GEMENGD NIEUWS.
Advertentiën.
Men waagt
Gevraagd
f91,527; W. Timmnr, te Apeldoorn,
f89,710; G. J. van Vlooten, te Utrecht,
f88,395; W. Westerhof, te Weesp,
f88,184; A. H. Noorman, te Zwolle,
f86.660; M. Wardenier Jz., te Arn
hem, f85,685; J. J. Duim, te Gouda,
f82,438; J. Romkes Zijlstra, te Hil
versum, f82,215; C. Verburg, te
Nijmegen, f80,600; N. M. Bolle, te
Zwolle, f80,400; F. Herder, te Zwolle,
f79,678; J. H. Weermeijer en H.
Westenberg, te Ahneloo, f79,329;
Chr. Eckhardt, te Almeloo, f78.787;
A. van Genderen, te Nijmegen, f78,900;
B. de Bruin, te Weesp, f 78.600
W. A. Verbrugge, te Waddingsveen,
f77,800; H. Timmer, te Meppel
f65,780.
De laatste inschrijver verzocht,
buiten aanmerking te blijven, wijl
hem is gebleken, dat hij zich verre
kend heeft.
De gunning is in beraad gehouden.
Heden avond 6 uur zal de gods
dienstoefening niet door Ds. ter Haar
Romeny, maar door Ds. Graswinckel
geleid worden.
Op de Kunstavond ten voor-
deele der Vereeniging «Liefdadig
heid" zal onderstaand programma
worden uitgevoerd.
1. Sonate für Pianoforte und
iVioline op: 13 Edvart Grieg.
I Lento doloroso-Allegro
J vivace. II Allegretto tran-
quillo. III Allegroanimato.
(a.DiepelgrimrneaufMecca. Glück.
2. (b. Schaflted. Moskowski.
(c. Pensée d' automne Massenet.
Liederen.
0 (a. »Een Roepstem." Dr. de Jonge.
(b. »Het geschenk." v. Löveling.
Voordracht.
(a. »ThaIs" Meditation Massenet.
(b. Berceuse de Jocelyn Benjamin Godard.
pour Violon et Piano.
5. Rondo für 2 Piano's op 73 Chopin.
6. Andante con bariazioni aus
Sonate IX op: 47 (Kreutzer)
für Pianoforte und Violine. L. van Beethoven,
7. «de werkstaking" F. Coppée.
Voordracht.
q (a. >Chanson d'amour" J. Hollman.
(b. Paris Angelicus. César Franck.
Zang, viool en piano.
Door den politieagent J. H. Mul
der is als zoodanig met ingang van
1 Maart eervol ontslag aangevraagd
De heer G. Muys alhier ver
wierf op de 5e Internationale ten
toonstellingder «Twentsche Pluimvee-
Club" in het laatst der vorige week
te Enschede gehouden, met 25 inzen
dingen hoenders 25 prijzen.
Bunschoten'. Eenige leden van de
Gereformeerde gemeente alhier hebben
sedert eenigen tijd pogingen in 't werk
gesteld tot het verkrijgen van een
orgel in hel kerkgebouw hunner ge
meente. Wel is het ingezamelde
bedrag nog niet voldoende, doch alle
hoop is er, dat hun wensch spoedig
zal bereikt worden.
Leusden In deze gemeente heeft
zich een geval van miltvuur voor
gedaan.
Te Hooge Mierde (N. Br is, waar
schijnlijk uit wraak, de waterput van
den landbouwer C. W. vergiftigd. Een
tn de nabijheid van dezen put gevonden
kruikje met verdacht vocht is tot onder
zoek naar Utrecht opgezonden.
De politie doet ijverig onderzoek.
Maandag werd te Dieren door
eenige arbeiders bij het lossen van een
waggon steenkolen, in de kolen, zuoals
later bleek, een dyainietpatroon met lont
gevonden. Men beproetdc het onbekende
voorwerp te openen, en de arbeider H.
