NIEUWE
Ni euws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
No. 50.
Zaterdag 23 Juni 1900.
Negen-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND.
Over Boord.
Amersfoortsc
Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het is en blijft een zonderlinge
toestand in China. Nog voortdurend
is er tegenstrijdigheid in de belichten
aangaande liet lot der vreemdelingen
en dat van de internationale ontzet-
tingscolonne onder den Engelselien
admiraal Seymour. Gister seinde do
Japansche consul te Shanghai, dat
Seymour te Peking is aangekomen
en dat de gezanten ongedeerd zijn;
daarentegen wist de Engelsche schout
bij-nacht Bruce te Takoe riog van
niets en moest de heer Brodriekgis
teravond in liet Engelsche pai lement
verklaren naar aanleiding van het
bericht omtrent Seymour, geen authen
tieke berichten uit Peking te hebben
ontvangen.
De onder-minister van buitenland-
sche zaken Brodriek, deelde verder
mee, dat hij negen dageri geleden
voor het laatst van Sir Claude Mac-
donald bericht heeft ontvangen.
De heer Ashmead Barlett vroeg
daarop of de overeenstemming die
tusschen de mogendheden heet te
bestaan, ook Japan insluit, minister
Balfour antwoordde bevestigend.
De Engelsche schout-bij-naclit Bruce
seinde gister uit Takoe via Tschifoe:
«Geen bericht van Seymour sinds
zeven dagen en geen gemeenschap
met Tientsin sinds vijf dagen. De
verbondenen hebben de forten van
Takoe en Tongkoe krachtig bezet en
zullen tot ontzet van Tientsin opruk
ken, zoodra hun getalsterkte groot
genoeg is. Men gelooft dat er voort
durend om Tientsin wordt gevochten."
En de Amerikaansclie admiraal
Kemplï te Takoe seinde dienzelfden
dag:
»De Chineezen bombardeeren Tient
sin. Het Amerikaansche consulaat en
een groot deel der buitenlandsche
nederzettingen worden verwoest. Er
is een hulp-expeditie naar Tientsin
afgezonden, waarbij 130 Amerikaan
sche soldaten zijn."
De Daily Telegraph ontving een
telegram van liaar correspondent, ge
lijkluidend in zoover met dat van don
Japanschen consul te Shanghai, dat
Seymour inderdaad te Pfeking is. De
correspondent weet er zelfs bijzonder
heden van den tocht bij te voegen.
Zondag j I. zouden de internationale
troepen er reeds zijn gearriveerd Vijf
maal vielen de Chineezen de colonne
in grooten getale aan. Er waren vele
bereden manschappen bij de Chi
neezen, maar de meesten waren slecht
gewapend. Af en toe vochten zij echter
met grooten moed. De verliezen van
de Chineezen gedurende den marsch
worden op 500 dooden geraamd. De
verliezen aan den kant van de gealli
eerden zijn onheteekenend. Het is on
mogelijk te zeggen wat de werkelijke
staat van zaken binnen Peking is, voegt
hij er nog bij, daar tal van tegen
strijdige geruchten de ronde doen en
men lot dusver niets vernomen heeft
van een van de legaties of de vreem
delingen daar ter stede.
Wij plaatsen deze berichten zonder
commentaar. Zij kunnen waar zijn,
doch ook wel berusten op onbetrouw
bare mededeelingen. Wat er echter
zonneklaar uit blijkt, dat is de ernst
van den toestand.
In de Fransche Kamer verklaarde
gister de minister van buitenlandsche
zaken, Delcassé, dat Frankrijk, ver-
eenigd met Rusland, in overeenstem
ming met de andere mogendheden
zal kunnen arbeiden aan het herstel
der orde in China en aan de veilig
heid der vreemdelingen. Te Peking
zullen de mogendheden en Frankrijk
de veiligheid barer onderdanen ver
zekeren. Daartoe bestaat onder de
mogendheden eensgezindheid.
