BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
Advertentiën.
De plechtige inhuldiging in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam.
Langzaam vulde het kerkgebouw
zich met een uitgelezen schare ge-
nnodigden, zoowel beneden in het
schip van de kerk als op de vele
tribunes. De directie van het geheel
was opgedragen aan kamerheeren van
H. M. de Koningin en den adjunct
intendant van het Koninklijk Paleis
Jhr. Six als ceremoniemeesters. Zij
werden bijgestaan door 24 officieren
der Amsterdamsche schutterij, 12
officieren van de Kon. Nederlandsche
Marine en 12 officieren van het Amster
damsche garnizoen, als aide-ceremo
niemeesters.
Reeds te tien uren waren de meeste
plaatsen ingenomen, met uitzondering
van die voor de Staten-Generaal en
de Hooge Collegiën van Staat. Kwartier
over tienen kwamen de Ministers en
hoofden van Ministerieele departe
menten, (de Minister De Beaufort
met de roode kommandeurs-sjerp van
het Legioen van Eer). Minister Cremer
herkenbaar aan de blauwe komman-
deurs-sjerp. Zij plaatsten zich ter
linker- en rechterzijde van den troon.
Daarna kwamen de leden van den
Raad van State en andere ïegeerings-
lichamen. Langzamerhand werden
ook de rijen der volksvertegenwoor
diging gevuld, tusschen de galarokken
werden door de aanwezigen enkele
bekende volksvertegenwoordigers her
kend. Zoo de heer Nolting in zijn
eenvoudige zwarte jas, Dr. Scliaepman
inzijn priesterlijk gewaad.Monseigneur
Evers in de kleeding der prelatuur.
Achter de ruimte, voor de Staten-
Generaal bestemd, waren de plaatsen
voor den Amsterdamsehen Gemeente
raad, de leden van de Kamer van
Koophandel, de consulaire vertegen
woordigers en andere Amsterdamsche
autoriteiten, waarbij de leden van de
Hoofdcommissie met hunne dames.
Te tien minuten vóór half elf kwam
het corps diplomatique door de deur
van den N. Z. Voorburgwal binnen
en werd door twee cerernoeiemeesters
naar de tribune geleid, welke links
van den troon voor de diplomatie
was bestemd. In het bijzonder werd
de aandacht getrokken door de ver
tegenwoordigers van China, Japan en
Perzië in hunne vreemde kleeder
drachten.
Te half elf kwam door den midden
gang de stoet van de koninklijke ver
wanten, de Groothertog van Saksen
Weimar met den Prins en de Prinses
von Wied.
Voorafgegaan door ceremoniemees
ters en adjudanten, gingen Hunne
Hoogheden naar de rechterzijde van
den troon, waar zij in de afzonder
lijke loge plaats namen, de Prinses
von Wied tusschen de beide andere
Vorsten.
Even later volgden de Indische
Vorsten met hunne geleiders: de
Sultan van Siak voorop met den
Prins van Solo aan zijn linkerzijde;
de Prinsen van Koetei achter hen.
De controleurs Van Senden en Doeff
wezen de plaatsen aan in de naaste
omgeving van den troon, voor de In
dische Vorsten bestemd.
De Griffier van de Eerste Kamer
deed hierop voorlezing van het Ko
ninklijk Besluit der Inhuldiging.
Tegen elf uur maakte het gegons,
dat de kerk vervulde, plaats voor een
indrukwekkende stilte, slechts ver
broken door de geluiden, welke van
schaamte over zijn gedrag! Hij had
zich verlaagd; hij was in de herberg
geweest en had gedronken. Gedronken
om te vergeten, gedronken om zijn
verdriet te vergetenSchaamte en be
rouw maakten zich van hem meester.
