NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BARON MONTEZ No. 52. Woensdag 29 Juni 1904. Drie-en-dertigste jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. De 10 kleinere pep m ie in&edieiide tariefwet. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk liet gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Rureau: Lnngcstraat 77. Telephooniio. 69. ADVERTENT1ËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte In een vorig nummer werden be handeld de 5 voornaamste groepen der nieuwe tariefwet, welke tezamen f 15.000.000 zullen bijdragen lot de totale geraamde opbrengst van f20.000.000. De restoerende 15.000.000 zullen worden verdeeld over lOgroe pen. De financieel minst belangrijke daarvan is groep XIV: rijtuigen, voertuigen en vaartuigen, waarvan de opbrengst wordt geraamd op slechts f90 900, doordat het verwachte invoerrecht op locomotieven en tenders voorkomt onder de vermoedelijke opbrengst van groep XV bij stoom ketels, machinerieën en werktuigen. Met het oog op de spoorwegover eenkomst van 1890 moet men zich er over verwonderen, dat de minister van financiën voorstelt invoerrechten te hellen van locomotieven en tenders en van rollend materieel voor spoor- en tramwegen, waardoor deze zaken evenals de rails, indien zij eenmaal door den Staat zullen zijn over te nemen, in prijs zullen worden ver hoogd. Tevens zal door deze rechten de exploitatie der spoorweg- en tram wegmaatschappijen, waarbij de Staat rechtstreeks belang heeft, worden bemoeilijkt. Overigens verdient deze groep de aandacht, omdat daarin voorgesteld wordt eene verdubbeling van het tegenwoordige invoerrecht op rijwiel-industrie, welke grooten- deels zal worden betaald door hen, die liet rijwiel noodig hebben, veelal als vervoermiddel in hun bedrijf. Omge keerd ondervindt deze nijverheid na deel van Groep III, welke de van buiten ingevoerde vernikkelde rijwiel- onderdeelen belast met 12 pCt. 1 Groep XAardewerk, poltebak- kerswerk, gebakken steen en derge lijke kunststeen, stelt voor grof aarde werk in het vervolg een specifiek recht in het vooruitzicht van f.00 per 100 KG., in plaats van het tegen woordig invoerrecht van 5 pCt. der waarde, tevens eene verhooging voor ander aardewerk en porselein van 5 tot 12 pCt en een geheel nieuw invoerrecht van 3 pCt voor metsel steen en dakpannen en ook voor straatklinkers. Dit laatste invoerrecht maakt eenen eenigszins vreemden indruk, vooral wanneer men bet be schouwt in verband mot liet recht op houtblokjes voor bestrating in groep VII en met de noodlijdende financiën van sommige, vooral grootere meenten Groep XI verhoogt het invoerrecht voor alle soorten glas gemiddeld van 5 tot ongeveer 8 pCt., voor sommige tot 10 pCtvoor spiegels tot 12 pCt. Aan groep VIII: huiden, vellen en leder werd reeds ten vorige jare een artikel gewijd, resultaat eener gehouden enquête, waarin overtui gend werd aangetoond, dat een invoer recht op leder een groot nadeel zal zijn o.a. voor de voor uitvoer werkende schoenenindustrie, welke zich allengs meer ontwikkelt, en dat de leder industrie, ten minste indien zij meege gaan is met haren tijd, aan bescher mende rechten geene behoefte heeft. Deze meening wordt thans nader door vakmannen bevestigd in het onlangs verschenen Verslag over 1903 van de Kamer van Koophandel te Waalwijk, waarin o m. wordt gezegd dat »in de schoenmakerijen en leer looierijen. de hoofdbronnen voor de volkswelvaart dezer streek, welke aan zooveel honderden gezinnen werk en brood verschaften, een frisscher, meer opgewekt leven te constateeren viel." Op een andere plaats heet het dat «vooral levendig was de vraag naar zoolleder, gelooid volgens de oude be kende methode." en dat »ook de stoomleerlooierijen geen klagen hadden over den gang van hun bedrijf." Daar niet alleen voor de bloeiende schoenenindustrie, maar ook voor de fabricage van ander lederwerk, zooals drijfriemen, zadels, kollers enz. het leder grondstof is, komt de minister in groep VIII in strijd met den eersten grondslag van tarief, dat grondstoffen, die de nijverheid uit het buitenland moet betrekken, vrij blijven van rech ten De fijnere soorten overleder toch, door de Nederlandsclie industrie be- noodigd, welke door den minister aan een verhoogd invoerrecht zullen wor den onderworpen, worden in ons land niet vervaardigd. Zulk een invoerrecht zal meer in liet bijzonder de export industrie bemoeilijken en zeker niet bevordelijk zijn aan den nationalen arbeid. Voor zoover de nijverheid belang heeft bij groep Vchemische pro ducten, geneesmiddelen, drogerijen, verf en kleurstofien en looimiddelen,be paalt het zich tot eene kleine verhooging van het