NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
No. 17
Zaterdag 28 Februari 1903
Twee-en-dertigste jaargang.
DE REGEERING AAN HET WOORD.
BUITENLAND.
HINNKNLANIK
VERZOEND.
U>
ourant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Woensdagmiddag, nadat de heer
Borgesius in de Kamer op spoed-be-
handeling van de interpellaties had
aangedrongen, en de voorzitter daarop
had medegedeeld, dat die behandeling
Donderdag zou worden vastgesteld,
trad het Ministerie de Kamer binnen
om drie wetsontwerpen in te dienen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
dr. Kuyper, sprak daarbij de volgende
korte, zakelijke, maar kernachtige toe
lichting uit, die wij hier in haar geheel
laten volgen
Mijnheer de Voorzitter!
De Regeering meent aan een be
staand verlangen tegemoet te komen
door bij de inbrenging van drie ont
werpen van wet die ik de eer had op
uw tafel neder te leggen, eene korte
mededeeling te voegen. De stoornis
einde Januari in het spoorwegverkeer
teweeggebracht, overviel de Regeering
geheel onverhoeds. Niet het flauwst
gerucht er van was vooraf tot eenig
departement doorgedrongen. Geheel
onvoorbereid op verweer greep des
wege de regeering opzettelijk niet op
het eigen oogenblik in. Zoolang door
ontstentenis van middelen doortasten
ondenkbaar was, zou het kwaad ver
ergerd, niet verbeterd zijn. Toen echter
de snelle, zij het ook verre van ge-
wenschte afloop van het eerste verzet
geen ontspanning bracht en de over
moed zelfs in sociale en politieke be
dreiging oversloeg, requireerde de be
voegde autoriteit krijgsvolk, dat er
niet was. Yandaar toen de oproeping
van een deel der militie, noodzakelijk
om verdere gruwel als van Durgerdam
te voorkomen, aan de driestheid ontzag
in te boezemen en aan de rustige bur
gers onder alle standen dat gevoel van
zekerheid te hergeven, die hun een
oogenblik begaf. Dank zij dien maat
regel is de toestand dan ook feitelijk
verbeterd, en lof komt aan de inge-
lijfden toe, die èn prompt opkwamen
èn fier aan elke poging om hen tot
verzaking van plicht en schending van
geweten te verlokken, weerstand boden.
Doch al is zoodoende de storm gaan
liggen, nog niet alle wolken dreven
af. Immers door deze staking zijn
leemten in onze staatsinzichten en in
onze wetgeving aan het licht gekomen,
waarin moet worden voorzien. Ieder
toch weet het nu omdat hij het voor
oogen zag, hoe zulk een spoorweg
staking met zoo menige gewone werk
staking den naam ternauwernood
gemeen heeft. Er zijn tal van werk
stakingen die geen ander karakter
dragen dan van eene oeconomische
worsteling tusschen patroons en werk
lieden, en die oeconomisch moeten
worden beslecht.
Wat hier plaats greep, was een on
bezonnen aanslag op de hoofdfactor
voor de levensbeweging der maat
schappij, een onduldbare belemmering
der overheid aangedaan in de uitoefe
ning van haar funetiën, een opofferen
van de welvaart van heel een volk aan
zucht naar klasse-invloed, een machts
middel nu reeds geschikt gekeurd voor
oefening van politieke dwingelandij.
Tegen dit gevaar nu is drieërlei
noodigten eerste moet onder de
steeds beschikbare hulpmiddelen van
den staat voortaan een sponrbrigndc
worden opgenomen, die in geval van
nood 's Rijks dienst op de spoorwegen
verzekeren kan, doch dit is niet genoeg.
