NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 5. Zaterdag 17 Januari 1903. Twee-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Bij dit nummer be hoort een Bijvoegsel. BUITENLAND. BINNENLAND. FEUILLETON. NERVEUS Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever fi. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoomio. 69. ADVERTENTIEIN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/a Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Een der bekende mijnfinanciers, de heer Leopold Albee, bevestigt aan ao Daily Chronicle, dat de bijdrage van Transvaal in de oorlogskosten dertig miljoen pond sterling zal bedragen Dit bedrag zal verkregen worden door een vier procents leening, volleekend door de mijnmaatschappijen aan den Rand. Zij zal aan de Engelsclie Regeering worden terugbetaald in drie jaarlijksche termijnen van 10 miljoen pond sterling, te beginnen met 1904. De leening van 30 miljoen Pond Sterling voor verschillende openbare werken, zooals de uitbreiding van het spoorwegnet in Transvaal, en de Oranje-Kolonie zal drie percent rente geven. De heer Albee verklaarde, dat de Rand gemakkelijk een oorlogschatting van 30 miljoen Pond Sterling kan dragen. De Daily Mail meldt dat wegens ernstige troebelen tusschen Boeren en loyalisten bij de groote Brakrivier, waar duizend personen gekampeerd zijn, een contingent Kaapsche politie van de Mossel baai daar heen werd gezonden. Verdere bijzonderheden ontbreken. Chamberlain zal den 19en uit Jo hannesburg vertrekken naar Potchef- stroom, vandaar in een wagen naar Mafeking, dan per spoor naar Kim- berley en vandaar weer per wagen naar Bloemfontein. Generaal Botha zal hem vergezellen naar Potchefstroom. Volgens Central News denkt Botha er vooreerst niet aan naar Europa terug te keeren, volgens de Daily Mail vertrekt hij in Maart er heen, en zou hij o. m. naar Weenen gaan. In toongevende kringen te Berlijn wordt verteld, dat het vernielen van de Venezolaansche vloot beschouwd moet worden als een bewijs van al te grooten ijver bij den bevelhebber van het Duitsche oorlogsschip Vineta. Genoemde bevelhebber zou reeds een ontevredenheidsbetuiging van kei zer Wilhelm hebben ontvangen, ter wijl hij waarschijnlijk teruggeroepen zal worden. De keizer van Oostenrijk beeft op het kasteel Schönbrunn een operatie ondergaan. De operatie is volkomen geslaagd rnaar de algemeene toestand van den keizer laat veel te wenschen over, en te Weenen maakt men zich eenigszins ongerust. Van alle kanten komen berichten over ongelukken tengevolge der koude, Te Bergen (Henegouwen) vond men een voerman dood op den weg, te Dannay (Borinage) een smokkelaar, en nabij (Vireux (Fr.), twee kinderen, een jongetje van 7 en een meisje van 9 jaar. Een jong Engelschman, te Londen zeer bekend, heeft na vijftig uren baccarat de schoone som van 9 miljoen gewonnen. De winner, Cecil Aysdon, heeft gewed niet meer te zullen spelen, alvorens zijn negen miljoen te hebben verteerd. Hiervoor rekent hij anderhall jaar noodig te hebben. Hij zal dus een half miljoen per maand uitgeven. aan nuttige dingen. Sinds eenige dagen bevatten de Fran- sche bladen treurige berichten aan gaande de armoede en ellende die onder de Bretonsche visschers heer- sclien tengevolge van de onvoldoende resultaten van de vangst. Het sardientje schijnt het zeegebied dat liet placht te bezoeken, voor een poos verlaten te hebben. Sommigen der fabrieken langs de kust, die de bekende blikjes in den handel brengen, hebben in het laatste seizoen geen derde deel van de gewone hoeveelheid afgeleverd. De Bietorische zeeman is meestal niet erg ontwikkeld, maar zeer trotsch en komt er niet spoedig toe hulp te vragen. De nood moet dus wel boven beschrijving nijpend wezen, dat den Malin gemeld kan worden hoe nu geheele farniliën bedelen, hoe aller wegen in visschersgezinnen broods gebrek heersclit en de omairies" be stormd worden niet aanvragen om ondersteuning. De Figaro wenscht een nationaal hulpcomité op te richten. De kolennood in Amerika blijft aan houden. Onlangs heeft de bevolking van een klein stadje een kolentrein, die aan het station stilstond, bestormd en geplundeid; daarna werd betaling voor het weggenomene aangeboden. De Stedelijke Gezondheidscommissie te Chicago heeft verklaard, dat in die stad circa 200,000 menschen ziek liggen als een direct gevolg van het door den kolennood ontstaan gebrek. In sommige fabrieken wordt graan als brandstof gebruikt. De dienstboden nood. Wcrdt er