NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEILLETON.
hr Portret
No. 9.
Woensdag 31 Januari 1900.
Negen-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
De ontwikl
moderne
ling van het
lostwezen.
BUilENI AND.
Amersfoortsc
Courant
'i
'1 1
1 1
jBONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden* 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Affcnderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stiken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uilgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Evenals de F nsche omwenteling
in 1789 de aanl ling is geweest van
een' gelieelei om ser in den politieken
en socialen toes nd der volkeren, zoo
veroorzaaktei sti m- electriciteiteene
revolutie in hel fabriekswezen. De
scheikundigen d mechanische weten
schap werk; m t de electrotechniek
samen in iens der nijverheid en
wedijverden zon ér ophouden om de
productieketen ;e vermindéren, de
bewerking e verbeteren en te ver
eenvoudigt en liet vervoer te be
spoedigen. Handel, nijverheid en
verkeer «wikkelden zich, voorna
melijk oolengevolge van den steun
der Regeflgen, die door een milde
wetgevingle hindernissen, die hun
bloei belimerden, trachten weg te
nemen.
Deze vgeving brak met de tot
dien tijd volgde stelselshet mer-
cantilismn de physiocralie. Volgens
het eers'stelsel wordt de rijkdom
en de vopoed van een volk bepaald
door de (veelheid edel metaal, die
het bezit- en moet dus de invoer
zooveel nelijk beperkt wordenhet
tweede seem had uitsluitend het
oog geveld op de voortbrengselen
van den em
Beide seis werden verdrongen
door de ;r van den beroemden
staathuisUkundige Adam Smith.
Volgenijne brochure a Inquiry
into the 'ure and causes of the
wealth of Hons" beschouwde deze
geleerde geld en de voortbreng
selen vanh grond als een gedeelte,
maar eerjring gedeelte van het
nationale mogende arbeid daar
entegen de ware bron van den
rijkdom een volk. Om dezen
arbeid toti recht te laten komen,
achtte hij vrijheid van handel en
verkeer evan de noodzakelijkste
dingen. Dtheoriën hadden belang
rijke praiie gevolgen, daar zij
samenvieleet de politieke en tech
nische hervormingen in liet begin
dezer eeuw.
De afschaffing der servileiten, de
verdeeling der adellijke en geeste
lijke goederen gaven meer vrijheid
aan de bezitters van den grond en
bevorderden zoodoende den verbouw
van handelsproducten. Dit vereenigd
met de opkomst der groote industrie,
als het ware als een noodzakelijk
gevolg daarvan, veroorzaakte den
achteruitgang van den kleinhandel.
Het grootere gebruik van het
stoomwei ktuig gaf aanleiding tot de
ontwikkeling van het mijnwezen,
terwijl de groote industrie eene aan
zienlijke uitbreiding van liet bank
wezen tengevolge had.
De toestanden, die als een uit
vloeisel van de nieuwe denkbeelden
ontstonden, eischten eene onbelem
merde uitbreiding van de bestaande
middelen van verkeer en van de
gedachtenwisseüng. Onder deze mid
delen nemen ongetwijfeld de poste
rijen eene voorname plaats in. Diie
verschillende zaken traden hierbij
voornamelijk op den voorgrond: on
schendbaarheid van het bnevengeheim
vermindering der tarieven en verbe
tering van het verkeer, en wel
hoofdzakelijk het internationaal vei-
keer. Deze eischeri konden door het
publiek terecht gesteld worden, daar
de Staat in het bezit was van het
monopolie.
Onder de eerste personen, die zich
met de verlaging van de posten
bezig hielden, moet ongetwijfeld
Rowland Hill genoemd worden.
Onderden titel nPost Office Reforms"
zag in 1S27 van zijne hand eene
brochure het licht, waarin hij het
ondoelmatige der toen toegepast wor
dende porto's uiteenzette en tot de
conclusie kwam, dat alleen de in
voering van uniform-port afdoende
tot een goed resultaat voeren kon.
