nieuwe Nieuws- en Advertentieblad voer ie Provincie Utrecht. FEUILLETON. No. 51. Zaterdag 27 Juni 1903. Twee-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Bij dit nimmer Behoort een Bijvoegsel. BINNENLAND. Tante FrtJtriije oj sliiptpi. Amersfoort sche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden 9tukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephooiuio. 69. ADVERTENTIÊN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Wenschen en klachten van het spoorwegpersoneel. De verschillende afdeelingen van den Bond van Staatsspoorwegperso- neel hebben in hunne antwoorden aan de Staatscommissie van enquête o.m. onderstaande wenschen kenbaar gemaakt In alle afdeelingen zonder onder scheid is de wensch shooger pensioen' uitgesproken. iMen vraagt 1/45 in plaats van 1/60 per dienstjaar met een maximum van 30/45 in plaats van 30/60 vari de over de laatste 5 jaren genoten gemiddelde bezoldiging, met vasstelling van een maximum bedrag van liet uit te betalen pensioen. Pensioen van nagelaten betrekkin gen worden mede naar dien maatstaf berekend. Door vele afdeelingen is daarbij de wensch geuit, dat men gelegenheid mocht hebben, ook vóói den 65 jarigen leeftijd, b v. na vol tooiing van het 60ste levensjaar be doeld pensioen te kunnen riemen. Door zeer vele afdeelingen wordt gewenscht uitbreiding van dienstklee- ding, aanwijzing van meer doctoien voor het Z. v. O.-fonds omzetting van premiën in bezoldiging, intrekking der bepaling, dat bij vei lof, aanslui tende aan een of meer dienstvrije dagen ook deze laatste als verlof worden berekend. Verder verhooging van minimam en maximum in het algemeen, ver hooging van het loon van wegper- soneel, van arbeider-telegrafisten van dagsch rij vers enz., meer gelijkheid in de bevordering bij de verschillende diensten, meer mogelijkheid om van een lageren rang in een hoogeren over te gaan, vluggere bevordering vooral in lagere rangen, kortere nachtdienst dan 12 uren, andere dienstindeeling van weg- en bewa- kingspersooneel, uitbreiding van het aantal vi ij bi Ijetten voor hen, die nu een beperkt aantal kunnen verkrijgen, vermeerdering van vergoeding van hooge woninghuur, gelegenheid voor macliinepersoneel om de door hen verdiende premie te kunnen beieke- nen, mildere bepalingen voor toepas sing van strallen, extra vergoeding voor nacht- en Zondagsdienst, meer vrije Zondagen. Verder wordt geklaagd over de late uitkeeriug bij ongevallen door de Rijks verzekeringsbank,woidtverzocht de conduitestaten niet geheim te doen zijn, althans niet voor den be trokkene, wanneer over hem een ongunstig oordeel wordt uitgesproken, wordt gevraagd dat de chef van dienst meer en gemakkelijker voor zijn per soneel zal te spreken zijn, wordt do wenschelijkheid uitgesproken, dat de Maatschappij voortaan notitie zal ne men van 25-jarige dienstvervulling door getuigschrift en gratificatie. Landweerwef. Naar inen verneemt, bestaat het plan, dat na invoer van de landweer- wet, de aanstelling van de daarin be doelde districts commandanten voor- loopig te beperken tot een getal van 6. Den 28 Februari 1904 is het 25 jaar geleden dat de eerste (con st itueerende) vergadering van de Vereeniging van gepensionneerde on derofficieren en minderen van het Nederlandsche leger (onderstand aan militairen, gepensionneerd vóór de wet van 1877 en aan hunne wedu wen) (thans Kon. Vereeniging), te 'sGravenhage plaats had. Naar aan leiding daarvan bestaat bij het hoofd bestuur bet voornemen, dien dag niet onopgemerkt te doen voorbijgaan, docli eene buitengewone algemeene vergadering te houden, die, uit den aard der omstandigheid, een eenigs- zins feestelijk karakter zal dragen. In verband daarmede heeft dit jaar de algemeene vergadering niet op de tot dusver gebruikelijke wijze plaats gehad, doch is op 21 dezer uit sluitend ter voldoening aan de sta tutaire bepalingen eene vergadering gehouden mot afgevaardigden uit eenige van de voornaamste afdeelin gen. Uit Suriname. Het was een blijde lijding die zich gisteren als een loopend vuurtje ver spreidde, s'chrijtt Onze West van 29 Mei. De tram is er door! zoo klonk het overal. De Tweede Kamer heeft de verordening aangenomen. Wande laars op straat feliciteerden elkander. Overal zag men blijde gezichten. Weldra kwamen de eerste vlaggen te voorschijn en ternauwernood was een uur verloopen na ontvangst van liet telegram, of de geheele stad wist welke gelukkige tijding gekomen was Na zoolang vergeefs gewacht te heb ben, zou dan eindelijk de kolonie het middel deelachtig worden, hetwelk door bevoegde personen onmisbaar