NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BUITENLAND.
Ao. 15.
Woensdag 23 Februari 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
FEUILLETON.
ARTHUR HARRISON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het nieuwe Noorweegsche mi
nisterie is nu definitief vastgesteld.
Het kabinet met Steen aan het hoofd
is geheel gevormd uit de radicalen,
wat reden geeft om te voorspellen,
dat de betrekkingen tusschen Zweden
en Noorwegen er niet beter op zul
len worden onder de regeering van
dit ministerie. Men behoeft zich
maar in het geheugen terug te roepen
de houding van de lieer Steen bij
zijn laatste ministerschap, toen de
koning weigerde de door de Kamer
aangenomen wet goed te keuren,
waarbij Noorweegsche consuls werden
aangesteld. Steen verzette zich hevig
tegen deze koninklijke beslissing en
hij ging zelfs zoover, dat hij dezen
tegenstand qualificeerde als uonwettig
hinderlijk."
En dat heeft een man als Steen
gezegd, een man, die, altijd hame
rende op hetzelfde aanbeeld, de schei
ding der beide landen, zich nu en
dan zelfs wel eens als een revolutio
nair heeft doen kennen, o.a. door de
verklaring dat Noorwegen, wanneer
het geen voldoening kon krijgen langs
wettigen weg, maar zijn toevlucht
moest nemen tot onwettige daden.
Het is niet aan te nemen, dat Steen
van meening is veranderd; nu hij de
macht in handen heeft en gerug
steund wordt door een trouwe meer
derheid, zal hij zijn houding nog
scherper omlijnen en zeker zulke
maatregelen nemen, die den toestand
slechts ingewikkelder kunnen maken.
Koning Oscar zal dus een moeie-
lijken tijd te gemoet gaan, nu deze
strijd der nationaliteiten, zoo fel ge
streden tegenwoordig in alle landen,
ook het Scandinavische schiereiland
bereikt heeft. Daar zal, evenals in het
Oostenrijk-Hongaarsche keizerrijk, het
werk der scheiding gaan beginnen
de vraag is maar, of de beide volke
ren, die zich sedert hun officieel door
het Weener congres erkende vereeni-
ging in 1814 zoo merkwaardig heb
ben ontwikkeld, nu ook bij de schei
ding weer zouden proliteeren, zoowel
intellectueel als industrieel.
De verschrikkelijke ontploffing die
tor reede van Havanna heeft plaats
gehad, wordt door de groote meer
derheid der beoordeelaars toegeschre
ven aan een ongeluk. Bij de geweldige
opgewondenheid, die in Amerika en in
Spanje reeds sedert lang in verband
met de Cuba-quaestie heerscht, is het
niet te verwonderen dat velen in
Amerika aaastonds dachten aan een
Spaanschen aanslag.
Sterker echter is het, dat zich zelfs
in Spanje stemmen verhelfen, die een
dergelijke verklaring der ontploffing
voor de juiste houden en uit een ge
voel van valsche vaderlandsliefde de
ondergang van het Amerikaansche
pantserschip ais een heugelijk feit
begroeten.
Dat daardoor de verhouding tus
schen de beide landen zeer gespan
nen is, is wel te begrijpen. Uit New-
Yoi k wordt bericht, dat het Spaansche
oorlogschip Viscaye in Sandy Hook
voor anker is gegaan. De Ameri
kaansche politie heeft uitgebreide
maatregelen genomen, om het schip
te beschermen; het wordt als het
ware door een cordon politie-vaar-
tuigen omgeven.
Ook de Spaansche vice-consul wordt
door een specialen politie-dienst be
waakt.
De houding in politieke kringen
wordt geïllustreerd door het volgende
In den Senaat zei Mason, dat het
klaarblijkelijk was, dat de feiten be
tredende Cuba geheim gehouden wer
den. De politiek der regeering was
een politiek van uitstel en er gebeurde
niets, om de moorden in Cuba te
beperken. Spreker voegde er aan
toe dat hij niet gaarne zou willen
zitten in de commissie van onderzoek
naar de oorzaak van de ramp, daar
hij niet in de nabijheid van Span
jaarden zou durven komen, zonder
goed gewapend te zijn.