Er moet in de tweede plaats in het
personeel zelf een andere geest worden
aangekweekt door aan grieven, die
rechtmatig blijken, recht te doen weer
varen. Te dien einde zal een staats
commissie met enquête-bevoegdheid
de rechtspositie en de dienstvoor-
waarrlen van het personeel hebben
te onderzoeken en voorstellen moeten
ontwerpen om voor nu en voor de
toekomst aau het personeel vastheid
van positie ouder 's Rijks bescherming
te verzekeren. Een onderzoek te nood
zakelijker, waar in de derde plaats
niet langer mag worden uitgesteld om
wat misdadig is, dan ook m i s d r ij f
in ons recht te heeten, en zulks zoowel
om de persoonlijke vrijheid op liet
arbeidsveld met beter waarborgen te
omringen, als om vast te stellen, dat
er naast de openbare ambten diensten
ten behoeve van de publieke zaak te
verrichten zijn, waarbij niet elke
plichtverzaking door de overheid zij dat te danken hebben,
straffeloos kan worden geduld. En als de regeering, dank zij de
Yoor elk dezer 3 maatregelen is de miljoenen die het mobiliseeren en het
medewerking der Kamer vereischt. De onderhoud der troepen het land kost
Regeering doet ter verkrijging daarvan en waarmee de noodzakelijk gebleken
een ernstig beroep op den steun van spoor-brigade en de langere diensttijd
alle partijen in de Staten-Generaal, die jaarlijks de oorlogsbegrooting gaat
de wettige huisorde ia de Staat ge- verhoogen, moet verklaren dat er voor
handhaafd willen zien. Reactie wil de zoo noodige sociale wetten geen
hier niemand. Op de hervorming van geld zal zijn, dank zij de solida-
onze sociale toestanden blijft èn Re- riteit der arbeiders, dan zullen
geering èn Kamer onveranderlijk aan- de leiders der werklieden een moeilijke
sturen, maar het schip van Staat mag taak hebben om deze pil te vergulden,
niet met ons gedoogen geënterd wor-1 De regeering ziet intusschen niet
den. In het welbegrepen belang van voorbij dat er grieven zijn, die, voor
alle partijen moet het wettig gezag zoover de regeering daartoe zal kunnen
onverzwakt worden gehandhaafd. 1 bijdragen, behooren te worden opge-
I lost. En zij kiest daarbij den meest
Kloek en krachtig klinkt dit regee-1 loyalen en breeden weg door het in-
ringswoord. stellen van een enquête om de rechten
Het erkent ruiterlijk dat ook de en verplichtingen van het personeel
regeering, zij het buiten haar schuld, in het belang van het verkeer te on-
bij de onverwachte staking is te kort derzoeken en te regelen,
geschoten tot handhaving van het! Nu kan het gebeuren dat die en-
gezag. quête, tot de overtuiging leidt, dat
Gebrek aan troepen verhinderde om aan de billijke eischen van het
haar in te grijpen toen de H. IJ. S. personeel te voldoen, Staats-exploitatie
M. haar advies kwam vragen. I der spoorwegen de eenige oplossing is.
Met deze bekentenis voor oogeu, Dan zal het spoorwegverkeer voor
valt er ook op de houding van de de toekomst afdoende verzekerd zijn.
spoorwegdirectiën een geheel ander Ot echter het vervoer daardoor goed-
licht en wordt hun als al te zwak ge- kooper, ook voor den werkman, zal
critiseerde houding een verklaarbare worden, is een open vraag, waarop wij
en onder de gegeven omstandigheden althans niet gaarne bevestigend zouden
volkomen begrijpelijke.
Maar op deze bekentenis van de
Regeering had o. i. behooren te volgen,
durven antwoorden.
Hoe men de zaak ook beziet en hoe
bezadigd en kalm de Regeering ook
dat de Regeering maatregelen zal zal willen optreden, om eenerzijds het
treffen, opdat zij niet voor de tweede gezag hoog te houden en te besten-
maal voor een dergelijk gevaar komt digen, anderzijds aan erkende grieven
te staan.
De militie zal voortaan langer onder
de wapens moeten blijven dan tot
te gemoet te komen, in cijfers uitge
drukt, zullen, dank zij de zoo schit
terend gebleken solidariteit der arbei-
dusver, immers men zal te allen tijde ders, eenige miljoenen te loor gaan,
op voldoende troepen moeten kunnen die aan denzelfden werkman ten goede
rekenen. zouden zijn gekomen.