Ellens wierp het ten slotte bij zijne
moeder op een kast, vanwaar het Woens
dagavond weder te voorschijn werd ge
haald. Ellens ging er toen met een
stopnaald in roeren, met het gevolg dat
de patroon ontplofte en Ellens, die ge
huwd is en kinderen heeft, twee vingers
en de duim van de linkerhand werden
verbrijzeld, terwijl de arbeider J. Pieper,
een wond in het aangezicht bekwam.
Judels, die de volgende maand
83 wordt liep de vorige week kaars
recht en keurig gekleed in de Kal-
verslraat te wandelen.
Een dame met eon paar dochtertjes
passeeren hem en de moeder zegt
terwijl Judels op hun hoogte is: »Kijk,
kinderen, daar heb je nu den ouwen
"heer Judels."
Judels die dit hoort, dopt heel be
leefd zooals hij dat kan en zegt
Pardon mevrouw, u zult mijn
ouden heer bedoelen
De dame krijgt een blosje, ziet den
jeugdigen grijsaard aan en antwoordt:
»Pardon meneer, neemt u me niet
kwalijk
Judels steekt zijn rechterhand tus-
schen zijn borst en in een Napoleons
houding stapt hij verder.
Weerspoorspelling.
Volgens volksgeloof in de Betuwe
is 24 Februari, St. Matthijs, een
kritieke dag; volgens een volksliedje
valt na een strengen voorwinter op
dien datum de dooi inis daaren
tegen de nawinter zacht geweest,
dan begint het dien dag te vriezen.
Volgens deze laatste voorspelling
zouden wij dus nog heel wat vorst
te verwachten hebben. Het is echter
niet te hopen dat het gaat als in
1667, in welk jaar het volgende
rijmpje werd geboren
Op Sinte Matthijs
Was er geen ijs,
Maar op den achtsten Maart
Reed men met sleê en paard
Over de Dordtsche Waard.
Baron de Reuter.
Zaterdag is te Nizza overleden
Baron Paul Julius de Reuter, stichter
van het bekend telegraphisch agent
schap.
Baron de Reuter werd 21 Juli
1821 te Kassei geboren, was eerst
bankiersknecht, daarna boekhande-
laarsbediende. In 1849 stichtte hij
te Parijs een correspondentiebureau
Toen de telegraaflijn AkenBerlijn
voor het publiek werd geopend, ging
Reuter naar Aken, waar hij een tele
grafisch correspondentie-bureau op-
-iclitte, waarop de groote couranten
en bankiers geabonneerd waren. Hij
stichtte tegelijkertijd een postduiven-
dienst lusschen Aken en Brussel,
waardoor hij berichten uit Parijs en
Londen, spoediger dan per post ont
ving.
Zijn bureau werd later verplaatst
naar Verviers en 1851 naar Londen,
waar zijn connecties zich spoedig
naar alle werelddeelen uilbreidden.
In 1858 stelde bij zich in verbinding
met de Engelsctie pers. De Times
was het eerste blad, dat door Reutel
de oorlogsberichten over den Ilaliaan-
schen oorlog verkreeg. Vervolgens
stichtte hij bureaux te Amsterdam,
Den Haag, Brussel, Antwerpen, Bom
bay, Calcutta, Alexandrie, Cairo,
Shanghai, Amerika, W.-lndie, Afrika,
enz.
Thans is Reuter over de geheele
wereld met nieuws-stations verbonden.
Hij deed veel in alle werelddeelen
voor de bevordering der telegrafische
verbindingen en legde b.v. in 1869
de eerste onderzeesche kabel tusschen
Frankrijk en Noord-Amerika.
In 1871 werd hij door den hertog
van Saksen Coburg Gotha tot vrij
heer verheven. Eenige jaren geleden
verhief ook koningin Victoria hem in
den adelstand.
In den sneeuwstorm.
