NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
No. 98.
Zaterdag 8 December 1900.
Negen-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
ONZE PREMIE.
BELANGRIJK BERICHT
voor hen die zich op
HET NIEUWE MODE
BLAD abonneeren.
INSCHRIJVIESBILJET.
HET NIEUWE MODEBLAD
Nieuwe Duizenfl-en-één-Naclit-Verlialen.
DE ZELF-M00RD-CLUB.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Uitgevers stellen zich voor, bij
genoegzame deelname, op nader aan
te kondigen tijdstip, onder de geabon-
neerden op Het Nieuwe Modeblad eene
belangrijke verloting te houden, welke
geheel gratis is voor de abonneé's,
zoodat van hen geen enkele inzet wordt
gevorderd.
Wie abonné zal zijn op het tijdstip
dier verloting, zal daaraan deelgerech-
tigd zijn en door den ontvangst van
een gratis lot daarvan het bewijs be
komen.
De Uitgevers stellen voor die verlo
ting, welke in het bijzijn van getuigen
zal worden gehouden en waarvan de
uitslag in het blad zelve zal worden
bekend gemaakt, beschikbaar de vol
gende prijzen
Twintig uitmuntende Naaimachines.
VIJF FRAAIE DAMESRIJWIELEN.
HONDERD rijk Geïllustreerde Boek
werken.
Waar zulke kansen en geheel kos
teloos worden verbonden aan een tijd
schrift, dat reeds om den buitenge
woon goedkoopen prijs en den met
zorg samengestelden inhoud, aller be
langstelling waardig is, verwachten de
Uitgevers, dat de gcabonnecrdcn
onzer courant waarbij Het Nieuwe
Modeblad als premie wordt verkrijg
baar gesteld, deze aanbieding zullen
waardeeren.
Voor onze lezeressen zal Het Nieuwe
Modeblad zijn een rijke bron van nut
en genoegen. Een trouwe gids bij
keuze of aanmaak van Costumes, Kin
dermodes, Handwerken of andere Mode
artikelen.
Niemand verzuime te profiteeren van
deze waarlijk kostbare premie, welke
voor de lezers van onze Courant tegen
de geringe vergoeding van 55 cent per
drie maanden verkrijgbaar is.
Men vuile ten spoedigste het
inteekenbiljet in en zende het terug
aan de Uitgevers.
De Ondergeteekende verlangt bij zijne
Courant geregelde toezending van
tweemaal per maand verschijnende, tegen
den prijs van 55 ets. per drie maanden
(franco per post 75'/i ets).
WOONPLAATS: NAAM:
Zij die zich met lo. Ja
nuari 1901 op ons blad
abonneeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers
gratis.
DE UITGEVER.
Erg schitterend oorlogsnieuws heeft
lord Kitchener sede't hij aan het
hoofd van het Engelsche leger in
Zuid-Afrika staat, nog niet te ver
melden gehad en ook het telegram
dat hij gister uil Bloemfontein heeft
gezonden bevat weer voor de Engel-
schen slechte tijding. sVijfhonderd
man van De la Rey," zoo seint hij,
»deden den 3en December een heftigen
aanval op een convooi, dat van Pre
toria naar Rustenburg ging, bij Buf
felspoort. Het escorte van het con
vooi nam stelling op eenige kopjes
en vocht met groote dapperheid. De
Boeren slaagden er in ongeveer de
helft van het convooi in brand te
stekende andere helft bleef onge
rept.
Den volgenden dag kwamen ver
sterkingen aande Boeren werden
toen uiteengedreven, na aanzienlijke
verliezen te hebben geleden. Enkele
Boeren werden gedood door een toe
val treffer van een kanon op 50 yards
afstand. De Engelschen hadden 15
dooden, een oflicier en 22 man ge
wond.
De Wet trok 5 Dec. de Caledon
(in 't Zuiden van den Vrijstaat) over,
op marsch naar OdendalIvnox volgt
hem met een deel zijner troepenmacht
en zond de rest over de brug bij
Bethulië. De Odendaldrift wordt bezet
door een regiment «Ier Garde. De
rivier is thans bevaarbaar."
Verder belangrijk oorlogsnieuws is
er voor heden niet.
Het Afrikaandercongres te Wor
cester is Donderdag gehouden en
mogen wij Reuter gelooven, dan heb
ben er slechts 3000 personen aan
deelgenomen. Wellicht echter heeft
de censuur goed gevonden het aantal
te verkleinen om den indruk te maken,
dat het van niet zulk een beteekenis
is geweest als men eerst wilde doen
voorkomen. Immers een 10 li 15000
Afrikaanders waren volgens vroegere
berichten uit alle plaatsen der Kaap
kolonie opgekomen om te protesteeren
tegen de afschuwelijke wreedheden,
door de Engelschen in de beide Alri-
kaander Republieken gepleegd. Hoe
bevreesd de Engelsche regeering was
voor het uitbreken van onlusten tijdens
het congres, blijkt wel uit het feit
dat 8000 man Engelsche troepen met
geschut verschillende heuvels hadden
bezet, die de stad beheerschen. Er
waren dus meer dan tweemaal zooveel
soldaten dan vergaderde Afrikaners
en het behoeft ons dus niet te ver
wonderen dat de ongewapende Afri
kaners zich van verzet hebben ont
houden. Niettemin hebben zij het aan
protesten niet laten ontbreken.
