NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. No. 70 Woensdag 2 September 1903. Twee-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BUITENLAND. BINNENLAND. FLEURETTE. Amersfsortsche Courant fï; l ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephooniio. 69. AD VERTENTIBN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De opstand in Macedonië. Omtrent den toestand in Macedonië is er weinig meer te vertellen. Er hebben nog steeds verwoedde gevech ten plaats, ontaardende gewoonlijk in gruwelijke slachtingen. Zoo deelt een officieele Turksche depêche te Salonika ontvangen mede, dat de Turksche troepen bij Smilova een stelling door drie duizend Bulgaren bezet, hadden genomen. Niet minder dan duizend Bulgaren zouden hierbij zijn gedood. Al mag men nu ook aannemen, dat de cijfers in deze en dergelijke tele grammen overdreven zijn, nu bij den feilen haat tusschen Bulgaren en Tur ken van kwartier geven zeker geen sprake is. Er komen nog meer berichten van Turksche overwinningen, maar hoe toch eigenlijk op het oogenblik den toestand in Macedonië is, is niet te zeggen. Nog steeds trekken opstandelingen over de Bulgaarsche gieris Macedonië binnen. De aanvoerders der opstande lingen beweren reeds vijftien duizend man onder de wapens te hebben. Inmiddels is de spoorwegdienst in Macedonië geheel gestaakt, tengevolge van de voortdurende aanslagen op de treinen. De »Echo de C'hine« brengt ernstige tijdingen omtrent den opstand in Kuang-Su. Sinds den dood van gene raai Pau is de overmoed der roovers buitengewoon. Ook maken de soldaten van het keizerlijk leger zich aan aller lei plundering en daden van afschu welijk geweld schuldig. De toestand moet zeer hachelijk zijn. Bij Port- Arthur bevinden zich thans 58 en 10 Russische oorlogschepen te Hai- Sen-Wi 28 en 10 teNiuChwang. Men zegt ook, dat niet minder dan 110 Japansche bodems zich in den omtrek der genoemde plaatsen bevinden. üit Londen wordt gemeld, dat in de vergadering der «Trades Unions" van West-Birmingham besloten is, bij de aanstaande vet kiezingen voor het Lagerhuis de candidatuur-Cham- berlain te bestrijden en er tegenover te plaatsen de candidatuur van den heer Davls. secretaris van een der arbeiders-vereenigingen. H. M. de Koningin en Prins Hendrik zullen twee dagen het Con cours Hippique in het Malieveld te 's Gravenhage bijwonen. Eene Konink lijke loge wordt opgelicht tusschen de voor het publiek bestemde tribunes. H. M. de Koninign ontving op haar verjaardag van het jachtdepar- tement een lustieke bank met kus sens en gekroonde W. van mos geheel eigen werk van het personeel. Vad.) Standbeeld voor stadhouder Willem III. Naar wij vernemen, heeft zich on langs eene commissie gevormd, ten einde te geraken tot de oprichting van een standbeeld van onzen roem rijken stadhouder Willem III. Reeds hebben vele bekende landge- nooten aan de commissie, bestaande uit de heerenmr. W. H. de Beaufort, oud-minister van buitenlandsche zaken; mr. Th. L. M. H. Borret, lid van den Raad van State; J. F. F. C. van Dam van Isselt, voorzitter van den cen- tialen gezondheidsraad; luitenant- generaal A. Kool, chef van den generalen staf; J. E N. baron Schim- melpenninck van der Oye van Hoeve laken, voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal jhr. mr. J. W. Schorer, vice-president van den Raad van Statemr. C. H. van Tienhoven, directeur van de Nederlandsche Bank; mr. S. A. Vening Meinesz, lid van do Eerste Kamer der Staten-Generaal; mr. A. E. J. baron van Voorst tot Voorst, commissaris der Koningin in de provincie Noord-Brabant en jhr. C. H. A. van der Wijck, oud-gouver neur-generaal van Nederlandsch-Indië, van hun ingenomenheid met het plan doen blijken en hun steun toege zegd. Handels bl.) Het „Verraad"-rapport. Wat is er aan van het groote ver raad Het verraad in de groote stakings beweging in Maart en April. Men weet, dat de heer Domela Nieuvvenhuis en anderen die verraads- beschuhliging geslingerd hebben naai de hoofden van verschillende leden van het Comité van Verweer en dat de bewering werd gedaan, dal in't alge meen door de Soc. Dem. Arbs. Par tij als organisatie planmatig gehandeld was om de staking te doen mislukken. Een commissie van onderzoek werd benoemd om dit alles nauwkeurig te onderzoeken. Zij heeft thans haar rapport uitge bracht. In 't kort wordt door haar gecon stateerd, dat van