NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BINNENLAND.
ARTHUR HARRISON.
Zaterdag 19 Februari 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
i\o. 14.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De synodale commissie der
Nederl. Herv. Kerk lieeft twee be
sluiten genomen ten aan zien van deze
aangelegenheid, die reeds ettelijke
pennen in beweging heeft gebracht
en in bladen van verschillende rich
ting is besproken. Het eerste is om
de kerkeraden der Herv. gemeenten,
onder uiteenzetting der redenen, die
haar nopen de voorkeur te geven
aan dezen datum, uit te noodigen op
den 31 n Aug. a.s. den dag zelf,
waarop krachtens de bepalingen der
grondwet H. M. de Koningin de re
geering feitelijk aanvaardt deze
gewichtige gebeurtenis door gebed
en dankzegging te wijden in eene
daartoe in den voormiddag te houden
godsdienstoefening.
Het tweede, dat zij. als vertegen
woordigster van het talrijkste kerk
genootschap meende, zonder den schijn
van aanmatiging op zich te laden,
den eersten stap te kunnen doen ter
verkrijging eeuer hoogst wenschelijke
eenstemmigheid en samenwerking van
alle godsdienstige gezindten in Neder
land en daartoe aan de besturen van
dezen een afschrift van hare uitnoo-
diging aan den kerkeraden zal doen
toekomen, met beleefd verzoek van
hun zijde het beoogde doel te helpen
bereiken, opdat den 31en Augustus
Nederland het verheffende schouwspel
aanbiede dat zijn zonen en dochteren,
hoe ook in belijdenis en eeredienst
verschillende, maar één in liefde voor
Vaderland en Koningin, op hetzelfde
uur, zoo mogelijk, in hun bedehuizen
saamgekomen, dezelfde gebeden voor
het heil onzer jeugdige Koningin en
het geluk Harer regeering voor den
troon van aller Ilemelschen Vader
opzenden.
De synodale commissie is voorts
gemachtigd daarbij te voegen, dat
reeds lang bij H. M. de Koningin het
voornemen bestond om aan den 31en
Augustus eene godsdienstige wijding
te geven, door het bijwonen van eene
godsdienstoefening, hetzij in het
koninklijk paleis, hetzij in eene der
kerken van de residentie, en diens
volgens Hoogstdezelve evenals H. M.
de Koningin-Regentes met bijzondere
ingenomenheid kennis hebben geno
men van beide hierboven vermelde
en Haar meegedeelde besluiten der
synodale commissie.
De heer E. J. Külme, officier
van gezondheid le kltijdelijk gede
tacheerd aan het remontedepót te
Milligen, heeft besloten jaarlijks een
statistisch overzicht te geven van
hier le lande voorgekomen ongeluk
ken, ziekten en gebreken, die direct
of indirect het gevolg zijn van het
wielrijden.
De heer Kühne heeft aan alle me
dici in den lande, ongeveer een 2500-
tal een staat gezonden, waarop alle
inlichtingen gevraagd worden omtrent
de ongelukken, die voorgekomen zijn
onmiddellijk als gevolg van het wiel
rijden, dus b.v. na botsing, val, over
rijden enz., benevens van de ziekten
en gebreken min of meer langzaam
ontstaan bij het wielrijden of als ge
volg daarvan.
Voorts is hun oordeel gevraagd
omtrent het wielrijden, bij welke
ziekten en gebreken dit ontraden ot
verboden moet worden, en nopens
kleeding, voeding, gebruik van alco-
holiën. voorbehoedmiddelen, enz., en
eindelijk tal van vragen ter beant
woording, betrekking hebbende op de
vrouwelijke sexe.
Het Hoofdbestuur der Vereeni-
ging voor Fabriek- en Handwerksnij-
verheid heeft een adres gezonden
aan den minister van financiën, waarin
wordt aangedrongen op een betee-
kenende verlaging van den suikerac
cijns; lo. in het belang der volks
voeding; 2o. tot vermindering van
het misbruik van sterken drank en
3o. tot toeneming van het suikerver-
bruik.
