MEEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. BINNENLAND. ARTHUR HARRISON. Ao. 34. Zaterdag 30 April 1898. Zeven-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. FEUILLETON. ortsc Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Yan 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Matanzas, een der Cubaansche havenplaatsen, ongeveer 80 IC. M. ten Oosten van Havanna gelegen, is ge bombardeerd. Jammer is het echter, dat alle be richten daaromtrent uit Amerikaansche bron komen en dus weinig geloof verdienen, althans nog bevestiging vereischen. Volgens de tot heden ontvangen berichten zou Matanzas zoo ongeveer kort en klein geschoten zijn, en daaraan kunnen we niet maar zoo aanstonds geloof hechten, omdat we van iemand die geruimen tijd in die stad vertoefd heeft, hebben vernomen, dat een bombardement van die stad niet zoo heel gemakkelijk is, daar toch zeer ver langs de kust zich sterke batterijen bevinden gelegen aan een straat van niet meer dan drie Engelsche mijlen breed. Willen dus de vijandelijke schepen dicht ge noeg bij de stad kunnen komen, om deze met succes te beschieten, dan zouden ze eerst verschillende strand- batterijen moeten forceeren, wat maar niet zoo gemakkelijk gaat. 't Is mogelijk, dat er zoo'n batterij is stuk geschoten, maar dat is nog niet hetzelfde als het platschieten van de stad. Toch zullen we hier volledigheids halve de telegrammen laten volgen, uit Key-West ontvangen. Deze luiden »De kustbatterijen openden het vuur tegen den kruiser New-York die zich den vorigen dag voor de haven had vertoond. In den namid dag werd de strijd ernstig. Het Ame rikaansche schip beantwoordde een voor een de schoten van den vijand. De bommen vielen in de batterijen en trelfen met een bewonderenswaar dige juistheid. De monitor Puritan en de kruiser Cincinnati voegden weldra hun vuur bij dat van de New York. Langzamerhand werd het vuren heviger en ten laatste werd, zoo vaak het laden van de kanonnen het toeliet, geschoten. Na achttien minuten waren de batterijen van Ma tanzas vernield en een groot deel der kanonnen onbruikbaar, zoodat ze op hielden met vuren. De Amerikaansche schepen trokken zich toen terug, zonder in het minst beschadigd te zijn. De verliezen der Spanjaarden moeten groot zijn." liet tweede telegram luidt: »Het bombardement van de forten bij Matanzas had ten doel de vol- tooing te beletten van den aanleg van aarden werken voor Pentagorota. De oostelijke batterijen aan de baai openden het eerst het vuur op het admiraalschip Neiu-York, dat ditbeant- woordde. Van de forten werden een twaalftal granaten geschoten, van acht cM., die alle hun doel misten. Twee er van vlogen fluitend over de New- York heen. De Amerikaansche schepen, die zich nu op de hoogte gesteld hadden van de juiste ligging der Spaansche versterkingen, verwijderden zich weer en openden het vuur op afstanden van 4000 en 7000 meter. Ongeveer 300 granaten werden in de verster kingen geworpen. De Spaansche bat terijen en de half voltooide aarden werken zijn totaal vernield. HetschietenderAmerikaansehesche- pen was uitmuntendzoolang de strijd duurde waren op den korten afstand alle schoten raak. Na elk schot, op de forten gelost door de groot-kaliber kanonnen, zag men de stukken metselwerk door de lucht vliegen. De New-York is naar Havanna te rug gestoomd." Opmerkelijk is de tegenspraak in de beide telegrammen. In het eerste wordt voortdurend gesproken van kustbatterijen, in het tweede heet het forten «waar de stukken metsel werk afvlogen." Het eerste is, volgens onzen bovenbedoelden zegsman moge lijk, dat de forten beschoten zijn, acht hij echter niet waarschijnlijk. Verder is ook nog deze tegenstrij digheid waar te nemen de batterijen openden het vuur, wordt gezegd Spanje is dus met schieten begonnen en daaraan gaat onmiddelijk vooraf, dat het bombardement ten doel had om het voltooien der versterkingen van Pentagorota te beletten. Dat zal tocli wel niet waar zijnwaar het eerst op de schepen werd geschoten zal het terugschietei', van deze wel meer ten doel gehad hebben zich te verdedigen. Uit Madrid komt omtrent dit bom bardement daarentegen het volgende bericht. De telegrammen uit Key-West moeten slechts onder voorbehoud worden geloofd. Zoo moesten bij voorbeeld de Amerikaansche pantser schepen voor Matanzas zich terug trekken na een gevecht van een half uur. En evenmin is juist wat de Amerikaansche bladen melden, dat de forten te Havanna op de blok- keerende schepen hebben geschoten, zij hebben