NIEUWE
Nieuws- eu Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BARON MONTEZ
No. 97.
Zaterdag 5 December 1903.
Twee-en-dertigste jaargang.
By jit nummer Behoort een Bijvoegsel.
GRATIS
GEÏLLUSTREERD WEEKRLAD
VAN WEEK TOT WEEK.
GEVEN.
BUITENLAND.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLaugestraat 77. Telephooiuio. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Zij die zich met 1 JA
NUARI 1904 op deze Cou
rant aboniieeren ontvangen de in
dit jaar nog verschijnende nummers
gratis.
Van 1 Januari 1904 af ontvangen
alle abonné's (in dc stad)
zonder eenigerlei prijsverhooging
ons
waarin behalve boeiende romans,
tal van prijsraadsels en rebussen
om fraaie prijzen.
DE UITGEVER.
Hel feest van St. Nicolaas is aan
gebroken Het feest bij uitnemend
heid, want liet spreekt van vreugde
en vei wachting, van geheimzinnige
voorgevoelens en onderduikt vei lan
gen, van weldoen en blij rnaken, van
hulpvaardigheid en mededeelzaamheid,
van vriendschap en liefde, du^ almee
van het beste dat de mensclienweield
ons te zien geeft
Bij voorkeur is het een kinderfeest.
De visioenen uit hunne droomen ovw
poppen en soldaten, serviesjes en
hobbelpaarden en wat er al meer op
hel verlanglijstje stond, en dat alles
omgeven van pepernoten en zoetig
heid, liet zal aanstonds werkelijkheid
worden en menig jeugdig oogenpaar
zal stralen van blijdschap.
Docli ook voor ouderen houdt liet
feest zijn bekoring, blijft het een
welkome gelegenheid voor lieve ver
rassingen en onschuldige plagerijen,
en gelukkig ook voor weldadigheid
Men moet wel de meest nuiksche
aller mensehen zijn om dezen feest
avond vervelend te vinden, en de
ultra modernste om hem verouderd
te noemen.
Neen, laat ons in eere houden den
St. Nicolaasavond in zijn eenvoud en
gulle blijheid, het is zoo'n heerlijk
stukje poëzie in liet koude proza vari
den alledaagschen slentergang.
liet schoonste van dit feest is, dat
zoovelen den wenscli bezielt, anderen
gelukkig te maken; dat al wat naar
egoisme riekt op den achtergrond
raakt om plaats te geven aan de
begeerte, anderen met zijn geschen
ken en gavpn blij te maken.
Nu is geven de hoogste wellust,
ïln elk goed hart is het edele
gevoel van de natuur gelegd dat liet
voor zich alleen niet gelukkig zijn
kan, dal het zijn geluk in het welzijn
van anderen moet zoeken." Welke
hi ave man dit zoo gezegd heeft, weet
ik niet, maar wel weet ik dat hij
gelijk heeft en dat deze avond het
genoeg zal bewijzen.
Er zal veel gegeven wordentus-
schen geven en geven is echter groot
onderscheid.
Hoe langer een jongen den sneeuw
bal m zijn hand houdt des te kleiner
wordt hij; zoo gaat het dikwijls met
onze giften, er wordt gedraald en
nog eens bedacht de zelden opge
volgde regel om tienmaal een dub
beltje om te keeren eer men het
uitgeeft wordt nu als zeer verstandig
eikend, en de gift keert geheel of
grootendeels naar zijn bewaai plaats
terug. Ondetzoek waar uw gift be
landt, maar geef dan vlug. want een
langzame gift verliest zijn waarde
voor den arme en voor U.
Geven moet geschieden zonder
eerzucht, zonder winzucht, zonder
tegenzin, niet uit dwang maar vrij
willig en bovenal uit liefde.
Eeuwenlang zijn menschen er op
uit geweest, om onedele metalen in
zilver en goud te veranderen, echter
te vergeefs. Toch bestaat er een
middel; liefde is een kunstenares die
het geringste kopergeld in kostbaar
goud verandert, ja in paarden en
edelgesteente. Omgekeerd kan een
gift in goud zijn zonder liefde, dus
zonder waarde voor den gever, als
hij geeft van zijn overvloed en het
niet eens bemerkt.
Hoeveel gij geven moet? Dat hangt
af van uw inkomen, de grootte van
uw gezin en van meer omstandig
heden.
Het is verbazend hoeveel iemand
met een klein inkomen geven kan.
Toen John Wesley een inkomen had
van 30 pond stelling (360 gld.) gaf
hij 2 pond weg. Toen zijn inkomen
verdubbelde gaf hij 4 pond weg?
pardon, hij leefde als vroeger van
28 pond en gaf 32 pond weg, en
toen het inkomen nog eens verdub-
helde vergenoegde hij zich met 28
pond en gaf 92 pond weg.
Als wij eens matig leefden en ons
vergenoegden met het strikt noodige,
wat zou er veel voor anderen over
blijven
Niet altijd tot hetzelfde doel als
Wesley, maar weggegeven wordt er
vandaag genoeg, zoo zelfs dat de
waarschuwing niet overbodig iswacht
u voor overdaad en verkwisting, geef
niet boven uw kiaclit!