maatregelen van organisatie voor een algemeene werk staking niets was te bespeuren. Opmerkelijk is het (en hieruit blijk, hoe uiterst gering het gemeenschappe lijk overleg en de samen werking waren) dat de meeste leden van het Comité van Verweer geen kennis droegen van den inhoud der geheime instructie, noch iets afwisten van den inlichtingsdienst. Deze feiten wijzen er op, dat de eerste en onontbeerlijke voorwaarde om tot organisatie te komen, nl. gemeenschap pelijk overleg, in het Comité ontbrak, en ook dat het gevoel van verantwoor delijkheid zeer gering was. De oorzaak van dit alles ligt, naar het oordeel der onderzoekingscommis sie, hierin, dat onafgebroken een geest van onderling wantrouwen bij de leden van dit lichaam bestond, waardoor samenwerking niet mogelijk was. Het gansche ondorzook heeft der commissie de overtuiging geschonken, dat noch Oudegeest noch Vliegen, die in de eerste nachtvergadering dooi den heer Domela Nieuwenhuis van ver raad werden beschuldigd, noch eenig ander lid van het comité verraad heeft gepleegd. De rapporteurs schrijven „Van verraad kan geen hunner beschul digd worden." Tactische fouten van groote beteekenis" zegt de commissie aan het slot harer conclusie „doch die evenmin als daden van verraad aan geduid mogen worden, zijn er vele begaan." De commissie somt een tiental dei- voornaamste op. Aan einde het van haar rapport schrijft zij „Hoewel wij ons overtuigd houden, dat alle reactionaire elementen op dit rapport zullen aanvallen,om zoo moge lijk de moderne arbeidersbeweging me de begane fouten en misslagen te bekampen, kon en mocht dit geen reden voor ons zijn tot het kiezen van een anderen vorm, waardoor de feiten misschien minder scherp aan de opper vlakte zouden komen, of om ons van een oordeel te onthouden. Innig overtuigd van het goed recht der arbeiderszaak en evenzeer hiervan, dat ten slotte deze alléén er van zal kunnen profiteeren, wanneer de arbei ders zich aan de begane fouten zullen kunnen spiegelen, kunnen wij de tegen standers gerust even laten grijns lachen om de fouten en domheden, door ons begaan, omdat wij tenslotte het laatst en het best zullen lachen, doordien wij ons de zelfcritiek niet hebben bespaard." Said Abdullah, die thans te 's-Gra- venhage vertoeft, is eenige weken on der behandeling van Prof. Snellen te Utrecht geweest; binnenkort denkt hij weder naar Indië te vertrekken, om over een half jaar weder onder- behandeling van Prof. S. te komen. Hij heeft groote parelvisscherijen op Banda in de Molukken. Ofschoon Mohammedaan en dus gerechtigd er een harem op na te houden, leeft hij streng zedelijk met zijne echtge- noote. Hij spreekt zuiver Hollandsch en is een beschaafd man met Europee- sche manieren en een aangenaam prater. Zijne zonen laat hij een Europee- sclie opvoeding geven. Hij heeft de reis van Indië naar hier, te land over China en Rusland gemaakt. (U. D.) Er is sprake van dat de ex- president Steyn na zijn herstel zich metterwoon te Baarn zal vestigen. In ieder geval zullen zijn dochtertjes van 12 en 14 jaren half September als interne leerlingen geplaatst worden op het Jongedames-Instituut «Erica" aldaar. Ter bescherming der belangen van allen, bij den handel in gedistilleerd betrokken, heeft zich te Rotterdam een comité gevormd, hetwelk beoogt alle belanghebbenden te vereenigen tot eene gemeenschappelijke actie in zake de te verwachten Wetsontwerpen regelende de Drankwet. De overtuiging, dat een voor Neder land zoo belangrijk bedrijf, waarmede toch de belangen van den Staat niet weinig gemoeid zijn, niet door over dreven, eenzijdige en onpractische voorstellen, door tegenstanders aan de hand gedaan, tot ondergang mag worden bedreigd, deed reeds tal van fabrikanten en belanghebbenden zich vereenigen. Het comité stelt zich voor om door middel van Sub-comités in alle plaatsen, de actie zoo algemeen mogelijk te doen zijn en noodigt allen uit, die belanghebbenden zijn, zich op te geven bij den Secretaris van het Drankwet-comité, den heer H. F. L. de Wit, Nieuwehaven 102 Z. Z. Ongevallenwet. Gisteren hield de Raad van Beroep voor Ongevallenverzekering te Utrecht een openbare zitting. Behandeld werden een zevental zaken, waaronder eene Naar het Engelsch van HUGH CONWAY. 