NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. ijn Onzekere. BUITENLAND. No. 16. Zaterdag 24 Februari 1900. Negeu-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Op den vreugderoes, waarin het Engelsche volk gedurende eenige da gen wegens het ontzet van Kimberley heeft verkeerd, is al spoedig de ont nuchtering gevolgd. De Engelschen hebben in den Oranje- Vrystaat een geweldige nederlaag geleden, die nog niet in haar geheelen omvang bekend is, maar die blijkens het groote verlies aan officieren dat door de Engelsche regeering nog slechts is openbaar gemaakt, een waardig pendant schijnt te zijn van die bij Magersfontein en Colenzo. Gesneuveld zijn volgens de voorloopige lijst 9 officieren en gewond 39 offi cieren onder wie de generaals Knox en Macdonald, welke laatste volgens een gerucht reeds zou zijn overleden. Het aantal gesneuvelde, gewonde en vermiste manschappen wordt nog niet opgegeven, doch dat moet met het oog op het groote aantal buiten gevecht gestelde officieren belangrijk zijn. Blijkens een telegram van Boeren- zijde, 20 Februari via Lourenzo Mar ques uit Pretoria verzonden had het gevecht tusschen Paardeburg en Koe doesrand, een 30 K.M. Oostwaarts van Kimberley gelegen plaats. Dit telegram luidt: President Steyn meldt dat hij Maan dag en Dinsdag in den omtrek van Koedoesrand tegen de Engelschen heeft gestreden, die trachtten liet lager van generaal Cronjé te omsin gelen. De Engelschen werden terug geslagen. Generaal De Wet meldt dat in gevechten tusschen Paardeberg en Koedoesrand de Boeren vele kopjes op de Engelschen veroverden. De verliezen der Engelschen zijn vele gesneuvelden en gekwetsten, benevens 40 krijgsgevangenen. De Boeren ver loren twee man aan dooden en vier aan gewonden. President Steyn streed dus zelf rnee, hetgeen er niet weinig toe zal hebben bijgedragen om den moed en de geestdrift der Vrijstaters te ver- hoogen. Van Zaterdag af is er trouwens aldoor tusschen het aftrekkende leger van Cronjé en de hem nazettende Engelschen gevochten. Het eerste tref fen had bij Magersfontein (Scholtznek) plaats. Generaal Cronjé zond daar omtrent Zondag het volgende rapport naar Pretoria Gisterochtend omtrent zes uur, ter wijl wij bezig waren ons lager op te breken, werden wij door de Engel schen aangevallen. Terwijl het vech ten zijn gang ging, waren wij druk bezig (voor ons vertrek). Het gevecht duurde tot 's avonds half acht. Ofschoon de Engelschen over het geheel teruggedreven werden, her nieuwden zij telkens den aanval op ons. Het verlies der Engelschen moet aanzienlijk zijn. Tot nog toe is ons verliesacht man gesneuveld en twaalf man gewond, Heden, Zondagochtend, schoten de Engelschen met granaten. Niettegenstaande deze voortdurende aanvallen, gelukte het Cronjé zijn betrekkelijk klein leger tegen de overweldigende Engelsche strijdmacht te beschermen en met zijn grooten trein weg te voeren tot Koedoesdrift, waar de Engelschen, nu nog versterkt door de Hooglandersbrigade onder generaal Macdonald en misschien ook door de divisie-French, een poging deden om hem te omsingelen en daarna te vernietigen. Doch hier ondervonden de Engelschen weer eens voor de zooveelste maal welk een geduchten vijand zij in de Boeren hebben. Met groote verliezen werden zij hier teruggeslagen. Onder de ge sneuvelde officieien worden genoemd de luit.-kononel Aldworth en de kapiteins Wardlaw en Newbury. De 39 andere buiten gevecht gestelde officieren zijn meerendeels ernstg ge wond, daaronder de generaais-majoor Knox en Macdonald, luit.-kolonel Bowles, luit.-kolonel Carlliew, benevens ettelijke majoors en kapiteins. Vooral de brigade Hooglanders moet weer ernstige verliezen hebben geleden. De telegrammen omtrent het gevecht geven den indruk, dat Cronjé den Paardeberg vooraf zorgvuldig had ver sterkt, waarheen hij de vervolgende en Aaarmede onbekende Engelschen been lokte. Uit een en ander blijkt opnieuw welk een kranig generaal Cronjé is. Dit wordt trouwens ook door de militaire specialiteiten van alle landen erkend. Zoo zijn b.v. de militaire medewerkeis van deDuitsche bladen vol bewondering voor den vechtgeneraal wegens zijn kranigen terugtocht. Ook in Engeland komt men daar lond voor uit. De militaire deskundige van den Westminster Gazette zegt o.a dat liet onmogelijk is, de prachtige hoedanigheden van Cronjé niet te bewonderen, die ge bleken zijn doordien hij er in slaagde zijn kle;-.e krijgsmacht veilig weg te brengen ondanks de overstelpende meerderheid der Engelschen en on danks zijn eigen hinderpalen. Deze woorden schreef de