NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. No. 43. Woensdag 30 Mei 1900. Negen-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Over Boord. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. lil tegenstelling met de algemeene opinie in de pers, dat lord Roberts, na de Vaal te zijn overgetrokken, eerst weer rust zou moeten nemen ten einde den trein met proviand en andere voorraden af te wachten, blijkt, dat hij onverwijld met gefor ceerde marschen verder is opgerukt in de richting van Johannesburg, blijkbaar in de vaste overtuiging, dat de Boeren niet in staat zullen zijn hem op te houden. Gister was Robert's hoofdmacht reeds bij de Kliprivier aangekomen. Van daar seint hij »Wij marcheerden heden 20 mijlen en zijn thans '18 mijlen (dus een dagmarsch) van Johannesburg. De vijand maakte verschillende stellingen gereed, waar bij voornemens was tegenstand te bieden, doch gaf de eene na de andere op, zoodra wij naderden. De troepen van French en Hamilton zijn klaarblijkelijk met den vijand slaags op ongeveer tien mijlen op onze linkerflank, daar wij sinds heden middag vuren hoorden." Gistermiddag ontvingen de Londen- sche bladen reeds bericht dat French te Johannesburg was aangekomen, doch dit is nog niet bevestigd. Zooals men weet, is Ian Hainilton'-s brigade door Roberts van den Oostelijken vleugel naar den Westelijken gescho ven om zoo met French samen te werken. De bedoeling van Roberts is daarmede natuurlijk om den rechter vleugel der Boeren zoo mogelijk om te trekken of anders hun stellingen op de hoogten ten Z.-Westen van Johannesburg te forceeren. Gelijk Roberts meldt zijn beide partijen inderdaad slaags geraakt; de uitslag van dit gevecht is echter nog niet bekend. Het is moeilijk aan te nemen, dat de Boeren den vijand zullen tegen houden, hoewel toch krachtige legen- stand wordt verwacht, daardeEngel- schen eenmaal in 't bezit van Johan nesburg, tevens den spoorweg naar Langsnek beheerschen, zoodat dan de stellingen der Boeren daar onhoudbaar zijn geworden; hun groote daar opge stelde kanonnen ioopen dan gevaar, wijl zij per spoor niet meer naar Pretoria kunnen vervoerd worden. Mogelijk heeft de opperbevelhebber dit gevaar reeds ingezien en het ge schut van Langsnek nog tijdig in veiligheid gebracht ofschoon wij gister nog vernamen dat de Boeien bij Langsnek al door versterking kregen, hetgeen juist niet op een opgeven van de stelling wijst. Zoodra Roberts echter te Johannesburg is, is ook de Langsnek-stelling waardeloos daar de Boeren dan van voren door Bulier en in den rug door Roberts aange vallen, tusschen twee vuren zouden zijn gebracht. Het is dus van het hoogste belang, dat Johannesburg krachtig wordt verdedigd Of de tegen stand echter baten zal valt te be twijfelen. Zoo niet, dan zullen de mijnen door de Boeren worden vernield. Volgens den correspondent der Times te Lou- renzo Maiques heeft Kruger in den laatsten tijd nog grooten drang bij de mogendheden uitgeoefend om hun tusschenkoinst af te dwingen ten einde liet gevaar van de vernietiging van Johannesburg en de mijnen te voorkomen. Indien dit al waar moge zijn, de mogendheden zullen wel evenals vroeger hun handen thuis houden; wel seint dezelfde correspon dent dat er een partij is, die zich tegen het vernielen der mijnen verzet, o.a. de generaals Botha en Lucas Meijer, die er zeer bij zouden geïnteresseerd zijn, doch de bron waaruit dit bericht komt, is verdacht. Voor zoover wij kunnen nagaan wijst alles er op dat de regoering uit overwegingen van strategischen aard, waarvoor elke andere overweging moet wijken, de mijnen zal vernielen. Doch weldra zal alle twijfel in dit opzicht zijn weg genomen, wijl thans liet kritieke oogenblik is aangebroken en de strijd om Johannesburg is begonnen. Belang rijke berichten kunnen wij thans tege moet zien. De zaak-Dreyfus is opeens weer op de proppen gekomen. Gister is er over geïnterpelleerd in de Fransche Kamer, 't Schijnt een ingewikkelde geschie denis. Zoo als men weet, zijn er brie ven uit het ministerie verdwenen, die min of meer betrekking hadden op de 'Dreyl'uszaak. Daaraan hadden mee gewerkt Thomps van den veiligheids dienst en de officier Fritsch. Thomps werd deswege verplaatst en Fritsch, die de brieven ïom politieke redenen" aan de afgevaardigden Le Hérissé had gegeven, is ontslagen. In die brieven is sprake van een zekeren Przyborowski, een Oostenrijk- schen Pool, die zou hebben aange boden te bewijzen, dat Czernuski, de