Nieuws- en Advertentieblad voor \o. 73. Woensdag 14 September iS"i>8. /cvcn-en-tuiiiti^ste jaargang. VERSCHfJST WOENSDAG Ei\ ZATERDAG. BUITENLAND. Bi XN E X L A NT). FEUILLETON. "HAAR EED GETR ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. A DVERTENT1ËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Een geweldige ontroering heeft in heel de beschaafde wereld de tijding veroorzaakt welke de telegraaf Zater dagavond uit Genève bracht, de tijding, dat de Keizerin van Oostenrijk door een Italiaanschen anarchist in koelen bloede werd vermoord. Deze misdaad is des te afschuwe lijker, omdat de moordenaar het doodend staal richtte tegen een vrouw, een weerlooze zwakke vrouw met grijze haren, die nooit een politieke rol heeft gespeeldeen vrouw, die zich enkel bezig hield met kunst en sport doch die slechts, omdat zij het ongeluk had de echtgenoote van een Keizer te zijn, door sluipmoordenaars hand moest vallen. Zaterdagmiddag te kwartier voor eenen had de keizerin het hotel Beau Rivage vei laten om zich naar de aanlegplaats der booten te begeven teneinde een tochtje op het meer van Genève te maken. Dij het Brunswijk- monument gekomen, drong de moor denaar tot de Keizerin door en bracht haar met een dolk een steek in de hartstreek toe en wel zoo heftig, dal zij onmiddellijk neerzeeg. Met behulp van een darne van haar gevolg en een paar voorbijgangers kon de Kei zerin zich echter nog oprichten en zich naar de voor het vertrek gereed liggende hoot begeven. Doch nauwe lijks was zij op het schip of zij zonk bewusteloos neer. Men dacht dat deze bewusteloosheid slechts een voor bijgaande onmacht was, zoodat het teeken van vertrek door den kapitein gegeven werd. Weldra echter zag men het schip stoppen en naar den aanlegsteiger terugkeeren. De Keizerin lag nog steeds bewusteloos. Op een draagbaar werd zij naar het hotel gebracht, waar zij eenige oogenblik- ken later overleed, zonder weder tot bewustzijn gekomen te zijn. De moordenaar, welke onmiddellijk na de daad bedreven te hebben op de vlucht ging, doch spoedig door twee koetsiers werd gegrepen, heet Lucchini en is te Parijs uit ltaliaan- sche ouders geboren. Eenmaal gear resteerd, ging hij gewillig mee naar het politiebureau, hij toonde zich zeer onveischillig en zong zelfs toen hij werd opgebracht. Óp het politie bureau verklaarde bij anarchist te zijn en geen middelen van bestaan te hebben. Nadat hij verklaard had geen Fransch te verstaan en eerst weigerde op de hem gesteldo vragen te antwoorden, gaf hij ten slotte toch eenige inlichtingen. Hij zeide n.l naar Genève te zijn gekomen om een hooggeplaatst persoon te vermoorden hij had echter zijn plan nog niet kunnen uitvoeren. Toen hij toevallig vernam, dat de Keizerin van Oosten rijk voorbij zou komen, had hij haar tot zijn slachtoffer gekozen. De zoo laf vermoorde Keizerin was 01 jaar oud. Zij was de oudste dochter van hertog Maximiliaan Jozeph van Beieren eri den 24 December 1837 geboren. Den 24 April 1854 huwde zij met Frans Joseph 1, Keizer van Oostenrijk. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren de kroonprins Hijdolf en de prinsessen Gisela en Valerie. Prinses Gisela huwde met prins Leopold van Beieren en Valerie met den erf hertog F rans Salvator. De Keizerin was een zeer schoone vrouw, vol majesteit. Zij vond weinig smaak in uiterlijke schittering en zij hield ook niet veel van de hofetiquette, liet grootste deel van haar leven bracht zij buitenlands doormeermalen be zocht de Keizerin ook Amsterdam, waar zij zich onder behandeling stelde van den beroemden masseur dr. Metz- ger. Dikwijls vertoefde zij op haar heerlijke villa Achilleion op het eiland Corfu in het park, waarvan zich een tempel verheft met hot standbeeld van 'naar lievelingsdichter Heinrich Heine. Zij hield zeer veel van sport en was zelf een koene paardrijdster. De rampen des levens bleven ook dezer hooggeplaatste vrouw niet ge spaard. Tot tweemalen toe werd zij in hot dierbaarste wat zij bezat ge- trollen, en wel in op 30 Jan. 1889. toen haar eenige geliefde zoon, kroon prins Rudolf op zoo geheimzinnige wijze lien dood vond, en ten tweede male op 4 Mei'1897, toen haar zuster, de hertogin van Alengon bij den ge weldigen brand in den weldadigheids- bazar te Parijs om het leven kwam. Juist in dit jaar, den 2en December a.s. zou zij het schoonste feest, dat de echtgenoote van oen vorst beieid kan worden, vieien: hel jubeleum der 50-jarige regeering van Keizer Frans Joseph, waartoe de geheele Oostenrijkse!! Hongaarsche monarchie zich eén van zin heeft voorbereid trots aife inwendige twisten en