1HIE
Ni euw8- en Advertentieblad
¥©§r I® Provincie Utrecht
FEUÏL LETOiN.
BARON MONTEZ
No. 90
Woensdag 11 November 1903.
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
P. VV. JANSSEN, t
'"BUITENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk
Afzonde rlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephooniio. G9.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Ook in deze kolommen is op zijn
plaats een woord van eerbiedige en
dankbare nagedachtenis aan den man.
wiens naam boven deze regelen ge
schreven staat, en die verleden week
te Amsterdam ten grave is geleid
Want al was hij, Duitscher van ge
boorte, in zijn jeugd als zoovelen naar
Nederland gekomen om door energie
en vlijt zich omboog te weiken inliet
leven, dit omhoog-werken heeft hij
tevens dienstbaar gemaakt aan het
welzijn van anderen en een dei beste
zonen, zij liet ook een aangenomen
zoon, van zijn tweede vaderland is hij
geweest. Hij heeft bewezen liet lief
te hebben, niet met woorden, maar
met dadenen die daden zijn teil
goede gekomen, zullen ten goede blij
ven komen, aan ontelbaren in de rneest
uiteenliggende streken van ons land.
Vooreerst, doordat hij leider was
van, of deelnam in, bandels- en
industrieels ondernemingen, welke
strekken tot verbooging der nationale
welvaart. Bovendien en bovenal, door
dat hij zich bewust toonde rentmeester
van de hem toevertrouwde gebl talen
ten te moeten zijn in dien lioogen zin,
dien liet Christendom predikt, docli
waarvan maar al te veel Christenen
de beoefening liefst overlaten aan hun
buurman.
Als philanthroop, in de beste be-
teekenis van het woord, worde hij ook
hier gehuldigd, nu hij is heengegaan,
en nu eerbiediging van den eenvoud,
die hem kenmerkte, daarvan niet meer
behoeft te weerhouden.
't Moge nog zoo waar zijn, dat be
hoefte aan philanthropischen steun
der rnisdcelden een bewijs is van de
krankheid der samenleving die
behoefte is er, en degeen die naar
zijn kracht daarin helpt voorzien,
heeft aanspraak op waardeering. Te
meer, naarmate de verleende steun
gericht wordt op het stichten van
blijvend nut; naarmate die philan
thropic treedt huiten de enge grens
van hetgeen gemeenlijk daaronder
wordt verslaan; naarmate zij niet
tot het lenigen van stoffelijke nooden
alléén zich beperkt; naarmate zij,
bovenal het voorkomen van ellende
zich ten doel stellend, het karakter
erlangt van bemoeiing in het alge
meen belang.
Welnu, naast en behalve wat dui
zenden individueel van Janssen ont-
vangen hebben, heeft zijn pliilan
thropie daaraan beantwoord. Zijn
finantieele kracht was buitengewoon
gróót. Maar dienovereenkomstig is
ook datgene, wat hij tot stand bracht
of lot stand hielp brengen
Laat ons enkele grepen doen.
Tot liern kwam do mare van »Arm
Friesland"; met name uit Opsterland
en Scboterland, waar een verarmde
bevolking gebrek leed door ontsten
tenis van arbeidsgelegenheid. Hij
was de eerste of een der eersten, die,
door het in-cultuur brengen van
woesten grond op ruime schaal,
nieuwe gelegenheid tot arbeid schiep
En wie thans, die streken bezoekend,
den toestand zeer aanmerkelijk ver
beterd vindt, hooit zijn naam zege
nend noemen.
Uit Engeland waaide naar ons land
over de geest van Arnold Toynbee;
en plannen werden beraamd om in
diens geest te Amsterdam een stich
ting in het loven te roepen, waarde
werkman het best mogelijke voedsel
zou vinden voor den geest, de ge
Iegenheid tot vermeerdering van ken
nis en tot veredelend kunstgenot. Op
Janssen werd een beroep gedaan en
«Ons Huis," sedert op verschillende
plaatsen met zwakker krachten na
gevolgd, weid zijn stichting.
