NISU
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUI LLETOlV
SOESTDIJK.
No. 63.
Zaterdag 8 Augustus 1903.
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Laugestraat 77. Telcphooniio. 09.
ADVERT ENTlBN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
PI.AA1 SELIJKE KERICUTE.\.
De vergadering van «Handel en
Nijverheid" j 1. Woensdagavond was
beter bezocht dan zulks gewoonlijk
het geval is. Moge, nu de vereeniging
niet uitsluitend meer des Vrijdags
avonds vergadert, zulks ook voor liet
vervolg zoo blijven.
Naar aanleiding eener opmerking
omtrent het hier ter stede oprichten
van een coöperatieve winkel voor het
personeel der H. IJ. S. M. deed het
bestuur toezegging daai over te zullen
confereeren met het bureau van het
in de volgende maand te Rotterdam
te houden Nationaal Congres van den
handeldrijvenden middenstand, om
deze quaestie zoo mogelijk nog op dat
Congres aanhangig te maken.
Voorts werd ter sprake gebracht
de groote concurrentie door kooplui
van elders op de weekmarkt, den
winkelstand alhier aangedaan.
liet Bestuur verklaarde ten deze
nog geen gevestigde opinie te hebben,
daar liet niet over voldoende gegevens
kan beschikken, doch meende, te moe
ten waarschuwen tegen liet te één
zijdig opvatten dezer zaak. De lasten
dier vreemde kooplieden zijn wellicht
grooter dan men denkt en hoe drukker
de markt bezocht wordt des te meer
zal in gevestigde winkels worden ge
kocht. Het op de markt verkrijgbaar
gestelde toch is meest minderwaardig
goed.
Het 150ste lid werd daarop gebal
loteerd en aangenomen.
De voorzitter meende de toename
van het ledenaantal voor een groot
deel te moeten toeschrijven aan de
bemoeiingen der vereeniging in zake
minder credietwaardige kooplieden die
zich den laatsten lijd hier poogden te
vestigen en bracht een woord vari
dank aan den heer Berns (door de
vergadering met applaus begroet) voor
de cordate wijze, waarop hij tegen
die heeren is opgetreden.
Vervolgens werd de circulaire voor
het Internationaal congres van den
handeldrijvenden middenstand, op 8
en 9 September te Rotterdam te hou
den, ter sprake gebracht en werden
de leden uitgenoodigd, als lid toe te
treden. Voor den rijksdaalder worden
alle bescheiden en verslagen hun toe
gezonden
Ingekomen waren de navolgende
stukken: een dankbetuiging van den
heer Burgemeester voor het Jaarver
slag der vereeniging over 1902; een
schrijven van den Bode der vereeni
ging waarbij deze, wegens het aan
nemen eener beter bezoldigde betrek
king, ontslag vraagt; velschillende
nummers van het «Rotterdamscli Zon
dagsblad", het officieele orgaan der
Rotterdamsche Handelsvereeniging en
thans ook van liet Nationaal congres;
en Maandlijsten van wanbetalers van
de zusterverenigingen te Haarlem,
Ueventer en Delfteen missieve van
de Kamer van Koophandel en Fa
blieken alhier omtrent het verzoek
der vereeniging tot vestiging alhier
van een Agentschap der Nederland
sclie Bank in stede van liet Corres
pondentschap le klasse.
Ingovolge dat verzoek steunde de
Kamer het request der vereeniging
aan de Dirctie der Nederlandsche
Bank, welke thans aan de Kamer
antwoordde het verzoek te moeten
afwijzen.
In haar antwoord, doet de Kamer
uitkomen, dat zij zelve reeds gerui-
men tijd haar aandacht aan deze zaak
wijdde, doch haar bij gebrek aari
juiste gegevens niet ter hand nam.
Intusschen verklaarde zij het verzoek
met genoegen ontvangen te hebben
en liet te zullen ondersteunen; \ve-
derkeerig hoopt zij bij de vereeniging
om inlichtingen le mogen aankloppen.