Niet drinken, maar werken wilde hij,
werken en niet rusten van den avond
tot den morgen I Hij kleedde zich
haastig aan en ging in den zaagmolen
aan het werk. Hij pakte alles aan
wat hem voor de hand lag, slingerde
zware planken op elkaar, dat de spin-
ters in het rond vlogen, sleepte boomen
naar den stroom en vergat de sluizen
open te zetten. De knechts en leer
jongens kekeD hem verbaasd aan. Signe,
die nog niet bekomen was van den
vorigen avond, naderde hem verlegen
«Gunnar, wat doe je daar?"
«Mijn werk," antwoordde hij, zonder
op te kijken.
«Je bent bleek en moe Gunnar,
och Gunnar, wat scheelt er aan Zeg
het mij
«Ieder heeft zoo zijne geheimen,
Signe, niet waar?" sprak hij op sar-
kastischen toon. «Vraag ik ooit naar
uw geheimen?"
«Neen," antwoordde zij kalm, «ik
de straat doordrongen. In plechtige
kalmte wachtte men de komst van
de Koningin-Moeder, en aller oogen
richtten zich naar de gang aan de
zijde van den Voorburgwal, vanwaar
Hare Majesteiten de kerk zou betre
den. Van buiten werd het juichen
gehoord en even later verscheen de
ceremoniemeester in den doorgang
aankondigend met luider stem:
»IIare Majesteit de Koningin-
Moeder."
Voorop gingen de beide ceremonie
meesters, de heeren mr. Westerwoudt
en Salm, officieren der schutterij, en
vervolgens de adjudanten en dignita
rissen in de elders reeds beschreven
volgorde. Langzaam schieed Hare
Majesteit naar den troon en plaatste
zich daar voor Haren zetel, terwijl
de leden van het gevolg hunne plaatsen
innamen. De Koningin-Moeder in
Haar schitterend gewaad, waarvan
de robe een paarsen glans vertoonde,
droeg een schitterenden diadeem
waarvan een fijne kanten sluier afhing,
en op de borst het Grootkruis van
den Nederlandschen Leeuw.
Intusschen was bij de verschijning
van Hare Majesteit door het orkest
het preludium aangeheven, voor deze
gelegenheid door den Heer Mengel
berg geschreven. De schoone muziek
duurde slechts weinige minuten,
waarna wederom plechtige stilte neer
daalde, in afwachting van do komst
van de Koningin.
Aan den ingang van de Nieuwe
Kerk werd de Koningin ontvangen
door de commissie uit de Staten-
Generaal en schreed langzaam naai
den troon, gaande langs de rij Am
sterdamsche schutters, welke vandaar
tot den ingang stond opgesteld.
Langzaam en statig, metde majesteit,
welke elke Harer bewegingen ken
merkte, betrad de Koningin den Troon,
terwijl de Koningin-Moeder, die
staande Hare komst had afgewacht,
met een buiging Hare Dochter be
groette.
Daarop namen beide Koninginnen
plaats op den troonzetel, terwijl het
koor het Wilhelmus aanhief.
Dit élite-koor onder leiding van
den Heer W. Mengelberg, was samen
gesteld uit de volgende bekende zange
ressen en zangers: de dames mevr.
NoordewierReddingius, mevr.Olde-
boomLulkemann, mej. Louise Mul
der, mevr. CroesSpoor, sopranen
mevrouw De HaanManifarges, mej.
Anna Blauw, mej. Z. Bakker, mej.
Gerda Reynders, mej. Jeanne Bleijen-
burg, alten de heeien J. I. Rogmans,
J. Urlus, F. Phlippeau, Jos. Tijssen,
T. B. M. Stachelhausen, tenoren Joh.
Messchart, Jos. Orelio, Anton Sister-
mans, F. II. van Duinen en Ch. E.
H. Boissevain en Joh Stoutendijk
bassen.
Organist was de heer De Pauw.
De blaasinstrumeuten bestonden uit
drie trompetten, zes horens, drie
bazuinen, een bas-tuba en pauken
bespeeld door de leden van het
orkest van het Concertgebouw.
Heerlijk klonk vooral het tweede
gedeelte:
Mijn schilt ende betrouwen
Zijt gij o God, mijn [leer;
Op U zoo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer,
Intusschen nam het schitterend ge
volg de plaatsen in om den troon,
waarbij de 4 kolonels bij het voorbij
gaan met de regimentsvaandels salu
eerden.