Naar uit Indië gemeld wordt,
wordt de materieele schade op
Amboina, door de aardbeving aange
richt, geschat op een miljoen gulden
Don 14cn Januari vertrokken Hr.
Ms. fregatten Koningin Emma der
Nederlanden en De Ruyter, en het
gouvernementsstoomschip Arend der
waarts. De De Ruyter nam, ingevolge
van Batavia aan den militairen com
mandant daar verstiekien last, bam
boes, kadjangmatten, rotan, dakijzer,
enz. mede tot opl ichting van tijdelijke
woningen. Aan boord van de Arend
bevond zich de opzichter van den
waterstaat C. H. Bei-gamin met 34
dwangarbeiders.
Voortaan zullen jongelingen als
vrijwilliger bij het wapen der cava
lerie worden toegelaten op 16 of
17-jarigen leeftijd, een minimum lengte
hebbende van 1,60 M., terwijl de
minimum lengte van hen die ISjaar
of ouder zijn is bepaald op 1,65 M.
Naar wij vernemen zal bij den
uitgever L. J. Veen te Amsterdam
verschijnen van Johanna van Woude,
De zeven Schoonheden Tweede bundel,
en een nieuwe roman van Fiora della
Neve.
Tijdens den storm, die Donder
dag gewoed heeft, onweerde het op
verschillende plaatsen in ons land.
Onder Finsterwolde is een 50-jarig
man door den bliksem getroffen
eenige uren daarna overleed hij.
Te Franeker is een watermolen
door den bliksem getroffen, zonder
brand te veroorzaken. Vier personen
die daar een schuilplaats voor den
regen gezocht hadden, bleven onge
deerd.
Ook te Tessel heeft tijdens den
storm een hevig onweer gewoed.
"De reizigers van den sneltrein
van Antwerpen naar Amsterdam wer
den gister even voorbij Dordrecht
opgeschrikt doordat een uitstekend
voorwerp van een voorbijgaanden
goederentrein tegen de waggons sloeg.
De kast van den voorsten goederen
wagen werd geheel weggeslagen, rui
ten van coupé's werden verbrijzeld
en het postrijtuig werd -erg bescha
digd.
Uitslag »ler Ttveede-Kamer ver
kiezing te Deventer.
Uitgebracht 5261 geldige stemmen.
Herstemming tusschen mr. A. van
Delden (lib) met 1849 en mr. Th.
Heemskerk (anti-rev. en kath.) met
1791 st.
De heer J. van Loenen Martinet
(lib. en rad.) had 1621 stemmen.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
Door 58 belanghebbende inge
zetenen is dezer dagen bij den Ge
meenteraad het navolgende adres in
gediend
Met verschuldigden eerbied wenden
ondergeteekenden, allen vaders of
voogden van kinderen, die de open
bare school le school voor Jongens
(Hoofd de Heer C. J. van der Nagel)
bezoeken, zich tot u, ten einde U,
als hunne overtuiging mede te deelen,
dat de toestand van enkele belang
rijke zaken aan genoemde school diin-
gend voorziening behoeft.
Op den voorgrond stellen adressan
ten echter de verklaring, dat zij bij
de hiervolgende opmerkingen in gee
nerlei appreciatie treden aangaande
het op die school thans gegeven on
derwijs of het aldaar aanwezig onder
wijzend personeeldoch eenig en al
leen zaken van practisch belang door
hen bedoeld worden.
De school toch, mede als op
leidingsschool voor Gymnasium en
Hoogere Burgerschool ongetwijfeld een
voorwerp van niet minder belangstel
ling en toewijding uwerzijds dan de
beide genoemde inrichtingen voor
Hooger- en Middelbaar Onderwijs,
is door het in den laatste tijd snel
aangegroeid aantal leerlingen en het
feit dat uitbreiding van leerkrachten
daarmede geen gelijken tred hield,
in een toestand gekomen, waarop
adressanten Uwe aandacht wenschen
te vestigen.
