NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor da Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
Gemeenteraad.
BARON MONTEZ
No. 44,
Woensdag 1 Juni 1904
Drie-en-dertigste jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.—; Franco per post door het geheele Kijk
Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephooimo. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/» Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De Raad dezer gemeente hield gis
terenmiddag van half twee tot drie
uur eene openbare vergadering ten
stadhuize, onder voorzitting van den
Burgemeester, Jhr. J. W. A. Barchman
Wuy tiers.
Na opening der vergadering werden
de notulen der vergadering van 24
April j I., na door den secretaris te
zijn voorgelezen, vastgesteld
Ingekomen waren:
Van de raadsleden Jorissen en Tromp
van Holst bericht van verhindering;
goedkeuring van het Raadsbesluit van
29 Maart 1.1. tot onderhandscho ver
huring van het perceel, kad. bekend
gemeente Amersfoort, sectie E. no.
3410 (voormalige looierij Overgoor);
ld. goedkeuring van het Raadsbesluit
tot vaststelling van het primitief kohier
der Inkomstenbelasting, dienst 1904.
Id. goedkeuring van het Raadsbesluit
tot vaststelling der bezoldiging van
personeel bij het L. O.
Van B. en W. bericht, dat aan den
commies ter secretarie, J. Boeschoten,
met ingang van 1 Juni eervol ontslag
is verleend, voorts dat tot commies is
bevorderd de adjunctcommies L. A
baron van Ittersum en de tijd. ambte
naar E. van der Zee tot adjunct
commies. Al deze stukken worden voor
kennisgeving aangenomen.
Van de Gezondheidscommissie de
begrooting van 1905. (Zal worden
behandeld bij de gemeentebegrooting
van 1905.)
Van den heer W. Frans, dankbe
tuiging voor de ten zijnen opzichte
getroffen pensioensregeling. (Voor
kenn. aang
Van den ambtenaar van den Burg.
Stand J. Boeschoten verzoek om eervol
ontslag als zoodanig. (Op voorstel van
B. en W. wordt dit ingewilligd
Van de bewoners van den Leusder-
weg een adres om verbetering van
dien weg (gesteld in handen van B.
en W. om preadvies.)
Van de werklieden der gemeente-
reiniging verzoek om verhooging van
salaris (idem
Van Mej. H. C. van Eyk van Voort-
huysen verzoek om vergunning tot het
geven van privaatlessen (idein.)
Van E. C J. Kuyper nader verzoek
inzake de levering der Raadsverslagen.
De voorzitter merkte ten opzichte
van dit stuk, hetwelk 's ochtends vóór
de raadszitting is ingekomen, op, dat
dit stuk voornamelijk gegrond is op
het advies van B. en VV. hetwelk als
een vertrouwelijke mededeeling aan
de verslaggevers is ter hand gesteld.
Op dien grond stelde de voorzitter voor
dit adres buiten behandeling te stellen.
De heer Plomp vroeg of dat niet
wat streng is en of er iets tegen is
dat die stukken, welke aan de ver
slaggevers worden verstrekt in de
couranten worden publiek gemaakt.
Spr. hoopt dat B. en VV. daar niet
zoo ernstig tegen zullen zijn. Naar
zijn meening kan er niet genoeg op
worden aangedrongen, de voorstellen
in de couranten te publiceeren, met het
doel, dat indien de inzichten van B. en
W. niet de ware zijn, de gelegenheid
worden geopend, dat uit de gemeente
voorlichting komt. Op die wijze worden
de gemeentebelangen het best bevor
derd. Spr. uit den wensch, dat eene
kleine vrijmoedigheid niet zoo streng
gestraft worde.
De voorzitter merkte op dat diit
reeds vroeger in de afdeelingen deze
zaak is besproken en dat op advies
van B. en VV. toen is besloten de
stukken, die voor de verslaggevers
worden beschikbaar gesteld,vertrouwe
lijk te doen zijn, tot de openbare be
handeling is geschiedt.
