NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BARON MONTEZ
tfo. 35.
Zaterdag 30 April 1904.
Dne-en-dertigste jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Bij flit nimmer behoort een BjjToepeL
VAN WEEK TOT WEEK.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk
liet gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Laugestraat 77. Telephooiino. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/» Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
„De Middenstandsbond."
Aldus heet het weekblad waarvan
1.1. Vrijdag het eerste nummer ver
scheen en dat het orgaan belooft te
worden van den Handeldrijvenden
Middenstand. Het is althans het
officieel orgaan van den Ned. Bond
van vereenigingen van den Handel
drijvenden Middenstand, die naar we
hopen spoedig alle groote organisaties
van Middenstanders in zich zal heb
ben opgenomen.
Uit het hoofdartikel, waarin de
redactie haar blad aan de veertien
duizend lezers die bet nu reeds telt,
voorstelt, citeeren wij het volgende:
»Met dit nummer doet het officieel
orgaan van den «Nederlandschen Bond
van Vereenigingen van den Handel
drijvenden Middenstand" in Nederland
zijn intrede.
Dat is een stap verder in onze
organisatie.
Dat is een groote schrede vooruit
in den strijd dien wij strijden, den
strijd om eigen behoud.
Een lange geloofsbelijdenis behoe
ven we niet af te leggende geloof
belijdenis is die van den Bond"; onze
strijd zal zijn die van de meer dan
veertienduizend aaneengesloten strij
ders, die onzen Bond" vormenonze
vlag is de vlag van den Middenstand,
van de kern onzer natie, de basis
waarop geheel de georganiseerde
maatschappij ten huidigen dage rust.
Onzen naam schrijven we hierboven,
en die naam spreekt voor zich.
Wij behoeven daarvan noch het
belang te rechtvaardigen, noch het
gewicht te leeren kennen.
De Nederlandsche natie weet, wat
reuzenwerk er is verricht in de laatste
jaren onder den Nederlandschen Mid
denstand: ze weet, hoe die Midden
stand zich onder den druk der om
standigheden eigenlijk heeft georga
niseerd, hoe hij zich in onzen »Bond"
heeft aaneengesloten, hoe hij stap
voor stap vooruit gaatde ver
schijning van ons orgaan is een van
die schreden, en zeker niet van de
minst gewichtige
Het verschijnen van het eerste al-
gemeene Middenstands-orgaan in Ne
derland is daarom geen feit van
extra-ordinaire beteekenis: het is niet
anders dan een noodwendige schakel
in die machtige keten, die de Mid
denstand smeedt om zijne havens af
te sluiten voor de vijanden van zijn
behoud, die tevens vijanden zijn der
georganiseerde maatschappij
En verder heet het:
»En dan zij alleerst gezegd, dat
ons blad geen blad is van welk per
soon, van welke richting, van welke
party ookons blad is het blad
van den geheelen Nederlandschen
Middenstand.
Dat sluit in zich, dat ons blad niet
het blad zal zijn van de redactie al
leen of van het Bondsbestuurgij
middenstanders, gij mannen der Ver
eenigingen, gij Bondsleden van Noord
en Zuid, van Limburg zoowel als
Groningen, van Oveiijsel zoowel als
van Zeeland, gij moet uw schouders
zetten tegen ons blad.
Het orgaan is uw orgaan
En om de richting aan te duiden
waarin de redactie meent te moeten
werken diene het volgende:
»Zoo zullen we dan zijn in werke
lijk het orgaan van den Nederland
schen Middenstand.
En dit op de wijze, zooals de groote
«Bond" van Vereenigingen der han-
ieldrijvende Nederlanders in zijne
statuten heeft bepaald.
Dat wil zeggenzonder ons te
binden aan eenige politiek, aan eenige
confessie, aan eenige partij of groep.
Met eerbiediging van ieders over
tuiging, doch ook daarom met ter
zijdestelling van al wat de overtuiging
van een onzer, wie ook, zou kwetsen.
Wij kennen geen politiek, dan deze
alleen: de politiek van ons eigen be
houd, en aan die politiek doet
het eigenlijk-Bpolitieke" Nederland
niet
Te weer zullen we gaan tegen hen,
die onzen stand willen vernietigen,
die ons bestaan bemoeilijken en trach
ten te dooden, die den Middenstand
onnut, zelfs schadelijk achten, die
onzen bloei, onzen vooruitgang, ons
leven zelfs aantasten!
Tegenover dezen alléén zullen we
ons te weer stellen: dat is onze
eenige politiek.
Tegen dezen zal onze strijd gaan
en dien strijd zullen we voeren op
twee wijzen: onszelf versterkend, onze
vijanden afwerend.
Vooral: onszelf versterkend, door
wapens te geven in de hand van een
ieder, die met ons wil optrekken in
de gelederen van den Nederlandschen
middenstand.
Wapens, dat is kracht.
En kracht, dat is kennis.