In antwoord op een vraag, zeide
minister Delcassé, dat hij een telegram
van 20 Juni ontving, meldende, dat
de gezantschappen en de vreemde
lingen te Peking den 17en veilig wa
ren. Zoo pas had de minister een te
legram van den heer Francois, den
consulairen agent voor Yunnan, ont
vangen, berichtende, datdeChineesche
overheden eindelijk hun verantwoor
delijkheid beseften en dal hij (Francois)
waarschijnlijk zal kunnen vertrekken.
Het telegram verklaart dat er een
wezenlijke verbetering inden toestand
is gekomen.
Dat de mogendheden bij voorduring
samenwerken blijkt ook uit een pro
clamatie, die de gezairielijke vloot
voogden voor Takoe hebben uitge-
vaardigd. Daarin zeggen zij het vol
gende
»De admiraals der verbonden mo
gendheden wensclien ter kennis van
alle Chineesche autoriteiten te brengen
dat zij hun gewapende macht slechts
zullen gebruiken tegen de Boxers en
tegen de menschen die zich verzetten
tegen hun marsch naar Peking tot
ontzet van hun landgenooten".
Over wat er verder moetgebeuren,
heeft de uitgever der China Maildie
tegenwoordig in Engeland vertoeft,
aan een vertegenwoordiger van de
Daily Expres zijn meening gezegd.
In de eerste plaats, zeide hij, moeten
de vreemdelingen In Peking bevrijd
en de missionarissen die zich nog op
voor hen gevaarlijke plaatsen in het
binnenland bevinden, naar de ver
dragshavens in veiligheid worden ge
bracht. Dan moeten de Boxers onder
drukt worden en daarna een verdrag
gesloten, dat den vertegenwoordigers
der mogendheden de contróle over
het bestuur van China geeft. Dat mag
op liet eerste gezicht een reuzentaak
schijnen, de Chineezen zijn echter in
't algemeen een gemakkelijk te regee-
ren volk en als de mogendheden
eensgezind blijven, zal de zaak niet
zoo moeielijk zijn, als zij zich laat
aanzien.
Deze Engelsche zaakkundige ver
langt verder dat de Vereenigde Staten
hiertoe het initiatief zouden nemen
Ik ken geen mogendheid, zeide hij,
die er meer voor aangewezen is, deze
oplossing voor te stellen dan Amerika,
want de Unie wenscht geen gebied
te verwerven in China. [Tusschen
haakjes merken wij hier op dat dit
nog zoo zeker niet is.]
Wat Amerika en Engeland met
haar verlangt, dat is een open afzet
gebied voor de voortbrengselen der
industrie. Amerika zou dus voor kun
nen stellen, dat voortaan geen mo
gendheid meer Cliineescli gebied ver
werft, dat er naar de behoeften in
gerichte bestuurslichamen in Peking
worden gevestigd, in elk waarvan een
vreemde raadgever de leiding heeft
en dat deze vertegenwoordigers der
machten met de algeheele contróle in
Peking belast worden of voor een
bepaald aantal jaren óf tot zoolang
dat zij' van meening zijn, dat de
Chineezen het bestuur zelf weder in
staal zullen zijn op zich te nemen.
Dat zijn de groote trekken van een
mogelijke oplossing der crisis en deze
zou zeker vergemakkelijkt worden als
het zich bevestigde, dat het Tsung-
li-Yamen de beweging der Boxers ge
duid en gesteund heeft.
In theorie is dit alles zeker heel
mooi, maar of het in de praktijk
die een voortdurend eensge
zind blijven der mogendheden
noodzakelijk maakt mogelijk is,
valt te betwijfelen.
Peking.
Peking, dat nu het doel is voor de
troepen der mogendheden, bestaat
uit een ouder deel, de Mantsjoe- of
Tartarenstad en een nieuwer deel de
Chineezenstad
De Tartaren- of binnenstad van
Peking, die de opstandelingen nu bin
nen zijn gedrongen, vormt een vier
kant, dat alleen aan zijn noordweste
lijken hoek eenigszins afgestompt is.
