BINNEN LAND. GEMENGD NIEUWS. de plaats des onheils voerend. Eeriige studenten, die toevallig in derr ~trëin zaten, bielpen ijverig de de gewonden verbinden. De lijken, waarvan de meesten onherkenbaar verminkt waren, werden naar het dorp Vorst gedragen. Tegen drie uur arriveerde het parket van Brussel dat zich met de doktoren naar het kerkhof, waar de lijken voorloopig waren neergelegd begaf, om de indentiteit vast te stel len. De menschen drongen zich tegen het hek van het kerkhof aan, som migen in doffe berusting wachtend tot zij misschien zouden worden op geroepen om hun bloedverwanten te herkennen, anderen handenwringend en wanhoopskreten slakend. De scènes, die bij de herkenning op het kerkhof zijn afgespeeld, zijn hartverscheurend. Een twintigtal lijken zijn herkend, doch het geheele aantal bedraagt waarschijnlijk wel dertig. Hel Laatste Nieuws spreekt van 72 dooden, doch dit is blijkbaar overdreven Voor zoover bekend, zijn er geen Hollanders bij. De oorzaak van de ramp is nog nief"bekend. Wel was er een dikke mist, doch hoe het kwam dat beide treinen zich voor het station Vorst op dezelfde lijn bevonden, zal het onderzoek zeker wel spoedig uitmaken Tot heden heeft men als de slacht offers der katastrophe drieëntwintig dooden en tachtig gewonden, onder de laatsten nog een dertigtal zwaar gewonden, geteld. Het Journal de Bruxelles merkt op, dat het zeer moeilijk is een slotcijfer vast te stel len. Van de dooden stammen er 15 uit Ruysbroek, vier uit Enghien, de overigen uit Brussel en andere Bel gische plaatsen. Het waren grooten- deels jongelieden in den ouderdom van 15 tot 21 jaren. De reizigers van den sneltrein zijn het meest door den tegenwoordigheid van geest van den machinist gered. Toen de machine van den sneltrein slechts nog op enkele meters afstand van den in het station van Forest staanden perso nentrein verwijderd was, zette de machinist met zooveel kracht de Wes- tinghouse-rem in werking, dat daar door de machine en tender van de personenwagens losgereten weiden en zoo alleen op den personentrein in reden. Een onderzoek heeft vastgesteld, dat de uit Quévrain komende snel trein door een ongeval in de tunnel van Giamont met 25 minuten ver traging in Forest aankwam, en dat de machinist wegens den dikken nevel de signalen niet bemerkt had. De machinist en de stoker, die op het oogenblik van den aanvang der kate- strophe, nadat de rem in wei king was gesteld, van de machine afge sprongen waren, beweerden voor den politiecommissaris, belast met bet onderzoek in deze zaak, dat de signalen waren open geweest; de stationsbe ambten daarentegen verklaarden, dat de machinist en stoker zich vergisten. De mist was overigens zoo dicht, dat men hoogstens vijf meter voor zich uit kon zien. Zoo hevig was de botsing, dat van de locomotief der sneltrein oogenbhkkelijk de schoor steen afgesneden werd. Zij drong daarop in den laatsten, door geen goederenwagen gedekten, en tot den achtersten bank met reizigers opge- propten wagen, verpletterde hem vol komen en boorde zich ook nog in den volgenden wagen, welksinzittenden door de voorste raderen der locomotief vergruizeld werden. Onder de loco motief lagen groepsgewijze de schrik kelijk verminkte lijken. Onder hen vond men, geheel ongedeerd de onder wijzeres van Hal, nadat zij drie uren onder de dooden gelegen had. Om de lijken te kunnen wegnemen, moes ten de puinhoopen der wagens over hen heen weggetrokken worden, ten gevolge waarvan de lijken nog meer verminkt