Hoewel zijn geschrift met minach
ting ontvangen werd door de autori
teiten van St-Martins'-le-ürand (het
Hoofd-Fostkantoor te Londen) be
groette het groote publiek zijne voor
stellen met ingenomenheid. Vereeni-
gingen werden gevormd om zijn plan
te steunen en liet Parlement weldra
overstroomd met adressen van ad-
haesie. Wel was de Regeeiing oor-
sponkelijlc niet geneigd hieraan toe
te g6ven, maar toen eene deputatie
van 150 parlementsleden zich, ter
ondersteuning van de zaak, tot den
president-minister wendde, gaf men
toe en zoo kwam den lOden Januari
1840 na een' heftigeft strijd in het
Parlement de penny-post tot stand.
De financieële uitkomsten dezer nieuwe
regeling beantwoordden evenwel niet
aan de verwachtingen en dit gaf aan
leiding, dat Rowland Hill van regee-
ringswege aan veel miskenning bloot
stond.
Men had aangenomen, dat bij de
invoering van 'net uniformporto '/o
van liet vroeger port) 8a correspon
dentie 5 a 6 maal vermeerderen zou.
Deze verwachting werd zeer teleur
gesteld. Eerst na 16 jaar werd dit
idee verwezenlijkt, terwijl de bruto
ontvangsten eerst 14 jaar later de
vorige hoogte kregen. Dit gaf aan
leiding, dat de Morning Post in 1842
(20 October) van de posthervorming
schreef, dat zij een groot échec ge
leden had. Na de aftreding van het
Whigministerie in dat jaar werd er
dan ook ernstig aan gedacht, de porto's
te verlioogen, daarbij het groote voor
deel, dat handel en industrie recht
streeks en dus het geheele land
indirect daarvan hadden, over het
hoofd ziende. Men deinsde evenwel
voor de publieke opinie terug, maar
liet Rowland Hill als slachloller vallen
door hem uit den Staatsdienst te
ontslaan. Eerst in 1846 werd hij in
zijne eer hersteld en bekleedde van
dat jaar tot 1864 de betrekking van
Secretaris bij den Postmeester-Gene
raal liet Parlement schonk hem kort
daarop als belooning voor zijn streven
eene dotatie van 20000 pond sterling,
de stad Londen benoemde hem tot
eereburger, de Universiteit van Oxford
tot doctor in de rechten honoris
causa, en de koningin schonk hem
de Bath-orde. Toen hij den 26sten
Augustus stierf, werd hij hegraven in
de Westminster-Abbey, te midden
van Engelands grootste mannen wel
een bewijs, dat men zijn streven op
prijs beeft gesteld.
In Nederland werden de porto's het
eerst wettelijk geregeld bij een den
17den April 1807 door Lodewijk
Napoleon uitgevaardigd besluit, en
wel naar den afstand en naar het
gewicht.
Voor een afstand van
beneden 6 uur bedroeg het port
2 stuivers.
3
6—12
12—20
20-35
3550
50—70
Dit port werd betaald voor een
brief van een gewicht tot 3 lood en
werd verder
van 36 lood 2 maal geheven.
69 3
s 912 4
1216 5
Deze berekening bleef van toepas
sing tot de invoering van de postwet
van 1850, toen zij in zoover werd
gewijzigd, dat het aantal rayons tot
3 werd beperkt n.l. 30 mijlen en
daar beneden, 30 100 en boven
100 mijlen. Voor een brief van enkel
gewicht betaalde men toen respectie
velijk 5, 10 en 15 cent.
