BUITENLAND. zwaard; de greep is bekleed mei rood lloweel en met gesteenten versierd. De Standaard van li e t R ij k hangt aan een vergulde speer, lie grond van hoi vaandel is van witte gewateerde zijde, waaraan franjes en kwasten van goud en blauwhet aan het kunstpenseel van den heer Van llove te dunken Nederlandsehe wapen levert een uitmunten elïect op. De leeuwen zijn majestueus en mot kracht voorgedragen. Do Grondwet en de Standaard be- hooren niet tot de insigniën, maar waren hij de inhuldiging van Willem II die op 28 November 1840 plaats had, op de zoogenaamde credenz.tafel voor den troon in de Nieuwe Kerk neder- gelegd, zoo ook op 12 Mei 1840, toen Willem III \\erd ingehuldigd Zijn wij goed ingelicht, dan werden er voor de kroning der Koningin nieuwe insigniën ver vaardigd. In hoe ver deze van de. oude afw ijken, is ons niet bekend. Er is slechts één onderwerp van .gesprek te Parijs en dat is de dood van kolonel Henry en in verband daarmee de Dreyfus-z.iak. De oplaag der dagbladen is bijna verdubbeld. De zelfmoord werd Woensdagavond te vijf uur ontdekt, toen men hem eten bracht. Zijn lijk lag in een bloedplas op den grond. Henry had zich den linkcrhalsslagader geheel doorgesneden. Op de tafel in de cel lagen eenige brieven aan zijn vrouw, aan den minister van oorlog en aan den chef van den generalen staf. Sommige bladen trachten de be- teekenis en de draagwijdte van de vervalsching van kolonel Henry te verkleinen door haar slechts als een individueele handeling te doen voor komen, welke met de zaak-Dreyfus niets te maken heeft, aangezien zij eerst drie jaar later plaats vond. De Pal ri<! is zelfs van meening dat de vervalsching van dit eene stuk slechts gediend heeft om de bewijs kracht der overige te versterken. Want Cavaignac had alle andere op liet proces betrekking hebbende stuk ken laten onderzoeken en die waren in orde. Een overigens tlink maar onhandig officier heeft een misslag begaan en daarvoor zou hij gestraft geworden zijn als hij geen zelfmoord had gepleegddat is alles, meent het blad. Vele andere bladen meenen even- cons dat liet vervalsehte stuk geen invloed op de zaak-Dreyfus kan heb ben, omdat het eenige jaren na diens veroordeeling gemaakt is. Merk waardig is wel, dat diezeltde bladen totnutoe juist het tegenovergestelde hebben beweerd. Andere bladen daarentegen, die totnogtoe aan de zijd van den gene ralen staf hebben gestaan, spreken thans als hun oordeel uit, dat rivisie van het vonnis niet kan uitblijven. In de Siècle verklaart de vroegere afgevaardigde Reinach, dat de eer van hét leger thans de herziening van het vonnis eischt en dat Picquart onmiddellijk in zijn ouden rang in het leger dient te worden hersteld. De Echo de Paris, het blad dat vroeger zoo heftig zich verzette tegen een nieuwe behandeling der zaak, is nu bekeerd, liet gaat zelfs zoo ver \an de mogelijkheid uit te spre ken, dat uit de revisie van liet vonnis wel eens de algeheele onschuld van ik het mij hm ik schijn ge slapen te hebben?" »Ja," glimlachte de jonge man, «en gij zijt nat van den dauw." »Hoe laat is het? Is het nog ver tot Humledalen "Het is vier uur in den morgen tot Humledalen is nog drie uur gaans, als gij wilt zal ik u er brengen. Ik moet er dien boom heenbrengen." "Uitstekend," zeide John zeer ver heugd. «Hoe beetje?" "Gunnar Larssen van den zaagmolen te Hünefoss," antwoorde de jonge man met waardigheid. «Gunnar Larssen!" Signe had die naam genoemd. Een gevoel van haat maakte zich van den vreemdeling meester en hij beschouwde Gunnar's knappe gezicht met vonkelende blikken "Vooruit dan, ik heb haast," riep hij uit. "Twintig kronen is uw loon." "Mijnheer," begon Gunnar, "ik heb nog nooit. "Waarom niet? Iedere dienst is zijn loon waard. En je behoeft dat geld immers niet voor je zelf te houden, koop er je familie wat voor." Gunnar's oogen schitterden even, hij Dreyfus zou kunnen blijken. Even als de Gautois weet het blad met zekerheid mee te deelen, dat velé hooggeplaatste officieren met den militairen