werden. Verscheidene toe schouwers vielen in onmacht. Van een vrouw moest, om haar onder een rad der locomotief te kunnen vandaan halen, een been afgezaagd worden, zij stierf een uur later. Verscheidene gewonden, wien niet spoedig genoeg hulp verleend kon worden, smeekten onder de puinhoopen, ze te dooden. Het grootste aantal slachtoffers bestaat uit beambten, arbeiders en scholieren, die geregeld eiken dag naar Brussel reisden. Verblijdend getuigenis. In het Friesch Volksblad komt de heer R. van Zinderen Bakker krachtig op tegen de bestrijding, dat de werk verschalling in Friesland van socia listische zijde ondervindt. Hij acht die bestrijding een schan delijke miskenning van weldaden aan verschoppelingen" bewezen. Voor enkele jaren nog arme ver schoppelingen, waarvan sommigen de eene helft van het jaar met wat te werken en de andere helft met bedelen of bedeeld te worden, het meest ellendige proletariërsleven leidden, dat denkbaar is, zijn zij nu kleine boertjes, wonende in een ruim en net huis, bij dat huis van 1 tot 4 H.A. best doorwerkten en best bemesten grond, opstal van 2 tot 4 koeien, verder schapen, varkens, kippen enz, de schuur vol hooi en in den kelder proviand voor den geheelen winter." Geen wonder dan ook, dat de heer Van Zinderen uitroept: «Wat pessimist moet men toch wezen, als men nurks genoeg is om in zulk werk iets strijdigs met socia listen te zien, of wat soort socialisme huldigt men toch, als men de bewer kers van zooveel goeds durft schelden voor «uitzuigers" Atjeh. De correspondent van het llbl. seinde uit Batavia De waarschijnlijkheid dat Toekoe Oemar dood is, word grooter. De troepen achtervolgen zijn benden. De kloof van Tamseh wordt dooi de voornaamste hoofden bezet ge houden en is versterkt. De troepen maken zich gereed tot den aanval. Een beslissend gevecht wordt spoedig verwacht. PLAATSELIJKE BERICHTEN. Zondagmiddag werd op het sportterrein aan den Leusderweg een voetbalwedstrijd gehouden tusschen «Quick" van Amersfoort en «Neptunus" uit Rotterdam. De Rotterdammers slaagden erin, door de mindere oplettendheid van den doel verdediger, voor de rust eenmaal te scoren, waartegenover «Quick" geen enkel punt kon stellen. Na de rust echter joeg «Quick" den bal viermaal door het vijandelijk doel, zoodat zij een welverdiende overwin ning behaalde, met 41 goal. Door deze overwinning heeft «Quick" die tevens haar laatste competitip- match in dit seizoen speelde, zich verzekerd van de tweede plaats in de competitie. Ter Donderdagavond te 8 uur in «Amicitia" te honden Nuts-vergade- ring met dames zal als spreker optreden prof. dr Jan ten Brink, hoogleeraar te loeiden, die als onderwerp heeft gekozenTolstoi Er is ditmaal geen andere introductie toegelaten dan die volgens hot Huis houdelijk reglement. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het Postkantoor in de 2e helft van Januari 1809. MartensHamersveld Briefkaart. P. BakkerAmsterdam Eiken bezoeker van Chicago kan worden aangeraden onder meer een be roek te. brengen aan de board ol trade," waarin de graanbeurs is gevestigd In gepn ander gedeelte der reuzenstad en wellicht van het geheele land leert men den hartstocht der speculatie beter kennen dan hier. Boven van de galerijen mag men neerzien op die massa luid roeppnde en druk gesticuleerende menschen, die in dit énorme gebouw door elkander wriemelen. Eene introductie van een lid der beurs verschaft u toegang tot het heiligdom zelf. maar men loopt met meer gerustheid en gemak door de