De heer Plomp zette nader uiteen
wat hier het geval is. De stukken
worden ter beschikking gesteld van
den Raad en van af het oogenblik
nu dat de Raadsleden daarover de
beschikking krijgen is het hun publiek
eigendom. Indertijd zat bij den Raad,
volgens de meening van den heer
Plomp, de bedoeling voor, om op
deze wijze te verkrijgen, dat het pu
bliek wist wat er behandeld wordt,
dat dus de couranten het publiek
zouden voorlichten. Spr. heeft er
nimmer bezwaar ingezien verslagge
vers stukken ter inzage te verstrek
ken, omdat hij van oordeel is dat in
zoovele zaken, waar de raadsleden
geheel buiten staan het publiek in
lichtingen kan verschaffen, die een
beter oordeel tot gevolg kunnen
hebben.
De voorzitter persisteerde bij zijn
meening dat in het onderhavige geval
wel degelijk van een vertrouwelijk
stuk is gebruik gemaakt, omdat het
den verslaggevers als tot het oogen
blik van de behandeling niet bestemd
voor publiciteit is verstrekt.
Wil de Raad echter die stukken als
bestemd voor openbaarmaking den
verslaggevers ter hand stellen dan zou
daarmee voor het vervolg rekening
kunnen worden gehouden.
De heer Plomp zei niet zeker te
durven zeggen wat toen de meening
van den Raad was, maar spr. heeft
nooit die meening gekoesterd, want
dan zou hij reeds aanstonds zich
daartegen hebben verzet. Dat is
nimmer de porté geweest. Juist in
het eerste jaar, in hetwelk spr. zit
ting had heeft hij, opkomend tegen
de bekrompen wiize waarop de ge
tneentezaken werden behandeld, aan
gedrongen op meer publiciteit, waar
door de zaken publiek eigendom
kunnen wotden. Was het resultaat
toen geweest overeenkomstig de mee
ning van B. en W. dan zou spr. er
toen direct tegen zijn opgekomen.
De voorzitter vroeg aan den heer
Plomp of deze voorstelt het adres
alzoo in behandeling te nemen, het
geen door den heer Plomp toestem
mend wordt beantwoord.
B. en W. nemen dit voorstel over
zoodat het niet langer een punt van
beraadslaging uitmaakt, en het adres
bij punt 5 zal worden behandeld.
Vervolgens is aan de orde
dc agenda.
1. Request van J. van Keulen tot het
leggen van een brug over de West-
singelgracht, met advies.
In dit request wordt vergunning
gevraagd tot het leggen van een
brug over de Westsingelgracht van
uit het perceel, kadastraal bekend
Gemeente Amersfoort Sectie E. no.
257, gelegen ongeveer tegenover de
grensscheiding van het Gymnasium
en het Werkhuis.
Hoewel B. en W. uit een schoon
heidsoogpunt de vermeerdering der
bruggen over de Singelgrachten niet
toejuichen, meenen zij toch het ver-
leenen der vergunning niet te moeten
ontraden, omdat het gemeentebelang
overigens hierdoor niet geschaad
wordt, de betrokkene er veel belang
bij heeft en ook op andere dergelijke
aanvragen een gunstige beschikking
is genomen.
Overeenkomstig den wensch, ge
uit in de vergadering van 1 Aptil 1902,
bij de behandeling van de aanvrage
van N. Wolfswinkel tot het leggen
van een burg over de Zuidsingel-
gracht, hebben B. en W. de jaarlijk-
sche recognitie, welke meestal f2.50
bedroeg, in het ontwerpbesluit tot
het verleenen der vergunning op f 10
gesteld.
Zij erkennen dat, indien men geen
f 10 per jaar wenscht te bestedon,
het belang van den aanvrager bij
de totstandkoming van een brug
te gering is om de bevordering van
een minder fraaien toestand der
Singelgrachten te rechtvaardigen.
De heer Heyligers kan zich met het
advies van B. en W. niet vereenigen.