bij ons door huismoeders vaak geklaagd over het gebrek aan dienstmeisjes, dat zij zich troosten met liet denkbeeld, dat het elders nog heel wat erger gesteld is. Uit Amerika wordt ten minste het volgende alar- meerende bericht gemeld. De dienstbodennood is te New-York en in andere Amerikaansche steden zulk een acuut stadium ingetreden. dat hij reeds een omvangrijke wijziging in de levensgewoonte van tal van welgestelde bewoners tengevolge heeft gehad. Dienstmeisjes worden met den dag zeldzamer en een huismoeder moet dikwijls wekenlang op een nieuw meisje wachten, dat dan gewoonlijk, ofschoon bekwame dienstboden ge makkelijk 50 a 70 gulden per maand kunnen verdienen, den noodzakelijk- sten huiselijken arbeid (van wasschen is zelfs niet eens sprake) met ver ontwaardiging van de hand wijst en zich liet liefst zou zien gebruikt als sieraad voor de kamer. De toevloed van dienstmeisjes uit den vreemde, van wie de beste in groote troepen uit Ierland Schotland en Skandinavië kwamen, is geweldig afgenomen, evenals de aanvoer van vertrouwbare meisjes, kleurlingen, uit de Zuidelijke Staten der Unie, en het gestadig toenemen in aantal van de groote winkels geeft velen meisjes aanleiding, liever hot slechter be taalde baantje van winkeljuflrouw te kiezen, om dat zij dan tenminste 's avonds, na sluitingstijd, baas over haar eigen doen zijn. Komt er een versch transport dienst meisjes uit den vreemde aan. dan loopen eigenaars van verhuurkantoren en huisvrouwen te hoop en een dienst meisje heeft dikwijls, reeds vóór zjj de stad nog gezien heeft, een half dozijn betrekkingen aangenomen, van welke verplichtingen zij er meestal geen enkele nakomt. Op dezelfde wijze is liet gesteld met de diensten in andere betrek kingen en de daaruit voortvloeiende onaangename, soms ondragelijke toe standen hebben vele rijke farniliën te New-York er toe doen besluiten bun gemakkelijke woningen te verlaten en haar intrek te nemen in een hotel, waar zij verlost zijn van alle zorgen omtrent dienstbaren van alle soort: keukenmeiden, loopmeisjes, wasch- vrouwen, huishoudsters, strijksters, kameniers, koetsiers, lakeien, stal jongen portiers e. a. Enquête naar tie toestanden, onder de Handelsreizigers en Handels agenten in Nederland. Op verzoek van den Nederlandsehen Bond van Handelsreizigers hebben zich de Heeren Mr. H. L. Drucker. Mr. H. Goeman Borgesius, Dr. YV. H. Nolens, Mr. I'. Rink, A. R. Talma en Dr. J. Th. De Visser bereid verklaard als Commissie van Enquête op te treden, terwijl de Heer Mr. J. P. Jolles welwillend het secretariaat van de Commissie op zich heeft genomen. Deze Enquête wordt uitsluitend ge houden om een zoo nauwkeurig moge lijk overzicht te krijgen omtrent de toestanden, die bestaan onder de handelsreizigers en handelsagenten. Ongeveer 4000 vragenlijsten zijn thans verzonden, elk voorzien van eene beschrijvende circulaiie en eene gefrankeerde enveloppe, bedrukt met het adres van Secretaris der Com missie, Mr. J. P. Jolles, Prinsengracht No. 685, Amsterdam, zoodat de be antwoorde vragenlijsten uitsluitend in handen komen van de Enquête-Com missie, die omtrent de ingekomen antwoorden volstrekte geheimhouding heeft toegezegd. liet Bestuur van den Nederlandschen Bond van Handelsreizigers verzoekt in de antwoorden nauwkeurige opgave te doen van de woonplaats, wat, naar hel van Mr. J. P. Jolles vernam, in de reeds binnen gekomen antwoorden vaak verzuimd wordt. Bovendien worden zeer talrijke vragenlijsten als onbestelbaar terug bezorgd, zoodat liet bestuur van den Bond alle handels- 5) P. TESSELHOFF Jr. »Wat nu gedaan, vluchten, geeft je niets ver klaarde Smit, toen hij hem hierover sprak, want ik ken Frankman, hij zou je vervolgen als een stuk wild en je neerschieten waar hij je maar vond. Het behoeft wel niet vermeld te worden dat Bram een slapeloozen nacht doorbracht en zijn ongerustheid verminderde niet, toen den vol genden dag noch de kapitein, noch iemand van zijnentwege kwam opdagen. Eindelijk tegen den avond kwam er een brief voor zijn zwager en deze verzocht Bram even daarna op zijne kamer te komen. De brief was van den kapitein, hij schreef dat hij den heer Brakel in de gelegenheid wilde stellen zijn (des kapiteins) galgentronie van den aardbodem te doen verdwijnen dus stelde hij een Amerikaansch duel voor, er worden daartoe, zoo luidde de brief, een aantal, gewoonlijk zes, revolvers gereed gelegd, waarvan drie met scherpe en drie met losse patronen, zijn geladen, deze revolvers