De Directie der Bank antwoordde
liet verzoek ernstig te hebben over
wogen, doch bij de onzekerheid of in
de nieuwe concessie-voorwaarden haar
zal worden toegestaan nieuwe bank
biljetten te mogen uitgeven althans
nu niet gerechtigd zich te achten,
nieuwe kantoren te openen.
(Jok is de Directie niet overtuigd
van de noodzakelijkheid der oprichting
van een Agentschap te Ameisfoort
terwijl elders, zonder verhoogde kos-
len kan worden gedisconteerd.
De Directie beveelt zich ten slotte
aan, nadere argumenten te mogen
vernemen.
De Voorzitter merkte hierbij op,
dat uit een en ander vrij duidelijk
blijkt, dat de Bank juiste cijfers wil
hebben, welke de Vereeniging even
min in staat is te geven als de Kamer
van Koophandel. Het papier, dat
hier betaalbaar is gesteld, kan inder
daad evenzeer hier worden gediscon
teerd, doch vooral buitenlandsche
kooplieden zullen dat niet doen. Het
Bestuur zal nu overwegen, aan den
Minister van Financiën lo vragen
om bij de nieuwe concessie-voorwaar
den te bepalen, dat in Gemeenten
boven 20.000 inwoners agentschappen
worden gesticht.
Nog was ingekomen een circulaire
van den «Bond van vereenigingen
van den handeldrijvenden midden
stand" omtrent de bekende quaestie
der schulden van landsdienaren in
Oost- of West-Indië, in het moeder
land gemaakt. Nu de Departementen
geen korting meer willen hellen op
de tractemenlen, is het bestuur van
den Bond te rade gegaan, middelen
te beramen om aan de Regeering te
verzoeken weder korting te verleenen.
Alvorens daartoe te kunnen komen,
moet het eerst feiten en cijfers kennen.
Wie dergelijke pretentiën lieeft,
wordt beleefd verzocht voor 20
Augustus ten kantore der vereeni
ging (Appelmarkt 12) het bedrag
daarvan op te geven (zonder ver
melding van den naam van den
schuldenaar).
Ueze gegevens worden over het ge
heele land zerzameld en zoodoende
kan de Regeering zien voor welk een
kapitaal bediag de handeldrijvende
middenstand bij deze quaestie is gëin-
teresseerd.
Van groep 6 slaagden bij het
eind examen der H. B. S. in deze
provincie de heeren A. E. van Mat ld
en J. van Luttervelt leerlingen der
H. B. S. alhier.
Alweder een ongelukspiofetie in
verband met de weersgesteldheid.
Volgens den Zwitserschen meteoro
loog Prof Furell zou weder eene
groote vulkanische uitbarsting te
wachten zijn
Hij heeft, naar hij meededeelt, in
de laatste dagen herhaaldelijk atmos
ferische verschijnselen opgemerkt,
gelijk aan die, welke iri Europa zoo
wel als in andere werelddeelen wer
den waargenomen kort voor de ont
zettende uitbarsting van Krakatau.
De heer G. J. Hoogewerlï legde
met gunstig gevolg af het Staats
examen tot toelating aan een Univer
siteit voor de faculteit der godgeleerd
heid enz.
De Vereeniging tot bevordering
van beeldende kunsten, onder beheer
van bestuurderen der Maatschappij
Arti et Amicitiae", te Amsterdam,
verzoekt ons met een enkel woord
nogmaals de aandacht onzer lezers
op haar te vestigen. Gaarne geven
wij daaraan gevolg.
Opgericht in het jaar 1845. ver
spreidde de vereeniging tijdens haar
5o-jarig bestaan onder hare Leden
plm. 2800 Kunstwerken. Bovendien
deed zij 45 Gravures waaronder
verschillende Etsen vervaardigen,
die telken jare als Premie zijn uitge
reikt. De Premie 1902 bestond in
een Plaatweik over de collectie «Ste
delijk Museum" te Haarlem, dat aller-
wege met groote ingenomenheid is
ontvangen en in een aantal dag- en
weekbladen op de meest vleiende wijze
is beoordeeld.