Spr. acht al die brugjes, in 't bijzonder
op dat gedeelte der Singels een groote
ontsiering en zal dan ook tegen dit
voorstel stemmen.
De heer van Esveld is steeds tegen
deze brugjes geweest, altijd heeft hij
zich daar tegen verzet omdat ook hij
van oordeel is dat zij de stad ontsieren.
B. en W beroepen er zich wel op
dat steeds dergelijke aanvragen zijn
ingewilligd, maar spr. ziet niet in
waarom men een verkeerd pad niet
zou mogen verlaten. Wil men hand
having der traditie dan had de recog
nitie niet tot f 10 moeten worden
verhoogd.
De heer Esveld kan niet met B. en
W. op dezen weg voortgaan.
De voorzitter antwoordt dat het
advies vooral gegrond is op het groote
belang dat de aanvrager bij de tot
standkoming heeft. Het gemeente
belang wordt niet geschaadt alleen is
het eene ontsiering, maar dat alleen
is geen reden om aan het verzoek niet
te voldoen.
De heer Esveld stipuleerde de uit
spraak van den voorzitter, dat ont
siering geen gemeentebelang is. Deze
uitspraak is volgens spr. van het
grootste gewicht te achten.
De heer Hamers zal het voorstel
van B. en W. steunen.
Spr. vindt die brugjes wel eigen
aardig.
De heer Van Eek zal tegen het
voorstel stemmen. In 't algemeen is
spr. tegen de brugjes, doch als het
is de verbinding van een woonhuis
en het brugje wordt sierlijk aange
bracht dan kan er reden zijn tot
inwilliging eener aanvrage. Uit een
schoonheidsoogpunt vooral is deze
brug niet in het belang der gemeente.
Het wordt een breede brug tot
verbinding van een metselaarswetk-
plaats met den Singel.
De heer Heyligers kwam nader
teiug op het ongewenschte van den
toestand, vooral waar het wordt de
verbinding van twee werkplaatsen.
De heer Kleber zeide voor te zullen
stemmen doch wenschte even zijn
slem te motiveeren.
De tegenstanders der brug hebben
alken gewezen op de ontsieiing. Spr.
acht de tot standkoming dier brug
voor den aanvrager van belang en
waar" hij voorstemmen zal zou hij
niet gaarne de conclusie uitgetrokken
zien, dat hij weinig voelde voor de
DOOR
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
61)
Deze jonge man, die zeer slecht op de hoogte
was van het Engelsch, had niets begrepen van
hetgeen aan bijna ieder op het schip bekend
was omtrent het engagement der jonge dame.
Nu de reis echter ten einde liep, was iemand
zoo vriendelijk geweest hem in goed Spaansch
te vertellen, dat miss Madeline, die hem zoo
in de zijden netten der liefde had verstrikt,
wier schoone oogen hem zoo hadden betooverd
en die hij in zijn wilde droomen al op zijn
koffieplantage te San José zag, reeds aan een
ander was beloofd.
Den ganschen namiddag heeft Don Diego
Alvarez rondgeloopen met woeste, rollende
oogen; het diner gebruikt hij ernstig, somber
hij snijdt zijn salade, alsof hij in de keel van
den planter sneed.
Na het diner begeven allen zich op het dek.
Hij treedt op de lieve Madeline toe, die zich
den ganschen dag in haar hut had opgesloten,
en fluistert haar iets in het oor, dat haar
doodsbleek doet worden, want zij is thans
vreeselijk anstig voor den Spaanschen demon,
wiens liefde zij eerst heeft opgewekt en nu
weer wil bezweren.
De kapitein heeft dit bemerkt, en de hand
op Harry's schouder leggende, fluistert hij
«Harry, wil je mij een dienst bewijzen?"