In 1855 kregen wij 2 rayons, ter
wijl eerst in 1870 inet het oude sys
teem geheel gebroken werd en in
navolging van Engeland en verschil
lende andere staten een uniform-port
werd ingevoerd. Dit geschiedde, na
dat een in dezen geest in 1860 ge
daan voorstel door de Eerste kamer
was verworpen. In de thans wer
kende postwet van 15 April 1891
(Staatsblad no 87) zijn deze bepalin
gen nog rnimer gesteld, zoodat wij
niet meenen, dat binnen korten tijd
tot eene vermindering van binnen-
landsche porten zal worden overgaan,
ofschoon reeds weder stemmen opgaan
om de grens van 15 op 30 gram te
stellen In het buitenlandsch vei keer
zoude het niet onmogelijk zijn, dat
binnen betrekkelijk korten tijd, de
tarieven worden verlaagd als een ge
volg van de steeds lager wordende
transitrechten. Toch gaat men over
het algemeen in Nederland nog te
veel van het denkbeeld uit, dat de
posterijen eene bron moeten zijn van
staatsinkomsten, terwijl zij m. i. voor
namelijk ontstaan zijn ter voldoening
aan de behoefte, om geregeld van
gedachten te wisselen en om zoo
doende handel en nijverheid van on-
schatbaren dienst te zijn, zoodat wel
indirect, maar niet rechtstreeks finan
cieel voordeel mag worden getrokken
van deze in den loop der eeuwen
ontstane instelling. Wij willen hopen,
dat de Nederlandsche regeering met
dit doel voor oogen alle pogingen in
het werk zal stellen, om den post
dienst zoo volmaakt mogelijk te ma
ken, zonder daarbij al te veel te let
ten op de daaruit voortvloeiende kos
ten, zoodat hij nog meer dan op dit
oogenblik roemen moge op eene popu
lariteit, die hij nu reeds in zoo ruime
mate bezit.
De «Spionkop-Victory", die in En
geland zooveel uitbundige vreugde
heeft veroorzaakt, is, evenals zooveel
andere Engelsche «overwinningen",
in een geweldige nederlaag verkeerd.
Generaal Warren is weder naar
den Zuidelijken oever van de Toegela
teruggetrokken.
Srnadelijker nederlaag dan deze,
hebben do Engelschen in den oorlog
nog niet geleden. Toen men de
Toegela was overgetrokken, sprak
generaal Buiier -den soldaten onge
veer als volgt toe: «Mannen, wij
Jit bet Duitsch
van
TON ZOBELTITZ.
8 (slot.)
Ik greep r mijn pet en ging insgelijks
op straat. Br mijn vriend tot biertoe trouw
vergezeld, doebt ik thans allerminst ont
breken.
Horst zap rood als een jongeling op
zijn eerste maar was tocb te veel man
van ervaring zijne opgewondenheid te ver
raden. Hij zijn zaak zelfs zeer handig
behandeld <i minste ingeleid. Nadat bij
mij bad vooild, bracht bij mij omniddelijk
op de boogtj-aag met mij om vergeving,
Wager, dat juffrouw bier op de openbare
straat lastig maar gij weet bet best, boe
ik mij den ;len namiddag bet hoofd er
over gebrokei 0f en boe ik het zou wagen
Mevrouw voL;a te verzoeken, dat zij mij
toesta, een c-an bet medaillon-portret te
laten maken.Ie ik bier eensklaps de dame
voorbij komerken baar onmiddellijk aan
de gelijkenis- waarlijk, Mejuffrouw von
Breka, bet leenigszins ondoordacht zijn
geweest, doeb ik kon niet anders, ik moest u
smeken, mijn verzoek aan Mevrouw uw mama
over te brengen."
Ik beproefde hem te helpen. "Het is tocb niet
meer dan natuurlijk, Mejuffrouw, dat mijn
vriend een copie van bet portret wenscht te
bezitten. Hij beeft bet contrefeitsel uwer geachte
mama een jaar lang op bet hart gedragen, bij
beeft bet in de eenzaamheid zijner plantage
lief gekregen, ik boud mij overtuigd, dat gij
zijn verzoek zult ondersteunen
Mejuffrouw von Breka kreeg een kleur en
glimlachte. "Ik twijfel geen oogenblik, of mama
zal n gaarne uw verzoek toestaan, en als gij
u met een product van mijne kunst tevreden
wilt stellen, zal ik de copie zelf vervaardigen.
