NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. Woensdag 3 Augustus 1898. Zeven-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN' ZATERDAG. FEUILLETON. Vóór de uitbarsting An. 61. Amersfoortsche Courant A B O N N E M E N T S V R IJ S Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. AD VERTENTIËNi t Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Bismarck's dood. De Hamburger Nachrichlensc.\m)\en: «Donderdagavond was, na vererge ringen, zooals ze sedert October var. 't vorige jaar herhaaldelijk voorge komen waren, een verbetering inge treden, waardoor het den vorst ver oorloofd was, aan tafel te verschijnen, levendig aan het gesprek deel te nemen, champagne te drinken en tegen zijn gewoonte van den laatsten tijd in, weder verscheiden pijpen te rooken. De toestand was zoo bevredigend, dat dr. Schweninger, nadat de vorst z.icli te bed had begeven, Friedriclis- ruh verlaten kon, met het plan Zater dag weder terug te keeren. De toe stand bleef gedurende den Vrijdag betrekkelijk bevredigend. Ook Zaterdagmorgen las de vorst nog de Hamburger Nachrichlen en sprak over politiek, in 't bijzonder over de Russische; ook nuttigde hij in den voormiddag spijs en drank en beklaagde zich schertsend daarbij over den weinigen alkohol dien men in zijn dranken deed. Daarna kwam plotseling de verergering door acute longontsteking. In den loop van den namiddag verloor de vorst herhaalde malen het bewustzijn. In den laatsten tijd had hij, behalve duizelingen, ook toestan den van slaapzucht gehad, waaruit hij na langen, diepen, weldoenden slaap weder volkomen frisch ont waakte. Zaterdagavond namen de ernstige verschijnselen toe. De dood trad tegen elf uur licht en pijnloos is. Dr. Schweninger, die eerst kort te voren weder teruggekomen was, kon den stervende den dood nog vel lichten door met een doek het slijm uit diens mond te wisschen. Nadat dr. Schweninger gedorende drie minuten geen ademhaling en geen polsslag meer waargenomen had, verklaarde hij, dat de dood was inge treden. Merkwaardig is het, dat het hoofd nog langen tijd na het intreden van den dood de levenswarmte behield. De keizer heeft bevolen, dat het infanterie-regirnent Graf Rose N'o. 31 een eere-compagnie naar Friedriehs- rulie zal afzenden. Het lijk van den vorst zal gebal semd worden en blijft tot het mau soleum gereed is, in liet slot. De lijkwacht wordt waargenomen looi- den koetsier en houtvester van den overledene. Voor het slot staat een groote menigte van inenschen, die op de condoleance-lijsten wenschen te toe- kenen. De Duitsche Keizer heeft aan Her- bert von Bismarck een telegram van rouwbeklag gezonden, waarvan de tekst in den Reichsanzeiger wordt bekend gemaakt. Het luidt aldus: «Met diepe droefenis deelnemend in de smart die gij allen lijdt om den geliefden en grooten doode, draag ik rouw over het verlies van Duitsch- land's grooten zoon, die door zijn trouwe medewerking aan de hereeni- ging dos vaderlands zich voor zijn lieele .leven de vriendschap verwierf van mijn grootvader zaliger, den groo ten Keizer, en den onvergankelijken dank van het gansche Duitsche volk in alle eeuwen. Ik zal aan zijn stoll'e- lijk overschot in de domkerk te Ber lijn, naast dat van mijn voorvaderen, een laatste rustplaats bereiden." Bismarck beeft evenwel den wensch uitgesproken om in liet Sachsenwald bij bet kasteel Friedrichsruh begraven te worden. Graaf Herbert heeft daarom op bet telegram var. den keizer ge antwoord met de volgende dépêche ,,'s Keizers wensch