Heerlijk was het schouwspel, de
Koningin zittende op den Troon in
den vollen luister van Hare Waardig
heid en blijkbaar vol besef van de
grootheid van dit oogenblik.
Toen de muziek zweeg, nam de
heb ook niets voor je te verbergen."
Eensklaps herinnerde zij zich baar
belofte aan Astrid. Zij zweeg plotse
ling, werd vuurrood en liet bet hoofd
hangen. Gunnar, die baar angstig
bad aangekeken, kreunde. «Wees niet
bang, Signe," fluisterde bij, zal ik je
uitvragen
«Maar Gunnar! Wat heb je toch?"
«Ik heb dorst! Dorst naar punch
en bier. Dorst om te vergeten! Nu
weet je bet, Signe, ben je daarover
nog verwonderd? Ga op zij, laat mij
voorbij."
Machteloos liet zij hem gaan Zij
kon niet meer denken en stond voor
een raadsel. Vertwijfeld ging zij op
een steen aan den waterkant zitten
en liet haar hoofd in hare handen
rusten, zoodat de opspattende droppels
haar bevochtigden en langzaam van
bare bruine vingers naar beneden in
den stroom rolden.
Wordl vervolgd.)
Koningin te midden eenei' plechtige
stilte het woord en las met heldere
stem en met een intonatie, welke
ieder der aanwezigen het besef moest
geven, dat zij elk woord diep gevoelde,
ile volgende rede
„Mijne lieeren leden der Staten-Generaal'.
Door het afsterven van mijn onver-
geetelijken vader tot den troon ge
roepen, die ik onder het zoo wijze
en zegenrijke regentschap van mijne
innig geliefde moeder beklom, heb ik
na de voleindiging van mijn 18e levens
jaar de regeering aanvaard. Mijn pro
clamatie heeft dit aan mijn dierbaar
volk bekend gemaakt.
Thans is de ure gekomen, waarin
ik mij te midden van mijne trouwe
Staten Generaal, onder aanroeping van
God. zal verbinden aan mijn dierbaar
volk, en zoo bevestig ik heden den
hechten band, die tusschen mij en
mijn volk bestaat, en wordt de aloude
band tusschen Nederland en Oranje
opnieuw bezegeld. Het is een
schoone roeping een schoone taak.
door God mij op de schouders gelegd,
maar ik ben gelukkig en dankbaar
om over een volk te moge regeeten
als het Nederlandsche, dat. hoewel
klein in zielental, groot is in deugd
en krachtig in aard en karakter. Ik
acht het een voorrecht, dat het mijn
levenstaak en mijn plicht zal zijn, al
mijn krachten te wijden aan het welzijn
enden bloei vanhetdierbaarVaderland.
«De woorden van mijn overleden
vader maak ik tot de mijne: «Oranje
kan nooit, ja nooit genoeg doen voor
Nederland."
«Tot de vervulling mijner taak heb
ik uw hulp noodig, heeren leden van
de volksvertegenwoordiging, die gij
mij ook in ruime mate zult verleenen.
Laat ons samen arbeiden tot bloei en
tot vootspoed van het Nederlandsche
volk.
«God zegene uwen en mijnen arbeid.
Dat hij strekke tot heil van het va
derland.
Woord voor woord, schooner dan
muziek, klonk de stem van Haie
Majesteit tot elk hoekje van het ge
bouw door, terwijl zij, langzaam spie
kend en met grooten nadruk bij som
mige gedeelten Hare rede uitsprak.
Er trilde diep gevoel in Hare stem
bij de woorden gericht tot de Konink
lijke Moeder, en aangrijpend klonk
het: «Nooit, nooit, waarmede
Hare Majesteit het innig verbond
tusschen Oranje en Nederland beze
gelde.