De Villiers, de broeder van den
opperrechter in de Kaapkolonie, pre
sideerde. Een der Afrikaander-afge
vaardigden, die naar Engeland was
gezonden, deelde aan het Congres
mede, dat niets te verwachten was
van de Engelsche liberalen, onder de
tegenwoordige omstandigheden.
Er werden drie resoluties voorge
steld. In de eerste wordt gevraagd
beëindiging van den oorlog, met het
oog op de verwoesting van het land
en liet uitroeien van een blank ras.
De motie verklaart, dat deze dingen,
zoowel als de behandeling van de
Boerenvrouwen en kinderen, een voort
durende verbittering zal ten gevolge
hebben. Voorts wordt verklaard, dat
alleen de onafhankelijkheid der Repu
blieken den vrede in Zuid-Airika kan
verzekeren
In de tweede motie worden de staat
kunde en de houding van sir Alfred
Milner afgekeurd, en het recht der
kolonie geeisclit om haar eigen zaken
te besturen.
De derde motie stelt voor liet zenden
eener deputatie om de meeningen van
het Congres ter kennis te brengen
van de Britsche Regeering
Vervolgens werd medegedeeld, dat
de aanwezige afgevaardigden 120,000
Afrikaanders vertegenwoordigen.
Nadat een aantal redevoeringen, in
vaak zeer heftige bewoordingen, waren
gehouden, waarin de sprekers echter
elk denkbeeld aan een opstand in de
kolonie verwierpen, werden de drie
resoluties bij acclamatie aangenomen
en werd het Congres gesloten.
Donderdag is het Engelsche parle
ment officieel geopend met het voor
lezen van de Troonrede, waarin enkel
verklaard wordt, dat het noodzakelijk
geworden is verdere voorzieningen te
treilen voor de uitgaven, die liet ge
volg zijn van de operaties van Hr.
Ms. leger in Zuid-Afrika en China.
»Ik heb u bijeengeroepen," zegt de
Troonrede, som een buitengewone zit
ting te houden, opdat gij uwe goed
keuring zult kunnen hechten aan de
beschikkingen, die voor dit doel noodig
zijn. Ik zal niet ingaan op andere
quaesties, die uw aandacht zullen
vragen in de gewone bijeenkomst van
het Parlement in het voorjaar."
In de zitting van het Hoogerhuis,
die daarna werd gehouden, drong lord
Kimberley bij het debat over het
antwoord op de troonrede aan op een
definitieve mededeeling aangaande de
regeling, welke de regeering van plar.
was in Z.-Afrika te treffen. Hij vroeg
of het niet mogelijk was het meer
voor rede vatbare deel der Boe
renbevolking te bereiken en de leiders
een uiteenzetting te geven van de be
doelingen der regeering.
Lord Salisbury antwoordde, dat liet
eenige wat de Boeren-gueriüa's zou
kunnen bevredigen een soort herstel
van onafhankelijkheid is, maar het
was juist de onafhankelijkheid die de
regeering niet wenschte te herstellen.
De staatkunde der regeering was
volkomen onveranderd in dit opzicht,
verklaarde lord Salisbury. De regee
ring was voornemens de Republieken
de positie van Engelsche zichzelf-
regeerende kolonies aan te bieden,
als het volk in staat is die regeering
te ontvangen. Thans kon hot die nog
niet krijgen, daar de gevoelens te
bitter zijn Er zal nog eenigen tijd
moeten voorbijgaan, voordat de toe
stand der maatschappij in die streek
zoo is, dat het voordeel van een zelf
bestuur onder Engeland's heerschappij
geheel kan worden ingevoerd. Ik weet
niet, vervolgde Lord Salisbury, hoe
lang dat nog kan durenliet kan
jaren duren, wellicht zullen geslachten
voorbijgaan, voordat die toestand is
aangebroken. Indien liet besluit ge
nomen is de guerilla voort te zetten
tot het bitter einde, dan rust de ver
antwoordelijkheid voor het onvermij
delijke resultaat op hen, dien den
strijd voortzetten. Hoe langer zij wei
geren zicli in liet onvermijdelijke te
schikken, des te langer zal met ki acli-
tige maatregelen moeten worden voort
gegaan.
De oorlog moet worden uitgestreden.
Engeland moet doen gevoelen, dat
niemand door het uitvaardigen van
DOOR
EOBEET LOUIS STEVENSON.