zou een bevel zijn voor de achterblijvenden, indien mijn vader niet tot in de laatste dagen van zijn leven den wensch te kennen gegeven had, in het Sachsen wald begraven te worden." Het lijk, dat door dr. Chrysander en prof'. Schweninger is gebalsemd zal waarschijnlijk tot October in een gesloten kist in het sterfhuis blijven in afwachting dat het eenvoudige mausoleum, hetwelk op de Hirseh- hiigel te Friedrichsruh door vermo gende veieerders van Bismarck zal worden opgericht, gereed is Of de Keizer, die een begrafenis met pracht en praal wenscht, den wil van den overledene zal eerbiedi gen, kan vooralsnog niet met zeker heid uitgemaakt worden Graaf Posa- dowsky, die in opdracht van den kanselier von Hohenlohe naar Frie drichsruh is gereisd zal omtrent deze zaak met de familie besprekingen houden. In elk geval zal er echter niet eerder een definitieve beslissing kunnen worden genomen, dan na de aankomst des Keizers. De Köln Zeilung is echter van meening, dat do wilsbeschikkingen van den over ledene, voor zooveel doenlijk is, zullen worden geëerbiedigd en Bismarck dus op Friedrichsruh zijn laatste rust plaats zal vinden. De eigenlijke oorzaak van den dood is volgens de National Zeilung een acuut oedeem van de longen geweest Men neemt aan, dat tengevolge van de lange bedlegerigheid, waartoe Bis marck in den laatsten tijd gedwongen was, een bij zulk een hoogen ouder dom steeds gevaarlijke longencon gestie met uitzweeting van vloeistof in de longblaasjes, ingetreden is. De steeds grooter wordende ouderdoms zwaktekon aan het longen-oedeem geen weerstand meer bieden. Van andere zijde wordt meegedeeld dat Bismarck gestorven is aan complicaties van zijn oude adeiontsteking. Tengevolge van bloedstremmiiigen in den zieken, sterk gezwollen rech tervoet vormde zich daar herhaalde lijk geronnen bloed, dat door de aderen van het lichaam verder ver spreid werd en reeds meermalen ern stige aanvallen veroorzaakte. Toen Bismarck min of meer beterende was, schijnt hij echter een fout tegen zijn dieet begaan te hebben, door het ge bruik van een beetje champagne, waar door oud geronnen bloed opnieuw in de bloedwegen kwam, zich in de longen vastzette en een doodelijk oedeem veroorzaakte Prof. Schweninger heeft erkend, dat reeds sedert maanden Bismarck's leven aan een zijden draad had gehangen. De Keizer heeft een rouw van tien dagen voor het Hof uitgeschreven en van acht dagen voor het leger en de vloot. De vlaggen van de gezamen lijke rijksgebouwen moeten tot na de begrafenis halfstok geheschen blijven. In een lang artikel in de Reichs- Anzeiger worden de onsterfelijke ver diensten herdacht van Bismarck, in wien Duitschland zijn grootsten zoon heeft verloren. De keizerin zal de huwelijksplech tigheid van haar broeder Güntlier te Coburg niet bijwonen zij is naar Kiel gegaan orn den Keizer te ontmoeten welke daar reeds is aangekomen. Op zijn doorreis naar Berlijn zal Wilhelm II zich korten tijd te Friedrichsruh ophouden. De schilder Lenbach zal op verzoek der familie een schilderij van Bisrnarck op zijn sterfbed maken. Op bevel van den Keizer is de beeldhouwer Begas naar Friedrichsruh vertrokken om een afdruk van het gelaat te nemen, doch deze moest volgens de Köln. Zeil. onverrichter zake terugkeeren. Waarom, wordt niet gemeld. Wagenvrachten kransen worden op het kasteel aangevoerd, daardoor bevindt zich een reuzenkrans van het personeel van Bismarck's slot in Varzin. Voor het kasteel is voort durend cc-n groote menigte ver zameld, die echter