deskun dige neer nog voordat de nederlaag bij Paardenberg geleden was. ITij gal lord Roberts toen den raad Cronjé niet verder naar liet binnenland te vervolgen, maar nu rechtstreeks op Bloemfontein aan te houden, welke stad hij dan vermoedelijk Maandag zon kunnen binnenrukken. Maar daar van zal nu voorloopig wel niet komen. De omvang van lord Robert's neder laag is nog niet bekend, maar in militaire kringen te Londen, aldus seint men aan de Petit Temps be schouwt men het dubbele doel van Roberts: de vernietiging van Cronjé's strijdmacht en den tocht naar Bloem fontein als mislukt. Doch het zou wel eens veel erger voor lord Roberts kunnen worden. De nu in massa uit Natal en de Kaap kolonie aangerukte Boeren zouden het hem na deze nederlaag wel eens zoo lastig kunnen maken, dat hij in plaats van vervolger, vervolgde werd en hals over kop naar zijn oude stellingen aan de Modderrivier moet terugkeeren, een mogelijkheid, waarop de oud officier, die zijn beschouwingen in de Frankf. Zt. schrijft voor eenige dagen reeds wees. Laten wij echter de gebeurtenissen niet vooruit loopen rnaar nadere be richten afwachten. Gister liep het gerucht, dat Lady- smith was ontzet. In den gemeente raad van Windsor had de voorzitter meegedeeld, dat op het kasteel Wind sor (waar koningin Victoria verblijf houdt) bericht van het ontzet was aangekomen. Dit werd onmiddellijk naar alle kanten geseind en geloofd. Bij het departement van oorlog was er echter niets van bekend. Niettemin schijnt Bulier in zijn vierde poging om het garnizoen te verlossen, telkens meer terrein op de Boeren te winnen. In een telegram van gister meldde hij uit het kamp te Chieveley, dat de vijfde divisie gister over een pontonbrug de Toegela overtrok en de Boeren terugdreef. Het scheepsgeschut bracht de kanon nen der Boeren tot zwijgen. Aan dezen overtocht schijnen nog hevige gevechten vooraf gegaan te zijn, luidens een telegram uit het Boerenhoofdlager bij Ladysmith dd. 19 Febr. Daarin heet het, dat er hevig gestreden wordt. In de gevechten om Boschkop bij Colenzo vielen aan Boe- renzijde echter slechts enkele gewon den, terwijl de verliezen der Engel schen aanzienlijk waren. Intusschen hebben wij geen reden om aan de juistheid van Buller's tele gram te twijfelen. De Boeren hebben nu de Zuidzijde van de Toegela geheel ontruimd, en de Engelschen bevinden zich reeds voor een deel aan de over zijde. Het is nu maar de vraag of de Boeren hun het verder voortdringen kunnen beletten of hen weer terug werpen. Misschien zijn zij door het afzenden van troepen naar Natal der mate verzwakt, dat dit onmogelijk is en moeten zij ook het beleg voor I Ladysmith opbreken. Volgens een telegram aan het Berl. Tageblatt uit Brussel is dit het geval. Dit telegram meldt: »In Boerenkringen wordt gezegd dat ten gevolge van den veranderden oorlogstoestand alle tot dusver inge nomen stellingen in Natal onhoud baar zijn geworden. Daarom heeft generaal Joubert bevel gegeven tot een algemeene achterwaartsche con centratie van alle strijdkrachten. Natal wordt dus ontruimd. Het beleg van Ladysmith wordt opgegeven om de troepen ter beschikking te hebben voor de verdediging van de Trans- vaalsche grens. Men gelooft dat Buller nog in den loop van deze week Ladysmith zal binnentrekken." Of dit inderdaad het geval zal worden, zullen we moeten afwachten. PLAATSELIJKE BERICHTEN. liet Siaphorsiér Bóerije voor het Kantongerecht. Woensdag j.l. stond voor het Kan tongerecht te Amersfoort terecht Peter Stegeman, oud 59 jaar, bijgenaamd het nStaphorster Boertje," beklaagd van in de maanden October, Novem ber en December j.l. te Soest de ge neeskundige practijk te hebben uit geoefend, zonder hiertoe bevoegd te zijn. Als eerste getuige werd gehoord Gijsbertha Vink, dienstbode te Soest, die, aan bloedarmoede lijdende, de hulp van het Boertje had ingeroepen. Na bij verschillende doctoren te ver geefs hulp te hebben gezocht, zegt zij bij het Boertje eenige baat ge vonden te hebben. Hierna trad als getuige op J. A. van Apeldoorn, Rijks veldwachter te Kootwijk, die verklaarde op G November j.l. zich te Soest, waar het Boertje bij Mej. de Haer zitting hield, onder zijne behandeling gesteld te hebben. Na bij Stegeman te zijn toegelaten, vroeg deze wat de patiënt wilde. Hierop heeft de Rijksveldwach ter gezegd veel aan maagkramp te lijden. Op de vraag wie hij was, heeft naar het Duitsch vau H. VON ZOBELTITZ. 