Walcot merkte op, dat het onder
zoek eerlijk gevoerd zou worden men
moest het echter vermijden, een be
vriende natie te beleedigen. Het was
mogelijk, dat de oorlog uitbarstte,
feitelijk was hij misschien niet ver
meer af', maar de houding der Ameri
kanen moest zóó zijn, dat zij de ach
ting voor zich zelf kunnen bewaren
en dat zij de andere volken achting
voor zich afdwingen.
In de pers, in het grootste deel er
van tenminste, wordt de verdenking
aan opzet nog altijd met nadruk ge
uit. Zij maken van het gebeurde ge
bruik, om er eens op te wijzen, dat
de geheimen der vloot van de Ver-
eenigde Staten is het geheel niet be
waard worden. »De vijandelijke aan
slag op de Maine zou slechts moge
lijk geweest zijn, doordat men aan
Spaansche zijde de inwendige con
structie van het schip nauwkeurig
kende. Dit berustte echter volstrekt
niet op verraad, maar door de vloot-
administratie en zelfs door de betref
fende ingenieurs zijn herhaaldelijk in
vakbladen de geheimen van alle nieu
were oorlogsschepen der Unie prijs
gegeven. Vandaar dat ook de meeste
vreemde staten in het bezit zijn van
gedetaileerde beschrijvingen der in
richting van de Noord-Amerikaansclie
Marine, wat in geval van oorlog voor
den vijand van onberekenbaar nut
moet zijn.
Ter kenschetsing van de stemming
in Spanje, die voor een deel dooreen
buitengewoon hartstochtelijke opwin
ding wordt beheersclit, diene een
bericht uit de National, waarin wordt
meegedeeld, dat de stad Soria met
allerlei feesten, vuurwerk en klokken
gelui het vernielen van de Maine
heeft gevierd. Het blad bespot de
Mafhartigen," die nog maar voort
durend blijven praten van een onge
luk het houdt het voor zeer waar
gehad, ja het spreekt zelfs de hoop
uit, dat het moge blijken, dat dit het
geval is. De meeste personen in Mad
rid zijn van dezelfde meening, al
spreken ze die ook niet uit.
En toch komen telkens nieuwe be
richten die de waarschijnlijkheid van
een ongeval bevestigen.
Nu weer heeft de schout-bij-Nacht
Schley, die als een van de bekwaamste
Amerikaansche zee-officieren bekend
staat, meegedeeld dat onlangs de
New-Yorkwaarover hij zelf het be
vel voerde, bijna door hetzelfde onheil
is getroffen als waardoor nu de Maine
is ten ondergegaan. Er had zelfont
branding plaats gehad in den kolen-
voorraad, en de ramp kon door krach
tige maatregelen nog worden afgewend.
Was echter de brand 's-nachts ont
staan dan zou de vreeselijke ontplof
fing waarschijnlijk onvermijdelijk zijn
geweest. Indien werkelijk <ïe ramp
door een torpedo ware veroorzaakt,
dan zou naar Schley meent, een
schip een voet of twintig uit liet
water gelicht moeten zijn.
Zooals we gister gemeld hebben is
het aan Amerikanen verboden een
onderzoek naar het schip in te stel
len huiten tegenwoordigheid van
Spanjaarden.
Pe consul-generaal der Vereenigde
Staten protesteerde daartegen echter,
zeggende, dat het wrak nog eigendom
der Vereenigde Staten was. Kapitein
Sigsbee en zijn officieren werd hierop
vergunning gegeven de uitwerking
der ontploffing met de kannonneer-
boot Fern na te gaan, om een voor-
loopig rapport te kunnen indienen
bij de uit New-Yoik naar Havanna
gezonden technische commissie, onder
leiding van kapitein Sampson.
