scholen, Onderwijzers en Onderwijze
ressen is haar reeds toegezegd, zoo
dat de liederen op een groot aantal
scholen, hier en in Indië zullen ge
zongen worden. Zij hoopt nu ook op
de medewerking van Voorzitters en
Leden van Feestcommissie's in alle
gemeenten, om bij de samenstelling
van Feestprogramma's, waarop toch
zeker ook liederen zullen voorkomen,
aan de «Liederen voor het Kronings
feest" eene plaats te geven.
Verder hoopt de Vereeniging op de
hulp van tal van particulieren, die
haar in haar belangloos streven wil
len steunen door mede te werken tot
het verspreiden van den bundel in
scholen, weeshuizen en inrichtingen
van weldadigheid.
De Secretaris A. P. de Wild, 372
Marnixstraat Amsterdam, stelt gaar
ne op franco aanvrage een present
exemplaar ter beschikking van be-
belangstellenden.
Een nieuwe vereeniging.
Een aantal ingezetenen te Nieuw-
Amsterdam (Dr.) die misschien tot
de ervaring zijn gekomen, dat men
zich door hard te werken in den tegen-
woordigen tijd toch geen schatten
meer kan verwerven, hebben besloten
hun geluk te beproeven in de Staats
loterij. Zij hebben daarom een ver
eeniging opgericht, waarvan de leden
wekelijks 10 cent contributie betalen.
Van deze gelden worden loten in de
Staatsloterij gekocht en de eventueele
winsten worden later gezamenlijk ge
deeld.
De «Volkspartij" te Twelloo,
koos tot candidaat voor de Tweede
Kamer den heer J. van Loenen Mar
tinet.
De heer Van Loenen Martinet zal
in alle dorpen en gehuchten van het
kiesdistrict, gedurende deze week,
staatkundige voordrachten houden.
Op de vraag, waarom hij alleen
Allard Dijkstra heeft opgeroepen, hem
wegens laster te vervolgen, antwoordt
mr. P. J. Troelstra in de Sociaal-
Democraat
«Ik deed dit, omdat hij op dat
moment de eenige der drie inbrekers
was, die zich in het land bevond.
D. H. ENGELBERTS.
21)
«Wat, al weder een brief van
Grantly Hoe ongeduldig is hij
Het is om die 500 p. st. Och, Nelly,
hoe zullen wij dat geld bijeen
brengen?"
«Ik weet het niet, mama, ik heb
er al den geheelen nacht slapeloos
over nagedacht. Er is geen ander
middel, dan de diamanten, die ik van
grootmama Saville geerfd heb, te ver-
koopen. Daar ik niet gehuwd ben,
zoo ben ik nog te j ong, om diamanten
te dragen."
"Waarlijk, Nelly, gij zijt een goed
meisje. De diamanten zullen nog
meer dan 500 p. st. opbrengen, en
zooals gij zegt, moet hij het geld
hebben. Arme jongen!"
«Ik wenschte, hij was verstandiger
en voorzichtiger, alleen door zijn
hoogmoed, werpt hij het geld links
en rechts weg. Och hij is lichtzinnig,
en ik begin aan zijne goedhartigheid
ook te twijfelen," merkte Ellinor op.
"Waarom zet hij ons voortdurend in
angst en zorgen, door ons geldoffers
op te leggen, die wij niet meer in
staat zijn te brengen."
«Dat is tijdelijk," antwoordde de
moeder, «wanneer hij met Verna huwt,
kan hij het ons weder terug geven,
ook uwe diamanten, Yerna bezit
40,000 p. st. van hare moeder en heeft
buitendien nog veel te wachten.»
«Ik kan het niet wenschen, dat de
goede Yerna met hem huwt, waut
dan wordt zij diep ongelukkig,» zeide
Ellinor.
»Gij zijt niet zeer zusterlijk, Elli
nor riep de moeder op een stren
gen toon.
De treurige trek op Ellinors gelaat
verdiepte zich nog meer hij die woor
den, en daar juist de bediende binnen
trad, zweeg zij op die harde woorden.
