NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. BINNENLAND. No. 38. Zaterdag 14 Mei 1898. Zeven-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. FEUILLETON. ÜTJ19UWHII®, Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag. Uilgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Spaanschc en Italiaansche broodoproereu. De ongelukkige Iberische en Appe- nijnsche schiereilanden, toonbeelden van 't ergerlijkst wanbestuur, lyden het meest onder den plotseling uitgebarsten Spaansch- Amerikaanschen oorlog, die de graan prijzen ontzaglijk heeft opgedreven en daardoor op vele plaatsen werkelijk hon gersnood heeft te weeg gebracht. De Spaansche correspondent van het „Nieuws van den Dag" schrijft o.a. Ik kan u niet de neerslachtigheid be schrijven, die op dit oogenblik onder het Spaansche volk heerscht. Gisteren nog vol moed, is het nu overtuigd, dat Spanje's ondergang een quaestie van dagen is. En het ergste is, als ten minste waar is wat men mij vertelt, dat de ministers van marine en van oorlog zich zwak beginnen te gevoelen en met weten wat zij hebben te doen. Daarbij komt nog die vreeselyke binnenlandsche toestand, waarin Spanje verkeertonlusten in het Noorden, in het Zuiden, honger overal. Vooral in het Noorden, waar de Carlisten zeer sterk zijn, slaat de rook van een toekomstig oproer zwaar en onbedwingeljjk uit Te Pigón zijn 't de vrouwen, die te hoop zijn geloopen elders, op verschillende plaatsen, heelt de hongerige bevolking bakkerijen geplunderd ot zelfs graantreinen geleegd De goud-koers stond op 111 pCt d. w. z. een franc is 2 11 pesetas waard. Daarvan maken Fransche speculanten,men mag zeggen misbruik, om het Spaansche graan op te koopen en weg te voeren. De regeering is daar nu tegen op gekomen, door den graan-uitvoer te verbieden, wat niet verhindert, dat de broodprijzen reeds tot bijna het dubbele van den gewonen prijs zijn gestegen. Wat dit zeggen «vil voor een bevolking, wier hoofdvoedsel brood is, laat zich in één woord omschrijven honger Dat is een uiterst gevaar, vooral in dit land, waar de vrouwen misschien het vastberadenste en moedigste deel van de bevolking zijn. Die honderdduizenden Spaansche moeders hebben, omdat het vaderland ze noodig had, met betraande oogen, maar zonder morren, hare zonen afgestaan, en zij hebben berust; maar waarin zjj niet berusten, is dat zij hare kinderen thuis honger zien ljden. terwijl zj' weten, dat daarvan voor een groot deel gewetenlooze speculanten schuld zijn. Wat ik hier zeg, is niet een ijle rhetoriek: het vrouwenoproer te Pigón bewijst de waarheid mijner bewering; maar van dit volk, dal, meer dan eenig ander van Europa, zjjn ras, zijne gewoonten zuiver heeft bewaard, z jn, als gevolg van eeuwen lange redenen en geschiedkundige oorza ken,de vrouwen het meest manscheelement De Spaansche vronw van het volk heeft, wat ook hare deugden zijn, iets van een virago, en niet zeldzaam zijn er die ge oefende en voortreffelijke schutters z jn daarbij is ze hartstochtelijk en fanatiek. Juist dezer dagen heeft men hier liet nationale feest van den 2den Mei 1808 herdacht, toen de Madrilenen Murat en zjn leger verjoegen. Een der heldinnen van dien tijd was een jonge vrouw, die Murat den hoed van liet hoofd schoot, omdat hj haar kort te voren met gedekten hoofde had toegesproken, en die den 2den Mei gesneuveld is. Ik wil maar zeggen, dat het in Spanje gist en dat de Spaansche vrouwen geen klein deel in die gisting dragen. De eerste nederlaag heeft geheel het volk tegen de regeeiing opgebrachtmen murmureert, ieder spreekt van een onvermijdelijke revolutie, indien een beslissende neder laag volgt, en de