wordt geacht voor hare ontwikkeling. Is het wonder, dat menigeen de behoefte voelde opkomen, hulde te brengen aan den gouverneur, van wien toch de groote stoot tot ver wezenlijking van het spoorwegplan is uitgegaan Een ovatie brengen aan den gou verneur ziedaar de gedachte die in velen onmiddelijk opwelde. Nog een oogenblik, en men zag ijverige wiel rijders in de weer, om, niettegenstaan de een tropische zonnehitte, propa- anda te maken voor het plan. Veel overredingskracht was trouwens niet noodig. Het denkbeeld viel algemeen in den smaak. Ieder wilde uiting ge ven aan de gevoelens die allen be zielde. Om half acht zag men een stroom voelgangers trekken naar het Kerkplein, het verzamelpunt voor den optocht. Het militair muziek korps stond daar reeds geschaard. De fakkels werden ontstoken, en zoo- trok de juichende stoet naar het Gouvernementsplein Eenige winkels en ook particulieren hadden in der haast gezorgd voor eene illuminatie, met vlaggentooi Bij 't voorbijgaan van den stoet werd bengaalscli vuur ontstoken, wat ook door deelnemers van den optocht geschiedde. Zoo bereikte men onder de opwekkende tonen der militaire kapel het Gouvernementsplein. Een deputatie bestaande uit een vijftigtal burgers, trad liet Gouvernementsge bouw binnen. Hier nam de oud-ma joor Conradi het woord, en vertolkte, kort maar welspekend, de gevoelens der bevolking op dezen heugelijken dag. Namens de bevolking van Pa ramaribo bood de spreker Zijn Ex cellentie de beste gelukwensclien aan met liet behaalde succes, en zegde dank voor al wat de gouverneur reeds voor de kolonie vermocht te doen. De gouverneur aanvaarde wel willend de hulde hem gebracht. Ook hij sprak zijn voldoening uit over de aanneming van liet spoorwegontwerp door de Tweede Kamer der Stalen- Generaal, daarbij de hoop uitsprekend dat het ontwerp ook genade zal mogen vinden in de oogen der Eerste Kamer, wier beslissing alsnog moet worden afgewacht. De gouverneur verklaarde volkomen te beseffen in welk een droeven staat Je bevolking der kolonie zich thans bevindt. Wan neer echter uitvoering zou worden gegeven aan de voorgenomen groote werken, vertrouwde Z.Exc. dat zij die broodeloos zijn, werk zouden vin den. Z.Exc. herinnerde ook aan wij len minister Van Ascli van Wijok, wien do kolonie voor zijn bemoeiingen in zake den Lawaspoorweg groote er kentelijkheid verschuldigd is, en wiens heengaan inderdaad een groot verlies was voor de kolonie. Had de heer Conradi een «Lang leve de Koningin!» en «Lang leve de Gouverneur« voorgesteld, waarmede de aanwezigen geestdriftig inslemden, de gouverneur stelde voor uit te roe pen «Leve de kolonie Surinameeen kreet die luiden weerklank vond. Daarna trad do gouverneur, terwijl de aanwezigen een glas champagne ledigden op 't welzijn van den spoor weg, naar voren in de vestibule, het glas in de hand Zijne verschijning lokte een ent housiast gejuich uit de opeengepakte monschenmassa voor het gebouw. Kreten van Leve de Koningin Levo de Gouverneur! weerklonken opnieuw, om weldra gevolgd te worden door een luid Leve mevrouw Lelyeene hulde, welke mevrouw Lely, zich bij haar echtenoot, voegend, minzaam buigend in ontvangst nam. Nu stelde de fakkeloptocht opnieuw zicli in beweging, gevolgd door een steeds aangroeiende menigte. Van 't Gouiernementsplein stroomde de rnen- schenzee joelende en zingende langs den Waterkant, Steenbakkerijstraat, Zwarienhovenbrugsstraat en Keizer straat terug naar het uitgangspunt. Ook nu weder werd door sommige bewoners bengaalsch vuur onstoken. Nadat de deputatie uit de bevol king van Paramaribo tiet gouverne mentsgebouw verlaten had, trok een deputatie van Britsclilndisclie koelies daarheen, om op bare beurt den gou verneur hulde te brengen. Zij deden dit op de bij hun gebruikelijke wijze, door het uitvoeren, al zingende, van bepaalde dansen. Ook deze deputatie ondervonden van der gouverneur en mevr. Lely een joviaal onthaal. Te Woudenberg zijn de veehou ders tot dusver niet bijzonder geluk kig met hunne fokkerij. Vele varkens sterven en bij de koeien gaat het kalven dikwijls met levensgevaar. En wanneer dan een geheele veestapel uit éen of twee koeien beslaat, is bet verlies van éene koe een zware slag voor den bezitter. Toen dezer dagen zulk een geval zich voordeed, besloot men het uiter ste te wagen om het dier te kunnen behouden en bracht men het per wa gen naar de Veeartsenijschool te Utrecht. Het gelukkig gevolg was, dat liet beest thans weer geheel her steld is. Vertelling Tan HANS HOFFMAN. «We liepen nog een poosje tusscben de bal ken rond; de zon scheen warm