NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Bij dit nummer behoort een Bjjvoepel. Plaatselijk Nieuws. FEUIL LËTU1N. BARON MONTEZ No. 21. Zaterdag 12 Maart 1904. Dne-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. VAN WEEK TOT WEEK. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLnngestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Het hooger-onderwijs in de Koraer en het arabachtsonder- •wijs in Amersfoort. Wie de handelingen leest der Staten- Generaal heeft den laatsten tijd kun- nengenieten, volopkunnen genieten van een parlementaire welsprekenheid, die zooals de premier opmeikte het beste parlement in Euiopa tot eere en sieraad zou verstrekken. Het onderwerp was ook hoog en voornaam, het han delde over wijziging en aanvulling der wet tot regeling van het hooger onderwijs De besten in onze volks vertegenwoordiging hebben bij die behandeling ten beste gegeven, het beste wat zij hadden. Al dat moois heeft de groote menigte koud gelaten oindat het voor de meesten te hoog is om begrepen te worden, te hoog ook om er direct belang bij te hebben en dus belang in te stellen, want betrekkelijk weinig zijn in de gelegenheid hun kinderen naar een hooge school te zenden. Indirect is de zaak voor allen van belang, immeis allen hebben er be lang bij, dat geneesheeren, rechtsge leerden, ingenieurs en dergelijken wier hulp en leiding wij behoeven, inder daad bekwame en wetenschappelijk ontwikkelde personen zijn. Belangrijk voor allen omdat het academisch onderwijs bestemd is de mannen te kweeken die, gelijk Thorbecke het uitdrukte »het licht ontsteken, dat aan de maatschappij in haar geheel den weg moet wijzen." Zoogenaamde universiteiten hebben tot heden niet de bevoegdheid tot het verleenen van titels en graden, het diplomeeringsrecht. Dit is een groot nadeel voor de cenig bestaande vrije universiteit te Amsterdam, een beletsel om tot krachtigen bloei te komen. Het wetsontwerp wil dit beletsel wegnemen en daarbij staats subsidie geven. De bedoeling is duidelijk en de maatregel is in zekerzin billijk te noemen. Toch is de heftige tegen stand begrijpelijkmen verzet zich tegen een bevoorrechting van enkelen, en men vreest dat het hooger onder wijs door een te gemakkelijke con currentie zijn wetenschappelijk karak ter verliezen zou. Dit gevaar ware te vermijden door een staatscontróle op de examens, maar een regeertng die het wagen zou de toegi stane vrijheid te bepeiken zou al spoedig beschuldigd worden van geloofsver volging en zoo meer. Zes jaar geleden schreef een Ulrechlsch hoogleeraar: «Een minis ter kan in den slechten zin des woords partijman zijn. Doch dan trooste men zich met liet denkbeeld, dat hij niet het eeuwige leven heeft. En in den regel is in ons gelukkig vaderland de raadsman der Kroon een fatsoenlijk man, die zijn zware verantwoordelijk heid beseft en naai zijn beste weten het algemeen belang behartigt." Zou die professor voorzien en gevreesd hebben wat nu gebeuren zal? De tijd zal moeten leeren of die vrees gegrond is. Om een andere reden acht ik het wetsontwerp bedenkelijk. Er is een streven om scheiding te maken tus- schen geloovig en ongeloovig, christe lijk en onchristelijk, tussehen de bok ken en de schapen. Vooreerst wordt de grens niet joist getrokken, want in het kamp der linkerzijde zijn wel degelijk personen die in naam en metteidaad, vooral dat laatste, christe nen zijn. Christen en liberaal zijn geen tegenstellingen. En in de tweede plaats is het te betreuren dat de verwijdering tussehen de menschen grooter wordt gemaakt. Van de be waarschool tot de hooge school, van de geboorte tot op het het kerkhof blijft de afscheiding doorgevoerd. Dit steeds meer aan den dag tredend verschijnsel is bedioevend. en zal in de gevolgen betreurenswaardig blij ken. Het is niet bevorderlijk aan waardeering en verdraagzaamheid. Het getuigt niet van groot geloof in de kracht van hel christelijk beginsel. Onder al wat in het parlement de laatste dagen gezegd werd over de hoogeronderwijs-kwestie was almee van het beste dit woord van den heer De Visser: »Ik geloof in een eerlijken strijd aan onze Rijks-uni versiteiten, tussehen mannen van verschillende beginselen, aan den triomf van het christelijk beginsel in de wetenschap." Laat de hoogeronderwijs-kwestie de meeste Amersfoorters koud, anders is het met de onderwijskwesties