Op een der schoonste punten van
de Vogezen heeft de onlangs overleden
groot-industrieel Alfred Hartman, op
een hoogte van 1000 M. een prachtig
hotel laten bouwen, dal den naam
van hótel Altenberg draagt. Daar
boven heeft lord Salisbury, de Engel-
sche minister-president, eenige weken
doorgebracht
Voor eenigen tijd begaven zich van
Munster uit drie heeren naar «lat
hótel. Juist wilden ze de hoogte, die
naar het hótel voert, bestijgen, toen
de koetsier aan den kant van den
weg een hoed ontdekte. Eerst sloeg
hij er geen acht op, maar toen hij
er bij den terugtocht weer langs
kwarn, steeg bij af orn te zien hoe
die hoed daar kwam En toen ontdekte
hij het door de vossen ontzettend
verminkte lijk van een man. De koet
sier riep de drie heeren. Men onder
zocht den doode en vond in zijn
kleederen een bijna nieuwe portemon-
naie met eenig geld, een invaliden-
kaart, verder een arbeiders- en een
loonboekje. Uit een en ander kwam
men te weten dat hij een houtzager
uit Zwitserland was, die waarschijnlijk
op weg was naar Frankrijk om daar
werk te zoeken. Vermoedelijk is de
ongelukkige daar, op 50 M. afstand
van een beschuttend dak, in den
sneeuwstorm omgekomen.
Zeeramp.
De Duitsche Keizer heeft aan den
kloeken kapitein der Bulgaria, Schmidt
genaamd, die zijn schip na een strijd
van 24 dagen met de woedende
elementen toch nog in veilige haven
wist te brengen, het commandeurskruis
van de Huisorde der Hohenzollerns
verleend.
Omtrent het laatste gedeelte dei-
reis van de Bulgaria wordt nog het
volgende meegedeeld
Den 5en ontmoette men de Wee
hawken, de Villoria en de Koordislan.
De twee eersle schepen zetten elk
een boot uit, ook werden twee booten
van de Bulgaria aan bakboordzij
uitgezet niet 1-4 passagiers en 5
leden van de bemanning. Een derde
boot van de Bulgaria met den tweede
officier en zijn matrozen dieef weg,
daar de touwen braken. (Dit was
de boot van Scliagres
Een uur later was de boot uit het
gezicht. Het was onmogelijk, dc- booten
aan stuurboord uit te zetten, zoo
sterk helde het schip naar bakboord.
Vijf matrozen sprongen in zee, en
bereikten de booten van de andere
schepen. Tegen twee uur was hel
weer afschuwelijk, men moest de red-
dingsmaatregelen staken. Dien ge-
heelen dag en nacht wierpen passa
giers en matrozen zooveel mogelijk
van de lading overboord. Zij waren
daarmee bezig tot den 7en. üp dien
dag viel een matroos, Wilhelm Künig,
overboord, hij werd niet meer gezien.
In den ochtend van den 8en was
het verschrikkelijk weer, en er stond
tusschen 6 en 7 voet water in het
ruim. Den volgenden dag werd het
wat kalmer. De bemanning slaagde
er nu in, 107 doode paarden over
boord te wtrpen. De zee bleef bui
tengewoon ruw tot den lOen Februari.
De pompen waren lek en werkten
niet meer. Den I Ien had de Bulgaria
opnieuw een storm uit het noord
westen te doorstaan, deze duurde tot
den 14en, toen men het stoomschip
Anlilian, uit Liverpool, praaide. De
Bulgaria werd op sleeptouw genomen,
maar de kapel brak tweemaal. De
Antillian bleef bij de Bulgaria tot
den 15en. In den morgen van den
17en kreeg men de Noorsche bark
Helga in het gezicht.
De storm ging eerst den 20en
liggen: intusschen was men dag en
nacht in de weer met het herstellen
van het roer; dit gelukte den 21en
en in den morgen van dien dag kon
Bulqaria weer gestuurd worden. In
den middag van dien dag had het
schip 226 mijlen afgelegd den daarop
volgenden dag 254 mijlen, en na nog
194 mijlen gestoomd te hebben, be
reikte zij Vrijdagochtend om half
acht de haven van Ponta Delgada.
Dc meubelen van het Elysée.
