NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. UIT MIJN DIENSTTIJD. No. 77. Zaterdag 26 September 1903. Twee-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Bij flit nummer Behoort een Bijvoegsel. VAN WEEK TOT WE~e"kT~ BINNENLAND. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLaugestraat 77. Telephoonuo. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De invoering van de Kinderwetten. Wie met het opfokken van dieren zich bezig houdt weet dat daartoe niet weinig kennis vereischt wordt, en wie aan het kweeken van planten doet, en dat doet immers bijna iederen, zal hetzelfde getuigen Het wordt dan ook noodig geacht een leerschool voor veefokkerij of bloemkweekerij tedoor- loopen als men met succes daarin wil werkzaam zijn. Niemand zal zich schamen er voor uit te komen dat hij van fokken of kweeken geen verstand heeft. Maar als het grootbrengen niet van dieren en planten, maar van menschen is, van opvoeden meent wel iedereen verstand te hebben, daarvoor denkt men geen leerschool vau noode te hebben En toch, is er wol moeilijker dan de opvoeding van kinderen Dat het een moeilijk werk is, blijkt hieruit, dat de pogingen van vele ouders, die er ernstig op uit waren iets goeds van hun kinderen te maken faalden. Voor velen is opvoeden niet meer dan voeden: het zorgen voor voedsel, kleeding en dekking Deze zorg is niet gering en de ouders die zich behoorlijk er van kwijten zijn te pi ij zen. Doch opvoeding is nog wat meer: de kinderen maken tot zelfstandige menschen, tot flinke personen in de maatschappij; de ontwikkeling van het goede dat in kiem in het kind aanwezig is zichzelf overbodig maken en het kind tot een mensch die ge heel op eigen beonen kan gaan. Wij bewonderen het talent van den man, die uit een ruw marmer blok een schoon beeld kan beitelen, uit een vormelooze kleimassa een fraaie figuur boetseert, of een ruwe diamant door slijpen en polijsten tot een flonkerend en begeerlijk klei nood weet te maken. Welnu, een kind is zoo'n marmerblok zoo'n klomp klei, zoo'n ruwe diamant gelijk. Daar van een goed menscli te maken is een kunst hooger, en moeilijker dan die van den beeldenden kunstenaar, is de zwaarste taak die een mensch kan worden opgelegd, en die aan de meesle menschen wordt opgelegd het zij zij er toe bekwaam zijn of niet. Als wij nu zien, dat fatsoenlijke en ernstige lieden vaak voor die grootsche laak niet zijn opgewassen of de opvoeding hunner kinderen vrijwel verwaarloozen, dan kan het ons niet verwonderen dat eon massa kinderen in 't wild opgroeit en weinig goeds belooft voor de toekomst want in tal van gezinnen wordt niets aan de opvoeding gedaan en werken invloeden ten kwade. Eigenlijk moet het ons nog verwonderen, dat er nog niet meer kinderen schipbreukelingen worden op do levenszee. Wat is er te verwachten van kin dei en uit een omgeving waar drank misbruik en allerlei verkeerde harts- tochien heerschen «vaar huiselijkheid vrede en liefde ongekende deugden zijn Ga door de straten der stad, lel op de uitlatingen van slechtheid en sluwheid, luister naar de woorden van vloek en van spot, en gij ziet in de toekomst vermeerderen het aantal dergenen voor wie de gemeenschap te zorgen heeft, zich hoeden moet. Maatschappelijke kwalen genezen, mis dadigers maken tot betere menschen. verwaai loosden opleiden tot iets goeds, daarmede houden zich velen onledig en op velerlei wijze. Het best is ech ter het kwaad tijdig te keeren, dus te beginnen het kind, Op de verbetering en opvoeding van ver waarloosde kinderen zal in de naaste toekomst in 't bizonder de aandacht gevestigd zijnhet is noodig, want in de huisgezinnen wordt liet lot der maatschappij beslisthet is goed, want wie het kind heeft die heeft de toekomst. De zorg voor verwaarloosde kinderen is een eerste, een zeer voornaam maatschappijk belang. Allen die hiervan doordrongen zijn zullen met vreugde vernomen hebben, dat thans gedacht wordt aan een bespoediging van de invoering der kinderwetten die al bijna drie jaar geleden werden afgekondigd. Door die wetten zal het mogelijk zijn een kind uit een ongewenschte omgeving te verwijderen en ouders te ontzetten uit een macht die zij misbruikten, te ontheffen van een taak die zij niet waardig en waarvoor zij met bekwaam waren. Wat dan met die kinderen aan te vangen: Hoe ze te beteren en op te leiden tot flinke menschen voor de maatschappij? Het antwoord is niet gemakkelijk. De bestaande opvoedings gestichten bleken niet aan het doel te beantwoorden, er zullen nieuwe komen