NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor d® Provincie Utrecht FEUILLETO N. SOEST DIJK. No. 60. Woensdag 29 Juli 1903. Twee-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephooiino. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte PI.4ATSF.MJHE 11EK1CHTEN. Gisterenmiddag vergaderde de Raad der Gemeente onder praesidium van den burgemeester Jlir. J. W A Barcliman VVuytiers. Afwezig waren de Wethouder E L. Visser en de raadsleden van Esveld en Mr. van Voorst Vader, waarvan beide eerstgenoeinden met kennis geving. De notulen der vorige vergadei ing door den griffier Mr. Caudri gelezen, worden onverarrderd goedgekeurd en vastgesteld. De Voorzitter deelt daarop mede dat ingekomen zijn: eenc rnededeeling van Gedeput St berichtende de ont vangst der ontwer pver ordening op de slraatpolitieeen missieve van het zelfde college houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot ruiling van grond aan de Beekstraateen schrijven van den Minister van Binnen). Zaken waarin worde goedgekeurd de raads besluiten waarbij worden vastgesteld de jaarwedden der leeraren bij hel Hooger- en Middelbaar Onderwijs en tot uitbreiding van het personeel aan de H. B. School; een missieve van den Minister van Binnenl.Zaken waarbij deze het voornemen te kennen geeft de aan de H. B. S. toegestane buiten gewone subsidie met f 1000.te zul len verminderen. De Voorzitter stelt voor deze evenals de vorigen aan te nemen voor kennis geving. De heer Gerritsen zegt geen aan leiding te kunnen vinden, waarom deze subsidie zou moeten worden vermin derd en wenscht dat de Minister er op zal gewezen worden dat de school de gemeente het volgende jaar be duidend meer zal kosten,dan voorheen. Spr. vreest, dat,wordt deze voor kennis geving aangenomen, de Minister telken jare de subsidie zal verminderen. De Voorzitter leest daarop het schrijven van den minister voor, waar uit blijkt dat de buitengewone sub sidie indertijd werd verleend om liet groot aantal buitenleerlin^en en de daarvoor benoodigde paralel-klassen. Waar dit aantal echter nu reeds is verminderd, zoodat enkele klassen in plaats van in 3 in 2 klassen behooren te worden gesplitst, wenscht de minis ter die buitengewone subsidie nietj f 1000.te verminderen en deze ge leidelijk geheel op te hellen en da subsidie terug te brengen lot f 10.000, De heer Gerritsen doet uitkorneU dat de Raad, steunende op die bui tengewone subsidie, tot verlroogin der salarissen en aanstelling van vaste in plaats van tijdelijke leeraren heeft besloten. Spr. zou gaarne inlichtingen ontvangen van den Wethouder van onderwijs. De beer Celosse zegt aan de Comm. van Toezicht op bet M. O. opgave gevraagd te hebben van liet juiste aanlai leerlingen en paralelklassen, doch deze nog niet te hebben ont vanger.. Z. h. st. vereenigt de Raad zich daarop met het voorstel van den lieer Gerritsen dit punt in de eer stvolgende vergadering le behandelen. Voorts zijn nog ingekomen een aantal brieven van onderwijzers en leeraren met dankbetuiging voor hunne benoeming; een schrijven van den beer R. CruylT met dankbetuiging voor het hem toegekende pensioen een schrijven van het bestuur der Amersfoortsche Industrie- en Huis houdschool waarbij dit te kennen geeft de voorwaarden onder welke haar subsidie werd verleend te aan vaarden; een dankbetuiging der Zon dagschool »Jachin" voor het in ge bruik afstaan op Zondag van een der schoollokalen aan de Puntenburger laan de geloofsbrieven der