Daarna verhief do Koningin zich
en legde met plechtigen ernst den
eed af:
Ik zweer aan het Nederlandsche
volk, dat Ik de Grondwet steeds zal
onderhouden en handhaven.
Ik zweer dat Ik de onafhankelijk
heid en het grondgebied des Rijks
met al Mijn vermogen zal verdedigen
en bewaren; dat Ik de algemeene en
bijzondere vrijheid en de rechten van
alle Mijne onderdanen zal bescher
men, en tot instandhouding en be
vordering van de algemeene en bij
zondere welvaart alle middelen zal
aanwenden, welke de wetten te Mijner
beschikking stellen, zooals een goed
Koning schuldig is te doen.
Zoo waarlijk helpe Mij God al machtig.
Onmiddellijk daarop gaven allen
uiting aan hunne geestdrift en op
hetzelfde oogenblik barstte er een
luide jubel los, gevolgd door een drie
werf herhaald «hoera
De Voorzitter der Vereenigde Zit
ting plaatste zich daarna voor den
Troon tegenover Hare Majesteit en
legde de Plechtige Verklaring af
(artikel 52 van de Grondwet):
Wij ontvangen en huldigen, in naam
van het Nederlandsche volk en krach
tens de Grondwet, U als Koningin;
wij zweren (beloven), dat wij Uwe
onschendbaarheid en de regten Uwer
Kroon zullen handhavenwij zweren
(beloven) alles te zullen doen wat
goede en getrouwe Staten-Generaal
schuldig zijn te doen.
Zoo waarlijk helpe ons God almag-
tig (dat beloven wij)!
De GrielTier van de Eerste Kamer,
Mr. Star Numan riep daarna de namen
van de leden der Staten-Generaal op
die hoofd van hoofd bij het appel
nominaal van hunne plaats opstaande
en het eedsformulier aflegden.
De Koningin volgde met groote
ernst de geheele eedsaflegging, telkens
den blik richtende op den volksver
tegenwoordiger, die het foi muiier
uitsprak.
Onmiddellijk nadat allen den eed
hadden afgelegd, zwaaide de oudste
koning van wapenen met zijn schep-
ter en riep met luider stem:
Hare Majesteit Koningin Wilhel-
min a is ingehuldigd.
Daarop riep hij driemaal «Leve
de Koningin!," welke kreet door den
anderen koning van wapenen werd
herhaald, en waarmede alle aanwezi
gen instemden in een stroom van
gejuich, dat minuten lang aanhield.
Terwijl het koor de koraal «Nu
dankt alle Goth I" aanhief stonden
de Koninginnen van Hare zetels op
en namen den terugtocht aan het
zelfde ceremonieel als bij Hare komst,
waarbij weder rnet de regiments
vaandels werd gesalueerd. Bij het
vertrek der Koningin werd Haat-
wederom een hartelijkeovatiegebracht.
Kort voor het begin der eigenlijke
plechtigheid was de hemel goedgun
stig en gulden zonnestralen verlichten
het heerlijk tafereel, de Koningin
zittende op den troon harer Vaderen,
gehuldigd door Haar Volk.
Naar wij vernemen, is bij ge
legenheid van de aanvaarding der
regeering door H. M. Koningin Wil-
helmina aan ongeveer 160 gedeti
neerden of veroordeelden kwijtschel
ding of vermindering van straf ver
leend tot een maximum van een jaar.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
Door den Inspecteur der Infan
terie is bepaald dat de Eerste luitenants
G. H. C. Cramer, P. J. A. Vintges
en A. van Lieshorst allen van het
Instructie Bataiilon aan de eerlang
te houden najaarsoefeningen op groote
schaal zullen deelnemen en daartoe
worden ingedeeld bij het 5e Regiment
infanterie alhier.
De Kolonel-Garnizoens-Com-
mandant heeft bij dagorder zijne bij
zondere tevredenheid betuigd aan de
militairen van de verschillende wapens
alhier in garnizoen voor de uitstekende
wijze waarop zij hebben gedragen
tijdens de afgeloopen feesten.
De adspirant-vaandrig D. H.