bekende belastingsgetuige in het proces te Rennes, van den generalen staf 30 a 50.000 francs zou bobben ontvangen om een meineed te doen. Aan den anderen kant beeft deze Przyborowski, die in dienst van den generalen staf was, op allerlei wijzen Thomps en den dienst der siïreté generale, die onder den minister van Binnenland- scbe Zaken Waldeck-Rousseau staat, verdacht gemaakt; ook zijn er volgens de Liberté nog brieven waarin op grond van het bewijs van den mein eed door Czernuski afgelegd, sprake is van een opnieuw aan 't rollen bren gen van de Dreyfuszaak, betgeen de nationalisten natuurlijk willen voor komen. De nationalisten beweren nu dat ook Waldeck-Rosseau daarin de hand heeft gehad en de interpellatie van gister door de Castellane gehou den, had daarom ten doel de regeering zoo mogelijk te doen vallen. De zitting was uiterst rumoerig. Generaal De Galliilet, de minister van oorlog, sprak zijn leedwezen uit over de sympathie, die men in de pers en in de Kamer, voor den ont slagen officier Fritsch had getoond. Het leger, zeide hij, heeft zich een vijftien jaar geleden een avonturier laten opdringen; dat zal nu niet weer gebeuren. Hierop ontstond getier en geschreeuw en Paulin Méry, Millevoye en Castehn moesten tot de orde ge roepen worden. De Castellane zeide vervolgens, dat liet komplot, gesmeed om den ver rader Dreyfus in eer te herstellen niet kon slagen dan indien liet ge heim bleef. Maar de agent Thomps heeft te veel geschreven, Reinach te veel gesproken waardoor de mede plichtigheid van de regeering duidelijk was geworden. Waldeck-Rousseau verklaarde daarop in antwoord aan de Castellane, dat de regeering de woorden van Reinach, niet heeft tegengesproken, omdat zij volkomen in strijd zijn met haar eigen meening. Hij handhaafde zijn uit legging van de door Thomps geschre ven brieven. En die brieven die Thomps had geschreven waren aan anderen geleverd door de trouwbreuk van een officier. Terwijl de uiterste linkerzijde deze woorden toejuichte, stonden de rech terzijde en de nationalisten, die zulk een «beleediging", het leger aange daan, natuurlijk idet zonder protest konden laten voorbijgaan, als éen man op en dreigden Waldeck-Rous seau met de vuisten; deze bleef ech ter kalm en schijnbaar onbewogen op de tribune staan. De voorzitter luidde tevergeefs de bel. Generaal de Galliffet verliet te midden van het lumoer de zaal, toe gejuicht door de rechterzijde, terwijl de nationalisten op de wijs van de oLampions"«C'est Galliilet, qu'tl nous faut!" zongen. De groepen der linkerzijde stonden vervolgens op en juichten Waldeck-Rousseau toe. Het tumult hield zoolang aan, dat de voorzitter Deschanel de vergadering moest schorsen en alle tridunes doen ontruimen. Nadat de vergadering heropend was, zette Waldeck-Rosseau zijn rede voort en nadat de afgevaardigde en oud-minisler Krantz den premier nog verweten had dat hij een manoeuvre om de sallaire" te heropenen had toegelaten, werden er vijf moties in gediend, waaronder een van Bour geois; deze werd door Waldeck-Ros seau aanvaard. Zij bevat een betuiging van vertrouwen in de regeering en van de zekerheid welke de Kamer heeft van de toewijding van liet leger. Het eerste gedeelte dezer motie werd met 288 tegen 247 stemmenhet tweede gedeelte met algemeene slem- men de geheele motie met 293 tegen 246 stemmen aangenomen. Daarna ging de vergadering uiteen. Gedurende de schorsing hadden de ministers Delcassé en Monis een on derhoud met De Galliffet aan het ministerie van oorlog. Naar men zegt, heeft De Galliffet de zaal slechts verlaten omdat hij vermoeid was en dat het gerucht van zijn ontslagname ongegrond is. De opstand van de Boxers in China neemt onrustbarende afmetin gen aan. Zondagavond werd liet spoor wegstation Luthan, op 29 van Peking, door de Boxers verwoestzij vermoord den verscheidene Chineescbe beamb ten. Er wordt bij gemeld datde Boxers op Peking aanrukken. De Engelschen en Belgen hebben Fengtai verlaten waar de Boxers gister verwacht wer den. De treinen tusschen Peking en Tientsin hebben opgehouden te Ioopen. Een later telegram uit Tientsin meldt dat de veiligheid van verschei den Belgische families, wier terug- tochtsweg is afgesneden, gevaar loopt, De Boxers hebben Feng-tai in brand gestoken. Ook te Pao-ting-foe zijn verscheidene zendelingen van alle gemeenschap afgesneden. De blocdprijs. Er werd reeds gemompeld over een geheim verdrag, dat tusschen Enge land en Duitschland zou gesloten zijn, waarbij Duitschland, als koloniale EWALD AUG. KöNIG. 