zeer-pessimistisch-ge- zinden zien zelfs weer het dreigende spook van een naderenden burgeroorlog. En in Italië staat het niet beter ge schapen wel luiden de berichten der regeering op 't oogenblik geruststellend doch men kent de waarheid van zulke officieele mededeelingen. Generaal Bava toch seinde uit Milaan aan de regeering: Ik deel mede, dat af gezien van de reeds gemelde tijdingen uit Milaan, de dag van gisteren (Zondag) overal rustig verloopen is. Alleen in Brescia kwam het tot onbeduidende manifestaties, die aanstonds, zonder dat ergens wan ordelijkheden plaats hadden, onderdrukt werden. Hieruit zou volgen, dat de verschrik kelijke verhalen in Fransche en Belgische bladen over straatgevechten, die Zondag namiddag te Milaan geleverd zouden zjn en waarby 300 menschen gedood en 1000 gewond werden, pure verzinsels moeten genopmd worden. Volgens een ander bericht dat wel het juiste zal zjn seinde generaal Bava echter, dat de nacht rustig voorbijgegaan was. Maandag is er den geheelen dag nog in de straten ge vochten en eerst om zes uur kon de generaal aan minister president Di Rudini telegraieerenHet oproer, dat zich ge concentreerd had bij de porta Ticinese, is gedempt. Ik acht eiken tegenstand ge ëindigd. De regeering kan er zeker van zjn, dat het oproer onderdrukt is. Ik heb bevel gegeven, dat alle fabrieken moetpn heropend worden. Vele bewoners van Milaan hebben naar Lugano de w jk genomen en doen daar vreeseljke ver halen van de bloedige tooneelen die zich te Milaan afgespeeld hebben. Toen een goudsmid Zaterdagavond bij de porta Ticinese do menigte zjn winkels zag bin nendringen, schoot hj twee jongelieden met zjn revolver neer. De verbitterde menigte doodde toen de beide zonen van den goudsmid en stak het huis in brand. De vader kon ontvluchten. Ook is be weerd, dat verscheidene honderden gewa pende studenten uit Pavia Milaan bin nengedrongen zjn, daar evenwel niemand de stad kan binnenkomen en de telegra fische gemeenschap gestoord is, zjn alle tjdingen die rondgestrooid waren, min der geloofwaardig. Niettemin wordt er b jgevoegd, dat de studenten teruggedre ven zjn dooreen bataljon bersaglieri, dat een hevig geweervuur op hen opende, zoodat de studenten met achterlating van twee dooden en twee gewonden op de vlucht geslagen zjn. Zondag is het te Milaan rustig geble ven, gaandeweg worden de winkels her opend en in de fabrieken is het werk hervat. Op verschillende andere punten des lands hebben daarentegen ernstige ongeregeldheden plaats gehad. Te Gen zana werd de politie met steenen gewor pen door de menigte, die bakkerijen wilde bestormen De ontboden militairen gaven vuur, twee personen werden gedood en verscheidene zjn gekwetst. Ook te Pon tevedra moest de troep vuren en werden drie manifestanten gedood en drie andere doodeljk gewond. De feesten te Turjn zjn gestaakt en de koning, die zeer aangedaan is over de gebeurtenissen, werd Dinsdag te Rome terugverwacht, waar ook alle ministers arriveerden. In een Haagschen brief aan het U. D. leest men. En we kregen gisteren een artis tieke werkstaking. Tegen 3 uur was de eerste Zondagmiddag-muziek in de Tent aangekondigd, 't Was mooi weer en een aantal menschen waren present, maar geen muziek. Leden van de Kon. Milit. Kapel om de tent aan 't wandelen, maar op 't sociëteitsterrein stilte en een leege muziektent: de heer Bouman wachtte te vergeefs zijn corps, dat op deze wijze uiting gaf aan zijne ontevreden heid over de methode, door den nieuwen directeur toegepast. Ach tereenvolgens liepen al verscheidene der oudere muzikanten er uit; nu is er volledige werkstaking. En dat in een semimilitair corpsDat