Met de verkiezing van president
Loubet is ook de meubelvraag in het
Elysée weder actueel geworden. Elke
president der Fransche republiek heeft
namelijk het recht, zijn woning in
het Elysée te meubileeren uit den
voorraad der »Garde-meuble". Deze
»Garde-meuble" dateert uit den tijd
van Lodewijk XIII en houdt eene
verbazende hoeveelheid kostbareameu-
blementen in. Zoo vindt men er
bijv. 6000 stoelen, drieduizend tafels
en kasten, tapijten en behang en
degelijk in zoo'n grooten voorraad,
dal er genoeg zou zijn eene kleine
stad er mede te voorzien. Elke
nieuwe president gaat na het betrek
ken van het Elysée naar believen te
werk. Zoo beval Thiers indertijd,
alle sloten en klinken, omdat zij de
initialen van Napoleon droegen, te
verwijderen. Toen echter bleek, dat
meer dan 1200 dier sloten met »N."
getoekend waren, zag hij van zijn
voornemen af. Faure was daarin
energieker en beval, die sloten allen
door met »R. F." geteekende te ver
vangen. Mac Mahon liet zich bij het
meubileeren door den fijnen smaak
zijner gemalin leiden. Deze nam de
door keizerin Jozephine gebouwde en
gedecoreerde vertrekken in bezit.
Grévy daarentegen liet deze prachtige
kamers veranderen in biliard- en
lookkamers. Carnot bracht ze weer
in hun vorigen toestand terug en liet
zp uit de kostbaren voorraad der
»Garde-meuble" voorzien. Madame
Faure en hare dochter kozen voor
zich een rij kamers, die lang gesloten
waren geweest, en deden, termeubi-
leering dierzelve een keuze uit de
staats-meubelen in den stijl van
Lodewijk XV.
Een rcuzentclcscoop.
Voor de Parijsche wereldtentoon
stelling wordt o. ii. een telescoop
gemaakt; bijna is deze geheel gereed.
De opening van het objectief bedraagt
l'/i M., de brandpuntafstand 60 M.
Het reusachtig instrument, dat dooi
den Parijschen opticus Gautier wordt
gemaakt, komt niet te staan op pen
draaibaren koepel zooals dat gewoon
lijk met een verrekijker geschied,
maar krijgt een horizontale ligging
op een gemetseld voetstuk. Het licht
van de hemellichamen wordt opge
vangen door een planconvexespiegel
met een middellijn van 2 M. De kosten
van vervaardiging van dezen reuzen
telescoop bedragen niet minder dan
70ü,000 gulden.
In Augustus van het vorige jaar
is Id de woning van den burgemeester
van Ketel en Spaland brand ontstaan,
die aan kwaadwilligheid werd toege
schreven, terwfil kort daarop uit die
woning een aantal gouden en zilveren
voorwerpen werden gestolen. De daders
dier misdrijven werden tevergeefs ge
zocht. Thans heeft, naar de N. H. Cl.
verneemt, de toenmalige dienstbode des
burgemeesters, verblijf houdende in het
gesticht „Veldzicht" te Apeldoorn, be
kend aan beide feiten schuldig te zfin.
Op haar aanwijzing zyn verscheidene
zilveren lepels en vorken teruggevonden
in den tuin van voormelde woning, onder
het kippenhok, waar z\j ze had verstopt.
De ontbrekende voorwerpen heeft zij,
volgens haar mededeeling, in het water
geworpen, doch te vergeefs is daarnaar
gezocht.
Op last van den Burgemeester van
Hulst werd eene vrouw met drie jonge
kinderen van 6, 4 en 2 jaar den
21 en Februari op transport gesteld naar
de gemeente Tiel, alwaar z(j woonachtig
is, omdat zfi zich zonder onderkomen of
middelen van bestaan te Hulst ophield.
Haar man was door de marechaussee
overgebracht naar Middelburg.
Dit transport werd door de politie van
post tot post gebracht, totdat het ruim
twee dagen later te Goes aankwam en
voor den commissaris van politie werd
geleid.