Het avontuur van de Ilausom-Cab.
28)
«En laat ons er bijvoegen een vroolijk einde,»
zeide Brackenburg.
De kolonel raadpleegde zijn horloge.
«Het is even voor tweeën,» zeide hij. Wij
hebben nog een uur den tijd en een snelrij
dende cab staat voor de deur. Zeg mij nu eens
of ik op uwe hulp mag rekenen.»
«Gedurende een lang leven,» antwoordde
majoor O'Eooke, «heb ik mij nooit terugge
trokken uit iets, waarvoor ik mij eerst gege
ven had.»
Brackenburg toonde zich onder de beleefdste
bewoordingen bereid tot allesen nadat zij een
paar glazen wijn gedronken hadden, gaf de
kolonel hen elk een geladen revolver, en de
drie stegen in de cab en reden naar het adres
in questie.
Eochester-Huis was een magnifiek gebouw,
staande aan den oever der rivier. De uitge
strekte tuin vrijwaarde het buitengewoon voor
de last die, naburige huizen doorgaans veroor
zaken. Het scheen het «pare aux cerp» van
den een of anderen grooten edelman of mil-
lionair. Zoover men zien kon was er geen licht
te bekennen in een der tallooze vensters van
het gebouwen het geheel zag er verwaar
loosd uit, alsof de heer lang van huis was ge
weest.
De cab werd ontladen, en de drie heeren
ontdekten spoedig het kleine poortje, dat een
soort deur vormde in een straatje tusschen
twee tuinmuren. Nog tien of vijftien minuten
moesten verloopen voor het tijd was; het
regende hevig, en de avonturiers schuilden
onder wat afhangende klimop, en spraken
zachtjes over de dingen die komen zouden.
Plotseling stak Geraldine zijn vinger op om
stilte te gebieden, en alle drie spanden zich
in om scherp te luisteren. Door het onophou
delijk gekletter van den regen werden de voet
stappen en stemmen van twee mannen hoorbaar
aan den anderen kant van den munren toen
zij naderbij kwamen hoorde Brackenburg, wiens
gehoor bijzonder scherp was, dat de een tegen
den ander zeide:
«Is het graf gegraven
»Ja« antwoordde de ander; »achter de lau
rier-heg. Als het zaakje afgeloopen is, kunnen
wij het met een hoop staken bedekken.»
De eerste spreker lachte, en het geluid zijner
vroolijkheid deed de luisteraars aan de andere
kant onaangenaam aan.
»Over een uur,» zeide hij.
En te oordeelen naar het geluid der voet
stappen, waren zij blijkbaar van elkaar gegaan,
en gingen verschillende kanten uit.
Bijna onmiddelijk daarop werd het poortje
behoedzaam geopend, een bleek gelaat stak
zich door de opening vooruit, en men kon een
hand de wachtenden zien wenken.
In diepe stilte ging het drietal de deur door
die dadelijk achter hen gesloten werd, en volgde
hunnen gids door verscheidene laantjes naar
de keuken-deur. Eén enkele kaars brandde in
de groote keuken, die geheel ontbloot was van
het gewone meubilair; en terwijl het gezel
schap vandaar een wenteltrap opklom, duidde
een geweldig geraas van ratten nog duidelij
ker het verval van het huis aan. Hun geleider
ging hen voor, de kaars dragend. Hij waseen
mager man, erg gebogen doch nog vlug; en
hij keerde zich van tijd tot tijd om en beval
met gebaren, de diepste stilte aan. Kolonel
Geraldine volgde hem op den voet, het kistje
met degens onder den eenen arm en een pistool
in de andere hand, Hij bemerkte dat zij nog
op tijd waren; doch hij oordeelde naar de
haast die de ouderman maakte dat het uur van
actie nabij was; de omstandigheden van dit
avontuur waren zoo obscuur en dreigend, de
plaats scheen zoo goed gekozen voor de zwartste
misdaden, dat mén zelfs aan eenen ouderen
man dan Brackenburg, een zekere emotie zou
hebben kunnen vergeven, toen hij de processie
sloot bij 't beklimmen der trap.
Boven gekomen wierp de gids een deur open
en leidde de drie officieren in een klein ver
trek, verlicht door een stoomenden lamp en
een klein vuurtje. Bij de haard zat een man
in den bloei des levens, met een vrij gezet,
doch hoffelijk en gebiedend voorkomen. Zijne
houding en gelaatsuitdrukking drukten de
grootste kalmte uit; hij rookte een sigaar en
op de tafel, bij zijne elleboog stond een lang
glas met de eene of andere sterke drank, die
eene aangename geur door de kamer verspreidde.
»Welkom» zeide hij kolonel Geraldine de
had reikend. »Ik wist dat ik op nwe stiptheid
staat kon maken."
»Op mijne toewijding", antwoordde de kolo
nel, met eene buiging.
[Wordt vervolgd.!