NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BARON MONTEZ No. 15. Zaterdag 20 Februari 1904. Drie-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Bij flit nummer Moorteen Bijvoegsel. Onze dienstboden. RUI TEN LAND. Amersfoort Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk M«l gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van porl Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER. Bureau: Laugestraat 77. Tclephoouno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/» Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Een hooge opvatting van de taak der dienstboden werd onlangs ver kondigd door een predikant te Cin cinnati in een dienstbodenclub waar van hij de stichter is. «Gij jonge vrouwen," zoo sprak hij tgi de dienstmeisjes, «bekleedt na de vrouwen en moeders de belang rijkste plaats in onze maatschappij. In zekeren zin hebt gij, zonder overdrijving gesproken, het lot van het huisgezin in uwe hand. Gij kunt het huis maken tot een hemel of tot een hel. Gij kunt moeders brengen tot uithuizigheid en het najagen van vermaken, vaders aan den drank en kinderen tot misdaad brengen. Een positie zoo invloedrijk als de uwe moet als een van ernstig gewicht worden beschouwd en hoog worden geacht. Gij acht uzelven gering en duldt dat anderen op u nederzien. En toch, het staat in uwe macht, u even ge acht en geeërd te maken als geëxa mineerde ziekenverpleegsters. Als gij gebruik weet te maken van de omstandigheden en uw plicht ver vult in het gevoel uwer verantwoor delijkheid, kunt gij den rang van dienstbode even hoog verheffen boven dien van winkeljuffrouw als deze nu meent te staan boven den keuken meid. Gij moet uw aanspraken op een geachte positie laten gelden. Maar om dat te kunnen doen, is het noo- dig, dat gij uwen geest ontwikkelt. Gij moet leeren, een schoone kunst te maken van koken en kamers ve gen. Gij moet beseflen, dat in de oogen van alle mannen openlijk en van alle vrouwen in het geheim een volmaakt gerecht een gedicht en een volmaakte keukenmeid een kunstena res is." Al kan ik met den besten wil in het koken en vegen geen schoone kunst zien en in een keukenmeid I schrijver als in een reisgezelschap geen kunstenares, wat zij voor een van eenige vrienden. Zij achten heil gastronoom wel zal zijn, het vorige acht ik volkomen juist De taak onzer dienstboden is wer kelijk niet zoo min te achten, en hun invloed is niet gering. Door onwil ligheid, traagheid, slordigheid, ver bannen zij rust en vrede uit ons huis, terwijl zij hel huiselijk geluk bevor deren door hun werken met ijver en blijmoedigheid. Kom in gezelschap van dames en gij hoort klachten over de dienstbo den, zet twee mevrouwen bij elkaar en het gesprek loopt al spoedig over Pietje, Mietje en Grietje. Lang niet altijd zijn de plachten ongegrond, want de dienstbodenstand is gedaald. Was liet weleer gebruik dat meisjes van goeden burgerstand na het eerste onderwijs van moeder te hebben ont vangen, gingen dienen tot haar trouw dag toe, thans willen die meisjes lioo- gerop en meer geld verdienen en trekken den neus op voor neepjes mutsen en keukenprincessen. Men moet zich dus tevreden stellen met meisjes uit lagere kringen. Daarom is het goed den rang van dienstbode te verhellen, en de meisjes er van te doordringen dat het werk van een dienstbode lang niet gering of min derwaardig is. Dikwijls hangt het van de meesters in de eerste plaats de mevrouwen af. of hunne gedienstigen reden tot klagen geven of hare taak behoorlijk vervullen. Zij hebben toe te zien, dat zij personen in huis nemen geschikt voor haar taak en voor het verkeer met de huisgenooten. Zijn zij eenmaal opgenomen dan zijn er plichten die niet alleen vervuld worden door het verstrekken van kost en huisvesting of door het betalen zelfs van hei hoogste loon. Die plichten werden door Seneca samengevat in dezen regel: «Leef zóö met uwe minderen, als gij zoudt wenschen dat uwe meer deren leefden met u!" Het moet gaan, zegt een ander in 't algemeen belang dat gedurende den tocht een huuner de anderen be dienen zal; een tweede zal vooruit rijden om logies te bereideneen derde zorgt voor de bagage, een vierde houdt de kas Bij dit alles vergeten zij niet, dat zij eikaars gelijken waren toen zij de reis begonnen en dat zij evenzeer bij het einde van de reis allen elkanders gelijken zullen zijn Zoo is liet met ons en onze dienst baren. De rollen in het maatschappe lijk