gouverneur van Parijs, generaal Zurlinden aan het hoofd, er op aandringen. Waarom, vraagt Clenienceau in de Aarore, waarom is Henry een falsaris gewórden? Met welk doel, ten be hoeve van wien, geïnspireerd, gedre ven en geholpen door wien? Dat men antwoorde! Te eer is dat nood zakelijk, omdat men de geheele gene rale staf en de regeeringen, zoowel van Méline als Brisson, deze valsch- heden heeft zien uitspelen als troeven, daarbij zwerende dat het de waar heid was. Clenienceau herinnert dan nog eens dat generaal de Pellieux bij het proces-Zola Dreyfus' schuld grondde op dit valsche sluk en op dat bewijs Zola liet veroordeelen. »Het was Henry, die door de echt heid van het kaarttelegram (Petit Bleu), dat Esterhaz.y beschuldigde, te ontkennen, oorzaak werd van de vrijspraak van den verrader. liet was Henry, wiens valsch stuk Cavaignac, Brisson, Sarrien en de geheele Kamer met hen, heeft over tuigd dat Dreyfus schuldig was en hen, de wetgevers, heeft doen aan nemen de stelling, dat een man van een misdrijf overtuigd kan worden ook met schending van de waarbor gen der wet. Op dit valsche stuk rust alles. Als het verdwijnt, stort alles in. De veroordeeling van Zola heeft geen zin meer, omdat zij is verkregen door middel van valsche stukken." Ten opzichte van Dreyfus, meent Clémenceau is de zaak eenvoudig. Ilij is veroordeeld op het borderel, dat van Esterhazy is en op de stukken van het geheime dossier, waarvan het voornaamste als valsch is erkend. Thans blijft er nog over het ultra- geheime dossier, waarvan Ilenry voor het Hof van Assises het bestaan heeft onthuld. En daar ook de kans be staat, dat daarmee geknoeid is, dient de rivisie te komen. Ook de Engelsche pers is van meening dat, afgescheiden van de schuld of onschuld van Dreyfus, het pi'oces thans moet worden herzien. De Times ziet in den zelfmoord van Henry het bewijs dat hij en Ester hazy bedliegelijk hebben samenge spannen, eerst tegen Dreyfus en later tegen Picquart, toen deze bewijzen wilde dat Esterhazy het beruchte borderel had geschreven, hetgeen het blad thans als zeker aanneemt. Ook Esterhazy's proces zou dus moeten worden heropend. De Times brengt voorts hulde aan Cavaignac, omdat hij er niet voor .heeft teruggedeinsd recht te doen, ofschoon dat leiden moest tot ver nietiging van zijn eigen beleid in de Dreyfus-zaak, dat gegrond was op de getuigenissen van Henry en Boisdelfre. Ook de Matin prijst daarvoor Cavaig nac, die niettegenstaande zijn succes in de Kamer toch nog een persoonlijk onderzoek heeft ingesteld met het be kende gevolg. De Petite République daarentegen komt met het fraaie verhaal, dat Cavaignac met de vervalsching van Henry reeds sedert 14 Juli bekend was, doch er de oogen voor wilde sluiten. Spoedig daarop ontving de minister van Buitenlandsche Zaken Delcassé een communiqué uit Berlijn, dat de Duitsehe regeering de betrek- nam het goudstuk echter niet aan. John, die hem oplettend had gade geslagen, nam dat oogenblik waar om hem het geld in den zak te steken en de jonge hoer liet het schouder ophalend toe. Hij stapte voort en Uoot een liedje. Een groote vogel vloog op en verdween in de verte. "Hebt gij hem gezien, denkorliaan riep Gunnar, «daar vliegt hij heen! Hei hoHiermee begroete hij de Saeterjente. "Men heeft hier mooie meisjes in Noorwegen," merkte John als terloops op, "ook in Hönefoss." "Ja," antwoordde Gunnar half ver legen, «wij kunnen tevreden zijn." Margit uit de herberg hè?" John knipoogde. "En Alfhild de houtsnijder de mooie Signe die ken je toch Gunnar kleurde als een jong meisje. "Ja, ik ken Signe. Maar ik begrijp niet, hoe gij haar kent." "Nu ja een mooi meisje. En men heeft toch ook zijn geheimen." "Geheimen?" vroeg Gunnar lang zaam. "En Signe? Wat bedoelt gij?" "Niets bijzonders. Een meisje zooals zij kan men toch niet opsluiten als een non?" (Wordt vervolgd). kingen tusschen Esterhazy en den militairen attaché Schwarzkoppen be kend zou maken, indien de Fransche regeering de verantwoordelijkheid voor het