Wij mama en ik voelen ons tocb ten
hoogste aan u verplicht, Mijnbeer von Horst.»
"Het portret zal voor mij des grootere waarde
Hebben, wanneer het door u is geschilderd."
Zij bloosde bekoorlijk. »Gij overschat waar
schijnlijk mijn kunstvaardigheid," zeide zij
afwerende. «En waarheen mag mama u bet
portret zenden? Gij blijft tocb zeker nog eenigen
tijd in Europa?»
Horst overtrof zichzelf, hij loog als een tweede
Miinchhausen. »Ik heb in Memel bet een en
ander te doen en kom binnen eenige dagen
weder in Allenstein. Zou bet onbescheiden zijn,
als ik mij verstoutte dan zelf te komen infor
meren, boever gij met de copie gevorderd zijt
»Het zou mama zeker hoogst aangenaam
zijn, u nogmaals te zien. Het spijt baar nu
reeds, dat zij dezen morgen baar dankbaarheid
slechts gebrekkig heeft uitgedrukt, maar de
verklaarbare ontroering is voor baar zeker een
verontschuldiging.
Wij verzochten onze groeten baar over te
brengen, Mejuffrouw von Breka reikte ons
beiden de sierlijke, smalle hand. Horst her
baalde verscheidene malen: »Tot weerziens!»
en keek vervolgens de jonge dame na, tot zij
achter de hoekige buizen eener kleine zijstraat
verdwenen was. Ik stond er bij en sloeg, naar
ik meen, een eenigszins treurig figuur.
»Menscb, wat ben je een geluksvogelfluis
terde ik Horst eindelijk toe. »Je komt daar
uit verre landen, hebt een jaar of vijftien
onder de wilden geleefd, en vindt bier een
roos, een voortreffelijke roos Horst, ik
weet nog volstrekt niet, of ik je goedwillig
bet veld ruimHet meisje is in staat den
uitgedroogsten vrijgezel bet hart warm te
maken.
Hij antwoordde niets, bij wist wel, boe ik
bet bedoelde. Zwijgend drukte bij mij de band,
vervolgens keerden wij langzaam naar het hotel
terug dat zich thans plotseling in een geheel
ander licht aan ons vertoonde. Onmiddellijk
daarop reden wij naar bet station.
Bij bet bureau vroeg ik: »Ik kan zeker wel
voor mij alleen een kaartje naar Berlijn nemen I
Hij knikte. »Je weet, dat ik naar Memel
moet!»
De eerstvolgende drie weken ontving ik van
Horst slechts enkele korte mededeelingen,
welke bovendien nog van tamebjk onbedui
dende inhoud waren, maar alle gedateerd uit
Allenstein. Daarop kwam er evenwel plotseling
een telegram. «Gewonnen verloofd. Ver
wacht u onmiddellijk. Tbeodoor. Gerta.»
Ilc behoef zeker niet te zeggen, dat ik aan
de uitnoodiging voldeed, en ik behoef zeker
evenmin bet geluk van bet jonge paar te
schilderen. Horst was geen vriend van lang
treuzelen, en bet bezwaar van Mevrouw de
mama wegens bet gereedmaken van bet uitzet
kon bij makkelijk uit den weg ruimen door op
den grooten afstand van zijn woonplaats te
wijzen. Na verloop van nauwelijks vier weken
voerde bij zijne roos uit Oost-Pruisen reeds
naar bet altaar, en weinige dagen later bracht
ik de jonggehuwden in Hamburg op de stoom
boot. Mevrouw von Breka trok met ben mede,
want alles, wat baar lief was, zou nu voortaan
tocb aan gene zijde van den oceaan zijn.
Wat mijzelf betreft, ik voelde mij droevig
gestemd, toen ik de rookwolken der stoomboot
aan den horizon zag verdwijnen. Ik geloof vast,
dat ik tocb volbreng, wat ik Tbeodoor en
Gerta plechtig heb moeten beloven: ik ga
binnenkort met verlof naar Sumatra.