tarief, waarmede samengaan enkele technische verbeteringen, speci aal met het oog op chemische pro ducten. Dat overigens ook hier pro tectionistische overwegingen de Re- geering bij de samenstelling van liet tarief hebben geleid, blijkt uit hetgeen de Mem. van Toel. schrijft bij de post «vloeibaar koolzuur", dat de Regeering voortaan met een recht van f2.50 per 100 K.G. wil treiren. «Hierdoor zal", schrijft de minister, «eenigerrr.ate worden tegemoetgekomen aan de klachten van de zijde der Nederl. Industrie, dat de huitenlandsche fa brieken van koolzuur, sterk op eigen markt, hier aanbiedingen doen waar tegen onder normale omstandigheden niet te concurreeren valt." Intusschen wordt hierbij uit het oog verloren dat de fabrikanten van spuitwater en anderekoolzuurhoudende dranken door dit invoerrecht ernstig zullen worden benadeeldaangezien de prijs van het koolzuur volgens mededeeling van een vakman f 14. per 100 K.G. bedraagt, zou een in voerrecht van f2 50 per 100 K.G. voor hen beteekenen eene verhooging van den prijs hunner grondstof rnet ongeveer 20 percent van de waarde, Groep XII: papier, brengt de be scherming voor de papierindustrie, waarop reeds van 1878 al door belang hebbenden, vooral in Limburg, is aangedrongen. Dat daarvoor geen aan leiding bestaat bewijzen de gunstige resultaten dezer nijveiheid, zich af spiegelend in de zeer voldoende jaar- lijksche dividenden, welke de papier fabrieken, voor zoover zij behooren tot de naamlooze vennootschappen en hare dividenden bekend zijn, bij voort during uitkeeren. Toch heeft do mi nister gemeend de invoerrechten op papier te moeten verhoogen, waardoor aan de papierindustrie eene geheel ongemotiveerde bescherming verleend wordt, welke door de gebruikers van pak-, schrijf-, druk-, kaart-, muziek-, behangsel- en ander papier zal moeten worden opgebracht tot een gezamenlijk bedrag van 041.050 guldenvoorwaar geen kleinigheid. De groepen I en II bevatten de rechten op dieren en dierlijke producten en plantaardige voortbrengselen. In groep I wordt van paarden een in- oerrecht voorgesteld van tien gulden per stuk, ook van die, welke worden ingevoerd voor de slachtbankvoorts vindt men daarin invoerrechten op schapevleesch, volgens den minister meerendeels bestemd voor de tafel der meergegoeden (7), op gerookte en gedroogde visch, op onversmolten vei en op eieren. In groep II wordt het invoerrecht voor vruchten verhoogd van 5 tot 10 pCt., voor zoover deze te rangschikken zijn onder weelde, van 5 tot 6 pCt. voor die vruchten, welke dienen om verwerkt te worden, of voor consumtie van mindergegoeden. In het systeem der wet behoorde de laatste soort van invoerrechten te worden vrijgesteld, zoowel ten bate van industrie, waarvoor zij tot grond stof, dient als in verband met de draagkracht dergenen, voor wie dit artikel bestemd is. Iets nieuws is in deze groep een invoerrecht op mout, grondstof voor de bierbrouwerijen, welk recht eveneens in strijd is met liet systeem der wet. Haar voornaam ste belang ontleenen de groepen I en II aan de daarin voorkomende aan- meikelijke verhooging van de invoer rechten op honig en sucade, twee onontbeerlijke hulpmiddelen voor de koekfabricage, welke door deze ver- lioogingen ernstig zal worden getroffen, vooral voor zoover zij werkt voor den uitvoer, die allengs zeer in belang rijkheid is toegenomen en zich voort durend uitbreidt. Groep VII omvat hout en fabri katen daarvan Behalve de verhooging van het invoerrecht op eenvoudige meubelen van 5 tot 8 pCt. en op fijnere van 5 tot 12 pCt., die inder daad neerkomt op een verhoogd in voerrecht op de eerste, daar de invoer van huitenlandsche meubelen in hoofd zaak bestaat uit de eenvoudigere soorten, komen in deze groep twee nieuwigheden voor, namelijk invoer rechten op geschaafd tiout en op klompen. De f50.000, die de minister van het invoerrecht op klompen ver wacht, zullen moeten worden opge bracht door hen, die de geringste draagkracht bezitten. Deze belasting zal het zwaarts drukken op de grootste gezinnen Bovendien zijn deskundigen van oordeel, dat de minister de ver moedelijke opbrengst van dit invoer recht te laag heeft geschat, dat de invoer van huitenlandsche klompen grooter zal blijken te zijn dan de raming, zoodat een invoerrecht op klompen zwaarderen druk zal uit oefenen, dan de door den minister daarvan verwachtte bate doet veronder stellen. Rechtvaardig kan eene derge lijke belasting zeker niet genoemd worden, integendeel is zij een duidelijk beeld van progressie in omgekeerde richting. Invoerrechten op het hout zijn afge schaft in 1877. De minister stelt voor een invoerrecht te heffen van geschaafd hout van 75 cents per M\ gelijk staande met ongeveer 3 pCt. der ge middelde waarde. De minister is van DOOR ARCHIBALD CLAVERING GUNTER. 