Er moest een voorbeeld worden
gestold van vervanging van menschen-
onwaardige krotten in dichtbevolkte
buurten onzer groole steden door
behoorlijke woningenen tevens moest
door zoodanig voorbeeld de wetgever
worden geprikkeld om van zijn kant
en voor zijn doel tot oplossing van
het vraagstuk der volkshuisvesting
mee te wei ken. Bat voorbeeld is in
de hoofdstad gesteld, en die prikkel
is met goeden uitslag gegeven, door
de bekende bouwmaatschappij »Jor-
daan": het was wederom Janssen, die
terstond bereid werd gevonden, met
enkele anderen de hooge kosten van
de dure proefneming te dragen.
Be overtuiging wint veld, dal de
vrouw geroepen is door persoonlijken
arbeid sociale nooden te helpen leni
gen en hetere sociale verhoudingen
voor te beieiden, maar dat zij dan
ook voor dien arbeid, theoretisch en
practisch, deugdelijk moet worden
onderlegd. Zoo rijpte het plan van
een opleidings-inrichting te dien einde.
Etr ook hier weder was het Janssen,
die vóórging om de uitvoering van
het plan financieel mogelijk te maken
in den eersten proeftijd, gedurende
welken de instelling nog niet bij
machte wezen zou zichzelve te be
druipen.
Ziedaar enkele voorbeelden. Boch
wie zal ze opsommen, de dingen zon
der tal, waaronder hij mede zijn
breede schouders heeft gezel
En wat hem daarbij onderscheidde,
was drieërlei.
Eenerzijds de beminnelijke voor
komendheid waarmede hij den «vra
ger" ontving, en de werkelijke be
langstelling waarvan hij blijk gaf.
Niet om «er van af te zijn", stelde
hij zijn geld beschikbaar; integendeel
wikte en woog hij, alvorens zijn steun
te verleenen. Hij moest de overtui
ging hebben, niet enkel dat het doel
goed, maar ook dat het middel ern
stig beraamd en in vertrouwde handen
was. Ban eerst kwam hij over de
brug; maar dan ook stemde hij tot
verhoogde erkentelijkheid door de
wijze, waarop hij tot handelen in
staat stelde.
Anderzijds" zijn ruime opvatting, die
te merkwaardiger was bij zijn ver
gevorderden ouderdom. Héléne Mor-
cier heeft er dezer dagen reeds op
gewezen ten aanzien van de boven
vermelde opleidings-inrichting voor
socialen arbeid«hij, deman van
zóó hoogen leeftijd, dat hij eer man
van gisteren dan van lieden mocht
worden geacht, en die nochtans oog
genoeg bleek te hebben voor de maat
schappelijk!! behoeften van den dag
van morgen". Of om een ander staal
aan te voeren blijkans een zeventig
jarige was hij, toen hij bij de op
richting van Amsterdam's «Ons Huis"
daaraan de voorwaarden kon ver
binden, die hem goed dachten; hij
stond mijlenvér af van de sociaal
democraten, maar toch keurde hij
het niet af dat in de leeszaal zijner
stichting ook sociaal-democratische
lectuur zou te vinden zijn voor man
nen van die richting.
Eindelijk de stille zelfvoldoening,
de dankbaaiheid als 't ware zijnerzijds
voor hetgeen hij bij machte was te
verrichten. Jaren geleden, toen de
schrijver dezer regelen eens zijn hulp
voor iets vioeg en deze hulp verkreeg
in ruime mate, ontsnapte aan diens
mond de opmerking«Wat moet
het heerlijk voor uzijn, aldus te kun
nen doen!" Zijn wederwoord luidde:
«Ge hebt gelijkik beschouw het als
een voorrecht, waarvoor ik dankbaar
wezen moet, dat mij de lust is ge
schonken,'mijn geld zóó te gebruiken."