Vermijd alle overdiijving in uw
geven overstelp de uwen niet met
overdaad van dure prullen, dan houdt
gij over om een feest te bereiden
aan de armen, wier nooden thans
nog luider dan anders roepen om
et barmen.
Geef zooveel gij kunt. Geven naar
zijn vet mogen kan iedereen. De waarde
van een geschenk wordt niet bepaald
door den prijs die er voor betaald is,
maar ligt in de eerste plaats in de
beweegreden, de bedoeling van den
gever. Eens ontdekte een arme aiabier
in de woestijn een frisschen water
bron. Gewoon aan vuil en stinkend
water uit een regenbak, smaakte dit
water hem bijzonder lekker hij vulde
zijn leeren zak er mee. om het den
kalief ten geschenke aan te bieden.
Na een lange reis kwam hij bij den
kalief en legde zijn geschenk eerbiedig
aan de voeten van den heerscher.
Deze nam het geschpnk vriendelijk
aan en nam terstond een teug van
het kostelijke water en het daarna
zijn armen onderdaan rijkelijk beloond
heengaan. Eerst echter wilden ook
de hofbeambten van het water proe
ven, hetgeen de kalief ten strengste
verbood. Na het vertiek van den
arme sprak de kalief: »Door de lange
reis is het water in zijn zak bedorven
had ik u ervan laten drinken dan
zoudt gij het uitgespuwd en daardoor
den mail gegriefd hebben. Hij heeft
een liefdegave gebracht en als zoo
danig heeft zij mij verblijdt Ik stond
n niet toe ervan te nemen, uit vrees
dat gij den ai men man zijn vreugde
zou bederven
Deze vertelling is U misschien be
kend, maar de herinnering er aan
kan u in deze dagen wellicht van
nut zijn bij de waardeering der ge
schenken die men u biedt.
Het is dan de liefde die waarde
geeft aan het geschenk dat gij geeft
of ontvangt. Wat is uwe gave aan
do armen als er geen liefde toe drong?
Ten Kate heeft het juist gezegd
Een toegeworpen gift voedt maar verkwikt
geen armen;
Een aalmoes zonder liefde is maar een halt
erbarmen,
Koude erts, geschilderd vuur, niets meer!
Heerlijk Si. Nicolaasfeest dan, dat
ons bij ervaring leert, dat zaliger dan
ontvangeu is het geven dat niet bezit
genot schenkt maar het gebruik
daarvan dat met anderen genieten
dubbel genieten is.
Geven, niet alleen van ons geld en
goed, ook van onzen tijd, van onze
kennis, kortom van al wat wij hebben
of zijn. Dat geven is een openbaring
van liefde, kan derhalve niet zonder
liefde Dat geven is plicht, neen een
heerlijk voorrecht, meer nog, geven
is zaligheid.
Zoo dit geven u niet vreemd is,
zal er lieden feestvreugde zijn in uw
hart .en in uw huis.
Daar dit geven is in de macht van
eenieder, wenscli ik allen een blijden
St Nicolaasavond.
Eindelijk is dan liet antwoord van
de Porte op de nota van Oostenrijk
en Rusland verschenen. Waaraan het
toe te schrijven is, dat liet zoolang
uitbleef? We stellen ons voor dat
alle tijd besteed is om een antwoord
saam te stellen waarin letterlijk niets
gezegd wordt. 'I Is een curieus staaltje
van echte Turksche diplomatie. De
Verheven Porte vei klaart dat zij goede
nota genomen heeft van de verzeke
ringen omtrent den waarborg van
hare souvereino rechten en haar
prestige. Zij heeft kennis genomen
van de verklaringen omtrent de her
vormingen in Februari reeds aange
nomen en door haar op zoo loyale
wijze uitgevoerd. (Ze zegt het zelf!)
In beginsel neemt zij de negen punten
alle aan, doch behoudt zich het recht
voor, onderhandelingen te openen
omtrent de bijzonderheden der toe
passing.
't Staat er letterlijk. In beginsel
aangenomen doch over de toepassing
onderhandelenBeloven, uitstel, onder
handelen en nog ééns onderhandelen
en intusschen niets doen, dat is het
wachtwoord van den sultan steeds.
Rusland en Oostenrijk kunnen geen
genoegen nemen met dit antwoord,
dat is al te duidelijk. We komen
thans aan het tweede bedrijf van het
tooneelspel, dat eigenlijk een treurspel
is Zullen de mogendheden dan eindelijk
toch eens doortasten?
In Oost-Indië gaan de zaken ook
van een leien dakje, 't Komt daar vroeg
of laat nog eens tot botsing tusschen
Rusland aan de ecne en Japan, of
Japan en China, aan de andere zijde.
De toon der Russische bladen is vrij
oorlogszuchtig. Afgaande op de be
richten in sommige bladen, moet men
gelooven dat Japan zich geheel voor
den oorlog voorbereidt. Het neornt
zijne maatregelen, voor zoover dat
door
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
12
Ik zal haar vertellen van de week, welke
wij in Toboga hebben doorgebracht," ant
woordt de dame, terwijl zij uit haar koffer
alles haalt wat noodig is voor een vluchtig
episteltje. «Zou jij niet eens voor de kaartjes
gaan zorgen?"