6 Ik hield dus de boot door van tijd tot tijd de roeiriemen te gebruiken op dezelfde plek, keek haar strak in het gelaat en vroeg«Fleuret- te, waarom hebt gij u tegen over mijn broeder zoo zonderling gedragen?" Zij sloeg de oogen neder. »Ik begrijp niet goed, wat gij bedoelt," gaf zij ten antwoord. "Gij weet heel goed, wat ik bedoel. Waarom hebt gij zijn hand afgewezen?" elk heb dat doende van een reeht gebruik gemaakt, dat iedere vrouw bezit," hernam zij." «Waar wij bet recht niet hebben aanzoek te doen, daar hebben wij toch bet recht een aanzoek af te wijzen." li Dat is waar maar dat zou alleen dan opgaan, als gij niet in staat waart de liefde van den man, wiens keuze op u gevallen was, te beant woorden. Doch ik weet intusschen evengoed als gij, dat gij Jobn bemint, en daarom bid ik u, mijne vraag te beantwoorden." Hare vingers hielden zich krampachtig met de bloemen bezig, maar zij bewaarde een diep stilzwijgen. «Als gij mij zegt, dat gij John niet bemint ik twijfel of gij bet kunt dan is mijn vraag beantwoord en ik ben tevreden," ging ik voort. Ik smeekt u, deel mij de reden van uw weige ring mede." Het jonge meisje bief bet hoofd op en ik zag hare bruine oogen door de tranen been schit teren, toen zij zeideHet was de heerlijkste dag mijns levens, toen John mij tot zijn vrouw begeerde, en de dag mijner verbintenis met hem zou de gelukkigste dag mijns levens zijn maar die dag zal nimmer aanbreken." "Nimmer, Fleurette "Nimmer nimmer Of bet moest zijn Hier deed een soort rilling bet gansche lichaam van bet meisje trillen zijn verborg bet gelaat in de handen. "Zeg mij, welke belemmering in den weg staat," verzocht ik kalm. "Dat kan ik niet dat wil ik niet! Waar ik niet eens in staat was bet John te zeggen, boe zou ik bet daar u kunnen meêdeelen "Uwe moeder is zeer ziekelijk, niet waar vroeg ik na een pauze. "Ja", antwoordde Fleurette. "Meent gij soms, dat John wellicht zou kunnen wenscben, dat gij van haar scbeidet Is dat de reden, Fleurette?" "Ik zal u niet antwoorden", hernam zij be slist. «Breng mij, als 't u blieft, aan den oever," "Goed, Miss Fleurette, dan zal ik u ook mijn besluit meêdeelen," zeide ik op de riemen leunende. Ik zal u en mijzelven geen rust guD- nen, voor ik alles weet." Het jonge meisje werd rood van toorn. «Welk recht hebt gij, in mijn privaatleven in te dringen!" riep zij. «Zet onmiddellijk aan den oever I" "Dat zal ik niet doen, voor gij mij de eene of andere opdracht voor John gegeven hebt eenig woord, dat hem ten minste hoop voor de toekomst geefthernam ik. "Wilt gij mij terstond aan den oever bren gen?" vroeg Fleurette stampvoetend. Mijn eenig antwoord was een slag met de riemen, welke ons eenige meters verder stroom opwaarts dreef. "Dan zal ik mezelve weten te helpen," riep bet jonge meisje, en eer het mij duidelijk werd, wat zij bedoelde, was zij in het water gespron gen. Twee seconden later stond zij met druipende kleeren op den oever en snelde dwars over de weiden naar buis, terwijl ik baar in bet gevoel van ontzettende belachelijkheid nakeek. De rivier was op deze plaats nauwelijks een paar voet diep, en dus bad zij zich aan geen ander ge vaar blootgesteld, dan aan de onaangenaamheid van natte kleeren en schoenen doch ik kon de overtuiging niet van mij zetten, dat het scboone stijfhoofdige persoontje ook uit de boot gesprongen zou zijn, als wij zes voet water onder ons hadden gehad. Een jong meisje van twintig jaren had ronduit een loopje met mij genomen. Maar welke man zou ook hebben kunnen veronderstellen, dat een elegant gekleede j onge dame van onzen tijd, boe toornig zij ook wezen mocht uit een boot zou springen, om zich aan zijn gezelschap te onttrekkenIn weerwil van deze overwegingen keerde ik toch zeer neerslachtig en in sterken twijfel, of ik aan mijn broeder en zijne zaak een dienst be wezen was, naar Dalebruy terug. "Bij slot van rekening schijnt het wel, dat de tact en bet d plomatiscbe talent, waarvan ik mij zoo groote verwachting voorstelde, voor de vrije, luchtige maatschappij van Californie toereikende waren doch in Engeland juist een omgekeerde uit .verking hebben, en op grond daarvan is bet waarschijnlijk het beste, dat ik van het eerstvolgende stoomschip gebruik maak, om daarheen terug te keeren," zeide ik tot mijzelven. Den volgenden morgen ontmoette ik Fleurette op straat. Zij begroette mij met een ernstigen, ingehouden glimlach, "Gij hebt me gisteren afscbnwelijk behandeld," zeide ik. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1