verdeeldheid. Doch in plaats van feestvreugde is er droefenis en rouw gekomen in de beide rijken en in plaats van aan den jnbeltroon des Keizers, staat het volk aan de doodsbaar van zijn Keizerin. In hofkringen te Kopenhage loopt het gerucht, dat op verlangen van den Czaar de vredes-conferentie in het begin van 1899 zal gehouden worden in de Deensche hoofdstad. Maandag heeft er wederom een ministerraad te Parijs plaats gehad, waarin enkel de zaak-Dreyfus is ter spiake gebracht. Men is echter wederom niet lot overeenstemming gekomen. Terwijl do minister van oorlog Zurlinden zich tegen de rivisie verklaarde, heeft de minister van justitie opnieuw een uitstel voor het onderzoek van het dossier, betrekking hebbend op het proces Dreyfus ver zocht. Den voigenden Zaterdag zal nu in den ministerraad een beslissing worden genomen, seint Reuter. De Courrier du Soir zegt echter dat de ministerraad zich ten gunste der revisie heeft uitgesproken en dat generaal Zurlinden na de manoeuvres zijn ontslag zal vragen. Clémenceau geeft in de Aurore als zijn meening te kennen, dat Zurlinden tegen de revisie is omdat hij de gerechtelijke gevolgen daarvan voor generaal Mer- cier en Boisdeilre vreest. Verschillende Parijsche bladen be spreken den politieken toestand en vinden dien op 't oogenblik ernstig. Als generaal Zurlinden aftreedt, zegt de Gautois, zou dit alleen reeds de verlamming van het ministerie binnen korten tijd ten gevolge hebben. Men vraagt zich af, aldus de Figaro, waarom de overtuiging van Zurlinden, dat Dreyfus schuldig is zijn, weigering van de revisie met zich zou moeten brengen, welke toch geenszins de onschuld van den beklaagde behoeft te veronderstellen. Wij zien een werkelijk onrustbarenden politieken toestand in het verschiet. Een belangrijke beslissing is in den ministerraad \an gister nog genomen. Kolonel Du Paty de Clam is n I. op voordracht van genetaal Zurlinden tengevolge van een onderzoek door den generalen staf ingesteld, naar Du Paty's handelingen in de zaak- Esterhazy, ontslagen uit zijn functie en op non-activiteit gesteld. fiat hij ontslagen is wegens de zaak-Esterhazy en niet wegens de quaestie-Dreyfus schijnt er op te duiden dat de minister van oorlog vast besloten is geen revisie toe te laten. Naar man algemeen aanneemt heeft de minister echter zijn ontslag verdaagd tot na de manoeuvres om gedurende dien lijd een crisis te ver mijden. Hij zal deze niet hijwonen, gelijk nu weer gemeld wordt, en wel om Snrrien behulpzaam te kunnen zijn bij het onderzoek van het dossier. Ingevolge nadere bevelen van den minister van oorlog zal aan de officieren van land- en zeemacht, aan de gepensioneerde officieren alsmede aan officieren der schutterij, allen met hunne gezinnen, die als toeschouwers de revue voor II M de Koningin wenschen bij te wonen, eene geschikte plaats worden aangewezen. Do bovenbedoelde plaats (links en achterwaarts van het gevolg van II M. de Koningin) zal nader op den dag der revue op het terrein worden aangewezen. Do drukte, waarop men te Am sterdam in de bakkerij gedurende de feestweek gerekend had, is geducht tegengevallen. Ons onderzoek, zoo schrijft de Bakkers-Cl., daaromtrent bracht aan het licht, dat er in de di ie eerste dagen belangrijk minder aan brood geconsumeerd is dan in de drie eerste dagen der daaraan voor afgaande week. Waaraan dit vreemde verschijnsel moet worden toegeschreven is moeilijk te zoggen. Wij voor ons mecnen, dat de Pers onwillekeurig door haar be richten over doodkisten, brandcards, ziekenverpleegsters, eerste hulp bij ongelukken enz., do Amstei damsche burgerij een zeer slechten dienst heeft bewezen. Angst en schrik waren hiervan bij de provincialen zoozeer het gevolg, dat het als een gevaarvolle onder neming werd aangemerkt, de feesten te Amsterdam te gaan bijwonen Bovendien was het publiek, dat des ondanks toch hiertoe overging, zoo voorzichtig, ten minste niet ongepro- viandeerÜ »die plaats van gebrek en duurte" te gaan bezoeken. De weinige menschen, die door de veie extratreinen werden aangebracht, waren allen behoorlijk uitgerust met trommels, manden en karbiezen. Ter gelegenheid der groote mili taire revue zal op Woensdag 21 dezer door de S.S. Mij. voor een extra reis gelegenheid worden gezorgd naar Wolfhezen of Ede van de stations 6) «Yam hem? Yan wien?" vroeg het meisje verder. «Yan hem die mij vertelde dat de schoone Signe in het bosch" «Gunnar I" De jonge man sprong op en rende als waanzinnig de deur uit. Signe en Margit volgden hem. Er woedde nu een hevige storm daarbuiten. Het geloei van den wind overstemde Signe's