NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. Pablo Domenech. BUITENLAND. No. 20. Zaterdag 10 Maart 1900. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. i\egen-en-twintig8te jaargang. Amersfcortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN; Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Dat lord Roberts niet stil zou blijven zitten, gelijk men in Engeland van hem verwachtte, heeft hij reeds be wezen. Het uitbarsten van een opstand in het Westen van de Kaapkolonie heeft hem blijkbaar niet belet zijn opmarsch naar Bloemfontein te ver tragen, want Woensdag heeft hij de stellingen der Boeren in den Vrijstaat, die zich op betrekkelijk korten afstand van de zijne te Osfontein bevonden, aangevallen. Een officieel telegram van lord Roberts dienaangaande en gister van Osfontein verzonden, luidt aldus: Heden viel ik den vijand aan, die een stelling bezet had vier mijlen ten noorden en elf mijlen ten zuiden van de Oranjerivier. De cavalerie-divisie slaagde er in de linkerflank om te 'nekken; de vijand is nu (middag) in vollen terugtocht naar het noorden en het oosten, dicht achtervolgd door cavalerie, rijdende artiller ie en bere den infanterie. Middelerwijl is de infanterie bij Populierendrift de Modderrivier over getrokken. Ik denk daar hedenavond mijn hoofdkwartier op te slaan. Ik hoop dat de ver liezen gering zullen zijn, daar de vijand geheel onvoorbereid was op een flarikaanval. Ik bedreig zijn gemeenschap met Bloemfontein. Een tweede telegram van lord Ro berts dat gisteravond nog bekend weid gemaakt, geeft nog nadere bijzonder heden Het is heden een zeer succesvolle dag geweest. De vijand werd volkomen teruggeslagen en is thans in vollen aftocht. Zijn stelling was uitermate sterkeen rechtstreeksche aanval zou zware verliezen hebben teweegge bracht. De omtrekkende beweging moest noodzakelijk in een groote boog geschieden. De strijd bepaalde zich hoofdzakelijk tot een cavalerie-gevecht. De paarden zijn zeer uitgeput. Gene raal French meldt dat de rijdende batterijen den vijand vele verliezen toebrachten. Onze verliezen zijn onge veer vijftig man. Een Reuter-telegram van Woensdag avond meldt nog, dat de Boeren bij hun terugtocht een kanon en groote hoeveelheden fourage en tenten ach terlieten. Ook de Boeren aan den Noordelijken oever trokken af. De vervolging door de cavalerie schijnt niet veel succes te hebben gehad, daar in liet laatste telegram van Roberts gezegd wordt dat de paarden zeer uitgeput waren. Van de grootte der verliezen bij de Boeren wordt niet gerept, alleen wordt gemeld dat ze volgens French zwaar zouden zijn. Dit moet echter nog nader be wezen worden; van krijgsgevangen Boeren wordt ook geen gewag ge maakt, zoodat kan worden aangenomen dat de aftocht in elk geval in betrek kelijk goede orde is geschied. Een kanon, fourage en tenten zouden buit gemaakt zijn, doch daarvan spreekt Roberts niet. Dit dient dus mede nog bevestigd. Intusschen moet erkend, dat de omtrekkende manoeuvre van French weer is gelukt. Dit moet en zal nu zeker den Boeren een vinger wijzing zijn om niet meer stand te houden in bijna vlak land met enkele kopjes zooals in de omgeving van Osfontein, waar de cavalerie een ideaal terrein vindt om te manoeuvreeren. Zij zullen zich nu verder naar het Noord Oosten terug moeien trekken, waar het terrein beter voor hun taktiek geschikt is. Gister is nu aan liet departement van oorlog te Londen de lijst bekend gemaakt van generaal Bullors's totale verliezen, die hij bij zijn 4e poging om Ladysmith te ontzetten, heeft geleden. Tusschen 14 en 27 Febru ari worden die opgegeven te bedra gen 1859 man Daarvan werden 252 gedood, 1512 gewond en 95 zijn vermist. Het totaal der Engelsche verliezen bij de verschillende pogin gen tot liet ontzet van Ladysmith klimt hierdoor volgens de officieele opgaven, tot 5082 man. aldus vedeeld Bij de ie poging (slag bij Colenzo) verloren de Engelsclien 1123 man, bij de tweede poging (Spionkop) 1729 man; bij de derde (Vaalkrans) 374 man eri nu bij de vierde, gelukte poging (Pietersheuvel) 1859 man. Deze laatste poging heeft dus de grootste vei liezen gekostdaarbij zijn alleen aan oflicieien buiten gevecht gesteld 87 en wel 17 gesneuveld, ü9 gewond en 1 vermist. Omtrent hel ontzet van Ladysmith komen nu ook bijzonderheden van Boerenzijde. De Boeren zijn thans op Glencoe teruggetrokken en een telegram uit hun kamp daar van 3 Maart zegt het volgende: De verbonden en zijn teruggetrokken op den Biggarsbergketen, die ten Zui den van Dundee dwars