in onze stad, denk maar aan de Am bachtschool en Industrieschool. Het is een eer voor Amersfoort dat zoo goed voor het onderwijs gezorgd wordt. De oude Latijnsche school stond reeds met eere bekend, en thans kan de Amersfoorter met trots wijzen op de uitstekende scholen die een goeden naam hebben door heel het land flinke scholen voor lager onderwijs, een uitstekend Gymnasium, een Hoo- gere burgerschool die in korten tijd een ongedachte uitbreiding kreeg, een ambachtschool die populair geworden is. Nu nog een Industrie- en Huis houdschool! Deze is noodig als pen dant voor den ambachtschool. De stichting dezer school gaat niet van een leien dakje. Gedachtig aan het spreekwoord «beter een half ei dan een leege dop," meen ik dat men moest te vreden zijn met f3500. als f5000.niet te krijgen zijn Waarom niet op kleine schaal begon nen, dat is toch beter dan heel niet begonnen, en van een grooten toeloop is men toch vooruit niet zoo zeker Gaat het zooals met de school te Utrecht, des te beter dan kan nog uitbreiding volgen. In Utrecht is het getal leerlingen ver over de 500, n.l. 378 volks-dagleerlingen en 155 dames- leerlingen. Dit aantal is 200 meer dan een jaar te voren. Ten gevolge van dien grooten toeloop is de ruimte al te klein geworden en werd tot uitbreiding besloten. Natuurlijk zal hier de toeloop niet zóó groot zijnmaar wie zal het zeggen? Wie had in den beginne gedacht dat de burgerschool zoo'p vlucht zou nemen? Niemand zal meer ontkennen, dat de gewenschte school in een behoefte zal voorzien. In 1865 werd de eerste school van dien aard te Amsterdam opgericht; de Haag volgde in 1876, Arnhem in 1879, Rotterdam in 1885 en daarna anderen. Nu wordt het tijd voor Amersfoort. Voor het nut behoeft niet meer gepleit. Het is van zoo groote waarde dat aanstaande huisvrouwen goed voor haar taak be rekend zijn, goed onderlegd zijn; bo vendien zijn er duizende meisjes, die eenmaal voor zichzelve en voor an deren te zorgen hebben. Velen vinden een arbeidsveld in onderwijs en ver pleging, meerderen zoeken het in vrije beroepen. Daartoe geve het ambachtsonderwijs leiding en kennis. Kook- en huishoudschool tot opleiding van dienstboden, waardoor de dienst bodenstand kan verheven worden de industrieschool om onderwijs te geven in die vakken, welke zijn naar den aanleg der meisjes en waarin zij eenmaal, zoo het noodig is, haar be staan kunnen vinden. Wij kunnen slechts wenschen, dat de gemeenteraad op onbekrompen wijze zal medewerken om deze nut tige inrichting in werking te brengen en haar bestaan te verzekeren. „Handel en Nijverheid." Voor wij ons verslag over de Woens dagavond gehouden vergadering van de vereeniging «Handel en Nijverheid" neerschrijven, moeten ons enkele ge dachten uit de pen, die in ons op kwamen bij 't vernemen van den uit slag der j 1. Dinsdag gehouden ver kiezing van een lid voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhior en welke versterkt werden toen wij de slechte opkomst in genoemde ver gadering zagon. Vooreerst wat het aantal uitge brachte stemmen betreft. Van de 195 kiezers kwamen er 26, zegge zes en twintig, op. Nu mag al wel door vertrek naar elders of door overlijden van een aantal kiezers eene vermindering van het aantal stemge rechtigden hebben plaats gehad en vele moge door hun werkzaamheden in de onmogelijkheid hebben verkeerd op den bepaalden tijd hun stem uit te brengen, toch kan dat alles niet het thuis blijven van 169 kiezers, dus van van het aantal stemge rechtigden wettigen Hier is laksheid en niet begrijpen van eigen belangen de grootste faktor geweest, welke het aantal thuisblijvers zoo schrikbarend groot heeft doen zijn. Deze groote waarschijnlijkheid wordt bijna volkomen zekerheid als men acht slaat op de wijze waarop de 26 stemmen zijn uitgebracht. Dit luttel aantal werd over niet minder dan 6 candidaten verdeeld. Is erger versnippering mogelijk? Wij vinden daarin dan ook het be wijs dat de belanghebbende allerminst voeling met elkaar hebben gehouden. En al moge in «de koppen bij el kaar steken," schijnbaar iets antipa thieks zitten, bij een zaak als deze, waar het geldt het verkiezen van mannen in een officieel lichaam met recht van advies en van initiatief, daar is toch gemeen overleg een ge biedenden eisch. Alleen twee candidaten hebben meer dan één enkele stem op zich veree- nigd en ten opzichte van hen kan men zeggen, dat eene kleine op zich zelf staande kategorie, enkele «vrien den onder elkaar" overlegd hebben. Wat de drie stemmen die op den heer Van Duinen zijn uitgebracht betreft, deze vinden wij nog al merk waardig, die geven ten zeerste blijk van onnadenkendheid. DOOR ARCHIBALD CLAVERING GUNTER. 