nog geen enkel projectiel verbruikt. De gehoorde kanonschoten waren alarmsignalen." De te Parijs gevestigde Société des Induslriels et des Commereants de France, een geheel buiten alle par tijen staande vereeniging, heeft zich tot de kiezers gewend om hen te wijzen op het groote gevaar, dat het land loopt door het socialisme en door het protectionisme, «dien anderen vorm van het socialisme." De Société dringt er op aan, dat in voldoend aantal mannen gekozen worden, die een duurzame meerder heid kunnen vormen, mannen van practischen zin, die op de hoogte zijn van de nijverheids- en handelszaken, hebbende van de betrekkingen met het buitenland een uitgebreide en nauwkeurige kennis, voorstanders van handelsovereenkomsten, bezield met liberalen geest en afkeerig van ijdele beraadslagingen. Gedurende heel het wetgevend tijdperk dat nu eindigt, heeft de Fransche handel geleden onder de hindernissen door douanerechten en andere belastingen, aan zijn vrije uitbreiding in den weg gelegd. Zijn talrijke klachten hebben in de Kamer een te zwakken weerklank gevonden om er werkelijk te worden gehoord. En terwijl de belangen van den landbouw een compacte meerderheid vonden, hielden die van nijverheid, handel, uitvoerhaP/M en koopvaardij de aandacht der wetgevers - -feljns niet bezig. Van 1892 tot 1896 nam Engeland's handel met 600 miljoen francs toe, die van Duitschland met 1935 miljoen. Daartegenover staat voor Frankrijk een vermindering van 448 miljoen. Meer dan eens is op «ie tribune der kamer op deze feiten gewezen en op het gevaar, daarin gelegen. Maar totnogtoe is dat zonder uit werking geweest en heeft onze handel en onze nijverheid, zegt de Société, te vergeefs over den toestand geklaagd. De aanstaande inhuldigingsfeesten worden in vele plaatsen van ons land op verschillende dagen gevierd, hetzij op het einde van Augustus of het be gin van September. Om de feesten luisterrijk te vieren, zou toch op één dag gelijktijdig niet mogelijk zijn, omdat ons land te weinig muziekge zelschappen bezit, die tot het ver- hoogen der feestvreugde kunnen me dewerken. We zien dan ook dat men in de Duitsche bladen voor enkele plaatsen reeds een muziekcorps vraagt omdat men het in ons land niet vin den kan. Het kan nu eenmaal niet anders. We vinden het echter jam mer, dat we vreemdelingen moeten halen om onze nationale 'feesten te doen slagen. Indien men een jaar vroeger voor bereidingen had getroffen, hadden uitsluitend Nederlanders het feest kunnen verzorgen. Zoo had men voorzieningen kunnen treffen, dat de duizenden guldens, die aan versierin gen besteed zullen worden, door eig en landgenooten waren verdiend. Nu worden ze door van over de Duitsche en Engelsche grenzen komenden ons land uitgevoerd. We hopen nog meer nationale feesten te beleven, doch het kon dan geen kwaad, indien zooveel mogelijk vaderlansche krachten daar voor gebezigd werden. 0<5- oSFlSg^e» Nederland. In hoeverre zal dè^óóiJög, invloed hebben op het verkeer, dat de HohaSd':^ Amerikalijn van Rotterdam uit met do Vereenigde Staten onderhoudt? Wij gelooven niet, dat die invloed van veel beteekems zal wezen. Op het vervoer van excursionisten zal de oorlog zeker influenceeren, pleizier- reizigers zullen dit seizoen, althans zoolang de oorlog duurt, niet naar het continent komen. Handelslui zul len echter nog eerder dan in gewone omstandigheden een reis naar Europa ondernemen. Het goederenvervoer zal gedurende den krijg beperkt wezen, doch dadelijk na het sluiten van den vrede zal in zéér groote drukte een behoorlijke vergoeding voor de malaiso van thans gevonden worden. Gevaar bestaat er voor de schepen van de Holland-Amerika-lijn in het minst niet, zij zijn veiliger zelfs dan die der Engelsche lijnen. Nederland toch is geheel en al neutraal, Enge land heeft door de uitlatingen van zijn pers hen het reeds te voren aan Spanje ontzeggen van het recht kolen in Canada te komen laden voor zijn blokkeeerendo schepen, de neutraliteit min of meer geschonden en kan daar door voor zijne schepen op minder welwillendheid van Spaansche zijde rekenen dan Holland. -D. H. ENGELBERTS. 