door Natal loopt, De terugtocht was liet gevolg van een fout van een commandant, die zijn mannen bevel gaf den sleu tel der positie op te geven, zonder dat eenige reden bestond voor zulk een stap, en ook van slecht nieuws van de Modderrivier. Een groot aantal tenten die bij Dundee op de Engeisclien waren buit gemaakt werden achtergelaten. De grootste moeilijkheid was bet demon- teeren der Long Toms in de verschil lende stellingen Toen de kranen om ze neer te laten waren opgesteld, openden de scheepskanonnen van Ladysmith een hevig vuur, waardoor twee artilleristen licht werden gewond. Tengevolge van een misverstand werd eenige amunitie achtergelaten, daar de transportdienst niet in orde was. Een telegram van 4 Maart, eveneens uit het kamp bij Glencoe, luidt aldus: Donderdag (1 Maart) werden twee aanvallen van het garnizoen van Lady smith afgeslagen. Middelerwijl zetten de Boeren den terugtocht voort. Van hun 2000 wagens werd er niet een per spoor gezonden. Slechts het ge schut, de infanterie en de gewonden trokken per trein weg. Toen de laat ste trein vertrokken was van Elands laagte volgde een werkliedentrein die zorgvuldig elke brug en eiken duiker tusschen Ladysmith en Glencoe ver nielde, nadat de mijnen van Elands laagte door dynamiet waren verwoest en vervolgens in brand gestoken. De juiste cijfers der verliezen van deze week kunnen nog niet worden gegeven wegens de desorganisatie van den ambulancedienst en de omstan digheden van den terugtocht. Men zegt dat 12 burgers zijn gesneuveld en 25 gewond; verder dat een luite nant der artillerie aan het hoofd is gewond. President Krüger is naar Pretoria teruggekeerd. Zijn toespraak tot de Burgers heeft hen opnieuw aangevuurd om den strijd voor hun onafhanke lijkheid voort te zetten. In Ladysmith moet de toestand allertreurigst zijn. Dr. Treves, die daar is aangekomen, heeft geconsta teerd dat er 800 gevallen van typhus in behandeling zijn. Generaal Buller heeft dan ook besloten de stad voor- ioopig te ontruimen en zijn kamp daarom tot buiten de stad verlegd. De inwoners trekken naar het Zuiden, terwijl slechts de zieken en verplegers blijven, en niemand zal in de stad worden toegelaten vóór de gezond heidstoestand aanmerkelijk verbeterd is. De correspondent van de Daily News te Sterkstroom heeft tijdens zijn verblijf te Bloemfontein president Steijn geïnterviewd en deze heeft hem gezegd, dat aan de capitulatie van Pretoria dingen zouden vooraf gaan, welke Europa verbaasd zouden doen staan. Steijn voegde er bij dat de tegenwoordige strijd slechts kinderspel was bij dien welke in Transvaal zelf zou plaats hebben. De Franschen en «1e afstamming van Cronjé. De man, aan wien de Engelschman Kinnear zoo terecht den bijnaam heeft gegeven van den »Afrikaanschen Leeuw", schrijft Le Journal, is van het Fransche ras. Zijn voorouders zagen het licht op onzen dierbaren Franschen bodem. Zij waren calvinis ten, die, bij de uitvaardiging van het edict van Nantes, naar de Kaap emigreerden en daar van een geslacht den grondslag legden. Op z'n Hollandsch gespeld, wordt zijn naam geschreven Cronjé. Maar hij werdt vroeger geschreven Crosnier. De archieven maken bekend dat de familie Crosnier van oorsprong uit Orleans is. Michiel Crosnier «lakenper- ser", werd met velen van zijn geloofs- genooten in de dagen van St. Bar- thelomeus gedood. In 1686 werd het lijk van de vrouw van den laarzenmaker Vivien, Suzan- na Crosnier, voor ketterij en voor weigering van den dienst in extremis over den grond gesleept en in onge wijde aarde geworpen. Het is waar, dat ook Meaux zich de eer toekent) (alleen helden genieten dergeiijken naijver), de gedoorteplaats te zijn van de familie Cronjé. Hier zouden ze Crognet of Cognè geheeten hebben en zouden zijn voorouders ook protestanten geweest zijn. De ar chieven vermelden, dat in 1548, tijdens de verbranding van de smeekschriften der Hugenoten, op het marktplein te Meaux, Adrien Crognè, na de gewo ne en buitengewone vragen te hebben beantwoord onder den galg, met den strop om den hals de verbranding bijwoonde en daarna driemaal gegee- seld werd in de dwarsstraten van de stad. Vijf jaar verbanning van het koningkrijk volgde hierop. Het ge slacht Cronjé is in Frankrijk niet uit gestorven. Kortom, of zijn familie af stamt uit Orleans of Meaux, of Cronjé afstamt van Crosnier of Crogné, hij heeft een Fransch hart en Franschen moed. uit het Duitseh van DITO. 1) De Generaal Don Fernando de Ibarreta was langs den straatweg van Santander opgetrokken om Bilbao te ontzetten, dat