en het rook overal zoo heerlijk naar hout en teer. Dat ruik ik graag; het moet ook gezond zijn en goed voor de zenuwen, maar daar heb ik overigens niet veel last van. «Van nu af ging ik eiken dag naar de werf van Radmann. Ik had een waar heimwee naar hout- en teerlucht. Ook had ik genoegen in de schepen, hoe die steeds meer voltooid werden en ik liet mij door de menschen daar wat van den scheepsbouw verklaren. Ik hield over het algemeen van elk schip en ik leerde verschei dene namen Bark, Sehoenerbark, Brik, Schoe ner, Schoenerbrik, Gaffelschoener, Kotter, en zoo voorts. Daar had ik schik inmaar de Barkschepen bevielen mij toch het best. Ik wist nu eerst, dat de «Windhond" een Bark was. «Na een week was mijnheer Christiaan stipt op de afgesproken plaat3 en hij bracht een snoeperige kotter mee, die hij uit -iet groote stuk schors gesneden had, met volle takelage en zeilen. Ik was geheel verrukt en ik vond het veel te mooi voor den kleinen Hans. Goed, zei hij dadelijk, dan moest ik het zelf houden, dat maakte hem juist heel blij en hij had het ook eigenlijk voor mij gemaakt. Ik wilde het eerst niet aannemen, maar hij drong zoo aan, dat ik op den duur niet kon weigeren, maar hij moest mij belooven een paar geborduurde pantoffels van mij aan te nemen, of een tabaks zak of wat hij anders graag hebben wilde. Maar hij koos pantoffels en het deed mij pleizier, dat mijn eerste aanbod hem dadelijk beviel. En rondom ons heen rook het weer zoo heerlijk in de zon. »En' nu begonnen we over de balken te klauteren. Bijzondere pret was het om op twee balken die naast elkaar, toevallig met een kant naar boven lagen, van het eene eind naar het andere te loopen. Eerst legden we elkaar de hand op den schouder; daarna hielden we elkaar bij de hand, toen steunden wij nog maar op één vinger. Ten laatste balanceerden we ieder op zich zelf en wie het eerst er afviel moest den ander geven wat deze wenschte. Wij wenschten maar steeds door, want het kunststuk was niet gemakkelijkik vroeg altijd gesneden scheepjes, en hij altijd geborduurde pantoffels ik geloof, dat ik hem wel een 12 paar schuldig ben. Maar, het was natuurlijk maar gekheid. Wat zou hij met zooveel pan toffels en ik met zooveel scheepjes doen? Ik kan er toch niet als een kind mee spelen «Daarna ontmoetten we elkaar meermalen op de werf, nu ja, zoo wat eiken dag, omdat mijnheer Christiaan zei, dat hij spoedig naar zee moest en dan zagen we elkaar waar schijnlijk in het leven nooit terug. En dan «En dan?" vroeg tante Frederikje? «Ach, verder niets," antwoordde het meisje, «wat zou er dan nog verder moeten gebeuren «Wat niet is, kan worden," beweerde de oude dame, «en weet je wat nu het beste was? Je verlooft je terstond met je mijnheer Chris tiaan en je zegt dat aan je oom en je brengt hem aan het verstand, dat je er geen twee kunt trouwen; dat is niet geoorloofd, zelfs niet aan een regeerend burgemeester. Maar zeg eens, wat heb je hem nu eigenlijk voor uitsluitsel gegeven?" «Niets," antwoordde Agatha met schaamte, «ik ben in eens weggeloopen." «Dat was op stuk van zaken toch nog het verstandigste," meende de kapiteinsweduwe. «Zoo won je tijd uit en wij kunnen nu verder met elkaar overleggen hoe we den ouden zon daar te pakken zullen nemen." «Ach, mevrouw," riep Agatha uit, «spreek toch niet op zulk een wijze van mijn «wel doener." «Nou, nou," bromde de oude vrouw, «ten eerste, zooals we nu tegenover elkaar staan, kan je gerust tante Frederikje zeggen. En dan weldoener hm, ja, er zijn heel wat soorten weldoeners. Zoo zou ten laatste de vos noch de weldoener van de kip zijn als hij haar opvreet, want dan bevrijdt hij haar van het vervelende eieren leggen en broeden. Wel doener ja zeker, het zal hem zeer weldoen, dat hij een dienstmeisje uitspaart en bovendien nog verliefd wordt op een aardig, jong ding." «Ach hemel," tante Frederikje, zuchtte Agatha weer met tranen in haar oogen, «als u wist hoe het mij te moede wa9 na den dood mijner ouders! Zoo heel alleen op de wereld, zoo geheel hulpeloos, zoo geheel verloren op die groote, wijde zee. Ik had niets geleerd, niets van de wereld gezien, wist mij niet te behelpen, kon niets dan weenen, altijd weenen. Ik dacht, dat ik zou sterven van smart en droefheid. Daar kwam mijn oom, en hij bood mij een toevluchtsoord aan in zijn huis. Dat was toch alsof een groot, mooi schip aan zoo'n omgeslagen boot ter hulp komt. O hemel, wat was ik gelukkig, wat heb ik geknield en gedankt en gebeden, neen, zulk een uur ver geet men nooit, nooit meer." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1