straten van Amsterdam tijdens de kroningsfeesten dan hier van het eene einde der beurs naar het andere. Er lieerscht een voort durend en onafgebroken geraas, dat men eerst niet weet vanwaar het komt, en dat bij tusschenpoozen tot zulk een ver vaarlijke hoogte stygt, dat gij op alles voorbereid zijt. Overal is beweging en agitatie, maar de drukte concentreert zich overweldigend in 3 of meer cirkels, die „pets" genoemd worden. In deze pets «orden alle zaken afgesloten en zij zjjn de bronnen van het geweldige ru moer, dat de lucht vervult. Van de galerijen op zoo'n groep neer ziende, bespeurt men niets dan tegen elkaar gedrongen hoeden en krampach tig op en-neer gaande handenen vingers; want daar de menschelyke stem niet altijd (en geen wonder) door al dat lawaai kan heendringen, zoo hebben de Chicago beursmannen een compleet stelsel van vingersignalen uitgedacht, waardoor zij elkander verwonderlijk goed verstaan. Rechts van -derr ingang zitten 120 tele grafisten elk met een toestel voor zich, die het opschrift dragen van de stad in de Verepnigde Staten, waarmede zij in verbinding staan, en het is een gedraaf van loopjongens tusschen de pets en de telegrafisten en omgekeerd, dat men er van duizelt. Hoog boven den „pet" uit. zetelt de reporter, die elke verandering van koers seint naar een naburige, groote zaal. Deze zaal is ingericht als theater ot als eene collegdzaal. Op eene verhevenheid staat een groot bord niPt een ladder, daarvóór pen tafel met telegraaftoestel. Tusschen beiden in beweegt zich een mannetje, dat met groote snelheid de ladder op en neer vliegt en de noteeringen neerschrijft, die de reporter hem overseint. Om hem heen zitten in breede rijen, loco speculanten, die geen lid zijn der beurs en dus geen zaken kunnen doen, en die het gunstige oogenblik afwachten om een boodschapper naar hun commissionair op de beurs te zenden, teneinde te koopen of te ver koopen. Aan de wanden hangen kaarten, vermeldende de laatst ingekomen koersen van New York, Liverpool, Parijs, enz., de voorraden, de afleveringen, de oogst berichten enz al welke gegevens door een aantal mannetjes telkens verbeterd en aangevuld worden. Omtrent den diefstal in het kan toor van den notaris Giften te Wolvega (Fr) wordt nog het volgende gemeld: De heer Yan Giffen sluit 's avonds geregeld zijn slaapkamer af, 's morgens vond hij haar echter van buiten gesloten, zoodat liet zoo goed als zeker is, dat de diet of dievegge zich op de slaapkamer van den heer Van Giffen heeft laten in sluiten. De broek waarin do sleutel van de brandkast zich bevond, werd van de slaapkamer vermist. Ook werden de deuren der slaapkamers van het dienst personeel afgesloten, zoodat men by den diefstal geen stoornis had te duchten. Uit de brandkast werd vermist eene som van f 402, aan klein bankpapier en con tanten, een stapeltje grooter bankpapier en effecten werden onaangeroerd gelaten, zoodat dc schade voor den heer Van Giffen veel grooter had kunnen zijn. Natuurlijk begon de politie dadelijk haar onderzoek. Dat de dader of daders goed bekend moeten geweest zijn met de in richting der woning, met de gewoonte van den heer v. G. en die van zijn per soneel, blykt duidelijk uit de wijze, waarop het feit is gepleegd. Verdacht wordt eene vrouw, die vr.ie ger als dienstmeid bij den heer Van G inwoonde, eenp oude bekende van de justitie. Het is gebleken dat deze vrouw, thans gehuwd, 's avonds te Peperga is gezien, terwijl tevens geconstateerd moet kunnen worden, dat zij des