69) "Mijn verzameling curiositeiten. Ik heb er genoeg om er in de Yereenigde Staten een kwartjes-tentoonstelling van te maken. Nog een paar San Bias Indianen, een levende kro- kedil, een anacouda en dan een Spaanscli dan seresje, en de pen, waarmee De Lesseps de Panama-aandeelen onderteekent, en, diablol ik zou goede zaken maken. «Dan spoedig naar het museum 1" roept Louise. «Dat zal ik eens fluks in orde maken,// antwoordt Silas. //Voor aardige meisjes doe ik alles vlug, vooral wanneer zij zoo dik zijn als kaarsen in een kerk, net als hier. Hij ziet daarbij de senorita's der Martinez aan en vervolgt dan sotto voce: //Misschien trouw ik er nog wel eens een van, wanneer ik lang genoeg leef.// Allen degeven zich nu naar een groote kamer, achter in het huis, welke thans als museum wordt gebruikt en dat een verzameling is van stukken en brokken, die gedurende een verblijf van ongeveer veertig jaar op de landengte zijn bijeengegaard. Langzaam wandelt Silas langs de verschillende voorwerpen, hier en daar een uitlegging geven de, als was hij de eigenaar van een kermis- museum. //Hier, heeren en dames, is de ijzeren bout, die bij den Panama-spoorweg is gebruikt. Ik weet, dat hij echt is dames en heeren; ik heb hem goed in het oog gehouden en hem gestolen. Hier is een alligator, dien ik zelf heb gedood in '55. Er waren er toen verscheidene, allemaal kerels. Dat is een verzameling slangen, die ik ook zelf gedood heb. Die eene, met dien grooten kop, is die, welken de inwoners de Mapana noemen en wiens beet doodelijk is. Hier is een coral, ook doodelijk. Gedood tussschen de ruïnes van het oude Panama. Dit geeft mij aanleiding, miss Minturn, om u eenige inlich tingen te geven omtrent 9langen. Menigeen zegt dat zij in dit land niet te vinden zijn. In de stad hier zijn zij ook niet. Doch ik herinner mij nog de dagen in het oude Gargona, toen de reizigers uit de hotels gingen, voorgelicht door jongens, die met hun lantaarns die leelijke kruipende dieren moesten verdrijven. Hier is een counaehouchin hij wijst op een opge stopte slang van dertien voeten lang. «De inboorlingen geven er een naam aan, dien ik niet kan uitspreken, doch het is dezelfde, dien de bevolking van Guyana den naam geeft van «Meester van het Woud». Het is de gevaarlijkste slang op aarde. Hij wacht niet, dat gij bij hem komt, integendeel, hij komt bij u. Zie eens die twee tanden van anderhal- ven duim!» Hij toont de twee tanden van den vergiftigen slang, die huist in sommige ontoegankelijke deelen van de landengte van Panama, sprekend gelijkend op de gevaarlijke Per de lance van Martinique, en hiervan alleen verschillende door een klein verschil in kleur, een gevolg van een verschillend klimaat. «O, niet meer!» huivert Louise, terwijl zij zich tot een leelijk afgodsbeeld wendt. «Ik zal nog droomen van slangen. Wat is dat?" roept zij plotseling, op een groote boomtronk wijzende, in welks gaaf hout een kruitkistje steekt met het, door den tijd bijna onleesbaar geworden opschift: //Dupont Rifle Pow der 1 8 52». //Het eerste,» verklaarde Silas, is een afgods beeld, dat de Indianen aanbaden, totdat de Spanjaarden hen anders leerden; het tweede is een bewijs van de zonderlinge plantengroei op deze landengte. Ik werkte met mijn bagger machine in het afgeloopen regen-seizoen in de Chagres. Het was juist na een stortvloed en een groot deel rijshout kwam de rivier af drijven, waaronder, ik iets zag glinsteren, terwijl het mij zoo voorbijgleed; daarom vischte ik het op. Die boom moet om het kistje heen gegroeid zijn, dat misschien voor dertig jaar geleden door den een of anderen Californiër is weggeworpen, en is nu met dat kistje een geheel geworden.» »U is toch eigenlijk niet erg nieuwsgierig, al is u een Yankee,» lacht Louise. «Waarom niet?» «Omdat u nog niet hebt getracht het kistje te openen. Er zou iets in kunnen zitten.» «Toe Silas,» roept zijn vrouw doe het eens open. Er zou wel een9 geld in kunnen zitten.» »Ocb, laten wij dat maar bewaren voor een regenachtigen dag, dan kunt gij daarmee een middag zoek brengen,terwijl ik op mijn bagger machine zit. Nu ga ik verder met mijn museum. Nummer zes; boog met vergiftigde pijlen, deze zijn gebruikt door de San Bias Indianen in hun strijd tegen landontdekkers. De hooge bergen hebben hun steeds een goed toevluchts oord bezorgd, en zij vormen nog de eenige politiek-vrije stam in Panama.» «Halt,» roept de onde notaris, »geen politiek, mijn vriend Winterburn.» Wordt vervolgd].

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1