Dat de verkorte diensttijd moet I Want hoe de Regeering, die de
worden ingetrokken, volgt dunkt ons noodlijdende gemeenten toch moeilijk
vanzelf uit de bekentenis van onmacht.steenen voor brood kan geven voor de
De a.s. lotelingen zullen daardoor uitgaven waartoe zij nu door de ar-
hun ware vrienden, die hen dag aan beiders zelve verplicht wordt, de mid
dag ophitsen tegen het gezag, des te 1 delen moet vinden voor sociale wetten,
beter leeren kennen. Wanneer zij straks zal wel niet voor ons alleen een moeilijk
12 maanden in plaats van 8 zullen op te lossen raadsel zijn.
moeten dienen, dan weten zij aan wiej
Er komen weer berichten uit Rome,
melding makend van een ongesteldheid
van den Paus. Moewei deze herichten
nog niet bepaald verontrustend luiden,
boezemen ze toch wel oenige bezorgd
heid in.
liij de ontvangst van het buiten
gewone Spaansche gpzantschap zou de
Paus, die nu bijna den 93 jarigen
leeftijd bereikt heeft, bijna gevallen
zijn, hetzij omdat hij zijn zetel niet
goed zag, dan wel omdat hem een
duizeling overviel. Ilad een der leden
van het gezantschap hem niet bijtijds
ondeisteund, dan zou hij misschienop
den vloer zijn terechtgekomen. Op zijn
leeftijd had zulk een val hoogst be
denkelijke gevolgen kunnen hebben.
Het is dan ook zeer natuurlijk dat
zijn lijfarts, dr. Laponi, hem dringend
rust aanbeveelt. De dag van 3 Maart,
den 25en verjaardag van zijn kroning,
zal door de plaats te hebben feestelijk
heden genoeg van zijn weerstands
vermogen vorderen om zulk een voor
zorgsmaatregel niet overbodig te
maken.
Zooals men weet wordt Z. H. ge
plaagd door aanvallen van hoest die
niet schijnen te willen wijken.
De Times verneemt uit Konstan-
linopel, dat do Sultan de invoering
van liet hervormingsplan bevolen beeft
voor alle. zes Roemeensclie vilavets,
om daardoor aan de ijverzuchtige
gevoelens in Adiianopel Jania eri
Skoetaii te gemoet te komen.
Het Comité van Verweer.
Het door 40 centrale arbeiders
organisaties geslichte Comité van
Vei w eer heeft zich als volgt gecon
stitueerd
.1. Oudegeest, voorzitter; W. II.
Vliegen, secr.G. van Ei kei penningm.
A C. VVessels, P. II. Mever, H.
Naar het Duitsch van
FREIHERR YON SCHLICHT.
De hartstocht was bekoeld, angst en schrik
overmeesterden haar en met geweld maakte
zij zich uit zijne omarming los. Met krachtige
hand duwde zij hem terug, toen hij haar weder
naderde: «Nimmer, nimmer, Eritz, je verlangt
het onmogelijke van me!"
«Elisabeth, bemin je me dan niet, heeft je
blik, je kus het me niet verraden?"
Hij trad een schrede op haar toe en strekte
vurig verlangend zijne armen naar haar uit,
maar zij hief de handen afwerend op.
"Ja, Erits, ik bemin je, waarom zou ik ver
zwijgen, wat je toch weet en wat een zwak
oogenblik je verraden heeft. Ik heb den tijd
niet vergeten, waarin je me alles waart niet
vergeten en niet overwonnen."
Zij zweeg en sloeg beschaamd den blik ter
aarde. Hij trad naar haar toe, legde zijn arm
om haar hals en zeideElisabeth, indien het
is, als je zegt, wat weerhoudt ons dan geluk
kig te zijn?"