Zij is omringd door een geweldigen
muur, die 23920 M. lang, 13 M. hoog
en van boven 11 M. dik is. Boven
de negen poorten van de stad en de
vier hoeken verheffen zich torens van
meer dan 30 M. hoog De Chinee
zenstad grenst aan de zuidzuide van
de Tartarenstad, is iets breeder dan
de laatste, rnaar minder lang; hare
muien en torens zijn ook veel lager
dan die van de Tartarenstad. Het
middelpunt van deze laatste wordt
gevormd door de keizerlijke stad, die
met hare paleizen, tempels, huizen en
winkels ongeveer het vijfde gedeelte
beslaat; in haar midden is de eigenlijke
residentie van den Keizer, de Roode
of Verboden Stad, die op haar beurt
weer door grachten en wallen om
ringd is; de meeste van hare paleizen
en tuinen zijn nog uit den tijd van
de Mongolendynastie.
De vreemde gezantschapsgebouwen
liggen bijna alle in het zuidoostelijke
gedeelte van de Tartarenstad. in de
onmiddellijke nabijheid van de Chi
neezenstad. Verder vindt men in de
Tartarenstad den klokkeloren, het
beroemde observatorium met bronzen
instrumenten uit de 13de en 17de
eeuw, de Examenhal met cellen voor
12000 menschen, den grooten Lama
tempel, den tempel van Gonficius,
tien zuilvormige granietblokken met
inschriften van 1200 v Chr., de Hal
van de Klassieken met den op 200
steenen tafelen gegrillelden tekst van
de negen klassieke hoeken, den tempel
van de Goede Heerschers, den tempel
van de witte Pagode, den tempel
Loeng-foe-se, waar acht maal in de
maand druk bezochte markten voor
curiositeiten enz. gehouden worden,
en een aantal christelijke kerken,
zendingshuizen, hospitalen en liefda
dige instellingen.
Peking is niet voor den vreemden
handel geopend. De vreemdelingen
die er verblijf houden, zijn teilen van
de gezantschappen en van het hoofd
kantoor der douane of van de ver
schillende zendingshuizentot voor
korten tijd was hun aantal niet meer
dan 200. In den laatster) tijd waren
echter de wachten van de gezant
schappen versterkt, zoodat er op het
oogenblik wellicht enkele honderden
meer zijn.
Otlicieele berichten omtrent den
oorlog zijn er heden niet. Wel komen
VAN
EWALD AUG. KöNIG.
25)
Het laatste woord was nauwelijks over zijn
lippen, toen Herbert terugkeerde.
"Gij zult hem het dwangbuis aan moeten
doen," zeide hij scherp"de patiënt schijnt
een aanval van razernij te hebben."
"Wij zullen zien," antwoordde de Dokter
kalm. «Alleen geen overijling! Ik moet me
vooraf overtuigen, of de patiënt werkelijk
zielskrank is."
"Daaraan valt niet te twijfelen."
"Uw oordeel alleen heeft geen waarde. -
Op dit oogenblik werd de deur geopend.
Doctor Hackert, de Baron van Lichtenstein
en Robert Carlton traden binnende oppasser,
die hen geleidde, scheen reeds onderricht te
zijnhij bleef in de kamer, om de bevelen
van zijn heer af te wachten.
Een kreet van verrassing en tegelijk van
woede ontsnapte aan Herberts lippen, toen
zijn blik zoo plotseling op den Advocaat viel.
"Wat voert je hierheen?" viel hij uit, eer
een der overige aanwezigen tijd tot spreken
vond. »Wie heeft je het lot van Rudolf ver
raden, en waarom laat men het niet aan mij
alleen over, voor hem zorg te dragen?"