nieuw benoemde raadsleden, in banden eener commissie tot onderzoek en pr aeadvies. De Voorzitter wijst tot leden dier commissie aan de heeren Van (valken, Van Eek en Tromp van Holst. Nog waren ingekomen de gemeentereke ning over 1902 (in banden eener commissie bestaande uit de heeren Van Beek, Plump en Veis Heyn);de rekening van het Burgerlijk Armbe stuur (te behandelen bij de gemeente rekening); een vei zoek van den beer Van der Moer tot toelating zijner dochter tot de lessen aan liet Gym nasium (op voorstel van den Voor zitter spoedeischend verklaard en z. h. st. ingewilligd) de begrooting over het Burgerweeshuis denst 1904 (te behandelen bij de gemeentebe- grooting over dat dienstjaar); een verzoek van bet kerkbestuur van O L Vr. Hemelvaar t lot verbetering der bestrating op de Breeslraat: requesten van «Vreemdelingenver keer" en «Kindervoeding om toeken ning eener subsidie en de begrooting der d.d. Schutterij over 1904 (allele behandelen bij de gemeentebegroo- ting); eene missieve van de Comm. van Toezicht op het Middelbaar onder wijs in zake de benoeming van den lieer Ker k kamp tot vast leeraar. B. en W. stellen naar aanleiding daarvan voor de vaste benoeming te verande ren in eerr tijdelijke. De heer Heyligers zegt met het voorstel van het Dag. Best. niet te kunnen vereenigen daar- hij behoorde tot degenen die verbaasd hebben ge staan, dat in de vorige vergadering de beer Kerkkamp buiten de voordracht om werd benoemd. De heer Gerritsen wenscht deze quaestie in geheime vergadering be handeld te zien. De beer Kleber dringt juist op open bare behandeling aan. De heer Plomp vraagt voorlezing van bet schrijven der Comm. v. Toez. De Voorzitter wenscht zulks niet in openbare vergadering te doen en merkt op dat het tot dusverre altijd gewoonte is geweest persoonlijke quaestiën met gesloten deuren te behandelen. De heer Heyligers ondersteund het voorstel Gerritsen en nadat de Raad zich daarmede z h.st. heeft vereenigd, sluit de Voorzitter de openbare ver gadering. Na ongeveer twee uur wachtens wordt de vergadering heropend en door de heeren Jorissen en Gerritsen liet voorstel eene commissie te be noemen van 5 raadsleden, tot nader onderzoek der zaak en lot het uit brengen van rappoi t aan B. en W Z.h.st. wordt dienovereenkomstig be sloten. Tot leden dier commissie wei den benoemd de heerenPlomp, Kleber, Jorissen, Gerritsen en Van Eek Aan de orde worden gesteld de volgende Punten van behandeling: 1. Ontwei p-besluit tot vaststelling der jaarwedden van onderwijzend per soneel Lager onderwijs. Aangenomen z. d. of h. st. 2. Voorstel tot ontheffing van den Gemeente-geneesheer J. W. Jorissen van zijne verplichting tot bet verrich ten van kostelooze vaccine en doods- schouw. Aangenomen z. h. st, 3. Benoeming van leeraren aan de inrichtingen voor Hooger-en Middel baar onderwijs in Nederlandsche taal en letterkunde: aan het Gymnasium in Natuuilijke historie. Nederlandsche taal en letterkunde, en Natuurkunde. De heer Kleber vioeg of onder de sollicitanten zoo weinig bevoegden waren. Op de aanbeveling voor Gym nasium en Hoogere Burgerschool staan slechts twee namen, van welke de laatste weer voorkomt op die voor bet Gymnasium, zoodat er feitelijk slecht èen en de keuze dus zeer be perkt is. De Voozritter zegt, edat Curatoren alléén den beer Pen aanbevalen, doch dat de lijst der sollicitanten ter in zage heeft gelegen en de Raad vrij heid beeft, buiten de aanbeveling om te benoemen. (Hilariteit.) De