valsche stuk, dat in de Kamer was voorgelezen niet introk. Daarop had Cavaignac zijn onderzoek gelast. Het spreekt van zelf dat dit verhaal geen onvoorwaardelijk geloof verdient. Hoogstwaarschijnlijk zullen de Ka mers in buitengewone zitting worden bijeengeroepen. PLAATSELIJKE BERICHTEN. Kersversch liggen de Kronings feesten achter ons en frisch zijn dan ook nog de indrukken door uwen verslaggever daarvan opgedaan. Toch waar eenieder heeft feest gevierd, dus ook het personeel der drukkerij dezer courant en er uit den aard der zaak dus weinig tijd besteed kon worden aan het in gereedheid brengen van dit nummer, meen ik op geen groote plaatsruimte to mogen aanspraak maken en zal mij dus bepalen tol een kort overzicht van het geheel. In de eerste plaats dan een woord van lof aan Amersfoorts burgerij en garnizoen, vooral ook aan dit laatste, voor de wijze waarop er is feest ge vierd. Geen enkele wanklank toch heeft de algeineene feestvreugde ver stoord, geen oogenblik werd do orde verbroken en dat zegt veel in een gemeente met een zoo gemengd en groot garnizoen als de onze. Langzaam aan had de stad zich in feestkleed gestoken en wedijverden de verschillende buurtcommissiën om het hun toevertrouwde gedeelte het fraaiste te doen zijn. De versieringen in detail te bespreken gaat niet aan, want daar er geen slopje of steegje was of het prijkte met vlaggedoek en dennegroen, zouden wij ruimte te kort komen. Van de eerepooi ten was zeker die op de Kampstraat de fraaiste, waarvoor de heer S. J. van Duinen de verschillende wapenschilden heral disch nauwkeurig schilderde. Ook de bogen aan de Kamperbinnenpoort en Varkensinarkt waren Iraai. Een mooi geheel leverde liet plein de Hof, aan alle ingangen door eerepoorten afge sloten omlijst 'loor masten waaraan de wapens der verschillende provinciën en sleden gekroond door tropheëen van vlaggedoek. Gok de beide kiosken, waarin onder een schat van bloemen en groen dö busten van II H. M M. de Koninginnen prijkten voldeden goed Hulde aan den ontwerper den architect Eysvogel. Het Havik toch reeds een dei- mooiste grachten van onze goede oude stad sparide de kroon. De trophee op een op het water drijvend vlot aangebracht getuigde van kunstzin en smaak. Ook iii de Krommeslraat, Teut- straat, St. Andriosstraat, Groote Haag enz. verrezen fraaie bogen meeretideels prijkende met het portret van II. M. do Koningin en spreuken of dicht regelen ter Harcr eere. Doch wij zouden onwillekeurig toch in details vervallen en uit vrees hier of vlaai- wat over te slaan en daardoor on willens te grieven constateeren wij enkel dat alle straten naar de krach ten der bewoners waren versierd en Amersfoort als in een dennenwoud was veranderd, waartusschen het vro lijk rood, wit, blauw en vooral ook het oranje prettig aandeden. Werd jl. Woensdag iu de kerken der verschillende gezindten in plechtige buitengewone godsdienstoefeningen het 18e geboortefeest van 11. M. Ko ningin Wilhelniina gevierd (die in de kerk der Ned. Herv. Gemeente werd door den burgemeester in ambtsge waad bijgewoond) en ter Harer eere, naar in 't vorig nummer reeds werd gemeld, des middags door liet gar nizoen en schutterij eene groote parade gehouden, de eigenlijke feesten be gonnen pas des Donderdagsoclitends te 8 uur met een reveille door alle tamboers en hoornblazers van de schutterij en het 5e regiment infan terie, de trompetters van liet le regiment huzaren het eskadron ordon nansen en het le regiment veld-artil- lerie, die de voornaamste straten der stad doortrokken met hun schetterende en knetterende oproep ten feest, ter wijl middelerwijl de klokken van alle torens werden geluid. Te 9 uur vingen de schoolfeesten aan en werden omstreeks 3600 kin deren der verschillende scholen in de versierde lokalen op versnaperingen onthaald, terwijl zij tevens elk een herinneringsplaat ontvingen. Enkele scholen als die van de heeren Van Veen en Van der Horst hielden met muziek voorop eene ommegang door de staii en brachten door hun blij gezang