Moet het steeds een verkeerde inrich
ting genoemd worden aan hel hoofd
der school het onderwijs in eene be
paalde klasse op te dragen en hem
dus het uitoefenen van toezicht over
de andere klassen, het brengen van
eene zoo noodzakelijke eenheid in het
onderwijs der geheele school onmoge
lijk te maken, sterker nog dan
vroeger zijn thans de nadeelen van
deze organisatie aan den dag getre
den. Door bet combineeren van klasse
1 en 2, en tevens van 3 en 4, werd
telkenmale als een onderwijzer, hetzij
door ziekte, familieomstandigheden,
sollicitatie of anderzins, voor langeren
of korteren tijd zijne lessen niet kon
geven, een toestand geboren, die met
alle paedagogische beginselen den spot
drijft, en die het hoofd der school,
aan zijne klasse gebonden, niet
kon voorkomen, wijl hij niet zelf de
lessen van den afwezigen onderwijzer
kon op zich nemen. Wat bijvoor
beeld te zeggen van eene regeling,
onlangs veroorzaakt door tijdelijke af
wezigheid van den onderwijzer der
5e klasse. Zijne klasse werd toever
trouwd aan zijn' collega der 3e en
4e klassedeze werd op zijne beurt
weer vervangen door dien uit de lste
en 2de, terwijl de beide laagste
klassen nu bij de klassen 6a en 66
werden ondergebracht. Door deze
combinatie, stellig wegensgebrek aan de
noodige leerkrachten niet te vermijden,
bleef toch geen enkele der klassen
1 tot en met 6 ongemoeid.
Verder hebben adressanten de over
tuiging, dat het combineeren van
twee klassen en het stellen van deze
onder één' onderwijzer nooit anders
dan schadelijk op het onderwijs kan
werkendaar de tijd, aan de eene
klasse besteed, noodzakelijkerwijze voor
een goed deel aan de andere ontnomen
wordt. Vooral wanneer die klassen
betrekkelijk talrijk zijn, gelijk het
FEUILLETON.
D. H. ENGBLBERTS.
24)
Hij besloot daarom meester zijner
gevoelens te blijven, het onoverwin
nelijke te overwinnen. Hij vermeed
Verna's tegenwoordigheid, als bracht
zij ziekte met zich mede, echter kon
bij zich haar geestigen invloed, die
het geheele huis door drong, niet ont
trekken. Wanneer hij zich nog zoo
vast in zijne studeerkamer opsloot,
en vlijtig las en schreef, uit de bla
deren van zijn boek, van het witte
blad, waarover zijne pen vloog, zag
hem onverbiddelijk het wonderschoone
gelaat van het meisje, met de ver
leidelijke oogen aan. Bij dag en nacht
scheen hem Verna te omzweven, en
hoe hij er tegen streed, altijd had hij
toch haar beeld voor oogen.
Doch zooals wij weten, bezat Arthur
de benijdenswaardige gave, zijne nog
zoo diepgaande gemoedsbewegingen
niet uiterlijk te verraden. Niemand
in het geheele huis koesterde ook
slechts het verwijderdste vermoeden
van den hartstocht, die in zijn bin
nenste woelde. Miss Dalrymple zelve
vermoedde het 't allerminste. Zij be
merkte integendeel, dat hij, wanneer
zij de kamer binnentrad, nauwelijks
slechts het hoofd ophief, en wanneer
zij tot hem sprak, wat niet te dik-
maals gebeurde, dan gedroeg hij zich
vol achting, maar zijne antwoorden
waren zoo kort, dot het gesprek weder
van zelf afbrak. Zooals het haar
scheen, schonk de gouverneur haar
hoogst zelden een blik. Hoe had zij
het dan kunnen weten, dat zij het
was, die zijn geheele hart vervulde
en beheerschte?