Daarom zullen we pogen, zooveel
mogelijk te leeren hen, die leering
behoeven, te verklaren wat voor velen
onverklaarbaar of moeilijk toeschijnt,
te genezen wat onder ons genezing
noodig heeft, te sterken door weten
schap en kennis, wie door geringen
omvang van blik in het terrein van
den strijd zicli vergissen zou.
We zullen wijzen op de richting,
waarheen de Middenstand in de maat
schappelijke ontwikkeling der sociale
verhoudingen zich wenden moet, om
met behoud van eigen zelfstandigheid
zich aan te passen aan de maatschappij.
We zullen trachten uiteen te zet
ten, wat de winkelier, de handelsman
nog dikwijls noodig heeft tot eigen
behoud, waarin hij nog zoo vaak te
kort schiet, waar de wonde plekken
zijn van zijn bestaan.
En daarnevens zullen we ook ons
verdedigen tegen aanvallen, ons en
onzen stand."
Eindelijk heeft dan de Middenstand
zijn orgaan, maar laat het dan ook
zijn orgaan wezen.
Laten allen, die als Middenstander
een strijd tegen hel Groot-kapitaal
hebben te voeren, al hun krachten
inspannen om bet orgaan te maken
tot hun orgaan.
Zeker, de voorlichting en daadwer
kelijke steun van mannen der weten
schap is niet genoegzaam op prijs te
stellen, maar men vergete niet, dat
ten slotte alles van het selfhelp moet
komen.
Zij mogen nog zulke uitstekende
alarm-makers zijn, wat zal liet baten
als de Middenstanders zelf blijven
voortdommelen.
Willen wij hopen dat dit weekblad
als een ijskoude-natte spons de Mid
denstandeis week aan week uit de
veeren zal jagen, tot dat het ais zoo
danig uitgediend hebbend, de gids
worde,die den ontwaakten Middenstand
brengt waar hij zijn moet. Wij kun
nen dan ook alle Middenstanders niet
genoeg op het hart drukkken een
exemplaar van dit weekblad in han
den te nemen, 't Ziet er goed uit.
Naast het oilicieele gedeelte bevat
het een niet-oflicieel gedeelte rnet
een hoofdartikel, bondsnieuws en
binnen- en buitenlands Middenstands
nieuws.
De commissie van redactie bestaat
uit de heeren J. S. Meuwsen, Am-
sterden, W. Nieuwenliuyzen, Nijme
gen en J. Das Dzn., Utrecht.
Als medewerkers vinden wij ver
meld: mr. Anne Anema, 's-Graven-
hage; dr. D. Bos, Winschoten; M.
H. G. T. Fiedeldy Dop, Amsterdam;
mr. C. Fikkers, Amsterdam; prof.
mr. D. Josepuss Jitta, Amsterdam
F. X. M. Schiphorst, Utrecht; R. P.
J. Tutein Nolthenius, Amsterdam;
dr. J. Th. de Visser, Amsterdam, enz
Hoe groot genoegen het ons ook
doet, dat zulke eminente mannen
hunne medewerking verleenen, toch
hopen wij dat de Middenstanders zelf,
de mannen der praktijk, voor het
overgroote deel de kolommen met
I hunne penuevruchten vullen en laten
vooral de secretarissen er voor zor
gen, dat het vereenigings-nieuws niet
sporadisch blijft, wat helaas te veel
in bondsorganen het geval is.
E. C. J. K.
Naar aanleiding van
een mooie »van."
«Als 't kind maar een naam beeft!",
roept onverschillig de Hollander, en
de Engelschman zegt: what's in a
name! Dat deze uitspraken echter
niet waar en niet gemeen zijn, wij
weten liet allen. Er is zeer veel in
een naam. In onzen tijd van reclame
blijkt liet dagelijks van hoeveel invloed
een goed gekozen naam is. Menig
artikel heeft zijn succes voor een groot
deel te danken aan zijn gepasten,
weiluidenden naam. Ook de naam
van een menscb is als de naam van
een boek bijv. welks debiet niet
weinig van den titel afhangt. Jam
mer daarom, dat wij over onzen
naam totaal niets te zeggen hebben,
of' wij hem mooi vinden of leelijk,
plat of hoogdravend, wij moeten het
er mee doen wij kunnen zorgen, dat
wij onze kinderen een passenden
voornaam meegeven door het leven,
en de keuze van een voornaam is
werkelijk van meer belang dan wij
oppervlakkig meenen, maar aan een
«van" is niet te tornen, zij blijft
tenzij een geslacht uitsterft. Of onze
regeering moest naar het voorbeeld
der Deensciie aan de tallooze Jansen's
en Meijer's een kans geven doch
vooralsnog wachten gewichtige zaken
op afdoening.
Zonderlinge van's zijn u zeker ge
noeg bekend, maar een heele mooie
heb ik gezien in het dorp Z.
Op het bovenlicht van een boek
winkel, immers de gewone plaats
van des eigenaars naam, las ik «God
is liefde".
Hebt gij ooit zoo'n mooie »van" ont
moet? Zooals mij nader bleek was
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
53.
De blik van zijn oog zegt, wie deze woorden
gelden.