5) Ik had nauwelijks mijn manoeuvreadelaar, anders gezegd de gewone, half-gekookte, half- gebradene, taaie oude kip optafel, of mijn oppasser diende een boer aan, die mij dringend begeerde te spreken. Het was de oude vrek van de hoeve, die mij handenwringend tegemoet trad en mij bezwoer, «mijnheer den scherprechter uit zijne woning te verwijderen, doch er hem bij alle Heiligen niets van te openbaren, dat hij, de boer, mij dat verzocht had. Op het gelaat van den ouden man lag een uitdrukking van onmiskenbare angst. Ik wist het eerste oogenblik werkelijk niet, wat dat klaaglied van Jeremia moest be duiden, en eerst langzamerhand, toen ik den jammerenden boer wat vertrouwen had inge boezemd, ging er mij eenigszins een licht over de zonden, waaraan zich mijne jongens daar buiten, onder Krause's schrandere aanvoering schuldig gemaakt hadden. Het scherpe ver hoor, dat ik mijn onzekere en zijne mede schuldigen onmiddellijk deed ondergaan, be vestigde dan ook mijn vermoeden op verras sende wijze. Toevalligerwijze waren onder de acht man daarbuiten op den voorpost juist drie van de geslepenste jongens der compagnie geweest, die met vriend Krause een bekoorlijk klaver blad vormden, en de vijf andere goedhartige kerels gemakkelijk in het verderf konden trekken. De half-treurige, half-vroolijke ge schiedenis was volgenderwijze afgespeeld. Krause was over zijn kwartier bij en het gedrag van den boer en de boerin niet ten onrechte verstoord, en had zich voorgenomen, hun een behoorlijke poets te spelen en daar door te gelijk zijn kwartier zoo mogelijk te verbeteren. In zijn vindingrijke brein was dan ook het plan spoedig gereed en werd, na kort beraad met Matusch en Albers, zijne wakkere vrienden snel uitgevoerd. De beide grenadiers huichelden vooreerst voor de oogen van den boer en de boerin een fabelachtige vrees voor hun kameraad en deelden hun ten slotte in het diepste geheim mede, dat Krause de zoon van den scherprechter van Breslau was, een man, die niet alleen over de geheimste krach ten der natuur beschikte, maar met wien het als geheimzinnig mensch ook niet best kersen eten was. Krause zelf hield zich op een afstand, at niets, dronk niets, zette een som ber gezicht, doch voegde zich tegen de avond hij hen, om onder begunstiging van het half donker van het haardvuur, voor de boerenlui eenige onbegrijpelijke kunsten te doen, welke hun de haren te berge deden rijzen hij sloeg onder andere den huishaan den kop af en maakte hem daarna weder levend, en meer dergelijke hokus-pokus aardigheden. Dat alles moest evenwel slechts het voor spel van zijn grooten, genialen streek zijn. Den volgenden morgen lieten al de acht man hun soep onaangeroerd, docht de Scherp rechter» trad met rollende oogen vóór de boerin en sprak een vreeselijken vloek uit over het huis, waarin den soldaten des Konings, zijne kameraden, zulk ongeloofelij k slecht eten werd voorgezet. Moeder riep vader, en vader verklaarde altijd nog hardnekkig, »dat de soep zoogoed was als zij maar behoefde.» Tien minuten later kwam de meid huilend het vertrek binnen en zeide»de koeien willen niet etenen een oogenblik later kwam Christiaan, de knecht aandraven om te be richten, dat de paarden haver en baksel niet aanroerden. Krause stond er met gekruiste armen en somber gelaat bij en lachte woedend. De boer en de boerin vlogen naar den stal waarachtigknecht en meid hadden, helaas gelijk. Lize, Lotje en de geelbonte Anna lieten treurig den kop hangen, maar de beide bruinen beroken slechts vluchtig de handvol geurig hooi, welke de oude, sidderende van ontroering, hun voorhield, en wendden on middellijk daarop met zichtbaren afkeer de koppen af. Dat de dieren behekst waren, daaromtrent kon geen twijfel bestaan, ook Albers en Ma tusch bevestigden het schouderophalende. Dat de Scherprechter de hand in het spel had, was evenzeer zeker wilde men de koeien en paarden weêr gezond hebben, dan moest men hem derhalve verzoenen. Dat was even wel bij Monsieur Krause niet zoo'n heel ge makkelijk werk. In den aanvang liet hij zich met niets in, en eerst toen de beide andere deugnieten hem ten aanschouwen van de boerenlieden dringend smeekten, toch genade voor recht te laten gelden, toen de boerin bedrijvig een bezoek aan den schoorsteen en en den kelder had gebracht, werd zijn hard vochtig hart weeker. Hij hield nog een geweldige merg- en beendoordringende straf rede, en sloot zich vervolgens een kwartiertje in den stal op toen hij dien eindelijk met allerlei hokuspokus achteruit loopende verlaten en ergens onder de naastbij zijnde dakgoot een oud been verborgen had, was dan ook de be- toovering opgeheven. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1