leven zijn verschillend verdeeld, en daar zijn er wie het lot is opge legd van ons afhankelijk te zijn. Welnu, het is onze plicht jegens hen in beoefening te biengen wat de leidsman der reizende vrienden jegens de. overigen nooit verzuimde. Dezelfde achting en eerbied, hetzelfde geduld en dezelfde rechtvaardigheid, de eigen minzaamheid in het eischen, en de eigen bescheidenheid in bet aanvaar den van der anderen dienstbetoon het streven, met één woord, om de reis voor allen aangeuaam en nuttig te maken. In een uurwerk zijn de kleinste raderen even noodig ais de groote, evenzoo is de dienstbode in het gezin geenszins gering te achten. Van deze gedachten doordrongen zal men een dienstbode niet te zwaar belasten, ze als vrije menschen be handelen en waardeering toonen voor hun werk. Moeilijk is hot den juisten afstand te bewaren, bet juiste midden tus- schen familiaar en stroef. Vriende lijkheid van den kant der meerderen, bescheidenheid bij de minderen die het midden houdt tusschen bleuheid en vrijpostigheid. Bescheidenheid en vriendelijkheid tegenover elkaar, dat maakt de stemming goed in huis. Als onze dienstboden ervaren, dat wij hun arbeid waardeeren en hen beschouwen als een lid van hot gezin, dan zullen zij toewijding toonen en deelen in wel en wee van liet huis gezin, en dan zullen zij onze me vrouwen allicht minder reden tot klagen geven. De taak der Japansche vloot. De positieve berichten van oflicieel karakter, die van liet oorlogsterrein in Oost-Azië tot ons komen, zijn zoo schaarsch, dat het wel den indruk maakt, alsof de beide partijen niet meer geven dan ze kwijt willen zijn. Daarbij komt nog, dat het werk van de correspondenten onder strenge cen suur staat en liet tooneel van den strijd zich voorloopig in hoofdzaak bepaalt tot de zee. Niet onverdienstelijk in dezen stand van zaken is de beschouwing van een «deskundige" die aan de Neue Freie Presse een beschouwing geeft over den toestand om en bij Port Arthur. De Russische vloot, zooal niet in staat tot aanvallend optreden, is, volgens hem, wel degelijk in staat, het den Japanners door allerlei kleine operaties lastig te maken, zoodat de Japanners scherp het oog dienen te houden op Port Arthur. Doch niet alleen in deze. richting moeten zij werkzaam zijn, ook voor een aanval in den rug hebben zij zich te hoeden, immers het Rus sisch eskader van Wladiwostok en het eskader, dat uil het Zuiden door den Indischen Oceaan naar het oorlogs terrein stoomt, moeten hen voort durend op hun hoede doen zijn. Doch hiermede is de taak der Ja pansche vloot nog bij verre niet ge ëindigd. Zij heeft nog te beletten, dat do drie Russische schepen Osljabja, Aurora en de Dimitri Donskoj, die uit het Z -Westen zich naar Oost-Azië begeven, verhinderd worden zich te voegen bij een der Russische eskaders. En ten slotte heeft de Japansche vloot nog de transport-schepen langs de gansche kust van Korea te beschermen Of deze vierderlei taak door de Ja pansche vloot naar behooren volbracht zal kunnen worden, is een vraag, die de toekomst zal moeten leeren. Het is duidelijk zoo beweert de mede werker der N. Fr. Pr. dat Japan met een energieken aanval op Port- Arthur zal moeten wachten tot de schepen, welke zijnerzijds bij het bom bardement van Port Arthur averij op liepen, weer zeewaardig zijn gemaakt. Immers, het is uit de telegrammen der laatste dagen duidelijk genoeg gebleken, dat de Japansche vloot er niet zoo ongehavend is afgekomen als de eerste berichten deden gelooven. En zonder deze sctiepen, die thans in reparatie zijn, is zijne vloot niet sterk genoeg voor een krachtige aan val op Port-Arthur. Niettemin zullen de Japanners zoo nu en dan een schijnaanval doen op Port-Arthur, alleen om de bezetting in eene voort durende, afmattende spanning te houdenen zonder twijfel doelen de laatste geruchten over aanvallen der Japanners te Port-Arthur, op zooda nige kleinere schermutselingen. Dat de Japanners zonder, wachten op de beide in Europa aangekochte kruisers is blijkbaar onjuist. Immers deze schepen hebben Genua met niet dan de allernoodzakelijkste uitrusting verlaten en zijn ook verder in het geheel niet in staat oogenblikkolijk aan den strijd deel te nomen daarbij heeft hunne gemengde bemanning van Engelschen, Italianen en Span jaarden zeker niet veel gevechtswaarde. Waarschijnlijk zullen de Japanners een zoodanige stelling innemen, in de nabijheid van Port-Arthur en Dalny, dat zij de bezetting dezer plaats voortdurend in spanning hou den én de vereeniging der Russische eskaders onmogelijk maakt èn tot ontscheping van de Japansche troepen in staat stellen. Men mag hierbij aannemen, dat met de belegering van Port-Artliur nog geen aanvang ge maakt is, maar wél, dat er de voor bereidende maatregelen toe getroffen zijn. DOOR ARCHIBALD CLAVERiNG GUNTER. 