46) Integendeel, hoe langer hij den ouden heer daar aan de overzijde van het graf aanschouwde, des te meer en te inniger gevoelde hij zich tot hem aan getrokken. Wat kon bij al dien rijk dom het leven van Sir George zoo diep getroffen hebben, om zijne ge laatstrekken zulk eene sombere uit drukking te geven. Zooals Arthur meende, zag luj er als een man uit, die door een lang geheim verdriet gefolterd is geworden. Cecils ziekte en zijn dóód konden toch niet deze diepe plooien gegraven hebben, daar de jonge man eerst voor twee jaren aan dit noodlottige lijden geleden had. Maar zoo niet, Cecil, wat droeg dan daaraan schuld? Terwijl Arthur daar over nadacht, hief de baronet het hoofd omhoog, en als magnetisch door den langdurigen blik van den jongen man aangetrokken, richtten zich zijne oogen die in vorm en kleur merk waardig op die van Arthur geleken op dezen. Arthur, zag hem licht ontstellen, van kleur verwisselen, zijn blik dan op den generaal, dan weder op hem zelf rich tende- En nu stonden een paar minuten lang vader en zoon, alles rondom ver getende, elkander aanziende, tegenover elkander. Ettelijke klompen aarde, die op de lijkkist in den grafkelder neder- geworpen werden, voerden beiden weder in den toestand, waarin zij zich bevonden, terug. Toen Arthur een paar minuten later weder naar zijn vader zag, leunde deze, schijnbaar eene onmacht nabij, tegen den kerkmuur. Een paar per sonen, die zijn toestand gewaar wer den, kwamen snel helpend naar hem toe, doch Sir George weerde hen een weinig ongeduldig ter zijde, en in het volgende oogenblik stond hij weder vrij en recht op. Deze beweging had echter algemeene opmerkzaamheid en eene zekere verstrooidheid veroorzaakt. Ieder zag rond en Arthur ontwaarde, dat zoowel kapitein Saville als de kleine George hem opgemerkt hadden. Op het gezicht van beiden drukte zich in het eerste oogenblik eene groote verrassing uit, doch was die bij den eerste, zeer spoedig door een gevoel van toorn vervangen, en hij boog zich met een sombere uitdruk king op het gelaat neder, om George iets ik het oor te fluisteren. Zijne opmerking scheen echter den knaap te mishagen, want deze wendde zich na een kort antwoord van zijn neef af, Arthur met een vriendelijken lach groetende. De ceremonie aan het graf duurde op dezen bitter kouden dag niet lan ger dan onvermijdelijk noodig was. Zoodra die voorbij was, naderde Sir George de plaats, waarop Generaal Dalrymple en Arthur stonden. Hoe zal ik u voorstellen, Arthur vroeg de generaal, den arm van zijn neef veelbeteekenend drukkende, toen hij zijn zwager naar zich zag toekomen. Er bleef geen tijd over om te ant woorden de baronet was al naderge- treden, en den generaal de hand schuddend, terwijl zijn blik doordrin gend op Arthur rustte, vroeg hij «Hoe gaat het u, Charles Ik vreesde, dat gij niet in staat zoudt zijn, te komen." De generaal verklaarde, hoe de slechte toestand der straatweg hem opgehouden had, en drukte er zijn leedwezen over uit, dat hij niet tijdig genoeg in het huis was aangekomen. De hand des zwagers in de zijne houdende, zeide hij hem hartelijk, welk een diep aandeel hij aan het zware verlies, dat de vriend geleden had, nam, en toen stelde hij hem Arthur als mr. Arthur Harrison voor. Sir George werd bleek, toen hij Arthurs buiging beantwoordde en toen nu de kleine George haastig naderde, om zijn oom en diens huisleeraar te be groeten, trok de baronet den generaal ter zijde, hem haastig de vraag stel lende: "Charles, wie is deze jonge man? Waarom hebt gij hem hier gebracht "Hij is de gouverneur mijner knapen," antwoordde de generaal, en ik "Ja, ja, ik weet, dat hij de gouver- veur is," viel Sir George hem onge duldig in de rede. "Maar de vraag is. Wat wil hij hier?" ««Ik was in den laatsten tijd niet recht wel, George. Ik had eene geleide noodig, en toen verkoos ik de zijne boven die van een bediende. En is dit de eenige aanleiding, waar om hij gekomen is?" Sir George zag bij deze vraag zijn zwager zeer scherp aan. Op eene zeldzame wijze en door de groote opgewondenheid, die zijn zwager aan den dag legde, voelde generaal Dalrymple er zich bijna van overtuigd, dat zijn zwager de waarheid vermoedde. Eene hem onverklaarbare ingeving volgende, antwoordde hij««Neen, dit was niet de eenige grond. Hij wenschte de begrafenis bij te wonen, en ik wenschte het uit een bijzonderen grond ook." ««Uit welken grond? Uit welken? vroeg de baronet in ademlooze haast. ««Uit een zeer gewichtige, broeder George, uit een grond, dien gij, zooals ik al zie, vermoedt. Och, wanneer gij maar wist, welk een prachtig menseh gij zoudt u verheugen." «IWaarom? Waarom, zou ik mij ver heugen Wat weet gij, wat weet h ij Maar waarlijk, nu in dit oogenblik kunt gij mij niets verklaren. Al de anderen wachten op ons. Later moet gij mij alles zeggen, maar ik bid u, Charles, vooreerst geen woord er van,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1