nachts in de echte lijke woning is teruggekeerd. Zij is reeds door de politie gehoord en gaf nu en dan verklaringen, die by onderzoek bleken met de feiten in tegenspraak te zijn. Een later bericht nu-ldt dat Bontje A. van Oldetryne vroegere dienstbode by den Heer Van G. voor den rechter commissaris heeft bekend den diefstal alleer. te hebben bedreven, waarom haar man weer op vrye voeten is gelaten. Deze kon zyn alibe bewyzen; hy had den nacht van Maandag op Dinsdag by zyne ouders doorgebracht en wist van geheele zaak niets af. Indertijd deed de man aangifte van diefstal van geld te zynen nadeele, en by onderzoek bleek toen, dat zyne vrouw ook hier de daderes geweest was. De vrouw is 2ii jaar oud, en beweert het gestolen bankpapier ver brand te hebben. De pryzen uitgeloofd bij KOSTElt's Humoristische Scheurkalender 1899, waarvan de Toewijzing ten overstaan van Notarissen Broens Van Olst heeft plaats gehad, zijn ten deel gevallen aan de hieronder vermelde aandeelen. Serie K No. 93 het stel Tafelzilver, bestaanden uit 12 paar Zilveren Vorken en Lepels. Serie K No. 832 Serie H H No 961 Serie A A No G .3 Serie G No. 271 Serie U No 643 Elk een paar Diamanten Oorknoppen in Goud gevat. Serie N N No. 801 Serie A A No. 281 Serie G- No. 879 Serie M M No. 71 Serie D D D No. 750 Elk een Gouden Dames-Remontoirhorloge. Serie W No 130 Serie L No. 832 Serie Q Q Q No. 537 Serie V V No. 802 Serie L L L No 547. Elk een Gouden Heeren Remontoirhorloge. Serie S No. 781 Serie U No. 585 Elk een Gouden Bracelet. Serie H No. 237. Een étui met 12 Zilveren Thee lepeltjes, Serie B No. 622. Een paai Zilveren Groentelepels. Serie Q Q Q No. 396 Serie Z Z No. 66 Serie III No. 454 Serie S No. 768 Serie Q Q Q.No. 581. Elk 1 prachtige Richters Steenbouwdoos, inhoudende 499 Anker- bouwsteenen, groot kaliber. Iemand in Den Haag was wegens de een of andere overtreding veroordeeld tot 3 gulden boete, bij wanbetaling te vervangen door twee dagen hechtenis. De man kreeg per briel kaart de aan zegging tot betaling. .Juist was de zwager van den veroordeelde bij hem thuis en toen deze dc briefbaart zag, bood hy aan voor de helft van den prijs, f 1,50, voor zyn familielid te gaan „zitten", om zoodoende iets te verdienen. Hoewel de veroordeelde hier niet op inging, nam de man die met „zitten" aan de kost wilde komen, de briefkaart mede en meldde zich aan in het Huis van bewaring, waar hy werd opgenomen. Den volgenden ochtend werd evenwel de bedriegerij ontdekt en nu is tegen den man, die op naam vau een ander de hechtenisstraf had willen ondergaan, procesverbaal opgemaakt. De sneeuwstorm blizzard, zeggen de Amerikanen heeft te New-York gioote schade aangericht, die in de miljoenen moet loopen. In jaren is New-York niet door zulk een ramp geteisterd. Alle verkeer stond zoo goed als stil, op de trottoirs lag 16 duim sneeuw, terwijl de stormwind alles met zijn ijzigen adem verstijvend, door de straten gierde Talrijke arme drommels zijn doodgevroren; eer gister, zegt een der bladen, lag het lijkenhuis vol met nog niet herkende lichamen van ongelukkigen die bij dozijnen dood van de straat werden opgeraapt. Ook de reizigers hadden het zwaar te verantwoorden. Een trein van den Grand Gentral b v. is gedurende 15 uren ingesneeuw goweest. Maandag nacht waren de wind en de koude het hevigst, hetgeen dan ook tenge volge had dat velen dood vroren. De ellende, die de armen doorstaan hebben, rnoet verschrikkelijk zijn. Zeker 100,000 had<len aan alles gebrek, want de gewone