34 „Mejuffrouw Minturn, mag ik u mijn neef Harry Larchmont voorstellen? Mejuffrouw Min turn heeft de beleefdheid hedenavond als steno graaf op te treden in een zaak, die geen uit stelt duldt," vervolgt de oude man, terwijl zijn neef een buiging maakt, welke ik, om mijn waardigheid op te houden, nonchalant beant woord. Een oogenblik later heeft de heer Larchmont de kamer verlaten. „Een prachtig jongmensch," monpelt zijn oom half luid. „Ik wou, dat zijn Fransche broeder Frank wat meer van hem had wat Amerikaansch 1" Hij smakt met de lippen en zegt dan „Nu aan het werk!" „Maar uw diner waag ik op te merken, want ik begin eenig medelijden te gevoelen met den eetlust van dezen ouden man. „Mijn diner? Mijn diner bestond uit havermeel-pap, dat ik, den Hemel zij dank, twee uur geleden reeds gebruikt hebl Aan het werk!" Hij begint mij nu een aantal brieven te dicteeren, waarvan sommige zeer belangrijk zijn. Twee uur ben ik reeds aan het werk; een brief aan den president eener spoorweg maatschappij, die, zooals hij meent, een onder- handsch spelletje speelt met eenige aandeel houders, maakt den ouden man buitengewoon woedend. Zijn gelaat wordt, rood; de brief wordt, in plaats van een brief van zaken, er een vol wraakzuchtige stijfhoofdigheid. Zijn hand beeft, zijn stem beeft, en wanneer hij den brief sluit met „Uw onderdanige" Larch mont Delafield, uit hij een woesten vloek, hij tracht van zijn stoel op te staan, uit een paar woorden, die eindigen in een gerochel en valt dan achterover. Ik bevind mij alleen, in tegen woordigheid van een man die, door zichzelf op te winden, een beroerte heeft gekregen. Ik open fluks de deur. Ik hoor lachen en schertsen. De geur van bloemen en de heer lijke muziek van het orchest getuigen van het feest, dat beneden wordt gegeven. Ik aarzel om dit tooneel van vroolijkheid te veranderen in een van droefheid en ver slagenheid. Ik druk haastig op den knop van de electrische schel. Een oogenblik later komt een bediende bin- nen. „Och, vraag mijnheer Harry Larchmont, of hij even bij zijn oom komt. Mijnheer Dela field wenscht hem onmiddelijk te spreken.» „Dat kan ik nu juist gemakkelijk doen," zegt de man„de dames zijn in den salon en de heeren zitten nog in de eetzaal.» Ik blijf boven aan de trap staan wachten. Mijnheer Larchmont komt naar boven. „Wenscht oom mij te spreken „Neem!» antwoord ik. „En hij heeft mij laten roepen.» „Niet hij maar ik.» »U De jonge man ziet mij verbaasd aan. „Ja, ik wilde de vroolijkheid beneden niet storen. Uw oom heeft een aanval van het een of ander een toeval.» „Dank u voor uw voorzichtigheid,» antwoordt hij en het volgend oogenblik staat hij reeds naast den ziekehoe meer ik hem aanzie, hoe meer ik hem moet bewonderen. De man van het vermaak is plotseling een man van de daad geworden. „Wat koud water op het hoofd spoedig!" Ik gehoorzaam, hij tilt zijn oom op en tracht hem tot bewustzijn terug te brengen. „Schel even," voegt hij mij toe, „geef den bediende het briefje, dat ik u zal dicteeren.» Ik voldoe aan bevel en ga zitten. Terwijl hij nog druk bezig is, om zijn oom weer bij te brengen, dicteert hij haastig: Geachte Heer: Kom zoo spoedig mogelijk bij den heer Larchmont Delafield No. 1247i Mandison Avenue. Hij heeft een aanval van epilepsy of apoplexy ik geloof het laatste. Yraag alleen maar naar den heer Delafield. Er is een diner beneden. In haast Harry Stübgi8 Larchmont. „Schrijf die brief driemaal over. Zend er een naar dr. George Howland, een maar dr. Ralph Abercrombie, en een naar dr. Thomas Robertson; de adressen kunt n in het adres boek vinden." Ik was juist klaar, toen de bediende binnen kwam. „Geen woord hierover John," beveelt Larch mont „aan niemandNeem deze drie brieven, loop naar beneden en geef ze aan drie be dienden. Er zullen er wel een half dozijn in de keuken zijn. Zeg hun, dat zij binnen tien minuten moeten bezorgd zijn vijf dollars voor jou Een kwartier later heeft de jonge man zijn oom gedeeltelijk weer tot bewustzijn ge bracht. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1