een plechtig stil zwijgen in acht neemt. Bij uiterste wilsbeschikking heeft Bismarck zijn eigen grafschrift bepaald het luidt«Vorst von Bismarck, ge boren 1 April 1815, gestorven den enz. en daarbij de toe voeging Een trouwe, Duitsche dienaar van keizer Wilhelm." De oorlog tusscheu Spanje en de Vereenigde Staten. Aan Spanje worden door Amerika tot den vrede de volgende eischen gesteld Afstand van Portorico door Spanje ten behoeve van Amerika. Erkenning van de onafhankelijk heid van Cuba. Afstand van één der Ladronen- eilanden. Afstand van ten minste een kolen station op de Phiiippijnen. In het antwoord wordt de quaestie van een geldelijke schadeloosstelling niet behandeld. De quaestie der Phi iippijnen zal waarschijnlijk door een gemengde commissie van Spaansclio en Amerikaansche gevolmachtigden behandeld worden. Het kabinet ver klaarde zich met algemeene stemmen tegen een annexatie van de Phiiip pijnen door de Vereenigde Staten. Bovendien besloot het kabinet, dat de souvereiniteit van Spanje over de West-Indische wateren en de Caraïbi- sche zee volkomen moet ophouden. De schulden van Cuba en Portorico zullen niet door de Vereenigde Staten worden overgenomen. De handels verdragen tusschen Cuba, Portorico eu andere deelen van het koninkrijk Spanje zullen door het kabinet worden ongeldig verklaarder is voorloopig besloten ze niet te erkennen. Ziehier dus tot welken prijs Spanje den vrede bekomen kan. En veel tijd tot beraad wordt den Spanjaarden niet gelaten. Amerika steld hen een voudig voor de keuze te accepteeren of te verwerpen, in een wapenstil stand treedt het niet. Spanje kan aannemen en dan is het vrede, Spanje kan weifelen en de oorlog duurt voort. Als ooit iemand het vuur na aan de schen n is gelegd, dan is het in dit geval Spanje. Het is eenvoudig overrompeld. Dadelijk op het regeeringsantwoord volgde uit Washington het bericht dat de Amerikaansche regeering het eskader van Watson gelast heeft 4) ISOLINE. Ik ging dien morgen volgens ge woonte naar mijn kantoor. Toen ik terugkwam, bemerkte ik met genoegen, dat mijne vrouw mij met een opge wekt gelaat in de voorgalerij opwachtte. Zij bad bezoek gehad van Njonja Resident, en deze bad gevonden dat ze er niets goed uitzagmisschien dat bet wonen zoo dicht aan zee niet ge zond voor haar was. Zij bad baar voorgesteld, met de kinderen eenige dagen bij haar te logeeren. Het resi dentiebuis lag ver van zee op eene hoogte, en bet was daar veel gezonder. Als ik het goed vond zou ze reeds den volgenden morgen gaan; dan zou het rijtuig van den Resident haar komen halen. Verheugd, dat er van de reis naar Batavia _geen sprake meer was, gaf ik dadelijk mijn toestemming, en mijne vrouw vertrok den volgenden morgen met de kinderen en Tasimah naar het residentiehuis, na mij eerst nog op bet hart gedrukt te hebben, dadelijk te vluchten, als er iets gebeurde. Iets Wat zou er gebeuren? wat zou er kunnen gebeuren? Eenigszins wrevelig verliet ik later mijne nu ledige en daardoor zoo onge zellige woning. Wat was men toch bijgeloovig in IndiëDaar had je nu mijne vrouw. Ze was wel is waar op Java geboren; hare moeder was, wat men eene nonna noemt, haar vader een Hollander; maar ze was toch in Europa opgevoed bij tantes, zusters van haar vader die streng orthodox waren, die ieder bijgeloof verfoeiden, en toch bad zij dat bijgeloof behouden. Had zij bet niet zooals met dat noemt, niet met de paplepel ingezogen? Ik besloot aan mijn werk te gaan en er niet meer over te denken. Dit gelukte