Van dat alles, niets vermoedende,
had Verna in den laatsten tijd alles
aangewend, om vriendelijkere verhou
dingen met den gouverneur aan te
knoopen, dien zij tot nu toe, slechts
als een vreemde onder haar vaders
dak beschouwd en behandeld had.
Ook zij had zich als taak gesteld hem
gade te slaan, en zij had hem veel
scherper en nauwkeuriger waargeno
men, dan hij het zich had kunnen
voorstellen. Voor haar zelve had ech
ter de uitkomst dezer waarneming
daarin bestaan, dat zij zich hevige
j verwijtingen over het vooroordeel ge
maakt had, dat haar de schoonheid
van den jongen man tegen hem inge
boezemd had. Tot hiertoe waren alle
schoone mannen, die zij in het leven
ontmoet, en zoo als zij hare nicht
j verzekerd had, verwijfd valsch en zelf
zuchtig geweest. Nadat zij echter
vier weken met Arthur onder een
dak had doorgebracht, gevoelde zij
zich volkomen overtuigd, dat hij tot
die categorie van schoone mannen,
niet bij te tellen was. Angstig stelde
Verna alles in het werk, om de on
gerechtigheid, waaraan zjj zich tegen
over hem in gedachten schuldig had
gemaakt, weder goed te maken, en
hem door vriendelijkheid en belang-
stelling voor hare vroegere koelheid
en terughouding schadeloos te stellen.
Tot gisteren echter had Arthur's ge
drag hare pogingen in die richting
verijdeld. Gisteren evenwel, toen zij
1 zich in de schaduw van een klein
j bootshuisj e aan den rand van het meer
bevonden had, was Arthur, die haar
niet opgemerkt had, met zijne leer
lingen aangekomen.
De jongelieden hadden een kleinen
roeitocht afgesproken, en Verna ver
zocht nu op eene beminnenswaardige
wijze, om van de partij te mogen
wezen. De knapen waren zeer ver
heugd in het vooruitzicht de zuster
bij den roeitocht tot metgezellin te
hebben, en Arthur kon onmogelijk
tegen de tegenwoordigheid der jonge
dame protesteeren, zelfs, wanneer hij
daartoe geneigd was geweest, wat
waarschijnlijk niet het geval was. Zoo
had dan Verna een paar uur levendig
pratende met hare broeders en hun
mentor doorgebracht. Met de volste
bedoeling had zij tegen Arthurs terug
houding gestreden, en deze had zich
na eene zwakke poging van tegenweer,
aan het kostelijk gevoel van het oogen-
blik overgegeven. Hij ondervond er
een verteerenden honger en dorst naar,
en die werd hem als nectar en am
brosia aangeboden. Was hij nu in
staat de lippen te sluiten? Eenmaal
in het leven tenminste, wilde hij zich
gelukkig gevoelen, en zoo gaf bij zich
aan het heerlijke oogenblik geheel en
al over. De herinnering aan deze
was het, die heden nog zijn gelaat
eene gelukkige uitdrukking verleende.
Nog was de ontnuchtering niet inge
treden, en hij geloofde zijn leven lang
van deze gelukkig makende herinne
ring te kunnen teeren. De vriendelijke
woorden, het beminnelijk lachen, dat
hem ten deel was geworden, bracht
hem nog in verrukking, hoewel hij
zich onbuigzaam streng zeide, dat hij
eene herhaling van dit geluk niet
hopen, niet droomen, ja, ook niet
wenschen durfde.
Maar al te ras zou die kostelijke
verrukking een einde nemen. De leer
uren waren voorbij, de knapen berg-
den hunne boeken weg en Arthur
trad, over eene scherts van Harry
lachende aan het venster. Daar zag
hij twee personen het terras op en
neer wandelen; het waren miss Dal
rymple en een jonge man, dien hij
tot hiertoe te Surbitonpark nog niet
gezien had. Volgens de wijze, waar
mede deze beiden met elkander spra
ken, kon men ze voor een minnend
paar houden. De jonge man boog
zich over zijne hem terzijde gaande
gezellin en sprak fluisterend met haar,