ook de ouderen in de gewenschte feestelijke stemming. l)e liistoi'isch-allegorisclic Optocht niet zorg en toewijding voorbereid slaagde uitnemend. Hulde aan het sub-comité dat een zoo afwisselend en tocli zoo schoon geheel wist daar te stellen. De frissclie kleurige cos tumes waren inderdaad zeer fraai en werden met zwier gedragen. Zonder anderen te kort te willen doen noemen wij als de fraaislen die van Willem de Zwijger (Jlir. H. de Beaufort) Jan de Oude(A. baron Schimmelpenninck v. d. Oye) Bodewijk van Nassau (R. J. van Ruijven) Prins Mauuits (W. Stork) en Willem Lodewijlc van Nassau (A. van DaalTypisch was liet turf schip van Breda met schippers en soldeniers De daarop volgende zege wagen was zeker wel het glanspunt van den optocht. De fraai met groen en bloemen versierde in stijl opge trokken wagen, waarop om de buste van II. M de Koningin een aantal jonge dames gegroepeerd, getrokken door een zesspan met naast elk paard een palfrenier incostuum, geëscorteerd door de leden van de onderolllciers- schermvereeniging EMMA in hun sierlijk wit en blauw costuum, leverde een prachtvol geheel en mag een waardige allegorische huldiging van 11.11. MM. onze Koningin worden genoemd In liet tweede gedeelte kwamen de volgende vereenigirigen voor allen met hun banier: Afd. Amersfoort van het Algem. Nederl. Werklieden verbond DPatrimonilim", de Afdeeling van den Nederlandschen Bond van Oud-Onder- ollicieren, die van den Roomscli Katho lieken Volksbond »St. Joris" en liet matigheids genootschap «Het Kruis verbond." Ook de wagens in dit gedeelte vooi komende, waarop de boekdrukkerij en hel loodgieters- en zinkwei kers- bedrijf alsmede dat der houtzagers werd voorgesteld, waren netjes opge tuigd, vooral de laatste maakte niet haat vernuftig gevonden exentriek een allerprettigsten indruk. Helderwit en smetteloos als het product door baar geleverd was de reuzéuflescb op de wagen van «Amers- fortia" fabriek van Ziektekiemviije Melkproducten van den lieer J. van der Wal Kz. De stedelijke brandweer maakte met de nieuwe spuit en de stemmige zwarte kleeding een bijzonder goed figuur en won liet onzes inziens van hare jongere zuster «de vrijwillige." Komisch en vol humor waren de wagens van de bierbrouwerij «de Phoenix" waarop een reuzenvat met Cambrinus en zijne trawanten troonde en die waarop door Ainersfoort's langsten schoorsteenveger zijn bedrijf werd uitgeoefend. Des avonds had de ommegang nog maals met fakkellicht plaats en liep eveneens zonder stoornis af. Eon groote menigte bewoog zich dien avond langs de straten om de illuminatie der verschillende straten en wijken te bewonderen. Te bewonderen mogen wij gerust zeggen, want zoo fraai en goed als dien avond is nog nimmer eene illu minatie geslaagd. Bladstil weder niet een donkere lucht, wat wilde men meer. Tot de fraaiste gedeelten be hoorden in de eerste plaats het Havik, dat met zijn agiorno verlichting langs liet water een fantastisch schouwspel opleverde, voorts liet gedeelte van de Langestraat van de Kamperbinnen- poort tot de Vischmarkt, dat met zijn slanke bogen en vlugge lijnen een weldaad was voor liet oog. Ook de Hof leverde met zijn vier eerepoorten onderling weder door slingers ver bonden een fraai geheel. De anders zoo stille Korte gracht baadde ditmaal door de hoogst eigenaardige verlich ting boven liet water, duizendvoud weerkaatst in een zee van licht. In de buitenwijken was de illuminatie meer van particulieren aard en daar van spande die in den tuin van den heer Taunay zeker de kroon. Bijzonder fraai versierd an verlicht waren de beide kazernes, die der bereden wapens en die van liet 5e regiment infanterie. Wanneer wij mededeelen, dat deze versiering door de militairen niet alleen uit eigen middelen was aangebracht, maar ook alle benoodigde wapenschilden, tro- plieën enz. door henzelven werden vervaardigd zal men zeker evenals wij liet verkregen resultaat te meer waardeeren. De Germania Kapel gaf dien avond in Amicitia een concert, dat nu juist niet door