«Waarom niet?" hernam de Advocaat. »Je
zult even goed als ik de reden weten. Overi
gens heb ik met jou intusschen niets te maken
ik laat het aan Rudolf over, met je af te re
kenen."
a Rudolf is krankzinnig
Hij was het nooit, en zal het ook thans niet
zijn. Wij weten zeer beslist, dat je hem sedert
dat treurige voorval niet weder hebt gezien.
Hoe kun je dus een oordeel over zijn zielstoe
stand willen velleD. Sinds het oogenblik, dat je
hier aankwaamt, heeft men je niet uit het oog
verloren, men kent je plannen, welke je met
je handlager smeeddet."
"Neem mij niet kwalijk, als gij daarmede
mijn persoon wilt aanduiden, dan moet ik daar
tegen ten ernstigste protesteeren," viel Watkin
hem in de rede.
"Zijt gij niet een zekere Watkin?» hernam
de Advocaat met diepe minachting. »Was u
niet opgedragen, een onderzoek in te stellen,
of de verongelukte misschien ook gered was?
Hebt gij het telegram niet aan dezen heer
afgezonden.
»Ik geef dat alles toe, ik ontken ook niet,
dat ik sinds jaren de handelsagent van dezen
heer ben geweest; maar ik ontken, dat ik in
deze verkeerd heb gehandeld."
Carlton had, met den Dokter stil eenige
woorden gewisseld en door dezen was aan den
oppasser een wenk gegeven; de laatste was uit
de kamer gesneld en keerde nu met Rudolf
terug.
In het eerste oogenblik ontstelde Rudolf,
toen hij al die personen aanschouwde, daarop
trad hij snel op den Advocaat toe, en reikte
hem beide handen.
"Ik weet niet, wat gij met mij voorhebt,"
zeide hij«ik verzoek u maar één ding, breng
mij uit dit huis, waarin men mij, zooals ik
vermoed, listig heeft gelokt, om mij ongelukkig
te maken."
«Daar staat de man, die je onder het voor
wendsel, dat je krankzinnig waart, hierheen
liet brengen," antwoordde de Advocaat, op Her-
bert wijzende. »Ik geloof, dat het hem gelukt
zon zijn, indien niet een toeval me vanje red
ding op de hoogte had gebracht. De Baron
van Lichtenstein, die de reis van Kopenhagen
met je maakte, bracht me een bezoek, om me
het voorgevallene mede te deelen en zijne eigene
vermoedens daaraan te knoopen, de snelle en
plotseling afreis van Herbert boezemde ons
achterdocht in, het gelukte ons, van het
telegram, dat het bericht van je redding
bevatte, inzage te krijgen, daarop volgden
wij hem, om over je te waken."
Herbert beet op zij n onderlip, haat en woede
gloeiden uit den blik, waarmede hij de aan
wezigen beschouwde.
»Ik heb u den patiënt toevertrouwd, Dokter,»
riep hij, »ik stel u voor al de gevolgen aan
sprakelijk, zoo gij hem loslaat I"
Dokter Davis haalde de schouders op. »Gij
weet, dat ik den toestand van Mijnheer nog niet
onderzocht heb," hernam hij; «doch al was ik
ook van zijn krankzinnigheid overtuigd, dan
zou ik hem toch inde gegevene omstandigheden
niet in mijne inrichting kunnen opnemen,
tenzij zijne familie hare toestemming daartoe
gaf." -
»Dat zal nimmer gebeuren I riep de Advocaat.
«Deze heer behoort niet tot de familie," stoof
Herbert op; «hij moet zich niet in zaken men
gen welke hem niets aangaan.
«Maken wij er een einde aan zeide Carlton
zich tot Rudolf wendende. «Gij kunt ongehinderd
dit huis verlaten, beneden wacht u het rijtuig
van uw vriend. Doch vóór gij gaat, moet gij
verklaren, of gij een gerechtelijk onderzoek van
de zaak en bestraffing van den schuldige ver
langt; ik zal in dat geval een aanklacht in
dienen."
Wordt vervolgd.J