"Wanneer dat in mijn vermogen is, dan
zeker
"Hier is iets aan de hand, waarin ik niet
tusschen beide kan komen en toch moet. De
jonge Alvarez doet zijn best, die dwaze meid
angstig te maken. Zij is roekeloos genoeg
geweest om hem aan te moedigen, en Spaansch
bloed komt spoedig aan het koken en gisten
en wordt dan gevaarlijk. Neem jij de jonge
dame vanavond nu onder je hoede. Morgen
ochtend zijn wij te Colon, en zoodra wij geland
zijn, kan de Madeline met haar Spaanschen
minnaar handelen gelijk zij verkiest. Laat haar
niet alleen met hem."
Harry is juist in een toestand om iets wan
hopigs te doen. Hij heeft op een klein donker
plekje, waar de maan nog niet had kunnen
doordringen, weer een kort opgewonden tête-
ü-tête met mejuffrouw Minturn gehad.
»Gij hebt uw meening omtrent mij nog niet
gewijzigd, zie ik?" had hij haar toegefluisterd.
"Zeker niet, voor zoover uw voorstel betreft''.
"En gij beschuldigt mij nog altijd, uw
vriendschap gezocht te hebben met het doel,
er zoo gebruik van te maken had hij driftig
gevraagd.
»Dat scheen zoo. Waarom anders
"Waarom anders? Gij zijt te bescheiden.
Denkt gij dan," vervolgde hij warm, "dat gij
geen andere bekoorlijkheden hebt dan juist
die, stenograaf te zijn van baron Montez Heb
ik u voor dien tijd niet met onderscheiding
behandeld Heb ik uw hulp gevraagd vóórdat
die vervloekte brieven mij duidelijk maakten,
dat gij even goed zijn slachtoffer zijt geweest
als mijn broeder en Jessie?»
"O, is het hoofdzakelijk ter wille van miss
Severn, dat u mij zulk een onteerend voor
stel hebt durven doen? Weet dan, dat ik het
geweten van een stenograaf even hoog schat
als het fortuin van een erfgename!" Het
meisje had uit de hoogte tot hem gesproken,
want haar toestand had haar zenuwen over
prikkeld. »TJ zult mij een genoegen doen met
niet weer tot mij te spreken, vóór u dat ook
hebt begrepen.»
Zij was heengegaan en had Harry in een
slecht humeur achtergelaten, want hij voelde,
dat hij niet goed werd behandeld. Spottend
bromde hij in zichzelf: »Het zal mij verwon
deren of zij soms ook denkt, dat ik haar uit
de sneeuw heb gered, omdat zij als stenograaf
naar Montez, Aguilla en Co ging. Zij is even
onrechtvaardig als schoon."
Bijgevolg had de kapitein geen ongeschik
ter persoon dan Harry kunnen vinden, om
olie te gieten op de woeste wateren van miss
Madeline's liefdes-avontuurtje.
Toch neemt hij de opdracht aan. »U zult
eens zien, hoe netjes ik dat ventje uit Costa
Rica den bons geef,» fluistert hij den kapitein
toe, terwijl hij zich gereed maakt om zich in
het tête-i-tête te mengen, dat zeer opge
wonden wordt, want de jonge Alvarez heeft
de hand op zijn hart gelegd en met rollende
oogen uitgeroepen:
»Denk er aan, mejuffrouw, dat het zijn leven
geldt of het mijneZeg dat uw planter
"Goeden avond, miss Madeline!" zegt Harry.
Het meisje, dat te allen tijde gaarne attenties
van dezen jongen man uit de deftige kringen
van New-York aanvaardt, ontvangt hem zeer
vriendelijk, vooral op dit oogenblik, nu zij
liever in gezelschap van den Nikker had willen
zijn dan in dat van Don Diego. Het handje,
dat de Amerikaan in de zijne neemt, beeft en
het stemmetje klinkt zenuwachtig, wanneer zij
hem begroet met de woordenZeer zeer
verheugd u te zien, mr. Larchmont. Mag ik u
Senor Alvarez voorstellen lk ik kan
zijn Spaansch niet altijd goed verstaan. Hij
spreekt zoo vlug zoo opgewonden."
I IVorcfl vcrvubjdJ.