beer Kleber herhaalt, gaarne ruimer voordracht te hebben gezien. De Voorzitter kan geen nadere in lichtingen geven. Alsnu worden benoemd: tot leeaar in de Nederlandsche taal en letterkunde aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool de heer W. van Schothorst, te Brielle: tot leeraar in Natuurlijke historie aan bet Gymnasium dr. H. F. Nierstrasz, te Utrecht; tot leeraar in de Nederlandsche taal- en letterkuude aan het Gym nasium de lieer K. J. Pen, te Leiden; tot leeraar in Natuurkunde aan het Gymnasium de heer A. Winter, te Alle met 13 stemmen 1 blanco. 4. Ondeizoek van de geloofsbrieven der nieuwgekozen Raadsleden, de heeren: E. L Visser, mr. J. Heyligers, mr. J. C. H. Prikken, N Veis Heyn, J. W. Jorissen en M. R. N. Oosterveen. Van 4 10 tot 4.20 wordt de zitting geschorscht. De heer Gerritsen ver laat de vergadering. De heer Van Eek rapporteert namens decommisie, dat de geloofsbrieven in orde zijn bevonden en concludeert tot toelating, waaatoe met algemeene stemmen wordt besloten. De nieuwbonoemden nemen zitting den eersten Dinsdag van September. Hierna wordt de vergadering ge sloten. Wij ontvingen een keurig uit gevoerd boekje getiteld «inlichtingen aangaande het Instructie-bataljon te Kampen." In het Voorwoord van dit met tal van illustratiën versierde wei kje zegt de heer H. C. Brandt, luit.-kolonel commandant van bet Instructie-batal jon o.a. bet navolgende: Onbekend maakt onbemind zou men kunnen zeggen, indien dit niet te vreemd klonk, van eene Instelling, die reeds langer dan eene halve eeuw bestaat, en waarbij sedert de oprich ting bijna 18000 jongelieden hunne intrede in de militaire wereld hebben gedaan. Van die jongelieden behaalden 25G9 den rang van officier en velen hutrnor klommen op tot de hoogste rangen bij het Leger hier te lande of bij dat in Nederlandscli Indië. Voorts werden er ruim 15000 als onderofficier of korporaal overgeplaatst bij de korp sen van beide Legers. En toch, indien men nagaat, dat er Een historische schets. Misschien zijn er nog andere drijfveeren ge weest, die den Prins tot dezen koop deden besluiten. Daar er in de provincie Utrecht vele adelijke goederen lagen is het niet te ver wonderen dat de Prins in dit gewest aan hem zooveel verschuldigd niet als Stadhouder maar ook als grondbezitter meerderen invloed wilde hebben. Zijn Amsterdamsche vrienden stonden het hunne af en wat eenmaal bezeten werd door patriciërs uit de machtige handelstad als de Graeff en Hooft werd nu het eigendom van den Prins. Voor deze deerlijk geteisterde streek was een heer als Prins Willem III zeer wel kom. De gekochte hofstede werd geheel inge richt tot jachtslot, hetgeen aan verscheidene handen brood en werk verschafte. In hetzelfde jaar 1674 gaven de Staten van Utrecht den Stadhouder een bewijs van erkente lijkheid door hem in de legerplaats te Ordingen de hooge, vrije, lage en middelbare heerlijkheid van Soest, Baarn, ter Eem en de beide Eem- nessen op te dragen. (Het prachtig origineel wordt nog in het archief van Soestdijk bewaard.) In hetzelfde jaar vergrootte de Prins nog maals zijne bezittingen door van Johan Hooft Bykendaal te koopen en dit met Soestdijk te vereenigen. In October 1678 vinden wij den Prins met zijne gemalin op Soestdijk doch dik wijls schijnt hij hier niet vertoefd te hebben De tijdsomstandigheden waren juist niet gunstig om zich geheel aan het jachtvermaak te wijden en buiten staatszorgen te blijven. Toen de Prins in 1674 zijn