In de Daily News is een brief uit
Bulgarije opgenomen die afgrijselijke
hizonderheden bevat over de in dat
land plaats hebbende moorden.
In het vilajet Kossovo zijn meer dan
schijnlijk, dat een aanslag heeft plaats 1600 personen gevangen genomen
waarvan de meesten werden onder
worpen aan de schandelijkste mar
telingen bijna alle inwoners van de
dorpen Vinitra, Zernontri en zeer
velen uit Ueski en Yakimoro zijn ge
pijnigd. Vooral de schoolmeesters
moesten het ontgelden; een hunner
bijvoorbeeld heeft men met gloeiende
ijzers in [den mond en onder de ar
men gebrand. Een tweede sprong in
zijn wanhoop het raam der school uit
en brak beide beenen.
In het stadje Kotchana heeft men
een persoon splinters onder de nagels
gestoken een tweede met de bloote
voeten op een heeten stoof gezet,
een derde 15 uur achtereen met het
hoofd naar beneden gehouden, een
ander zelfs werd doodgeranseld.
In Schotib zijn vijf personen, waar
onder twee priesters, doodgeslagen
en ook in andere dovpen zijn der
gelijke gruweldaden gepleegd.
Dat zulk een toestand niet kan
voortduren spreekt vanzelf; ingrijpen
der maatregelen dan zooals geschied
is, liet mededeelen der lijst van ge-
dooden en gemartelden aan de
Ambassadeurs zullen noodig zijn om
het land te bevrijden van dezen
vreeselijken toestand.
De Times ontvangt uit Parijs, naar
liet blad beweert uit vertrouwbare
bron, het bericht, dat niettegenstaan
de alle tegenspraak, Rusland, Frank
rijk en Engeland met goedvinden van
Duitschland de candidatuur van prins
George als gouverneur van Kreta blij
ven handhaven.
De prins zou den titel van souve-
rein verst van Kreta verkrijgen, maar
daarvoor dan ook den afstand moeten
doen van alle eventueele rechten op
den Griekschcn troon.
Dat die bron van de Times wer
kelijk zoo vertrouwbaai zou zijn, kun
nen we toch moeilijk gelooven.
26)
D. H. ENGELBERTS.
10
De eerste October is een tamelijk
late datum voor een buitenpartijtje,
maar de herfst was nog zoo wonder
schoon, dat het zich wel wagen liet,
dit tijdstip daartoe te bepalen. En
inderdaad de dag was nog zoo schoon
als men maar wensehen kon. Twee
rijtuigen en een wagentje voor de
commestibles had de generaal op eene
vriendelijke wijze ter beschikking ge
steld. Het gezelschap was niet talrijk.
Het bestond uit Misstr. Saville, hare
dochter, de dames Chesney, Yerna
Dalrymple, miss Compton en miss
Henniker. Dit waren de dames, die
zich tegenover de mannelijke deel
nemers in de minderheid bevonden.
De laatsten waren mr. Compton, mr.
Pemperton, de vicaris, kapitein Saville,
sir J. Carrey, mr. Julian Chesney,
Arthur Harrison en de drie knapen,
George Ostwestry, Harry en Felix
Dalrymple. De generaal was verhin
derd, om aan de partij deel te nemen.
Arthur stelde er zich weinig ge
noegen van voor, doch het stond hem
niet vrij voor de deelneming te be
danken, daar hij toch hoofdzakelijk,
om het opzicht over zijne leerlingen
te houden, uitgenoodigd was gewor
den. Tot aan de slotruïne moest men
dertig mijlen afleggen, en Arthur was
blij, gedurende den rit, den kleinen
Felix als buurman naast zich te heb
ben. Zoo had hij ten minste een paar
uur lang niet te zien, waarvoor hij
al vooruit smartelijk bevreesd was
geweest. Zooals hij wist, had kapitein
Saville het grootste gedeelte van den
vorigen dag op Surbitonpark doorge
bracht, en bij het wegrijden had hij
hem naast Verna in het rijtuig zien
stappen. Hij voerde zijn besluit uit,
niet meer naar het paar te zien.