«Dat zal ik morgen wel doen," herneemt
de Amerikaan, terwijl hij uit het raam ziet.
«Bovendien geeft de menigte, die naar Cali-
fornië moet, den ambtenaren thans drukte ge
noeg." En George vermaakt zich met het staren
naar het gewoel der reizigers.
Eenigen tijd daarna sluit zijn vrouw een brief,
vol moederlijke teederheid, aan haar lieveling,
wie zij vertelt, hoe zij haar den dag nadat zij
de brief ontvangt, [in de armen zal drukken.
«George," zegt zij, «doe dezen brief dadelijk
in de bus aan het station vóór je hem als ge
woonlijk. vergeet."
«Dan ook de gewone belooning," lacht haar
echtgenoot.
«Twee, als je wilt" en de lippen der
dame ontvangen twee kussen. Want deze twee
hebben elkaar nog even lief als toen zij nog
geen man en vrouw waren.
«Ylug nu. Want de gong zal spoedig slaan
voor het diner," roept Alice.
George Ripley gaat beneden en brengt den
brief naar de post waar hij hem toevertrouwt
aan de zorgen van Wells, Fargo en Co. Doch
hij keert niet bij zijne vrouw terug om te
dineeren. want het is de avond van den vijf
tienden April 1856 een avond, waarop te
Panama echtgenoten van hun vrouwen, kin
deren van hun ouders werden gescheiden.
HOOFDSTUK IV.
Wat de maan zag.
Montez drong door de menigte in de buurt
van het station en voegde zich bij Domingo,
die op hem wachtte. Samen slenterden zij
langs de stoffige laan, die naar het Guinago
leidt, een deel der stad vol ongedierte, vuil
en hutten, waarin het mindere gedeelte der
bevolking van Panama gevestigd is.
«Gij hebt mijn plan begrepen, mijn waarde,
oude desperado," fluistert Montez.
«Si Capitano mio," antwoordt de oude ban
diet.
«Dan zal ik je het restje verklaren. Luister!"
en Fernando zet vluchtig een plan uiteen,
waarover de oude in een aanval van woestheid
de tanden knarst, «Diablo! Dat zal beter nacht
geven dan ik ooit in mijn jeugd gehad heb!"
En Domingo was nog wel scheepsjongen
geweest bij Lafitte, den laatsten zeeroover
vau de Golf van Mexico.
«Ja het zal heerlijk zijn!" lacht den
ander. «Er zijn vrouwen en kinderen onder de
reizigers. Dit volk gelijkt niet veel op de
avonturiers van '49. Zij gaan naar Californie
om boeren te worden en geen mijnwerkers.
Slechts weinigen dragen een revolveren
nog minder weten zij die te hanteeren."
«Doch uw Amerikaansche vriend draagt een
zeer groote."
«Ja met doodelijk schot; doch dat is al in
orde," zegt Montez.
«Ha, vertrouw el muchacho diablolacht
Domingo, die met verbazing zijn kleinen leids
man aanziet. Dan zegt hij echter plotseling:
«Doch het plan, dat gij hebt uitgewerkt, zal
veel tijd vereischen. De inboorlingen moeten
opgestookt worden."
«Dat is bijna alles reeds geregeld. Er is nog
maar weinig meer voor te doen Het vaatje
kruit, dat ik besteld heb, is reeds in deze
hutten. Je ziet, dat onze wilde bootsmannen
en ezeldrijvers reeds klaar staan, om er gebruik
van te maken," en Montez wijst op een hoop
Indianen, sambo's, mulatten, negers, Spaansche
landloopers en welke verachtelijke rassen
het schiereiland nog meer mag tellen, die in
de straten van het inboorlingen-kwartier
leven van hetgeen zij opdoen bij de bezig
heden, welke zij aan de hand hebbenthans
zijn zij bijna allen gewapend met oude musketten,
machetes of pistolen.
«Dat kleine stoombootje," merkt Domingo
op, terwijl hij naar de Toboga wijst, waarvan
de rook aan het eind der kade nog zichtbaar
is, «dat stoombootje heeft dezen eerlijken
barquerors van hun bestaan beroofd, door de
reizigers te vervoeren, die hun klanten waren.
Hun haat zal ons te hulp komen. Bovendien
heeft de spoorweg onze mulateros geruïneerd
zij zullen niet achterblijven."
«Niet, nu zij het vooruitzicht hebben, een
Amerikaan te kunnen plunderen," lacht
Montez. «Doch zij moeten een leider hebben
Domingo, gxj zijt de man voor zoo iets:
gij houdt van bloed."
«Ja maar demonios! wij hebben de politie
vergeten."
«Wij hebben niets vergeten!" antwoordt de
schurk. «Voor de politie is zorg gedragen
met den gouverneur is, geloof ik, alles reeds
in orde.
Wordt vervolgd.)