treinen met melk en goedkoopo levensmiddelen waren niet aangekomen, en de prijs van alle levensmiddelen, en ook van de steen kolen, was plotseling gestegen. De gouverneur van New-York heeft openbare gebouwen voor de dakloozen opengesteld, en ook de politiebureaux verschaffen aan velen onderkomen. James Keene en andere groote beurs mannen brachten op èeu dag 10,000 dollars bijeen, die zij aan de Herald Ier onmiddellijke verdeeling gaven; Richard Croker gaf 5000 dollars Tain- many Hall 10,000, dollars enz. Philadelphia, Boston en Washington waren gistor nog behalve door telefoon en telegraaf, van alle verkeer met New-York afgesneden, Gelukkig is het weer thans zachter. Van Christiania komt het be richt, dat de influenza toeneemt en zelfs in een doodelijken vorm. In de afgeloopen week kwamen 2342 ziekte- gevallen en 148 sterfgevallen voor. In Stockholm waren alleen in de iaatste week 3194 personen aan in fluenza ziek geworden, waaronder 229 sterfgevallen. Bij de politie te Rotterdam is de aanhouding verzocht van den 30 jarigen kantoorbediende J. II. v. .1. uit Amsterdam, verdacht van diefstal van f24.000 aan papieren geld, waarvan de nummers onbekend zyn. Hy is gekleed met bruine demisaison, zwarte pantalon en dito gleuf- hoed, staanden boord met lange das. Hy heeft een dikken blonden doch niet langen knevel, is bleek met ingevallen wangen, en van gewone lengte. Te Oostendam (Ridderkerk) is het getal van lien, die zich niet kunnen neer leggen by het door dc justitie toch zoo nauwkeurig en breed opgevatte onderzoek naar den op zoo raadselachtige wyze verdwenen L. S. v. d. Greeds tot ongeveer dertig aangegroeid. Hun verzoek aan den Officier van Justitie, om onder toezicht van de Rijks politie en voor eigen rpkening te doen dreggen en graven op door hen aan te wyzen plaatsen, is onmiddellijk toegestaan. Met klimmende belangstelling wordt het opsporingsonderzoek dagelijks voort gezet. wien ik m'n whiskey neem. Hij heeft een zaak binnen een paar jaar is de kerel millionair. Maar ze wil niet die steenkarper! Is dat niet om dol te worden? En waarom wil ze niet?» «Omdat zij een goed oogje op een ander heeft,» antwoordde ik lachend. »Op een ander?! op een arme duivel, die niet eens genoeg voor zichzelf heeft, op een havenwerkerJe hebt goed lachen. Maar men dient toch ook wat te hebben om op z'n ouden dag onder dak te komen, als 't met 't schieten niet meer gaat. Met de beide anderen, ik heb er, behalve Loo en Mary, nog een Bessy die met een vischhandelaar Mr. Cace, is gehuwd is niet veel aan te vangen, dat verdoemde Indiaansche bloed komt bij haar weêr boven maar op Loo had ik m'n hoop gebouwd 't is toch inderdaad een goeie zielMaar als ze met dien jongen trouwt, ken ik haar niet meer!» Ik walde hem juist antwoorden, om hem wat ter neer te zetten, toen boven ons de stemmen van een man en van Mary vernomen werden. «Charley m'n knecht,» zeide de oude knorrig. Ik kan liet niet meer alleen af; de jicht zit door al mijn leden, en de vraag naar wild wordt dagelijks grooter. Men moet met z'n tijd meegaan, 't Is een flink schutter.» Charley kwam naar beneden, ik zag duidelijk, dat hij Mary op de donkere trap een kus gaf, en dacht daar het mijne van. Zijn linker oog was door het aanhoudend mikken bepaald kleiner geworden, en dit gaf aan zijn gelaat een uitdrukking van sluwheid. Hij keek me wantrouwend aan, gaf Snel, die hem de tanden liet zien, wat me, als tegen een huisgenoot, opviel, een schop, wierp een hoop eenden in den hoek, en