Wat hem toch zijne verbeeldings
kracht voortooverde, was zeker niet
minder gruwzaam pijnlijk, dan het de
werkelijkheid zou gedaan hebben. De
weg naar de ruïne liep door eene be-
koorlijke landstreek, die zich nu in J
volle kleurenpracht van den herfst j
misschien nog schooner voordeed, dan
op ieder anderen tijd van het jaar.
Hoe ook anders deze aanblik belevend
en boeiend op Arthur's gemoed zou
gewerkt hebben, op dezen dag was
zijne betoovering machteloos. Al ge
noot Arthur ook niets van den be
koorlijken rit, zoo betreurde hij het
toch, dat deze een einde nam. Had
hij verzekerd kunnen zijn, dat men
hem wegens zijne maatschappelijke
betrekking nieeren zou, dan had hij
dit als eene verlichting ondervonden,
maar nu vreesde hij, dat een lid door
vriendelijkheid gedreven, zich geneigd
zou gevoelen, de opmerkzaamheid der
anderen op hem te vestigen.
De slotruïne, in romantischen stijl
gehouden, verhief zich schilderachtig
van uit hare boschrijke omgeving.
Rechts had men het vierhoekige ge
bouw, met zijne menigvuldige groote
en kleine kamers, in zoo verre her
steld, dat de weduwe, die de barm
hartigheid van den bezitter, het kleine
ambt had toegewezen, de ruïne aan
vreemdelingen te laten zien, het met
hare kinderen kon bewonen.
Vooruit van het bezoek onderricht,
had de vrouw tafels en stoelen in
eene der ruimste kamers gereed gezet,
teneinde te dienen voor den uitgelezen
kleinen maaltijd, dien misstr. Saville
hare gasten zou aanbieden. Na dien
maaltijd zou men tot het bezichtigen
der ruïne overgaan. De voortreffelijke
gerechten waren vele, en er heerschte
een levendig discours en een opge
ruimde geest aan tafel. Ook Arthur
gevoelde zich nog vóór de maaltijd
geëindigd was, veel blijmoediger, dan
hij het gedurende den rit voor moge
lijk gehouden had. Deze veranderde
stemming was niet veroorzaakt door
den champagne en de aangebodene
lekkernijen, maar wel, dat Verna Dal
rymple tusschen mr. Compton en miss
Henneker plaats genomen had, en dat
zij de opmerkzaamheden, die kapitein
Saville, welke meestal achter haar
stoel staan bleef, haar voortdurend
bewees, eerder vriendelijk terug wees,
dan vroolijk scheen aan te nemen.
Misschien bemint zij hem niet, dacht
Arthur, en deze gedachte scheen hem
een drukkenden last van de borst te
nemen. Was het niet kapitein Saville,
dan moest wel een ander, dat wist
hij, den prijs verwerven, die hem het
kostbaarste op aarde scheen, en dien
hij zelf nimmer durfde begeeren, al
leen het gevaar Verna een ander te
zien toebehooren, verwijderd te weten,
was voor hem al eene weldaad.
De lunch was afgeloopen en het
gezelschap verstrooide zich in kleine
groepen over de ruïne. Arthur ont
waarde met bevrediging, dat kapitein
Saville de beide knapen, George en
Felix tot gezelschap gekozen had.
Harry Dalrymple bleef bij hem en
mr. Pemperton, die gaarne zijne twee
lievelings thema's: de kerkelijke ar
chitectuur en de cryptogamologie be
sprak. Arthur hield dit laatste onder
werp voor het belangrijkste, en ver
zocht daarom Harry varenkruiden en
mos te verzamelen, die den harts-
toehtelijken botanicus gelegenheid
gaven, zich over zijn lievelingsthema
uittespreken. Dit echter vertraagde
het voorwaarts komen der drie, tot
Harry eindelijk ongeduldig uitriep
Wordt vervolgd.)