18) "Wij hebben menigmaal samen gezwommen bij zwom uitstekend.» "Wij waren op bet oogenblik van het on geval zeer dicht bij de kust; ik sprak er den volgenden dag met den kapitein over, die mijn vermoeden bevestigde.» »En gij meent werkelijk, dat bet mogelijk is -//Mogelijk zeker, al is bet dan ook niet zeer waarschijnlijk." De Doktor was blijven staan, om over bet geval na te denken. "Kom», zeide bij beslist na een pauze, «we gaan naar bet telegraaf kantoor, ik ken een beambte er van, die zal me het telegram laten zien.» Daar zij zich reeds in de nabijheid van bet telegraafkantoor bevonden, hadden zij bet spoedig bereikt; de beambte wilde eerst niet aan bet verlangen van den Advocaat voldoen maar deze wees er op, dat bet een familiezaak betrof, welke voor hem in zooverre van belang was, dat bij de juiste woorden moest weten, waaruit bet bestond, bovendien gaf bij zijn woord van eer er op, van bet vertrouwen van den beambte in geen enkel opzicht misbruik te maken. Daarop werd hem eindelijk bet tele gram voorgelegd. «Compagnon gered,» las bij met klimmende verbazing, «ernstig ziek, vissckersdorp, kom zelf. Watkin.» »Ik dank u,» zeide de Doctor met bevende stem tot den beambtedaarop stormde bij naar buiten, om den Baron, die dddr wachtte, den inhoud van bet telegram mede te deelen. »Dus was mijn vermoeden juist!» zeide Lick- tenstein opgewonden. «Hoe wonderbaar dient ons deze het toeval I Indien ik eerst morgen tot u was gekomen, zoudt gij bij bet plotse ling vertrek van uw zwager niets verder ge dacht hebben, en wellicht zoudt gij nimmer iets van de redding van uw vriend hebben vernomen.» »Wat wilt gij daarmede zeggen?» vroeg de Advocaat die niet minder ontroerd was. "Verbaast het u niet, dat uw zwager den inhoud van dit telegram geheimgehouden en een andere reden voor zijn reis opgegeven beeft? Zou hij dat eenvoudig hebben gedaan, om zijne bloedverwanten eene ontroering te besparen?» Zeker niet, want bet zou een aangename zijn geweest, en die mocht men aan onze mama na al de treurige gebeurtenissen waarlijk wel toewenscben. Wilde bij er evenwel toch nog meê wachten, tot bij zich van den toestand van den geredde overtuigd bad, dan lag bet toch voor de hand, dat hij mij de ontvangene tijding mededeelde en met mij overlegde, wat er nu moest geschieden.» »Dat is ook mijn idee,» zeide de Baron toe stemmend knikkende, »en daar er niets van dat alles beeft plaats gehad, maak ik me ern stig ongerust. Wie verneemt het, als de zwaar kranke ginds sterft? En boe zwak is de draad, waaraan zijn leven hangt I» «Wie mag die Watkin zijn?» »Een beursagent. Uw zwager ontmoette hem in Bückers Hotel. Iets naders kon ik omtrent dezen man niet vernemen, zijn uiterlijk beviel me niet; volgens het telegram schijnt uw zwager hem opgedragen te hebben een onder zoek in te stellen.» «En deed bij dit, dan zie ik daarin een bewijs voor een met schuld beladen geweten,» hernam de Doctor met beesche stem. »De mogelijkheid der redding was hoogst onwaarschijnlijk, en geschiedde zij toch, dan zouden wij er in elk geval bericht van ont vangen. Wat kon dus Herbert tot zulk een onderzoek dringen, indien niet o, 't is vree- selijk er aan te denken, en toch laat deze gedachte zich niet onderdrukken. Wat moet er nu geschieden? Zal ik aan dien Watkin telegrapbeeren »Gij moet er zelf naar toe «Daarover dacht ik ook reeds, maar «Bedenk, dat bet het leven van een dierbaar vriend geldt,» zeide de Baron ernstig. Ik vrees het ergste, als de plannen van Schneider niet gedwarsboomd worden.» »Wdar vind ik ginds in die groote stad mijn zwager?» hernam de Doctor radeloos. »Wie noemt mij den naam van bet visschersdorp Eer ik mijn vriend gevonden heb, kan bij reeds dood zijn »Ik zal u vergezellen.» »0, gij brengt mij een offer «Volstrekt niet, Doctor! Ik kan als ambte loos burger over mijn tijd beschikken, zooals ik wil. Ik ben daarginds bekend, en dat niet alleen, ik ben bevriend met een detectivie, die ons in deze zaak onschatbare diensten kan bewijzen. Ik zou de zaak wel alleen op mij nemen, doch heb geen recht, waarop ik me beroepen kan, als ik gedwongen wordt, tegen uw zwager op te treden. Gij als lid der familie kunt dat, en daarom is uw persoonlijke tegen woordigheid dringend noodig.» De Doctor drukte hem de haud. »Ik vind geen woorden, om mijn dank uit te spreken," zeide bij aangedaan. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1