Bat antwoord mocht hel velen
onder de levenden aansporen tot na
volging! was teekenend voor hem,
wiens verscheiden thans een zwaar
verlies is voor ons volk.
De petitie der Israëlieten.
Beze petitie te New-York aan den
Czaar, Nicolaas II, gericht naar aan
leiding van de gruwelen van Kische-
new en die de Czaar geweigerd had
in ontvangst te nemen, is thans in
het archief van het departement van
Buitenlandsche Zaken te New-York
neergelegd, volgens het verlangen van
president Roosevelt. Be heer Hay
heeft op den brief van den voorzitter
der «B'noi B'ritlf', welke do door
vijftigduizend handteekeningen be
krachtigde petitie vergezelde, geant
woord, dat hij rnet genoegen de op
dracht aanvaardde om aan «het be
langrijke en gedenkwaardige docu
ment" ecne plaats in de archieven te
verschaffen.
Hoewel de tekst uwer petitie het
hooge adres niet heeft bereikt
schrijft de heer Hay heeft 't toch
eene algemeene bekendheid in de
ganscije wereld verworven niet slechts
ter wille van haar inhoud, maar ook
door het getal en de beteekenis van
de handteekeningen, waaronder men
vindt de namen der merkwaardigste
mannen van onze generatie, beroemd
allerwegen door hun intellect en door
hun edelmoedige menschenliefde.
Wanneer zij gaat de heer Hay
voort die in de toekomst de ge
schiedenis zullen bestudeeren, dit stuk
onder de oogen zullen krijgen, zoo
zullen zij zich met verbazing afvragen,
hoe 't mogelijk is, dat de onder
teekenaars van dit stuk, diepe ver
ontwaardiging gevoelend over de on
duldbare kwellingen, zwakken en
onschuldige!) aangedaan, zich in eene
zóó welsprekende en ernstige, maar
tegelijk zoo kalme, waardige taal heb
ben kunnen uitdrukken. Beze petitie
besluit de heer Hayis een stuk
van waarde in de openbare archieven
en zal geëerbiedigd worden onder de
schatten van het departement.
Beze woorden van den Amorikaan-
schen minister Hay zijn veelbedui
dend. 't Moge dan wezen, dat men
niet officieel protesleeren kan tegen
de anti-semitische gruwelen, welke in
Rusland hebben plaats gehad, zulk
een getuigenis in dergelijke treilende
woorden vei vat, is wellicht meer
waard dan odicieel diplomatieke bood
schappen
Be Daily Express weet te vertel
len van nieuwe anti-Joodsche maat
regelen door de Russische regeering
genomen. Minister Von Plehwe heeft
DOOR
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER,
5
Daarna zette hij een monté-winkel opwerd
muchacho diablo in een speelhuis te Gargona,
waar hij het snijden der kaarten leerde. In de
jaren 1851, en 1853 was hij ronselaar in muil
ezels, die hij tegen buitensporig hooge prijzen
verhuurde aan de pioniers en argonauten van
Californië, om hen in het droge seizoen langs
de slechte wegen van Gargona, en in het natte
seizoen van Cruses naar Panama te brengen.
Hij had een zekere behendigheid in het
ontdekken van verloren kinderen, die op een
tocht door het schiereiland met de inlandsche
gidsen verdwenen, en bracht hen tegen een
groote som gelds aan de bedroefde ouders
terug.
En gedurende dezen tijd leerde hij een
groot beginsel, dat dikwijls door financiële
Napoleons zoowel in Amerika als in Europa
is gebruikt dat is: niet dikwijls te stelen,
maar veel te stelen. Het eerste leidt steeds
tot schande en naar een gevangenis het
tweede dikwijs tot eer en naar een paleis.
Terwijl hij dit alles aan de hand had, ont
wikkelde zich zijn vlugge geest. Hij leerde
iets van het Fransch door enkele Parijzenaars,
die door het schiereiland trokken. Spaanseh was
zijn moedertaal. Een oppervlakkige kennis van
het Latijn had hij van de priesters. Engelsch
leerde hij door zijn omgang met Californische
avonturiers; en door zich verdienstelijk te maken
bij een of twee Portugeezen, die in die dagen
sidderend door het schiereiland reisden, stal
hij iets van hun taal en dubloenen en Spaansche
dollars, welke onder het bereik van zijn
schraperige klauwen kwamen.