liep naar het whiskey vat. Af gaande op z'n barsch, aanmatigend gedrag, zou men alles, behalve een knecht, in hem gezien hebben. Mary gaf zich niet de minste moeite, om voor den ouden man en voor mij de ver houding te verbergen, waarin zij blijkbaar tot Charley stond. John was naar 't mij voorkwam er zichtbaar verlegen mee, maar waagde het niet tusschenbeide te komen. Loo was de dienstmeid, zelfs Charley, de knecht behandelde haar als zoodanig. Dit ergerde me, en ik maakte haar een weinig het hof. Toen Mary en Charley dat bemerkten, stootten zij elkander aan en haalden medelijdend de schouders op, maar Loo lachte, zong en zorgde voor alles. De liefde voor haar Harry vervulde haar geheel. Ik was toen nog een vijftien jaar jonger en ongehuwd; bij God ik was jaloersch op den kerel. Ik sliep slecht op m'n rietbed. Loo sliep slechts door een planken schot van me gescheiden; ik hoorde haar ademhalen 't is kinderachtig, maar 't is eenmaal niet anders; ik sleet m'n jeugd op het meer, dfidr was geen' sprake van liefde en vrouwen, en hoe later die zaken aan de orde komen, hoe gekker. Daarentegen hoorde ik aan de andere zijde een aanhoudend, ondragelijk ge fluister, dat m'n bloed aan het koken bracht van Mary en Charley natuurlijk! Had de oude geene oogen, of wilde hij niet zien? Nu het ging me niet aan, maar die Charley be viel me volstrekt niet. Den volgenden morgen, zoodra de dag aan den hemel kwam, boeg seerde de oude ons zonder eenig bezwaar in diep water. Loo wierp mij, bij het afscheid nemen, een schalkschen blik toe, en drukte mij hartelijk de hand; een oogenblik dacht ik werkelijk den gehaten mededinger van de baan geknik kerd te hebben. »Kaptein op de »Elize" dat zal den doorslag gegeven hebben," dacht ik. Reeds stond ik op het punt de eene of andere dwaasheid te zeggen, toen zij met hare kleine, bruine vingers mijn vuist toedrukte; ik voelde, dat zij er iets in achterliet. Het bloed steeg mij naar het hoofd; de heele »Elize" draaide met mij in de rondte. Het was een brief Loo was me vóór geweest. Ik viel den verbaasden oude om den hals, kuste hem en beloofde hem spoedig terug te komen. Gij kunt u voorstellen, dat ik, zoodra de canot uit het gezicht was, den brief voor den dag haalde. Wat stond er op? «Aan den Heer Harry Kellog Waterleiding-Maat schappij Chicago." Dat was bitter, zeer bitterreeds maakte ik een' beweging om het vod in het meer te werpen, toen ik om mezelven lachte en den brief in mijn zak stak. Den volgenden dag was hij in het bezit van Harry Kellog: ik overhandigde hem persoonlijk. Die man had ten minste een eerlijk gezicht dat ver heugde mij. Op deze wijze leerde ik John kennen. Dikwijls kwam ik na dien tijd weder in zijn' nabuurschap en hoorde zijn geweer knallen, maar ik zocht hem niet op, noch betrad zijn' hulk: Loo weerhield mij. Zoo ongeveer een jaar later slenterde ik op zekeren dag langs de haven en keek naar den arbeid aan de nieuwe waterleiding; het was juist schafttijd. De vrouwen der arbeiders brachten hun het middagetenop eiken paal zat een werkman en at in gezelschap van zijn' vrouw, die wachtte. Daar viel mijn oog op een man, in wien ik onmiddellijk Harry Kellog herkende, naast hem, met den rug naar mij toegekeerd, stond één vrouw. Beiden schonken al hunne aandacht aan een dampenden schotel spijs. Ik nam een Hinken zwaai, en slen terde met een onverschillig gezicht langs hen. Het was Loo. Zij herkende mij nietdat speet mij. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 2