Deze ambtenaar weigerde het transport
over te nemen of verder te doen trans
porteeren, en stelde de vrouw en kin
deren in vrijheid, op grond van weder
rechtelijke vrijheidsberooving. Hjj was
van oordeel, dat het Armbestuur te Hulst,
indien de vrouw werkelijk zonder onder
komen of middelen van bestaan zich
aldaar ophield, zich het lot dezer vrouw,
die weldra de geboorte van een vierde
kind verwacht, had moeten aantrekken.
De slagerspatroons te Hilversum
hebben eene vereeniging opgericht, hoold-
zakelijk met het doel elkander onderling
te helpen, hun vleesch te laten keuren
'en door gelijke billijke prijzen en het
leveren van prima qualiteit den invoer
van elders te gaan.
De Heer en Mevr.
TER H A4B.RÜMENY—
HcBER^géven kennis van
het overlijden van hun'
behgwdbroeder den Wel-
EdelGestrengen Heer
Mr. A. Jv ANDREAE,
in leven notaris te Kollum.
j Asiebsfooet, 27 Febr. 1899.
Bezoeken van rouwbeklag
kunnen niet dfgtïoacht ivor-
den.
te IllSSUJl tegen 1 Mei een
man en vropw (zoneter kinderen)
P. G. -de vróuw goed kunnende
koken en netje»-wérken, de man
geschikt voor huiselijke bezig
heden^ tafeldienen en tuinon
derhoud. Van goede aanbevelin
gen vooj^ien. Br. JivTett. U. U.
aan HessKng*»"Bóekh. Bussum.
eqn .net en solved persqlon 'als
agenVboileii voój een c&de en
solide -. Mr\tschappjj van'leveig-
verzeké^ing^ ea" bé^raferiisfond»,
hetwelk"* een wekelijks bestaan",
opleverd. Kleinen borgstelling
vereischt. Brieven Bureau v/h
blad.
wind woe, anders ware alles verloren gegaan.
Hier en daar liepen de vlammen tot het water,
stuitten daar, keerden dwarrelend terug en
deden dan soms vuurzeilen omhoog stijgen. De
opkomende zon bedierf ons het tooneel, weldra
zag men niets meer, dan een zwarte rookwolk.
De havendam stond vol menschen. «Hoe
was de brand ontstaan?" Zoo vroeg men alge
meen. "Vanzelf, door de wrijving van het
verdorde riet!" was het antwoord van de
meesten, doch aan mij drong zich eene ge-
dachtte op, welke ik niet meer van me kon
zetten door John De brand begon, naar de
richting der vlammen te oordeelen, in de
onmiddellijke nabijheid zijner woning, iets meer
noordelijk. Vergiste ik me dus niet, dan was
de hulk met al z'n bewoners verloren. Ik
roeide gaandeweg, zonder dat de anderen het
opmerkten, op zij af, en toen ik eindelijk een
strook riet had bereikt, welke me aan het oog
der toeschouwers onttrok, ging het met in
spanning van alle krachten vooruit, tegen het
vuur in, dat nu reeds verder noordwaarts was
voortgerukt, eene rookende walgelijke stinkende
vlakte achter zich latende, waarin slechts hier
en daar nog een eilandje in lichte laaie stond.
De gewone waterweg naar John's hulk was
versperd, en ik moest ze dus van de zijdzijde,
langs de Calumet-rivier trachten te hereiken
ik hoopte de bewoners, zoo zij het ontkomen
waren, op hunne vlucht te ontmoeten.
'twas een afgrijselijke vaart! Het riet, tot
den waterspiegel afgebrand, lag over de geheele
uitgestrektheid in verwarde, smeulende en
stinkende hopen, waaruit hier en daar nog een
vlammetje opflikkerde, dat een eind voortliep
en dan weer uitdoofde. De zuidewind beschutte
me tegen den rook. Ik voer langs het terrein
van den brand, lag de hulk er binnen, dan
kwam ik toch veel te laat. Ten Zuiden van
me was het riet niet aangetast, eindelijk vond
ik den ouden weg daar lag het vaartuig
volkomen ongedeerd, slechts enkele schreden
verder was de verwoesting begonnen, zoodat
het thans aan de noordzijde geheel vrij was,
ik dacht er terstond het mijne van. Op het
dek, dat hijna geheel met riet bedekt was, zat
iemand, met het gelaat naar den brand gekeerd.