mij, maar t'huis komende en alleen aan tafel zittende, smaakte mij niets. Ik liet de heerlijke gebakken visch, de gekruide samballans staan, en besloot om dien avond in bet loge ment te gaan dineeren. D;'ulr was een gezellig troepje bijéén de controleur, die ongehuwd was, zijn broeder die pas uit Europa was aan gekomen en bij hem logeerde, en eenige j scheepskapiteins, waaronder ik met genoegen den ouden kapitein Staver- man herkende. Deze was een oud koopvaardij-kapitein, die mijn vader de eerste maal op zijn zeilschip naar Indië bad gebracht, toen er nog geen sprake was van een Hollandsclie mail. Overal was bij gezien en bemind om zijn vroolijk en gul karakter, en daar bij tevens bekend was als een goed zeeman, was er nooit plaats genoeg voor al de aanvrage van passagiers die met hem de reis naar Indië willen maken. Ik vertelde hem in korte woorden, dat mijne vrouw en kinderen om ge zondheidsredenen uit logeeren waren, en na bet diner staken wij een sigaar op en gingen aan het strand wandelen. Ik geloof dat het toen de 20ste Au gustus was. De lucht was ongewoon drukkend en zwoel; van tijd tot tijd zagen wij het aan den horizon lichten, zonder dat dit door donderslagen ge volgd werd, zooals men bet in Europa na een zeer warmen dag ook wel eens ziet. Plotseling zagen wij eene zeer hooge golf, in de anders vrij kalme zee, als bet ware op ons afkomen. Deze bereikte echter bet strand niet, maar verdween in de branding; tegelijk voelden wij eene lichte trilling, even als eene zeer geringe schudding of aard beving. Ik vertelde toen aan kapitein Staverman van de beide waarschu wingen, die ik gekregen had. In plaats van er om te lachen, zooals ik ver wacht bad, keek bij eenigen tijd na denkend voor zich uit en zeide toen «Gelooven doe ik bet niet geheel, doch geheel en al verwerpen kan ik het ook niet. Ik zal u daaromtrent iets verbalen wat mij persoonlijk over komen is. i/In 1866 lag ik met mijn schip te Semarangik moest daar laden en wij zouden er eenige dagen blijven. Daar ik koortsig was, raadde onze dokter mij aan naar Magelang te gaan, om daar in de koele berglucht wat bij te komen. Terwijl ik daar logeerde, kwam de vreeselijke aardbeving, welke het naburige Banjoe-Boeroe geheel verwoestte. Nog onder den indruk daarvan, moest ik onverwachts naar Djocjo- karta vertrekken, ten einde persoonlijk te onderbandelen met iemand, die met vrouw en kinderen naar Europa wilde gaan. De man was ziek en kon moei lijk naar mij toe komen, en daar hij een groot gezin had, ik meen zes kin deren, wilde bij het eenigszins goed- kooper hebben. Ik besloot dus de zaak liever zelf met hem te gaan be- bespreken. «De spoor was er toen nog niet; ik moest dus met den postwagen gaan en dat wel voor eigen rekening. Ge lukkig ging er juist een gouverne- ments-ambtenaar heen, die mij eene plaats in zijne wagen aanbood. Dank baar nam ik dit aanbod aan en den volgenden morgen te vijf uur begaven wij ons reeds op weg. Het was een prachtige weg langs en op die booge bergen; soms werden wij getrokken door zes postpaarden, soms door vier, maar dan nog twee, soms vier kar bouwen er voor, om ons de steile hoogte op te trekken. Wij gingen langs groene rijstvelden, en holden nu en dan voort langs diepe, ijzingwek kende ravijnen. Mijn reisgezel scheen daaraan echter gewend te zijn en toonde niet de minste vrees. «Nu, wij kwamen dan ook zonder ongelukken te Djocjo aan; mijn reis gezel ging bij den resident logeeren

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1