Zij hief de oogen tot hem op en sprak, eerst
zacht, maar gaandeweg luider en beslister:
«Wat mij weerhoudt? De plicht! Ik ben niet
vrij, maar verbonden aan een echtgenoot, die
mij uit het niets heeft opgeheven tot een
hooge maatschappelijke positie, aan wien ik
alles heb te danken, wat ik ben en wat ik
heb, dien ik boven alles hoog acht en wiens
achtenswaardigheid en grenzenlooze goedhar
tigheid me gedurig opnieuw met bewondering
eu dankbaarheid vervullen. Alles, alles beu ik
hem verschuldigd; zou ik hem het goede, dat
hij mij gedaan heeft, zóó vergelden? Hij be
mint me grenzenloos, hij zou het besterven,
indien ik hem zóó verloochende, en moeten
wij beiden, tegenover wie hij steeds de goed
heid zelve is, aanleiding geven, dat zijn naam,
zijn positie, zijn carrière en zijn levensgeluk
verwoest worden?"
Zij zag hem smeekend aan, doch meer dan
de stomme en toch zoo welsprekende taal harer
oogen, brachten hare laatste woorden hem tot
kalme bezinning en overtuiging; thans eerst
besefte hij, wat hij gedaan had en als vernie
tigd zonk hij op zijn stoel. »Mijn God, wat
heb ik willen doen? Hoe kan ik hem, die
steeds als een vader met me heeft omgegaan,
immer wêer onder de oogen komen
Hij staarde voor zich uit, terwijl Elisabeth
in stilte weende.
«Frits," verzocht zij hem eindelijk, "laten
wij overleggen, wat er nu geschieden moet,
nimmer, nimmer mogen wij elkander wederzien
het gevoel van schaamte en schande tegenover
mijnen man zou mij in uwe tegenwoordigheid
den dood aandoen."
«Laat me dan sterven," hernam hij somber,
«wat is er aan mij gelegen? Wat zegt een
mislukt leven meer of minder bij de groote
menigte mislukte levens?"
Maar met een gil zonk zij voor hem neder.
"Neen, Eritz, om Gods wil, dat niet. Laat mij
niet de oorzaak zijn van je dood; wentel dezen
last ook nog niet op me
Zij verborg het gelaat in de handen en be
vochtigde zijne knieën met hare tranen. Nog
altijd keek hij strak voor zich uit en de weinige
minuten, welke hij zweeg, schenen haar een
eeuwigheid. «Zeker, zoo zal het gaan", sprak
hij eindelijk meer tot zichzelf, dan tot haar,
«morgen reeds zal ik overplaatsing aanvragen,
zij zal, zij moet mij toegestaan worden. Grijp
moed Elisabethmorgen reeds neem ik verlof
en verlaat de stad, en nimmer, nimmer zien
wij elkander weder."
"En welke reden zul je opgeven vroeg zij
angstig, «wil je wellicht de waarheid
Sidderend hield zij op en toen hij dit be
merkte, legde hij vertroostend zijn rechterhand
op haar hoofd: «Trees niets, geen schepsel
verneemt immer het geheim onzer liefde, het
leeft en sterft met mij
»En wat zul je zeggen, als men je rr Uir
vraagt
Hij lachte bitter en antwoordde"Liefste,
het eenvoudigste, wat er bestaat: schulden.
Dat is nu eenmaal een chronische ziekte van
onzen stand, waaraan wij allen meer of minder
lijden, en omdat het het natuurlijkste is, zal
men me het gemakkelijkst gelooven."
"Ja, ja, zóó zal het gaan!" mompelde zij in
zichzelve, maar op eens beefde zij van schrik,
toen de pendule tien uur sloeg.
«Erits, ik bid je, laat me thans alleen, ik
heb behoefte aan rust, ik moet, indien ik niet
alles zal verraden, tot mezelve komen."
Langzaam stond hij op en reikte haar de
hand: «Elisabeth, vaar dan wel, heb dank voor
de liefde, welke je me geschonken en bewaard
hebt. Vaarwel!" Zijn stem trilde en zijne
gestalte beefde.
"Vaarwel!" Schier onhoorbaar kwam het van
hare lippenzij reikte hem de hand, terwijl
zij den blik naar den grond rigtte en met de
linkerhand op de tafel leunde.
«Elisabeth," bad hij met zachte, vleiende
stem, «moet ik zóó van je gaan, wij aien
elkander nimmer weder?"
(Wordt vervolgd).