plakkaat aangaande de jacht over Soest, Baarn, ter Eem en de beide Eemnessen uitgaf, stelde hij over zijn jachtgebied een jagermeester en over zijn jachtgebied een Dros- saart aan. In 1675 werd een ordonnatie vast gesteld op de justitie en politie in al de Hooge heerlijkheden. In 1676 kocht de Prins de gron den aan de overzijde van het jachtslot en liet er de schoone laan, thans de Koningslaan, aan leggen. Behalve aan Soestdijk had de Prins ook veel ten koste gelegd aan Dieren, het Loo en Soeren. In 1680 houdt de vergrooting van Soestdijk op, het landgoed had toen eene opper vlakte van 174 morgen (149.64 H.A.) Het lust slot, ofschoon slechts de kern van tegenwoordig uitgestrekt lustverblijf, was toen reeds den naam van vorstelijk overwaardig, al was dan ook het voorplein met onoogelijke houten huis jes bedekt, die dienden voor stallen, honden hokken enz. Rondom zag men al de gewrochten der toenmalige tuinbouwkunst, oorspronkelijk als Hollandsche stijl bekend, maar sedert den aanleg van het vermaarde Versailles aangeduid als de vinding van Le Nótre. Men had des tijds reeds terrassen en springende fonteinen, waarvan het water door molens werd opgevoerd, kostbare vogels en plantensoorten. Toen Willem III zijn einde voelde naderen benoemde hij tot zijn eenigen erfgenaam den jongen Eriesehen Stadhouder Johan Willem Friso, doch over deze erflating ontstond geschil met den Koning van Pruissen, die ook op een deel der erfenis aanspraak maakte. Toen dit geschil op minnelijke wijze was bijgelegd had de dappere Johan Willem Friso bij Moerdijk reeds zijn graf in de golven gevonden en ver viel Soestdijk aan zijne weduwe Maria Louisa van Hessen Cassel (Marijke Meu). Deze vorstin bezat een voorliefde voor Soestdijk en verwis selde niet zelden hare huizinge te Leeuwarden met het lustslot Soestdijk. In 1714 kocht zij van de Staten van Utrecht de Ambachtsheer lijkheden van Soest en De Birkt, van Baarn en ter Eem benevens het tiendrecht van de gronden in die gemeenten gelegen. Daar haar zoon Prins Willem Carel Hendrik Friso zich te Utrecht bevond tot het voltooien zijner academische studiën, bewoonde zijne moeder 's zomers Soestdijk en liet het aanmerkelijk verfraaien. De onoogelijke houten gebouwen werden aan den overkant van den weggebracht, plantsoenen werden aangelegd, waardoor het geheel nieuw leven en frischheid verkreeg. In 1747 werd Willem Carel Hendrik Friso onder den naam van Willem IV Erfstadhouder en de Staten van Utrecht bewezen hem dezelfde beleefdheid als indertijd aan Willem III. Zij droegeD hem de jurisdictie over de beide Eem nessen, Baarn, Soest en Ter Eem op. Willem IV mocht niet lang in het ongestoorde bezit van Soestdijk zijn, hij stierf reeds in 1751 en zijn zoon Willem V werd opvolger van de hooge waardigheden zijns vaders. Wat in 1732 aan den Koning van Pruissen was afgestaan werd in 1754 voor 705.000 gulden teruggekocht. Ook dp Staten van Utrecht droegen den Prins weder de hooge rechten over Baarn en de omliggende plaatsen op. Onder de voogdijschap van Prinses Anna van Groot-Brittanje gaat Soesdijk weder eene schoonere toekomst tegemoet. In 1758 kocht de Prinses eene heerenhofstede onder Baarn, ge naamd De Eult, en vereenigde dit grondgebied met Soesdijk. Deze Eult behoorde aan het Amsterdamsche regeeringsgeslacht Deutz. Het was in 1668 dat de Raadpensionaris Johan de Wit bij zijn zwager Deutz een tijd lang door bracht. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1