nieuwe Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. No. 80. Zaterdag: 6 October 1900. IMcgen-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Onvoorzichtig. Nieuwe Düizenfl-en-één-Naclit-Verlialen. DE ZELF-MOORD-CLUB. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wij zijn ver van Engelschgezind. Iedere slag op den kop van het Engeische imperialisme doet ons goed en wij betreuren daarbij gewoonlijk alleen, dat hij nog niet hard genoeg aankomt. Wij verheugden ons, toen de zaken der Transvalers goed stonden. Wij treurden, toen zij, door de meer derheid verpletterd, moesten achteruit trekken. Wij voelden flikkeringen van hoop als er nu en dan een berichtje kwam van standhouden en van een kleine zegepraal. Wij waren ternedergeslagen, toen wij het bericht vernamen, dat Krüger zijne republiek had verlaten. Wij waren verontwaardigd, toen de eerste berichten spraken van Portu- geesche gevangenschap. Wij zijn en blijven Boersgezind om de rechtvaardigheid hunner zaak. Wij wenschen niets hartelijker dan eene tusschenkomst van de groote mogendheden om den Engelschen schrok het inzwelgen van zijn laatste prooien zoo moeilijk te maken, dat hij uit vrees voor stikken ze weerlos- laat. Dat stellen wij op den voorgrond, om daarop te laten volgen, dat het in de verste verte onze sympathie niet heeft, dat men aan Krüger een Neder- landsch oorlogschip heeft aangeboden om hem naar Europa te brengen. Dat is een daad van slechte poli tiek. Wij zijn goede vrienden met En geland. Kruger komt waarschijnlijk naar Europa om te klagen over de daden van Engeland. I-Iet past ons niet om Engelands vijand in de gelegendheid te stellen, het onzen vriend moeilijk te maken. Nog meer. Is Kruger nog president van de Transvaal, dan moet de vlag der re publiek naast de onze wapperen. Dat is eene uittarting van Engeland dat de Transvaal reeds geanexeerd heeft. Maar onrechtvaardigbuldert men van alle kanten. Toegegeven, geachte bulderaars, maar Nederland is geen politieagent om bij de onrechtvaardigheden door de verschillende mogendheden begaan, tusschenbeide te komen. Is Kruger geen president meer, dan behoeft de Transvaalsche vlag niet naast de onze te wapperen, maar dan moeten onze oorlogsschepen ook geen dienst doen van passagiersbooten. Wij haten qua individu de Engei sche regeering in haar aanmatigend optreden met een volkomen haat. Wij deelen dien haat met vele Ne landers met de meeste wellicht. Maar. die haat mag zoo ver niet gaan, dat wij daaraan onze neutraliteit opofferen. De regeering moet bedenken, dat zij door het opwekken van de Engeische ontevredenheid ons in de grootste geva- varen kan storten. Het schelden en schreeuwen tegen de Engeische koningin en het bespottelijk maken van deze oude dame, die even veel schuld aan den oorlog heeft als een pasgeboren zuigeling, heeft ons altijd gehinderd. Als al die bazuin- en klaroenblazers, als al die caricatuurmakers in plaats van te speculeeren op staatkundige hartstochten, ten einde eigen zak te vullen, opgetrokken waren om de Boers te helpen met geweren en am munitie, 't ware vrij wat beter geweest dan eene oude vrouw op allerlei on betamelijke wijze te hoonen. In ons oog heeft de Nederlandsche regeering noch de macht, noch het recht om in dezen oorlog hoe schan delijk hij ook gevoerd wordt, tusschen beide te komen. Wij kunnen de feiten betreuren, wij kunnen als individu lucht geven aan onzen afkeer van des luipaards op treden. De regeering had in geen geval een oorlogsschip moeten belasten met het vervoer van den Tranvaalschen Presi dent. Wij hebben 't is wel treurig, maar het is zoo te weinig macht om iets uit te voeren. De dagen van De Rvyter en Tromp zijn reeds te lang voorbij om daarmede voor den dag te komen, vooral nu er zoo weinig gedaan wordt, om onze vloot op te heffen uit haar vervallen staat. We hebben wel iets van een kef fertje, dat op een afstand tegen een buldog aan zijn haat lucht geeft. Als de dog zijn poot opheft moet het achteruit springen, of het krijgt een mep. waarvan zijne ribben gevaar loopen te kraken. We vinden het erg min zoo lang en zoo schel te keffen, waar men geen tanden heeft om te bijten en geene klauwen om toe te slaan. Men zegt dat Engeland veel durft. Neem eens aan, dat hot een paar oorlogsschepen uitzendt om ons oor logsschip, waarop Kruger zich be vindt, te nemen of te Wat dan Zullen wij dan aan Engeland den oorlog verklaren ofeenmal figuur maken? Wij