gezelligheid uitmuntte. De tweede feestdag begon meteen muziekuitvoering op den Hof door de Kapel van den heer Renner. Te tien uur des morgens had eene bijzondere plechtigheid plaats n 1. het planten en onthullen van den Wilhelmina-boom op den Varken markt. Door den Voorzitter van het sub comité, majoor O. G. H. Heldring werd met een kernachtig woord tintlende van liefde voor het Oranje huis en het Vaderland dit blijvend gedeukteeken aan de goedo zorgen van liet Gemeente-bestuur overge dragen en toevertrouwd Door den burgemeester, namens bet Gemeente bestuur aanvaard, sprak ZEd.Achtbare o.a. den wensch uit dat deze linde even vaste wortels mocht schieten in de aarde, als de lielde lot hun Vot stenbuis wortelde in de harten van alle Nederlanders. Eene oorkonde van den volgenden inhoud werd in een looden koker aan den voet van de boom begraven Ter herinnering aan de Troons bestijging van onze geliefde Koningin WILUELMINA, HELENA, PAULINE, MARIA, is op beden don 2den Sep tember 1898 een lindeboom op de Varkenmarkt alhier geplant, in tegen woordigheid van den EdelAchtbaren Heer Burgemeester Mr. F. D. Graaf Schimmelpennick, de EdelAchtbare Heeren Wethouders en Raad der gemeente Amersfoort, en verschillende autoriteiten, door de Feestcommissie, terwijl liet Uit voerend Comité bestond uit de Heet en O. G. H. Heldring, A. II. Drijfhout van HoolT, M. van Kuijk en Jhr. Mr. B. W. Th. Sand- berg. Als een blijvende herinnering aan deze heugelijke gebeurtenis, hebben wij deze oorkonde met onze hand- teekeningen bekrachtigd, en aan den voet van dezen lindeboom neergelegd liet uitvoerend comité. Amersfoort, 2 September 1898. De planting geschiedde met een fraaien schop door den heer W. Brouwer vervaardigd en aan het sub-comité aangeboden.' De plechtigheid, die door alle autoriteiten, een aantal genoodigden en een gioote menigte werd bijge woond, werd opgeluisterd dout' bet zingen van verschillende Vader- landsebe liederen door een koor van zangers, uit alle zangvereenigingen hier ter stede, met begeleiding der stafmuziek van liet 5e Regiment Infanterie, het geheel onder leiding van Jhr. W. H J. van de Poll, wien voor zijne vele bemoeingen in deze door den lieer Celosse als Voorzitter der feestcommissie namens deze een prachtvolle krans werd aangeboden. Des middags hadden op het Kalfs- veld de aangekondigde volksspelen plaats, waarvoor zich honderden deel nemers hadden aangemeld. Als altijd trok dit volksvermaak bij uitnemend heid een groote menigte toeschouwers. Ook de Commissie met de zorg voor deze spelen belast mag met trotsch op haar zoo uitnemend geslaagden taak terugzien. Een prachtvol vuurwerk door het gemeentebestuuij aangeboden, besloot de inhuldigings feestelijkheden in onze gemeente, waarop ongetwijfeld nog jaren zal worden teruggewezen als zijnde niet enkel geslaagd door het van den aanvang tot liet einde bij uitstek fraaie weder, maar bovenal door den goeden préttigen geest die allen bezielde, de geest van eendracht en gemeenschappelijke toewijding aan de ons allen dierbare landsvrouwe Koningin Willielmina. De Koningin-moeder beeft aan den Heer Burgemeester f150.ge zonden voor de algemeene armen zij ner gemeente. Naar wij vernemen zullen de toespraken door Dr. G. J. v. d. Flier voor onze Koningin te houden in de Groote Kerk te's Giavenhage, bij ge legenheid van H. M. Verjaardag (31 Augustus) en van de «Kerkelijke Plechtigheid" na de Inhuldiging (9 September), het licht zien bij den Uitgever W. A. Beschoor te 's Gra ven hage. Door 11. M. de Koningin zijn benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassaude luit.-kolonel G. van Essen van het 5e regt. Infanterie, de luit.-kolonel J. G. van Gennep van het le regement Veld-artillerie. Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau de ritmeester N. J. Erzey, instruc teur aan de rij- en hoefsmidsschool en de heer J. H. Bosch stationchef aan het centraalstation alhier. Door den heer H. J. Bonnier

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 2