stem die angstig riep: «Gunnar, Gun nar 1" Margit volgde haar, terwijl zij voortsnelde, uit vrees van haar goud stuk te zullen verliezen Eindelijk haalden zij Gunnar in, die eensklaps bij den stroom was blijven staan. «Blijf!" hijgde Signe, «blijf, vertel mij alles 1" «Het goud!" riep hij, «weg ermee hij heeft mij mijn Signe ontnomen en mij goud gegeven «Wie? Gunnar!" «Op dien morgen toen hij zeide Met een gebaar van afschuw slin gerde Signe het goudstuk in de schui mende golven en Gunnar schreeuwde het uit: «In de bruisende golven van den Hönefoss zoo was het immers?" «Gunnar", snikte Signe, «je droomt! Yan wien spreekt je toch?" Voor Margit's oogen danste alles in een kring rond. Het maanlicht bescheen spookachtig den waterval. Zij stak hare handen naar de opspat tende droppels uit en weende: «Mijn goudstukIk zie het schitteren in de bruisende golven van den Hönefoss DERDE HOOFDSTUK. Signe was algemeen voor dood ver klaard Als de tijger op zijn buit, zoo stort een afgunstige menigte zich op haar, wier leven tot heden zonder vlek is geweest en wie de omstandigheden plotseling tegenwerktendie de zwakken met geen blik verwaardigde en nu moet dulden, dat hardhandige vuisten haar aanraken en booze woor den over haar gesproken worden. Signe, de bruid van den dronkaard Men veroordeelde niet hem, maar haar Slechts eene was er die zweeg, als de vrouwen bij het netten boeten en de jonge mannen in de Nordstjernen lasterden en scholden. Eene was er, die den schijn aannam niet op de ge sprekken te letten en zwijgend op de bank zat en met den band van haar l boezelaar speelde, dien zij langzaam oprolde en weer uit elkaar liet allen j Margit. Haar oogen zochten onophou delijk den bodem, er vertoonde zich voortdurend een glimlach op haar sluw, dom gelaatde glimlach van den boosaardigen,onverbreeklij ken haat die meent volle recht van bestaan te hebben en die van dag tot dag he viger wordt en zwelt als een giftige slang. Ja, zij zweeg maar altijd. Zij ging ook niet naar Signe, en eischte haar geld terug, zij ging ook niet naar Gunnar. Zij wachtte het uur der wrake af. «Het slechte jaargetijde" had zijn intocht gehouden in de schoone land streek Ringerikevochtigheid steeg op uit de kloven en stroomde neder van de rotsen, vormde beken en ver- eenigde zich met den stroom, die zich naar het dal spoedde. Als een grauwe, dichte sluier lag de regen op de stad en het zwoegende volk, dat nergens anders aan dacht dau aan hout en vischvangst en wiens hoogte wensch een eigen hut aan het Tyrif) ord was. Alles bereidde zich op den winter voor. De ouden van dagen gingen, zooals zij van hun jeugd af aan gewend waren, zwijgend hun gang en als zij elkaar op den leemachtigen natteu, straatweg onder j den donkeren dreigenden hemel ont- moetten, zoo wisselden zij geen ande ren groet dau een zweepslag en een eentonig: «GoedeD dag! Het slechte jaargetijde nadert." De vrouwen en de meisjes breiden grove, wollen handschoenen voor de mannen, die in den winter hun brood trachtten te verdienen in de verafge legen hoofdstad of mijlen ver in den omtrek houtsnijwerk verkochten. Zij breiden bij het schijnsel van een traanlamp en als zij een steek lieten vallen, wreven zij hare tranende oogen uit en bukten zich dieper over hun werk: «O God, ja, ja!" Zij klaagden niet zij moesten ten einde brengen, wat zij begonnen waren. En toch was het geen plichts gevoel wat haar bezielde, maar enkel instinkt, dat ook het trekdier drijft met zijn last onder het zware juk zich langzaam verder te sleepen langs steenachtige wegen, door moerassen. Altijd verder «Alles is bestemming," zeggen de noorsche boeren. «Het is bestemming, dat mijn goud gewroken wordt," zeide Margit en dit maakte, dat zij haar tijd om zich te wreken kon afwachten met onheilspellende kalmte, met de monisch geduld. Zij diende in den herberg met vele knechts en meiden tezamende waard zelf was vroeger knecht geweest en dit eigenlijk ook gebleven. Hij liet zijn onderhoorigen allen met elkaar op den hooizolder slapen, daar hielden zij ook hnnne maaltijden en kauwden tabak. De brandewijnlucht bleef onder de lage balken haugeude walm werd vau dag tot dag dichter, afschuwe lijker, bedwelmender. Hoe is het moge lijk, dat menschen het in zulk een atmosfeer kunnen uithouden Zij ver- 1 stompen en worden aan dieren gelijk. Gunnar Larsen zag den afgrond niet, die aau zijne voeten gaapte, hij zag niet, dat Margit's groene oogen hem naar dien afgrond dreven. Hij was nu reeds zoover, dat hij er een eed op had willen doen, dat Signe

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1