Ik meende in dien persoon John te herkennen.
Ik roeide verder, een zonderling gezang, dat
veel op een lijkzang der Indianen geleek en
nu en dan werd afgebroken door het huilen
van een hond, klonk me van de hulk tegen.
Ik werd somber gestemd. Waar waren Charley
en Mary? Naderbij gekomen riep ikJohn
maar hij zong kalm door. Ik legde aan en
klom naar boven, "Ylug» kwam kwispelstaar
tend naar me toe. Thans sprong de oude met
een woeste schreeuw op. Z'n haard was ver
schroeid, zijn gezicht zwart van den rook, z'n
oogen puilden uit.
"Waar is Charley?" vraagde ik. Hij begon
te lachen zoo akelig, dat ik het nimmer zal
vergeten en wee3 naar de golvende rookzee.
"Zoo leverden we het den Wijomings eens. Ik
was toen nog jong. Je hadt die rooije schobhers
eens moeten zien loopen, maar 't hielp niets,
we hadden ze omsingeld, de prairie was uit
gedroogd, zooals thaus het moeras alles ver
brand, vrouwen en kinderen allesMaar ik
bezweer je, Bob! die Wijomings waren engelen
in vergelijking met dien Charley en Mary.
Dat's nou een vuurtje om me te warmen! Hij
rilde van koude.
"Je hebt toch zelf nietvroeg ik
ontsteld.
"Om me te warmen, zeg ik je, ja!" antwoordde
hij, grijnzend lachende, "ze sloegen me en sloten
me huiten de deur, nu drie dagen geleden, ik
zwalkte rond in het moeras de nachten zijn
koel voor een oud man, ik kreeg het koud
whiskey had ik ook niet. Van morgen in de
vroegte wachtte ik hen op, toen ze op de j acht
gingen, ik smeekte hen, dat ze me weêr op
de hulk zouden laten, ik bibberde, trots den
zuiden wind, als een hond van koude ik was
nat en hongerig ze lachten me uit en voeren
weg toen toen maakte ik me een vuurtje, 't Is
een beetje groot uitgevallen, dat kan ik niet
helpen, maar warmte gaf 't toch wel 't is alleen
jammer van de jacht die is voor een jaar
bedorven dat was je me een gekwaak en ge
fladder» hij keek als een waanzinnige.
»En Charley?» vraagde ik nogmaals.
»We zullen h'm gaan zoeken, Bob! daar zie
je niet?»
Hij wees in den rook- "Die zwarte massa,
is dat niet een canot? Ze komt dichter bij,
Bob verlaat me niet, die Charley vermoordt
me, hij legt het op m'n leven toe, Bob, sta
me bij, ik wil niet sterven!»
Hjj klemde zich sidderend aan me vast. Een
verkoolde boomstam schommelde in het water
heen en weder. De wint draaide, de rook werd
onuitstaanbaar. J ohn lag bewusteloos en zwaar
ademhalend aan m'n voeten, "Vlug» likte z'n
berookt gelaat, en deed van tijd tot tijd een
hartverscheurend gehuil hooren. Wat zou ik
met den ouden man aanvangen? Loowas m'n
eerste gedachte. Ik wilde onmiddellijk naar
haar toegaan. Ik droeg John met veel moeite
naar beneden, legde hem op z'n riethed en
ging vervolgens naar m'n boot. Vlug volgde
me, kreunende en me gedurig met z'n snuit
aanstootende, tot op het dek, ik roeide, zoo
snel als ik kon, naar de haven. De hond keek
me langen tijd onafgewend na, en snelde daarop
onder het uitstooten van een woest gehuil, naar
beneden, tot zijn meester.
Wordt vervolgd.)