Zij gevoelde, dat zij die niet verdiend
had. Zonder morren had zij het moe
ten aanzien, dat hare moeder, het
kleine vermogen, dat haar vader haar
had nagelaten, al grootendeels had
aangegrepen, om de lichtzinnig ge
maakte schulden van haar broeder te
vereffenen, en nu bood zij zelve vrij
willig hare diamanten, een erfdeel
van hare grootmoeder aan, om te
verkoopen en toch ontving zij het
verwijt niet zusterlijk te handelen.
Toen de bediende de kamer verla
ten had, opende misstr. Saville haastig
den brief. Zij las dien in angstige
spanning, die echter onmiddellijk ver-
dween en toen riep zij verheugd uit
»Och, hoe schoon, Ellinor welk eene
verlichtingHij behoeft het geld
nietHij heeft zoo hij schrijft
1000 p. st.
«Duizend p. st., maar hoe verkregen,
mama? Het kan slechts door het
ongelukkige spel zijn en hij heeft ons
toch zoo stellig beloofd het na te
laten. Wint hij eens, dan verliest hij
het later zeker weder. Waai-lijk, ik
had liever mijne diamanten afgestaan,
wanneer hij zijn woord gehouden had.»
»Is het dan zeker, dat hij het bij
het spel gewonnen heeft, en het schijnt
ook niet het geval te zijn, want hij
schrijft van eene gelukkige speculatie.
Heb uu geen zorg meer, wij gaan
eene betere toekomst te gemoet, den
28sten komt hij hier, om alles in orde
te brengen. Zegt Verna, ja, dan be
hoeft de bruiloft niet lang uitgesteld
te worden.»
«Wanneer echter Verna, «neen»
zegt, mama
«Hoe gij het toch verstaat, iemand
altijd de vreugde te verstoren. Zij
zal, zij moet hem nemen, zij heeft het
zoo goed als beloofd," zeide misstr:
Saville verdrietig.
»Het was alleen maar uitgemaakt,
dat hij nog een jaar wachten moest,
voor hij een aanzoek mocht doen, en
ik weet, dat zij zich in het geheel
niet verbonden acht,» antwoordde
Ellinor.
Dan is zij eene onverantwoordelijke
coquette. Ik weet, dat zij drie goede
partijen heeft afgeslagen, eD ik heb
dit steeds ten gunste van Grantly
beschouwd. Zij moet hem beminnen,
Ellinor.»
«Ook ik geloof, dat zij hem gene
gen is,» hernam Ellinor nadenkend,
maar, wanneer zij echter zijn karakter
leert kennen, zij is onverzettelijk
streng in hare gevoelens, dan vrees ik.
Hij kan uitgeraasd hebben, Ellinor,
hij is goedhartig, dat zal Yerna niet
uit het oog verliezen en de generaal
is met Grantly zeer ingenomen,» ant
woordde misstr. Saville ongeduldig.
«Niet waar, gij gaat naar Surbitonpark
en dan kunt gij haar mededeelen, dat
Grantly den 28sten hier komt en bij
die gelegenheid kunt gij ook een goed
woord voor hem doen, en wees nu
vroolijk.»
Miss Saville vervulde als gewoonlijk
den wensch harer moeder en begaf
zich naar het huis van generaal Dal-
rymple en vroeg naar hare nicht.
»A, zijt gij het, Ellinor!» riep miss
Dalrymple, opspringende om hare
nicht te velwelkomen. «Sedert wan
neer zijt gij weder te huis? Ik dacht,
dat gij tot het einde der week bij de
Chesney's vertoeven zoudt.»
«Dat was ook zoo afgesproken, maar
mama heeft gisteren al om mij ge
zonden, zij had weder hare zenuwach
tige hoofdpijn. Het is recht ver
drietig
«Gij hebt u dus goed geamuseerd?
Vergun mij slechts een oogenblik, ik
ben onmiddellijk met de huishoudster
en hare rekeningen gereed.»
Miss Saville verzocht Verna, zich
toch niet door haar te lateu storen,
en trad aan het venster, om in den