wordt bedenkelijk. De luitenant der artillerie Van Nahuys, die wegens desertie in tijd van vrede en niet verschijnen na de gedane indagingen door den krijgs raad te Haarlem is vervallen ver klaard van zijn militaire charge en gebannen buiten het grondgebied an den staat, is nu in Algiers bij het vreemdenlegioen in dienst. Het 10 cents Nederlandsch spoor boekje is verschenen en bevat de na volgende verbeteringen lo. Is de kaart van Europa door een nieuwe vervangen, welke veel uitgebreider en uitvoeriger is dan de vorige, zonder dat de duidelijkheid in 't minst daardoor geleden heeft. 2o. Is achter de binnenlandsche dienstregeling een opgave ingelascht, welwillend verstrekt door het Hoofd bestuur der posterijen, van de trei nen, waarin postrijtuigen loopen, waarmee verzending<van losse brieven kan plaats hebben. Deze toevoeging maakt het boekje vooral voor kan toren wederom veel bruikbaarder. De jaar'ijksclie algemeene ver gadering van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden in Nederland zal cp lil Mei a.s. (Hemelvaartsdag) gehouden worden des voormiddags ten half elf ure in de groote bovenzaal van »het Haag- sche Koffiehuis" Vreeburg te Utrecht. Onder voortdurende regenvlagen werd eergisteren op het Hoogelands- park (sportterrein) te Utrecht het Concours Hippique gehouden. Het weder was zeer ongunstig, regen und kein Ende. Dientengevolge was het terrein in een desolaten toestand en stond het hier en daar blank. Het voorrijden van 4 aangespannen stukken geschut van liet Ie reg. veld artillerie en van 8 paarden der rij school te Amersfoort, door 8 onder officieren, beide onder commando van een officier, geschiedde met groote juistheid en vond algemeenen bijval, een succes dat alleszins verdiend is. De acte der présence op deze wijze door het Nederlandsche leger gegeven heeft een uitmuntenden indruk ge maakt. De gedetailleerde uitslag van liet geheel was als volgt: I. Concours voor het schoonste paard, toebehoorende aan een land bouwer in de prov. Utrecht woon achtig. Ie pr. G. v. d. Haar, Zeist; 2e pr. J. Boekhout, Houten; 3e pr. P. E. v. d. Grift, Bunnikbestuurs- prijs C. van Scliaik, Houten. II. Concours voor het schoonste en best ingespannen rijtuigpaard. Ie pr. mr. G. J. baron van Tuyll van Serooskerken, Arnhem, met «Ester- hazy" 2e pr. Richard Rresser, Utrecht, met »Max"3e pr. P. de Goeij,Utrecht, rnet »Rosa". lil. Concours voor het schoonste Naar het Duitsch VAN CARMEN SYLVA. 1) In het noorden van Moldavië ligt een onmetelijk Koninklijk woud, Brot- sehéni genaamd, in vele gedeelten waarvan de bijl van den houthakker nog nooit werd gehoord, en welke nog nooit door een menschelijken voet zijn betreden. In het jaar 1538 was de omliggende landstreek niet zoo schoon en niet zoo vreedzaam als thans. Het wapen gekletter werd dikwijls in de dalen gehoord. De vrouwen en kinderen pleegden in de dichtste gedeelten van het woud te vluchten, op het ver nemen der ontzettende woorden: «de Turken komen!", welke gedurig van het eene dorp naar het andere weer klonken. De sultan Soliman had besloten Moldavië te verwoesten, en vorst Petru Raresch was, in spijt van de kloekste tegenweer, verscheidene ma len door den vijand overwonnen ge worden. Sutschawa, zijne hoofdstad, was in handen van de Turken, die op hunne marsch naar Piatra alles verbrandden, plunderden en vermoord den, wat onder hun bereik kwam. Het arme Moldavië werd op de schrik- kelijkste manier verwoest, en alles, wat niet kon vervoerd worden, werd door de overweldigers vernield. De Turken wisten van geen mede- doogen of genade. Zij wurgden de kinderen en vermoordden al de vrouwen, die zij niet