en ook tuchtscholen. Voor- loopig vier van die scholen, één voor meisjes en vier voor jongens, terwijl ook samenwerking gezocht zal worden met particuliere vereenigingen welke dan subsidie krijgen. Ter bekostiging van deze eerste maatregelen tot in voering van de Kinderwetten zijn nu de eerste gelden aangevraagd door de regeering. Menigeen zou dit eerder gewenscht hebben maar wij moeten niet vergeten, dat het hier een zeer belangrijke proefneming geldt en dat het beter is deze te doen na ernstige studie en rijp beraad, ook kan niet op groote schaal begonnen worden, omdat de ervaring nog leeren moet welk systeem van opvoeding en tucht als het beste dient gevolgd te worden. Het is zeker te hopen, dat de Kamer spoedig deze zaak in behande ling neemt en afdoet en de gevraagde gelden kunnen worden besteed. En dan gezocht naar degelijke paedagogen dat zijn niet degenen die afkomen op een groot salaris en zelfs niet zij die kundig zijn in de theorie der opvoedkunde en mischieii boeken vol er over schreven. Och neeri, do beste theoreticus is daar mischien niet op zijn plaats. Noodig zijn mannen en vrouwen die het kind lief hebben en het goede dat in elk kind schuilt, zij het ook onder een ruwen bolstor verborgen die in ieder kindergemoed aanschouwen den ruwen diamant welke slechts op een bekwaam slijper wacht om zijn licht te laten schitteren. Mannen en vrou wen die vertrouwen wekken en naast de aanbeveling van hun goed karakter en leven de bekwaamheid bezitten om het paedagogische systeem, het welk de regeering verstandig en zon der overdrijving wil zien uitgevoerd, ten uitvoer te leggen. Bij de keuze dier menschen, waar van voor de practijk der Kinder wetten zoo heelveel afhangt, worde bovenal bedacht: dat diamant geslepen wordt met diamantstof. Het gemoed van een kind is een edelsteen. Ge moed dus gevormd door gemoed, karakters gevormd door karakters. Van de verschillende wijzen van verzorging der verwaarloosde kinderen verdient naar onze mening de voor keur, de opvoeding in het huisgezin. Het huisgezin blijft de beste kweek school voor het kind, Maar het moet goed zijn. En deze in voldoend aan tal te vinden, waar men tevens ge neigd is tegen geringe vergoeding andermans kind op te voeden, dat is niet mogelijk. Dus zijn gestichten onontbeerlijk. Echter hoe uitnemend ze worden ingericht, de opvoeding in het gezin zal in den regel de voor keur verdienen. De Erfprins van Erbach doet bijna dagelijks tochtjes op de motor fiets door Baarn en omstreken. H. M. de Koningin-Moeder en de Erfprinses van Erbach maken dan rijtoertjes met het oudste dochtertje van het prinselijk echtpaar. Men meldt, dat de door de regeering nieuw ontworpen bepalingen betreffende den verkoop van sterken drank thans eveneens bij den Raad van State aanhangig zijn. Postverbinding met het verre Oosten. Te beginnen met 1 October a. s. zal liet internationale postver keer tusschen Europa en het Verre Oosten door het Russische Rijk. door middel van de Siberische en Oost- Chineesclie spoorwegen een aanvang nemen. Op last van H. M. de Koningin brengt de directeur vau het Kabinet der Koningin ter algemeene kennis, dat gedurende Hr. Mr. verblijf in het buitenland, de aan Hoogst Dezelve gerichte brieven in gesloten om slagen, voorzien van een adres aan aan Hare Majesteit op de gewone wijze per post kunnen worden in gezonden of bezorgd bij het Kabinet der Koningin te 's-Gravenhage. Donderdag brachten de minis ters van Oorlog en Koloniën een be zoek aan Harderwijk. Dit bezoek stond in veiband met de interpellatie van den lieer Schaper, inzake de huisvesting van de adspirant-kolo- nialen. De Ministers bezichtigden alle militaire gebouwen en brachten ook een bezoek aan het Militair Tehuis, waar ze zich door den huisvader, den heer G. de Wal, volledig lieten in lichten omtrent alles wat op het verblijf der adspirant-kolonialen in die inrichting betrekking heeft Hunne Exc. waren blijkbaar zeer voldaan over 't geen ze hoorden en zagen. Met den middagtrein vertrokken de Ministers weer naar Den Haag. De Koningin-Moeder bracht gis- stcren een bezoek aan het Meteoro logisch Instituut te De Bilt. II. M. bleef van kwart voor drieën tot kwartier over vijf uur aan het Insti tuut en was daarbij, behalve door de leden van de hofhouding, freule v. d. door D. v. d. R. 3) lk had erg veel lust om eens inzage te vragen van dat boek en toen ik dan ook aan mijn geleide, vroeg of ik dat boek eens door mocht bladeren, werd hij eerst erg kwaad, toen een glimlachje en toen zeide