Schilling en C. F. W. de Haas van het
5e Regiment infanterie, zijn door den
Kolonel-Regiments-Comm. bevoideid
tot reserve-korporaal.
Gedurende de a.s- groote najaars
oefeningen zullen bij het 5e Regiment
infanterie worden ingedeeld de offi
cieren van gezondheid der 2e Klasse
J. A. Smits bij hot le bataljon, C.
II. ter Laag bij het 2e bataljon J.
van der Meulen bij het 3e bataillon
en D. J. E. Mac Leod bij het 4e ba
taljon.
De Sergeanten G. Kepper, J.
Peters. J. A. II. Polack A. van der
Slootcn, G. Teunissen en W. F. Tie-
man allen van het 5e Regiment in
fanterie gedetacheerd geweest bij den
Hoofdcursus te Kampen, hebben met
gunstige uitslag bet officiersexamen
afgelegd en zijn bij hun Korps terug
gekeerd, in afwachting van hunne be
noeming als zoodanig.
Aan kapitein R. J. graaf Schim-
melpenninck, van het 5e tegiment
infanterie alhier, is door H. M. de Ko
ningin-Moeder geschonken een her
innering-medaille in licht brons.
De voorzijde vertoont de naast el
kander geplaatste bustes van Hare
Majesteitende keerzijde bevat als
opschrift: Wilhelmina Koningin der
Nederlanden; Emma, Konirigin-We-
duwe-Regentes; November 1890—31
Augustus 1898. Ter herinnering."
Deze inscriptie in een lauwertak en
boven de attributen der Kroon.
De medaille is gehecht aan een
oranjelint gedeeld door een breede
streep van Nassausch blauw.
Door den majoor-commandant
der d.d. Schutterij, den heer A. M.
Tromp van Holst, is op Koninginne
dag in «De Arend" een feestmaaltijd
aangeboden aan het kader der Schut
terij.
Den gastelingen van het St.
Pieters en Bloklands-gasthuis en den
weezen van het Burgerweeshuis werd
ter gelegenheid van 18den verjaardag
van H. M. de Koningin, door iemand,
die onbekend wenscht te blijven, een
feestmaaltijd aangeboden.
358e Staats-Lotcrij.
Vijfde Klasse.
Volgende trekkingen geschieden:
14—16, 19, 21—23, 27—30 Sept, en
3—7 Oct.
De vijfde klasse bevat, behalve de
premie van f30,000 voor den laatst
uitkomenden prijs van f 1000 of hooger
en de premie van f 3000 voor het laatst
uitgetrokken lot, de navolgende prijzen:
1 van f 100,000, 1 van f50,000 1 van
f25,000, 1 van f15,000 1 van f 10.000,
1 van 5,000, 1 van f2000, 3 van
f 1500, 55 van f1000, 65 van f400,
70 van f200, 170 van f100 en 3730
van f70.
Loten zijn ten kantore van den Col
lecteur te Amersfoort (Breedestraat,
wijk E, 350) nog verkrijgbaar f3.50
per '/so.
Gevonden voorwerpen.
Aan het Bureau van Politie alhier
zijn inlichtingen te bekomen omtrent
dc volgende gevonden voorwerpen
2 brillen, ieder met doos
1 zakboekje,
1 bonte kinderboezelaar,
I wagenkleedje,
1 pakje met portret.
2 Portemonaie's mot ecnig geld,
l zilveren zakmes,
1 zilveren borloge met ketting,
Zeldzaam wedervinden.
Te Londen had dezer dagen een
zeldzaam wedervinden plaats. Twee
elegant gekleede dames wandelden
door den Hollowavstraat en kwamen
daar een onaanzienlijk restaurant
voorbij. Plotseling schoot hieruit
een haveloos gekleede, jonge man op
hen toe en eer zij het verhoeden
konden, had hij de oudste dame de
portemonnaie, die ze in de hand
hield, ontrukt en het op een loopen
gezet. Op hun hulpgeroep ijlden 3
knapen hem na en hadden hem
weldra na een woeste jacht, in een
blindloopend straatje ingehaald. Hier
smeekte de dief hem in vrijheid te
laten daar hij in wanhoop de porte
monnaie gestolen had, uit vrees van
te zullen verhongeren. Inmiddels
waren ook de dames naderbij geko
men. Plotseling viel de oudste dame
voor den jongen man op de knieën
en smeekte hem om vergiffenis; deze
smeekte haar van zijn kant hem niet
aan de politie te willen overleveren.