Met recht kan dus gezegd worden,
dat zij een belangrijk deel heeft ge
had ]n liet verspreiden van Beeldende
Kunst hier te lande Sedert hare op
richting werd alleen voor't aankoopen
van Kunstwerken als prijzen der Ver
loting een bedrag van ruim 5 tonnen
gouds besteed. Voor de verloting
zullen alleen Kunstwerken worden
aangekocht, vervaardigd door Neder
landsche meesters. Van eiken verkoop
wordt 5 pCt. gestort in het Weduwen-
en weezenfonds der Maatschappij
«Arti et Amicitiae", waardoor eene
niet onbelangrijke som aan gemeld
fonds ten goede is gekomen.
Bovendien is de belangstelling van
het publiek in de laatste jaren buiten
gewoon toegenomen. Sedert 1892 is
het ledental met 2875 vermeerderd,
terwijl het aantal Correspondenten
ster-g van 145 lot 352. Deze cijfers
spreken voor zich zelf. Hoe grooter
het aantal Leden, des te beter zal
zij aan het werkelijk nuttige doel
kunnen beantwoorden.
Het lidmaatschap bedraagt niet
meer dan f5.'sjaars, waarvoor
men een lot in de, tegen het einde
van December te houden, Verloting
ontvangt, benevens als Premie 1903
het Pleatweik over de Vei zameling
berustende in het «Mauritshuis", te
's Gravenhage.
Wij brengen belanghebbenden
onder onze lezers in herinnering, dat
bij het plaats hebben van een ongeval
in fabiiek of werkplaats liet niet enkel
voldoende is, daarvan door middel der
bestemde formulieren, kennis te geven
ten postkantore, doch dat daarvan ook
ter secretarie mededeeling moet wor
den gedaan. Eerstgenoemde opgaaf
wordt geboden door de Ongevallenwet,
aatstgenoemde door de Veiligheidswet.
Dij veizuim-stelt men zicli aan ver
volging bloot.
Bij beschikking van den Inspec
teur van den Geneeskundigen dienst
der Landmacht is de Oflieicr van Ge
zondheid der 2e klasse P. B. van
Leggelo van liet 5e Regiment infan
terie met ingang van 1 October a.s.
overgeplaatst bij liet Regiment Grena
diers on Jagers.
Door den Heer Kolonel Comman
dant van het 5e Regiment infanterie
zijn hedenmorgen de tot Tweede luite-
Een historische schets.
6)
'tWas feest op Soestdijk, toen in Mei 1818
de held van Waterloo aan de zijde der fiere
Czarendochter Anna Paulowna zijn intocht deed
op het geheel gerestaureerde lustslot en door
de bevolking van Baarn en Soest met gejuich
werden ontvangen. En men had reden tot
juichen. De Prins van Oranje, later Koning
Willem II was een goed heer, terwijl de ge
dachte aan Anna Paulowna en hare goede
werken nog onder de bevolking van Baarn en
Soest voortleven. Commissiën van weldadigheid
werden in beide plaatsen benoemd om in de
behoeften van noodlijdenden te voorzien, levens
behoeften werden uitgereikt, voor kranten zorg
gedragen, bet schoolbezoek krachtig bevorderd
en meer instellingen van liefde in bet leven
geroepen, die tot heden voortduren.
't Waren gelukkige dagen voor Soestdijk toen
de Kroonprins en Kroonprinses daar de zomer
maanden kwamen doorbrengen, omgeven door
een viertal onzer Vorstenkinderen in bun vroo-
lijke jonkheid. In de nabijheid van Soestdijk
treffen wij vier landelijke stichtingen uit dien
tijd aan, de boerderij van Prinses Sophie, bet
Prins Willems, Prins Alexander en Prins Hen
driks jachthuisje. Het laatste werd later door
de Koningin-Weduwe als plaats van Godsver-
eering naar den Griekscben geloofsvorm inge
richt. Inmiddels waren de Kroonprins en Kroon
prinses Koning en Koningin der Nederlanden
geworden en werd Soestdijk niet meer zoo druk
bezocht. De mare van 's Konings plotselingen
dood bracht verslagenheid te weeg in de harten
van alle Nederlanders en niet het minst te
Baarn en Soest.