hij mij dat 't een geheim was. Zoo kwamen wij aan bij het gebouw van het le Bataljon en werd ik binnen gebracht, op het bureau alwaar mijn geleider zijn werkzaamheden verrichtte. Nadat hij zijn "geheimen" had nedergelegd en zijn koppel en sabel aan den kapstok had opgehangen, bood hij mij een stoel aan en nam hij er zelf ook een tegenover mij zich nederzettend. Het bureau, ofschoon veel kleiner en veel minder smaakvol saümgesteld vertoonde toch 't zindelijke van den militair. Aan het raam zat de sergeant-majoor terwijl naast hem de fourier werkte, die zich als zoodanig voorstelde bij mijn binnenkomst. Achter dezen had de kapitein zijn bureau laten zetten. Ook hier hingen naast een paar kalenders vele schilderijen, afgewisseld door vele staatjes waarop ik o. a. lasstaat betreffende de namen der Onderofficieren der Compagnie, Staat de bedwateraars, staat van wapens, staat van verlofgangen, en nog velen meer. De fourier had het zeker druk, want toen ik de sergeant majoor een sigaar had aangeboden en ik dit den fourier ook wilde doen, merkte hij dit niet eens doch toen ik 't hem nog eens vroeg, legde hij met alsjeblief zijn pen neder en kon ik hem eens goed beschouwen, 't Was een kerel, klein van gestalte en ook aan zijn neus kon men merken, dat ook Bachus zijn offer van hem vergde. In een oude vunzige jas, waar aan sommige knoopen mankeerden op 't appel verrichtte hij zijn bezigheden. Overal zag ik veesels op zijn jas, zoodat ik al spoedig de over tuiging kreeg dat deze man niet dikwijls voor zijn superieuren behoefde te verschijnen. Zijn ongeschoren tronie en zijn fletse oogen toonden mij den verwaarloosde. In tegenstelling met zijn uiterlijk was zijn inborst edel dat heb ik later dikwijls tot mijn genoegen mogen bemerken. Je bent als je goedgekeurd wordt, ingedeeld bij deze Compagnie, en je hebt 't uitstekend hoorDe oudedaar wordt de kapitein mede bedoeld, al is de kapitein 35 jaren oud, is een uitmuntende man, vertelde de sergeant majoor mij en nu moet je morgen ochtend om 9 uur naar het hospitaal denk er dus om dat je je eigen wascht en voegde hij er lachend bij de billetjes goed schoon geschrobd worden! Nu kan je de stad ingaan en morgen ochtend op tijd hier Na een handdruk aan den sergt.-majoor en aan den fourier te hebben gegeven, spoede ik mij naar huis en vertelde mijn ouders dat alles overbest zou gaan. Inwendig dacht ik er anders over. De sergeant-majoor en de Com mies handelaar had ik op mijn hand gekregen, dat had ik al dadelijk bemerkt. Dat is een goede I dachten ze. Dat ik dien nacht lekker geslapen heb kan ik niet zeggen ik was tenminste blijde dat ik de zon aan den hemel zag schijnen. Den geheelen nacht droomde ik van den kolonel, sergeant majoor, fourier, keuring, schoone billetjes en ik weet al niet wat meer en juist tegen den tijd dat de slaap mij overmande, kwam mijn moeder bij mij en bracht me een kop thee. Nog zie ik haar voor mij staan. Haar hand beefde toen zij mij het kopje overreikte, 't Was alsof ze zeggen wilde dat is voor de laatste maal dat je zoo bediend wordt. Haar gelaat toonde droefheid, en ik was dan ook inwendig verheugd dat de klok van den grooten toren half negen speelde en ik op weg moest naar het gebouw waar zoovelen, zonder dat ze 't zelf weten, zich abonneeren op Deel I en II van het straf hoek. Zwaar pankten mijn stappen (zoo jong als ik was, stampte ik erg hard op den vloer, en kreeg ik dikwijls standjes dat mijn schoenen zoo vlug versleten waren) op den steenen grond van den corridor die toegang gaf naar het bureau van de 2e Compagnie. Ik hoorde de muziek juist een stuk spelen dat mij altijd zoo bekoorde en mij nu nog lieflijker in de ooren klonk. Na even te hebben geklopt, kon ik bin nentreden en daar stond ik tegenover mijn superieuren waarmede ik gisteren kennis had gemaakt. Even daarna kwam er een lange korporaal binnen, die geroepen was geworden door den fourier. Deze man, die ik later heb leeren kennen als een «dienstklopper" iemand die zijn ondergeschikten durfde uit te schelden ploerten en schoften of met 't liefelijke woord van tuig, daarbij de noodige G. v. d.'s niet vergetend en daarom natuurlijk door een elk zijner manschappen werd veracht, zou mij ver gezellen naar het hospitaal alwaar de dokters mij zouden onderzoeken. Nadat de korporaal, ..de vloeker" van den majoor de papieren had ontvangen, leidde hij mij naar het huis waar zieke manschappen genezing van hnn kwalen kunnen vinden. Wi rdt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1