wenschen den Zuidafrikaanders allen voorspoed. Wij wenschen den Engelschen een totaal fiasco. Maar wij achten, dat de Regeering van Nederland zich uit welbegrepen eigenbelang geheel buiten deze strijd moet houden. Wij hebben gezegd. "Vitello". Het is ongeveer een jaar geleden, dat H. M. de Koningin, als altijd vol belangstelling voor alles wat handel en industrie betreft die twee mach tige factoren voor de welvaart van Haar land bij haar bezoek aan Rotterdam een der belangrijkste in richtingen aldaar in oogenschouw nam, n.l. de fabrieken van »Van den Berghs Limited", die op het gebied van de Margarine-idustrie voor de grootste en bekendste der wereld doorgaan. Tijdens dat bezoek werd H.M. reeds in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van de vervaardiging van een nieuw product, dat eerlang door genoemde fabriek in den handel zou gebracht worden en dat bestemd was een vol slagen ommekeer te brengen in den boterhandel. Dit nieuwe product was Vitello". De eer van de uitvinding van dit artikel komt aan een chemist van het Duitsche leger toe, met name Dr. Bernegau, zeker geen onbekende voor hen, die op de hoogte zijn van den tegenwoordigen stand der voedings- middellcer. Dezen Dr. Bernegau ge lukte het, uit verschillende stoffen van erkende voedingswaarde, daarbij de samenstelling der natuurboter in het oog houdende, een product te bereiden, dat om zoo te zeggen van natuurboter niet te onderscheiden is, zeer zeker niet tenminste bij het gewone dage- lijksche gebruik. Hij noemde dit pro duct »Vitello" en de Firma Van den Bergh, die onmiddellijk de groote waarde er van begreep, verloor geen tijd met deze uitvinding van Dr. Ber negau aan te koopen en te patenteeren, zoodat zij het uitsluitend recht heeft verkregen tot het fabriceeren van «Vitello". Zoo als wij reeds lieten uitkomen, is de «Vitello" bij het dage- lijksche gebruik de aangewezen plaats vervangster voor Natuurboter; op het brood gesmeerd, proeft ge geen ver schil, bij het bakken en braden bruint ze en schuimt ze als de heerlijkste na- tunrboter, kortom we zouden ze haast de naam van «kunstmatige natuurbo ter" willen geven. En wij geven dit niet als onze persoonlijke meening; neen, de lieden van het vak, zij, die van het koken een dagelijksche studie maken, de dames der kookscholen n.l. leggen hetzelfde getuigenis af. Reeds lieten zich de Directrices der Amster- damsche, Rotterdamsche, Haagsche, Arnhemsche en Utrechtsche Kook- en Huishoudscholen in uiterst waardee renden geest uit over de «Vitello" en aarzelen niet dit product onomwonden aan te bevelen als uitstekend geschikt voor elke keuken en elke tafel. De firma Van den Bergh zorgde ook voor een goede verpakking, in dubbelen zin goed. Eerstens is de verpakking zeer geëigend voor het artikel, dat er zich uitstekend in houdt. En in de tweede plaats is de verpakking er op ingericht, dat de kooper de absolute zekerheid heeft «Vitello" in handen te krijgen als hij het koopen wil. En dit is in veel ge vallen niet overbodig. De kleur en het uiterlijk aanzien van «Vitello" zijn natuurlijk gemakkelijk na te maken, de innerlijke eigenschappen evenwel niet. Bij den enormen opgang, dien het artikel moest maken, zouden sommigen de goeden niet te na gesproken allicht in de verzoeking kunnen komen een ander artikel voor «Vitello" in de plaats te geven. Dit is nu volkomen buitengesloten. «Vi tello" is verpakt in langwerpig vier kante cartons blauw van kleur, waarop de naam van het artikel en de fabri kanten Van den Bergh benevens de prijs duidelijk staan uitgedrukt. Het is dus nu maar een kwestie van opmerkzaamheid van de zijde der koopers. Behoeven wij nog te spreken over het enorme succes van «Vitello" zoo wel in Nederland als in het buiton land? Met dit artikel is werkelijk in een dringende behoefte voorzien, de behoefte n.l. aan een product, dat niet maar in naam, maar inderdaad de steeds duurdere natuurboter vervan gen kon en veel lager in prijs zou zijn. Gegeven die behoefte, gegeven het artikel, dat er in alle opzichten aan voldoet, niet waar, het is zoo eenvoudig als men het maar bedenken kan, zoo'n artikel moet slagen. De ROBERT LOUIS STEVENSON. 