In 1850 werd Soestdijk overgedragen aan
Hare Majesteit Anna Paulowna, nu Koningin-
Weduwe der Nederlanden.
Gaarne vertoefde de zwaar geschokte Vorstin
op het lustslot, waar twee harer zonen waren
geboren en voor Haar zulke blijde herinneringen
waren verbonden uit gelukkige tijden, toen zij
als Prinses met haar ridderlijken gemaal het
landgoed voor het eerst betrad.
Hier in deze schoon e streken herinnerde haar
alles aan de dagen van weleer en leefde zij te
midden van een haar lief geworden bevolking
al weldoende voort. En werd deze landelijk
eenvoud al eens afgebroken door een hoog
bezoek, zooals dat van den Keizer van Rusland
of Le Comte du Nord (Russische Kroonprins)
die op Soestdijk hunne hooge bloedverwante
kwamen opzoeken.
Anna Paulowna beminde de stilte en geheim
zinnigheid der natuur; zij leefde hier al rustig
voort totdat ook hare levensavond begon te
vallen en de grafgewelven te Delft zich ook
voor haar ontsloten. Anna Paulowna was het,
die op Soestdijk den grond legde tot een museum
voor Zee- en Landmacht.
De Koningin-Weduwe had bij uiterste wils
beschikking van 8 Nov. 1856 het Domein Soest
dijk gelegateerd aan Zijne Koninklijke Hoogheid
Willem, Erederik, Hendrik, Prins der Neder
landen, die den 19«n Juni 1857 aan de zijde
van zijne beminnelijke gemalin Amalia van
Saxen-Weimar op luisterrijke wijze zijn intocht
hield op het oude lustslot zijner voorvaderen.
In het midden van Juni 1865 had een bezoek
plaats van de oud-strijders aan het lustslot
Soestdijk met Prins Erederik aan het hoofd.
Zij bezochten den Naald van Waterloo en het
Paleis, waar hun Opperbevelhebber zulke ge
lukkige dagen had doorgebracht. Prins Hendrik
vertoefde gaarne op Soestdijk, hij had daar
het levenslicht aanschouwd en in de kerk te
Baarn den Doop ontvangen. Veel is er door
dezen Vorst voor Soestdijk gedaan. De histo
rische galerij door Anna Paulowna begonnen,
werd door Prins Hendrik aangevuld en vol
tooid. Hier zien wij onze helden ter zee en
te land met vermelding hunner groote daden,
dan eens op het doek van in zeldzame uitgaven
vertegenwoordigd. Een stil vertrek in het Paleis
was gewijd aan hen, die zijn heengegaan. Hier
zag men het veldbed, waarop Koning Willem
II te Tilburg den laatsten adem uitblies met
meer andere meubelen uit die sterfkamer. Tal
rijke meubelen uit de kamer van den vroeg op
Madera gestorven Prins Alexander, het veldbed,
waarop de Prins van Oranje van Quatre-Bras
naar Brussel werd gevoerd en meer voorwerpen
zoo nauw verbonden aan het lief en leed der
Oranje's. (Al deze gedenkstukken zijn door
H. M. de Koningin overgebracht naar het
museum van het Huis van Oranje te 'sGraven
hage.) In de Willems- en Mauritskamer vinden
wij de portretten van de meesten der Nassausche
helden. De prachtige Waterloozaal is vermaard
door het omvangrijke doek van Pierseman »de
Prins bij Quatre-Bras", de audiëntiezaal en
andere vertrekken bevatten een aantal kost
bare schilderstukken en keur van kunstwerken
in marmer en brons.
Slechts zes zomers mocht het Prinses Amalia
gegeven zijn aan de zijde van Prins Hendrik
op Soestdijk door te brengen. De dood rukte
plotseling de dochter van den dapperen hertog
van Saxen-Weimar weg uit den kring van allen,
die haar lief haddeD. De nagedachtenis aan
deze vroeg gestorven vorstin leeft als een stille
vereering onder verschillende benamingen te
Baarn nog voort. [Slot volgt.)