door de Carlisten werd ingesloten. In bet dal van Somorostro moest bet leger halt houden, dewijl de hoogten van San Pedro Abanto sterk verschanst waren en een keten van onoverkomelijke bindernissen vormden. Die schansen stormenderhand in te nemen, was de taak van den gloeiend heeten dag; maar van de hoogten donderde de dood uit honderd vuurmonden neder. Don Fernando bad met zijn staf beschutting gevonden in een buis, welks vensters met bak steen zoodanig dichtgemetseld waren, dat alleen smalle openingen gelegenheid tot uitzien boden. De kogels ploften tegen den voormuur neder en groeven er gaten in. Moedig stormden de troepen voorwaarts, maar de ontvangst was zoo scherp, dat zij stil stonden en zwenkten. «Senores!" zeide de Generaal, «zóó gaat het niet; de kinderen zijn dapper, maar daar vallen er te veelzij zullen ten slotte toch den moed verliezen. Wij moeten hun weer wat hart in het lijf spreken, ik zal eenvoudig een oogenblik met hen gindsche hoogte oprijden. Gij kunt mij vergezellen, als gij wilt Een jongen Franschman, die hij in den staf had, naderende, zeide hij zacht in het Fransch «Blijf gij liever hier!« Den jongen man schoot het bloed naar bet hoofd tot onder de haarwortels. «Nu, nu! ik begrijp het!» zeide de Generaal glimlachende, «gij zijt de eenige Franschman onder louter Spanjaarden! twee ijdele volken Gij wilt niet achterblijven. Nu, kom dan kind, daar gij niet verstandig zijt!» Hij sprong in den zadel, gaf zijn paard de sporen en galoppeerde naar een kleinen heuvel, welke de kromming van den straatweg bestreek. Hij was een deftig, minzaam heer, met zachte, bruine oogen, een langen, witten knevel, blo zende wangen, een niet onbeduidenden onder buik en kalmen moed, welke des te aangenamer werkte doordat hij volkomen natuurlijk bleek. De compagnieën der Cazadores stormden moedig vooruit, tot aan zekeren hollen weg, waarin de dood nederhagelde; daar geraakten zij van hun stuk en liepen terug, achter rotsen en hoornen beschutting zoekende, doch ver- eenigden zich achter den heuvel weder tot een nieuwen aanval. Eiken keer dat er versche troepen kwamen, richtte de Generaal zich op in de stijgbeugels, zwaaide zijn pet en riep: «Daar komt het regiment Cordova! Leve Cor dova Daar is MendigorriaLeve Mendigorria I Laat ons zien, of de jongens van Cordova in staat zijn den meisjes te behagenVoorwaarts Cordova! Er op los Mendigorria!» En de arme kerels schreeuwden: «Leve onze Generaal!» «Leve Spanje!» riep hij terug. Twee duizend man waren reeds neergeschoten hij bleeft kalm staan en rookte een buitenge woon lange en dure sigaar, welke hij alleen uit den mond nam, om zijn manschappen toe te roepen, of met de punt van zijn witten handschoen voorzichtig de asch er af te stooten. Ook op den heuvel regende het lood. De anderen rookten allen, maar gejaagd, zenuw achtig; een sigaar duurde nauwelijks vijf minuten. Naast den Generaal stond zijn kleine trom petter, met de eene hand op Don Fernando's laars, met de andere de zilveren trompet om klemmende, gereed om een signaal te blazen, dat hij voortdurend uit de oogen van zijn meester trachtte te lezen. Daar trof hem een kogel midden in het voorhoofd; zonder een zucht te slaken zonk hij ter aarde, «Pobreito!» (de arme kleine!) zeide de Generaal. «Herin nert me er aan, dat ik heden avond zelf aan zijne ouders schrijf het zijn onze buren en brave menseben!» Op dit oogenblik naderden de jagers van het Regiment Havanna. De Overste, die hen aanvoerde, was Don Vicente de la Cueva. Toen de Generaal Don Fernando hem ontdekte, ver hief bij zich nog hooger in de stijgbeugels, en riep hun met donderende stem een hoera toe, dat hen eleetriseerde. Don Vicente stond als een leeuw bekend en werd hooggeacht. Hij was nog niet lang Kapitein, toen in het leger van Don Fernando de eene compagnie na de andere tot de Carlisten overliep. Na een heeten dag had hij gemeend, zich eindelijk ter ruste te kunnen begeven, en was half ontkleed, op den grond gaan liggen om een paar uur slaap te genieten, toen hij onder zich leven hoorde. Blootsvoets, in hemd en onderbroek, met een rooden zijden doek om het hoofd geknoopt, vloog hij naar beneden, en vond zijne man schappen bezig met, bij het licht van eenige walmende pijnboomspaanders, hunne zaken bij elkander te pakken en hunne gordelriemen om te gespen. Zij ontstelden, toen Don Vicente zoo plotseling onder hen verscheenslechts één trad brutaal op hem toe«Nu, Don Vicente zegt hij, en dreigt hem. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1