39 O, ik heb het bijna bestorven. Ik zou werkelijk gestorven zijn, wanneer ik mij niet een weg had gebaand naar een kruideniers winkel. Ik heb geleefd van beschuiten en kaas, saucisse de Boulogne en thee zonder melk." »Ik heb genoten van luilekkerland. Je badt beter gedaan, wanneer je met mii mee was ge gaan, Sally. Je zoudt een beerlijken dag heb ben doorgebracht." Op deze wijze ga ik door tot mijn aardig vriendinnetje, dat mij onge loovig aanziet. Wat een vreugde en een geestdrift den volgenden morgen! Een verrassing! Een bou- quetje viooltjes, met een violet lint saam gebonden, dat den naam draagt vau een der grootste bloemisten; en dit kaartje is er bij: De groeten van Mr. HARRY STURGIS LARCHMONT die hoopt, dat mej. Minturn geheel hersteld is van de gevolgen van den storm. UKITED CLUB. Toevallig is Sally uit, als dit gebracht wordt, zoodat ik aan een opheldering ont kom. Zoodra zij thuis komt, valt baar blik op de bloemen. "Violen!" juicht zij. »Hoe komt n aan violen, miss Millionnair?" Zij ruikt er aan, om zich te overtuigen, dat bet natuur- en geen kunsbloemen zijn. «Waarom noem je mij miss Millionnair?" "Eenvoudig, omdat niemand anders dan een miss Millionnair gedurende een storm in Aston House kan logeeren, met een rijtuig terugkeeren, dat vijf en twintig dollars per rit kost, en dan nog een grooten ruiker violen van een dollar per bloem koopenDie moeten minstens dertig dollars hebben gekostOp Long Island waren alle bloemen door de sneeuw vernietigd." Onderzoekend ziet Sally mij aan; vleiend vraagt zij: «Wie beeft ze laten brengen?" "Och," antwoord ik onverschillig, - ik heb ze geplakt." "Geplukt? Waar?" "Op een hoop sneeuw in de Zesde Avenue, waar een bordje op was geplaatst met de woordenBlijf van bet gras af!" «Dat wil dus zeggen, dat je bet mij niet vertellen wilt," pruilt Sally. «Juist I" "Waar heb je zoo leeren jokken?" mom pelt zij. "Het is geen leugen dat ik het je niet wil vertellen, is waar." "Heel goed! Dan zal ik bet mr. Tompins vragen." antwoordt Sally spijtig, waardoor ik in een zenuwachtige opgeruimdheid geraak. Ik ben ook zoo in mijn schik. Ik schrijf hem: Ik ben heel wel. Ik dank u voor uw viooltjes, doch wat het andere be treft daarvoor zijn dankbetuigingen te zwak. Ik hoop, dat op een goeden dag de muis den leeuw zal kunnen helpen. L. R. M." Ik schrijf alleen de voorletters van mijn naam, en ik weet bijna niet, boe ik den brief anders had moeten eindigen. Ik ben in den laatsten tijd erg verlegen en beschroomd ge worden. Dit is nu een week geleden. Eenmaal heb ik hem nog in een schouwburg gezien, met eenige dames, waarvan de eene miss Jessie Severn was. Toen ik naar hem keek, bemerkte ik, dat een groot deel van zijn opgeruimdheid was verdwenen en dat zijn lachende oogen niet meer dezelfde waren. Zou hij soms tegenspoed hebben gehad? Onder bet doorlezen van mijn dagboek schiet mij plotseling een gedachte te binnen. Ik ga weg, zonder hem vaarwel te hebben ge zegd. Dat is lang niet dankbaar. Het is half vijf, bij zal in de Vijfde Avenue aan bet wan delen zijn. Vijf minuten later ben ik de deur uitge vlogen en bevind ik mij in bet gewoel dezer deftige wandelplaats. Ik tref bet. Dicht bij de Een-en-Dertigste Straat zie ik hem uit een deftige club komen. Er is nog een beer bij hem, die sprekend op hem gelijkt, doch tien jaar ouder is onge veer en iets vreemds, iets on-Amerikaanscb over zich heeft; dat moet de broeder van Harry Larchmont zijn dien mr. Delafield bedoelde. Nu kan ik hem natunrlijk niet aanspreken. Mr. Larchmont beantwoordt mijn neiging met meer dan gewone beleefdheid. In het voorbijgaan boor ik den heer, die bij hem is, zeggen "Zij is verduiveld mooi!" Ik ben bun gelukkig voorbij; nu kunnen zij niet zien, boe ik bloos. Wat zou ik wel niet heb ben gegeven, om te booren wat Harry Larch mont had geantwoord Waarschijnlijk zal ik hem dus niet vaar wel kunnen zeggen! Zeer teleurgesteld keer ik terug naar onze kamers in de Zeventiende Straat. Wordt vtrvolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1