Wat toch was het geval?
De dame was een rijke hotelhoud
ster uit de badplaats Brighton en
had in dezen jongen man haar zoon
herkend, dien ze van diefstal verdacht
had en toen het huis uitgejaagd. Het
vermiste was echter later gevonden,
doch van haar zoon kon ze geen
spoor ontdekken, tot ze hem nu op
zoo'n zonderlinge wijze wedervond.
BURGERLIJKE STAND.
Amersfoort.
Van 25 Aug. tot en met 3 Sept. 1898.
Geboren: Jan, z. van A. te Kulve en
J. van Leijenhorst. Petrus, z. van J.
van Burgsteden en C. H. Voortman.
Jacoba Elisabeth, d. van P. Bouw en M.
van Daal. Adrianus, z. van L. A.
Lablans en A. Meerveld. Hendrikus
Johannes, z. van B. Bakker en H. Kluver.
Wilhelmina, d. van A. G. Hienekamp en
J. van Schoonhorst. Maria, d. van R.
van der Velden en A. van de Bunt.
Bernardus, z. van L. Dreuning en P.
Poort. Aart, z. van A. Kortes en W.
van Beek. Peter Johan, z. van G. ter
Beest en J. van Eldert. Gerardus, z.
van P. Mosterd en H. Kraak. Maria
Johanna, d. van A. van de Tempel en
A. G. Heijmans. Abraham, z. van J.
van Empelen en H. van Doornik.
Bernardus Antonius, z. van J. Vial en
A. Wolfswinkel. Jacob, z. van J. Bouw
meester en A. Beek. Wjjnand Cornelis,
z. van G. Vink en N. van der Wiel.
Maria Johanna, d. van J. N. van Wouden
berg en M. J. Hekkers. Willem Jozef
Cornelis, z. van P. G. Verhaart en J. M.
E. van de Wijnpersse. Hendrika, d.
van E. A. Bosch en L. Vonhof.
OndertrouwdT. Kroes en C. van
Ouwerkerk. J. van Meteren en A. M.
Ekkerlein. C. van Selm en J. de Bruin.
Getrouwd: J. Schreuder en A. A. M.
de Rooij. J. A. A. Ebbinkhuizen en
G. Düppenbecker.
Overleden: Petrus Jacobus Bosselaar,
3 m. Hendrikus van Korlaar, 3 m.
Anthonie Wijnen, 72 j. echtg. van P. de
Bie. Hendrikus van de Vis, 6 j.
Hermanus Rijnders, 12 d. Christoffel
Martinus Reinboud, 74 j. echtg. van H.
Brouwers. Neeltje van Diermen, 17 j.
Johanna Elisabeth van Appelen, 2 m.
Elisabeth Anna Geertruida ter Haar
Romeny, 18 j. Gerritje Veenendaal,
17 m. Johanna Alida van Lunsen,
52 j. echtg. van J. van Harpen. Johanna
Alfida Kortbeek, 3 m. Arnoldus Krol,
70 j. wedr. van A. Rijnders. Johannes
Hubertus van den Broek, 20 j. ongehuwd.
Maria Petronella Kok, lm. Marie
Johanna van Plateringen, 8 m. Peter
van de Kraats, 1 m.
V Ondej£iwTfw3>-v^
MACHIEL ANT0NIE RATELAAR
SARA|'I*!^igaretjja/T)E MUNK.
HuvSfiijksbyHrrdftcoig 25 Sept.
AjrERs\oRT, 1 Sept. 18g8»
*i mii^i