worden genummerd, de partijen loten, en nemen het wapen dat het getrokken nummer aanwijst, het vuren geschied gelijk tijdig op tien passen afstand van elkander. "Maar ik kan heel niet schieten-', jammerde Bram, wat zou het mij baten al trok ik een met scherp geladen revolver". "Ge kunt ook beiden een met lossen patronen trekken bracht Smit in 't midden, maar Brammetje bedankte op welke voorwaarde ook te duelleeren. »Weet je wat", zeide Smit, na een langdurig stilzwijgen, er is nog een middel om Frankman tevreden te stellen, schrijf hem direct een brief, hier op mijn kamer en vraag hem oot moedig, versta mij wel, ootmoedig, vergiffenis voor de beleediging hem aangedaan, andèrs weet ik er niet op". Bram deed onmiddelijk wat hem geraden werd, indien men hem gezegd had al zijn tanden te laten trekken had hij het evengoed gedaan. De brief werd geschreven, erg beverig, half onleesbaar, het was een exempel van ootmoed, een aaneenschakeling verontschuldigingen, Smit nam op zich hem te bezorgen. Het kan nog met een sisser afloopen, de kapitein wil je morgenochtend ontvangen was de boodschap waarmede de veearts na een uurtje terugkwam; ik ga dan mee. Bram herademde, een zucht van ware verlichting ontsnapte hem. Kapitein Frankman zat den volgenden morgen nog aan het ontbijt toen de beide zwagers werden aangediend, laat de heeren maar in het museum riep hij den oppasser toe en hij lachte ondeugend. Het museum zooals Frankman het gedoopt had was een gezellig vierkant vertrek, daar werden allerlei voorwerpen bewaard, allen herinneringen aan des kapiteins jolige soms wel wat onstuimige diensttijd. Prachtige wapentropheëen versierden de wanden, lange reien revolvers, pistolen, geweren, buksen, ja allerlei wapenen waren er te vinden, alles keurig onderhouden en gerangschikt. Wat een slaclitgereedschap zij Smit toen zij binnentraden en Bram kreeg weer zoo'n huiverig gevoel over zich. Bijna onmiddelijk na hen trad ook de kapi tein binnen. "Heeren", sprak deze toen men plaats had genomen, "ik heb den brief van den heer Brakel ontvangen, zooals u bekend is en wil zijne excuses aanvaarden, onder een beding, dat mocht er iemand zijn, hetzij man of vrouw, huisgenooten, famielje of vreemden die zich voortaan door den heer Brakel beleedigd acht, ik ten alle tijden gerechtigd ben de partij der beleedigde op te nemen, indien deze althans door mijne bemiddeling voldoening wenscht en mocht een dergelijk geval zich voordoen mijn heer, zoo wendde hij zich speciaal tot Bram, dan zal ik u niet ontzien, wees daarvan ver- zekevd. Bram gaf zooveel te kennen dat hij wel zou zorgen dat niemand de hulp van den kapitein ooit zon inroepen, "dan is de zaak in orde", verklaarde Frankman en hij stond op ten teeken dat de conferentie geëindigd was. »Hebt ge niets presseerends te doen", zoo wendde hij zich tot Smit. «rijdt dan met me mede, dan zet ik u over een uurtje weer aan uw huis af", De veearts verklaarde zich hiertoe bereid, dit was dus het sein voor Bram om den aftocht te blazen. Gelukkig voor de twee vrienden verwijderde hij zich in zenuwachtige haast anders zou hij zeer zeker het bulderend gelach gehoord hebben, dat na zijn vertrek uit het museum weerklonk. Toen Smit thuis kwam, vernam hij dat zijn zwager druk bezig was zijn koffer te pakken. Hij zocht Bram op in zijn kamer en vond hem reeds bijna gereed onmiddelijk te vertrekken. «Ga liever morgen-of overmorgen", raadde Smit, «welke reden moet gij opgeven voor dit plotse ling vertrek, en nu ik toch hier ben, vervolgde hij, moet ik u tevens iets zeggen. Gij herinnert n de voorwaarden die Frankman gesteld heeft en nu geef ik u nog bovendien de verzekering, dat, mocht mij een dergelijk geval ter oore komen, ik niet zal aarzelen zulks den kapitein mede te deeleu, neem u dus voortaan in acht, want velen door u beleedigd zouden gaarne de hulp van den kapitein aannemen. Ook zal ik mij op de hoogte houden omtrent uw gedrag tegenover mama en de meisj es, want ik heb den kapitein verzocht uw ootmoedig schrijven te puhliceeren indien mij dat goéd- dacht, ik kan u dus ten allen tijden als de grootste lafaard aan de kaak stellen. Brammetje Brakel was weer te Amsterdam. Het nerveuse ventje scheen door de milde buitenlucht volkomeD gecureerd, ja de veran dering was wel zoo opvallend dat zijne huis genooten en allen die hem van nabij kenden eenstemmig, en met volle overtuiging ver klaarden: «dat heeft geholpen". EINDE.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1