12) De Geschiedenis van den Dokter en de Saratoga-Kofler. Hoe dit ook zij, hij die in zijne jongere jaren zich een naam gemaakt had, woonde nu in het Quartier Latin in groote eenvoud en afzondering en wijdde veel van zijnen tijd aan studie. De heer Senddamore' had kennis met hem gemaakt en die twee plachten nu en dan samen op goedkoope wijze te dineeren in een restaurant aan de overzijde der straat. Silas Senddamore had vele kleine ondeugden van een meer fatsoenlijke soort en werd niet zijne fijngevoeligheid weerhouden hieraan toe te geven op allerlei dubbelzinnige manieren. En de ergste van zijn kleine zonden was nieuws gierigheid. Hij was een geboren babbelaar; het leven, en in 't bijzonder die gedeelten er van waarvan hij geen ondervinding had, interesseerden hem hartstochtelijk. Hij was een brutaal vrager, zijne vragen doordrijvend met evenveel vasthoudendheid als onbeschaamd heid; men had gezien hoe hij, een brief voor een ander naar de post brengend, haar op zijne hand woog, haar om en om draaide en het adres zorgvuldig bestudeerde; en toen hij een reet in het schot tusschen zijne kamer en die van Madame Zephyrine vond, maakte hij het, inplaats van dicht, grooter, en maakte er gebruik van om de handelingen zijner buur vrouw te bespionneeren. Op zekeren dag, einde van Maart, zijne nieuwsgierigheid groo ter wordend naarmate hij er aan toegaf, maakte hij het gaatje nog wat grooter opdat hij nög een hoek van de kamer zou kunnen overzien. Dien avond toen hij zooals gewoonlijk Madame Zepliyrine's bewegingen ging beloeren, was hij verbaasd de opening op een vreemde manier verduisterd te vinden aan de andere zijde en nog meer verbaasd toen deze hinderpaal plot seling weggenomen werd en een onderdrukt gelach zijn oor trof. Een beetje afgevallen kalk had waarschijnlijk het geheim van het kijkgat verraden en zijne buurvrouw had blijk baar het compliment op gelijke wijze beant woord. De heer Senddamore was zeer beleedigd; hij veroordeelde Madame Zephyrine op onbarm hartige wijze; zelfs sprak hij zichzelven niet geheel vrij doch toen hij den volgenden dag bevond dat zij niets gedaan had om hem zijn geliefkoosd tijdverdrijf te beletten, ging hij voort te profiteeren van hare achteloosheid, en zijne nieuwsgierigheid te bevredigen. Den volgenden dag ontving Madame Zephy rine een langdurig bezoek van een lang flink gebouwde man van vijftig jaar of misschien ouder, dien Silas tot nu toe niet gezien had. Zijn wollen pak en kleurig front, evenals zijn verwarde bakkebaarden, verrieden den Brit, en zijn dof grijs oog deed Silas koud aan. Hij bleef zijn mond steeds ronddraaien van de eene kant naar de andere, gedurende het ge heele gesprek, dat fluisterend gevoerd werd. Meer dan eens scheen het den jongen Nieuw Engelander toe, alsof hunne gebaren zijn eigen vertrek aanduiddendoch het eenige bepaalde dat hij door onvermoeide oplettendheid hoorde was deze opmerking, door den Engelschman op een ietwat luiden toon gemaakt, als blijk baar antwoord op een tegenwerping of onwil ligheid: «ik heb zijne smaak goed bestudeerd en ik zeg u nogmaals dat gij de eenige vrouw zijt, die ik in den arm kan nemen." Als antwoord hierop, zuchtte Madama Zephy rine, en bleek door een gebaar zich er bij neer te leggen, als iemand die buigt voor een meerdere. Dien namiddag werd het observatorium voor goed verduisterd, een kleerkast was er aan de andere zijde voorgetrokken, en terwijl Silas nog weeklaagde over dit onheil, dat hij toe schreef aan de kwaadaardige suggestie van den Engelschman bracht de concierge hem een brief geschreven door eene vrouwenhand. Zij was geschreven in Fransch van een niet al te strikte orthographic, droeg geene onderteeke- ning, en noodigde den Amerikaan in de meest aanmoedigende bewoordingen uit dien avond om elf uur tegenwoordig te zijn bij een zeker gedeelte van het Bullier-Bal. Nieuwsgierigheid en bedeesdheid streden een' langen strijd in zijn hart; nu eens was hij geheel en al deugd, dan weer geheel vuur en moed, en het resul taat was dat, lang voor tienen, de heer Silas Senddamore zich in de puntjes, presenteerde aan de deur van de Bullier-bal-zalen en zijn entreegeld betaalde met een gevoel van wat- kan-'t mij-schelen roekeloosheid, dat niet zonder bekoorlijkheid was. Het was Carnaval-tijd en het Bal was zeer bezet en luidruchtig. De lichten en de menigte intimideerden onzen jongen avonturier eerst wel een beetje en vervolgens kreeg hij een gevoel van gewicht, dat hem anders geheel vreemd was. Hij voelde zich gereed den duivel onder de oogen te zien, en stapte de balzaal binnen met de breede bewegingen van een «cavalier". Wordt vervolgd,.!

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1