De jonge dame Bchrikt op; een vermoeden
maakt zich van haar meester. «Dan," antwoordt
zij, «zult u genoodzaakt zijn van uw gesprek
een
«Een wat?"
«Een alleenspraak te maken 1" vult het
meisje scherp aan, draait zich om en geeft
hem duidelijk te kennen, dat zijn gezelschap
haar niet aangenaam is.
Misschien heeft mr. Larchmont haar ge
sprek met Herr Wernig gezien, want spoedig
daarna verlaat hij zijn kennissen onder de
tweede-klasse-passagiers, en neemt naast haar
plaats.
«Wat vindt gij aan dien ouden vreemde
ling, dat zoo uw belangstelling opwekt
vraagt hij, met een zekere onrust.
«O, is u daar, mr. Larchmont antwoordt
de jonge dame, terwijl zij haar schoone oogen
naar den jongen man wendt. «Welke oude
vreemdeling?" vraagt zij vroolijk.
«Met wien gij eenige minuten geleden hebt
gewandeld den heer met die groote oogen,
waarvan het eene scheel is.»
«O, uw vriend?»
»Mijn vriend?»
»Ja, die uw broeder te Parijs zoo goed kent.»
Er komt een schaduw op het gelaat van
Larchmont, terwijl hij zegt: »Ja, hij zei mij,
dat hij Frank kende.»
"Misschien is uw tweede-klasse-kennis ook
een vriend van uw broeder,» antwoordt de
beleedigde jonge dame. Mr. Larchmont schijnt
het spottende van deze woorden niet te bemer
ken, want zwaarmoedig laat hij daarop volgen
»U kent zeer zeker mijn broeder niet, hij heeft
nooit omgang met tweede-klasse-passagiers.»
- Doch dan van onderwerp veranderend, zegt
hij op geheel anderen toon: »Waar is uw
guitaar?» Het zal een heerlijke avond voor
een guitaar zijn. Hedenavond passeeren wij
Cuba, waar guitaren en mandolines de muziek
maken voor den opgewekten fandango. Wij
moeten in den toon blijven, dus van avond
de guitaar, miss Minturn?»
»Neen,» antwoordt Louise beslist, als ge
voelde zij zich beleedigd door den toon, waarop
hij tot haar had gesproken. »Ik moet van
avond schrijven.»
»0 ja, het dagboek!» roept mr. Larchmont,
met die vroolijkheid, die weinig eerbied toont
voor de beslistheid van Louise's woorden. »Dat
hebben wij nog niet gezien. Ik moet toch eens
van dat wonderlijke dagboek genieten al
zou ik het ook moeten stelen.»
"Nooit!» klinkt het heesch uit den mond
der "jonge dame; haar wangen kleuren; zij
staart voor zich uit, want zoodra hij over het
dagboek begint, kan zij hem niet in de oogen
zien.
«Waarom niet?»
Louise wordt wanhopig; hij glimlacht zoo
verleidelijk. "Nooit zult gii in dat dagboek
lezenLiever wierp ik het over boord.»
Tot haar verbazing fluistert hij: "Waarom
zoo boos? Ja, gij hebt gelijk vervolgt hij,
«werp het over boord doe er mee wat gij
wilt, maar schrijf er niet in op dezen verruk-
kelijken avond.»
«Waarom niet?»
«Omdat Hij aarzelt een oogenblik, doch
vervolgt dan met een vermetelheid, welke den
vrouwen zoo bevalt omdat ik uw gezel
schap verlang. U zult medelijden met mij
hebben en alles verdrijven, wat mij verdriet
doet. Wilt gy dat? Beloof het mij."
J afluistert het meisje zacht.
Er ligt iets smeekends in Harry's oogen,
alsof hij pm hulp vraagt. En bovendien is
dit de eerste persoonlijke gunst, welke hij
verlangt, ofschoon hij er haar reeds zoovele
heeft bewezen.
«Nogmaals fluistert zij »Goe den dag 1"
«Gaat gij heen
«Om mijn guitaar in orde te maken.»
«Dan aan het diner.»
»Ik had het diner heelemaal vergeten.»
»Wat? Het diner vergeten?" lacht de
jonge man. »0, guitaren en mandolinesHier
is een romantische ziel Zij ijlt naar haar
hut, tracht haar guitaar te stemmen, doch
hoe goed haar gehoor ook is ontwikkeld,
thans schijnt zij onmogelijk de snaren te kun
nen stemmen.
Om de een of andere verborgen reden ver
schijnt zij eerst hij het tweede gerecht aan
het diner. Misschien heeft zij getalmd, toen
zij zich kleedde in een nieuwe, schitterend
witte japon.
Bij haar binnenkomen verslikt Harry zich
bijna aan zijn visch. Undine!" mompelt hij.
Zij hoort dit woord niet, daar aan het hoofd
der tafel de kapitein, een gesprek vervolgende,
dat door haar binnenkomen was gestaakt,
met een luiden lach uitvalt:
Wordt vervolgd).