Ten laatste vernietigde het voltooien van
den spoorweg in 1855 Montez' middelen van
bestaan; doch destijds had hij voldoende mid
delen om andere bezigheden te beginnen. Hij
legde zich toe op den handel in paarlen, kost
bare gesteenten en andere voorwerpen van
waarde, welke hij op het schiereiland mach
tig kon worden. Soms ook ging hij naar de
Parel-eilanden en één- of tweemaal was hij
naar Ecuador en Peru gegaan met de Engelsche
stoombooten, welke langs de kust van Zuid-
Amerika en in het Noorden naar Acapulco
voeren. Overal handelde hij met een zeldzame
gemakkelijkheid en een slimheid, welke hij
verkregen had door een druppel bloed van een
Yankee, die ongeveer honderd jaar geleden
achtergelaten was door een walvischvaarder te
New-Bradford, en door een droppel levens-eli
xer van een zoon Israëls, hetwelk in de ade
ren van deze wereldburger was gebracht door
een ongelukkig Joodscli handelaar, die vóór
den tijd van Morgan, door de Inquisitie was
verbrand.
Op dit oogenblik was hij even goed bekend
in het "Hotel Francais" te Panama, als in de
restauratie van Monsieur Victor, doch tot nog
toe was het hem nog niet gelukt een goeden
slag te slaan.
Ongeveer tien dagen voor den tijd, dat hij
onder de veranda van de woning op het eiland
Toboga, zat, bracht de stoomboot John L.
Stevens uit San Francesco haar passagiers van
Californië, die per spoor van Aspinwall de reis
door het schiereiland wenscliten te maken, om
zoo spoedig mogelijk New-York te bereiken.
Onder deze reizigers bevonden zich ook de
Amerikaan met zijn vrouw Ripley blozend
van gezondheid, Alice schoon als een lelie,
aangetast door een koorts, welke zij gedurende
een oponthoud van zes uur te Acapulco had
opgedaan, en te ziek om de reis voort te zet
ten. Zonder dit zou de Amerikaan de geluk
kigste aller stervelingen zijn geweest, want het
geluk had hem in Californië gediend.
George Merrit Ripley had zijn betrekking
te Baltimore verlaten en zijn vrouw met zich
meegenomen, terwijl hij zijn twaalfjarig doch
tertje op school liet; in 1852 was hij naar
Californië gegaan. Zijn eerste poging om goud
te delven had hij gedaan in Calaveras County,
te Mokelumne Hill, doch daar hij spoedig in
zag hoe er in deu handel meer te verdienen
was, was hij met zijn enkele duizenden dollars
een zaak begonnen in de stad Stockton, aan
de San Joaquin. In den tijd van drie jaar had
hij ongeveer zestigduizend dollars overgelegd,
wat in die dagen van goedkoope prijzen, hooge
rente en kleine kapitalen gelijk stond met een
half millioen in den tegenwoordigen tijd.
Genoeg om stil in het Oosten van te kun
nen leven, zou zijn geld, vastgezet in de op
komende steden New-York of Boston, hem
spoedig tot een rijk man hebben kunnen
maken.
Zijn vrouw, die verlangend was haar kind
terug te zien. (want vier jaar is een laDge tijd
voor een moederhart) had hem gesmeekt
terug te keeren naar het Oosten in die
dagen door alle Californiërs huu thuis genoemd.
Ofschoon zijn leven op de vlakten der San
Joaquin zeer aangenaam was geweest, deed het
Ripley toch genoegen, nu hij het jonge, ruwe
Californië den rug kon toekeeren, om weer
naar de beschaafde wereld in het O Len te
trekken.
TT'eri// vervolgd).