mede wenschten te nemen, en de dood was voor de arme schep sels inderdaad verre te verkiezen boven de slavernij onder de Muzelmannen. De geheele landstreek leverde een deerniswaardig schouwspel oper was geen huisdier te zien, en er was ner gens koorn of hooi te vinden. Petru Raresch had met het over schot van zijn overwonnen leger Piatra moeten verlaten en was naar Jesle bij de Bistritza getrokken, omdat hij wist, dat hij dóór levensmiddelen voor zijne soldaten en paarden zou vinden. De vorst had zijne drie kinderen naar de vesting Ciceu gezonden, maar de vorstin Helena had geweigerd zich van hem te verwijderen. «De Turken zullen me niet gevangen nemen," zeide zij, «en ik verlaat je niet, tenzij m'n tegenwoordigheid mocht blijken gevaarlijk voor je te zijn." Zij had dus even voorbij Hangu, in de kerk van Calugareni eene schuil plaats gezocht. Dit kerkje is tegen een reusachtig rotsblok gebouwd, dat, zooals de legende luidt, de duivel eens van den top van den Tschachlau haalde met het doel, er den loop van den Bistritza mede te stoppen. Juist toen hij het groote rotsblok had op gelicht en op het punt stond het in de rivier te werpen, begon de haan te kraaien, en de booze geest, be vreesd voor het daglicht, zette het op een loopen, en liet het rotsblok uit de handen vallen op de plaats, wóór het nu staat. Onder de schaduw van deze reusachtige rots nu zat de vorstin Helena in de grootste spanning 1 op eenig nieuws te wachten. Haar schoon gelaat reranderde gedurig van kleur, en hare neusvleugels trilden van ontroering en angst. «O, wat is het toch ellendig overwonnen te zijn I" klaagde zij tot den ouden monnik met sneeuwwitten baard, die haar was genaderd. «Niets is onherstelbaar, dan alleen de dood," hernam hij kalm. «Niets onherstelbaar I" herhaalde de jonge vrouw heftig, «waar we redde loos verloren zijn I Wellicht wordt u, oude man, die gij zijt, dezen zelfden dag een yatagan door het hart ge stoken «Dat is best mogelijkklonk kalm zijn antwoord. Er werd hoefgetrappel op de rotsige helling vernomen, en het volgende oogenblik verscheen Raresch, die in vliegende vaart, met een handvol ruiters achter zich, de hoogte op kwam. Toen hij de plaats had be reikt, wddr zijne vrouw zich bevond, hield hij een oogwenk stil, om haar bij zich in den zadel te lichten, en vervolgde daarop, zonder een woord te uiten, zijne wanhopige vlucht langs den oever der rivier. De Turken volg den hem op de hielen, maar eensklaps vertoonde in het nauwste gedeelte van den bergpas zich de oude monnik vóór hen, en deed door zijne onver wachte verschijning hunne paarden steigeren van schrik. «Halt!" schreeuwde hij. «Wat wilt gij hier?" «We moeten Raresch hebben! Er zijn honderd goudstukken op z'n hoofd gezet. Wijs ons de plaats, wóór hij zich schuil houdt, of je bent een man des doods De monnik wenkte met het hoofd, keerde zich om en leidde hen op een nauw pad tusschen de rotsen, waarop hier en daar zware boomstammen lagen. Hij klom steeds hooger, en het pad werd al steiler en steiler, tot zij eindelijk aan een ondoordringbaar woud kwamen. Geruimen tijd volgden de ruiters hem, en hunne arme dieren moesten klauteren als katten. Ten slotte evenwel ontdekten zij, dat zij niet verder konden gaan; het dichte woud bood geen uitweg, en in razende woede keerden zij zich tot den ouden monnik. Zij scheurden zijne kleederen aan flarden, nagelden hem met handen en voeten aan een omgevallen boom, en Reten hem in dien toestand aan zijn lot over. De Rppen van den ouden man werden blauw van angst, maar hij mompelde: «Ik ben vastgenageld, ofschoon niet

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1