NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BINNENLAND. BARON MONTEZ No. 60. Woensdag 27 Juli 1904. Drie-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Amersfoortsche Couraal ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Het Nedcrlandscho Leger. De minister van oorlog heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen een overzicht van de ontwerp-organi- satie en garnizoensindeeling vau het Nederlandsche leger op voet van vrede en op voet van oorlog. Bij dit overzicht is een nota van toelichting gevoegd, waaraan wij het volgende ontleenen Infanterie. Het aantal divisiën wordt gebracht van 3 op 4, het aantal regi menten van 9 op 12 en bij mobilisatio het aantal bataljons van 54 op 72. Daardoor zijn moer officieren en kadei benoodigd. Dit meerdere aantal zal bedragenhet personeel van een divisiestaf, 3 kolonels, 6 luitenant kolonels en majoors en 39 kapiteins. Daar voortaan per compagnie in plaats van 3 luitenants, 2 luitenants worden ingedeeld, zou het aantal luitenants met 78 kunnen worden verminderd, maar de Minister stelt dit niet voor, omdat bij detacheeringen van luite nants dan bij elke compagnie slechts 1 luitenant zou overblijven. Hij wil daarom die luitenants bij de nieuwe organisatie boven de formatie voeren. Wat betreft het personeel beneden den rang van officier zullen meer benoodigd zijn: 333 sergeanten en fouriers, 36 tamboers, 39 geweer makers, 3 kleermakers, 3 schoenma kers; daarentegen minder: 12 adju danten-onderofficier, 12 sergeanten majoor en 84 korporaals. De uitgaven hieraan verbonden be dragen: het personeel van een divi siestaf f22,000, het vorige meer be- noodigde aantal officieren f 112,000, het meer benoodigde personeel beneden den rang van officier, na aftrek het geen minder benoodigd is, f 135,000, totaal f269,000. Wijders kunnen de meerdere uit gaven, die benoodigd zijn in verband met de opriciiting van nieuwe korpsen, gesteld worden op f 11,000, zoodat het geheele bedrag, dat ten beboete van het wapen der infanterie jaarlijks meer zal moeten worden uitgegeven, f280,000 bedraagt. Cavalerie. Met het oog op de te vormen vier divisiën, zal ook de for matie van een vierde regiment cava lerie noodig zijn. Daarbij zijn de regimenten van 5 op 4 eskadrons gebracht, doch is het aantal paarden per eskadron met 18 vermeerderd. Aangezien het voorts in de bedoeling ligt om de opleiding der manschappen voortaan niet meer bij depots, doch bij de veldeskadrons te doen plaats hebben, is de sterkte en het aantal der depots vei minderd. Er is gerekend op 1 depot per 2 regimenten, welke depots dus voortaan in vredestijd alleen zullen dienen voor africhting van jonge paarden. In verband met bet vorenstaande zullen, in vergelijking met de thans bestaande organisatie ineer benoodigd zijn: 1 kolonel, 2 luitenants, 2 opper wachtmeesters, 1 staftrompetter, 1 wapensmid l laarzenmaker, 1 kleer maker en 3 trompetters daarentegen minder: 1 ritmeester, 1 adjudant-onder officier, 11 wachtmeesters en fouriers en 26 korporaals. De uitgaven voor het personeel zullen daardoor verminderd worden met een bedrag van f2000. Daarentegen zullen meer noodig zijn 303 troepenpaarden, hetgeen voor jaarlijksche aanschaffing f 19,000 en voor verzorging jaarlijks f78,000 zal eisclien. Ten behoeve van de cavalerie zal alzoo jaarlijks meer moeten worden uitgegeven f 94,000. En voor eerste aansclialing der 303 paarden f 181,000 Veldartillerie. Deze wordt met 1 regiment vermeerderd. Het officiers- personeel wordt gaandeweg met dat van één regiment uitgebreid. De vredessterkte aan paarden bij de batterijen wordt van 67 op 52 ge bracht. aangezien het meerendeel «Ier paarden, benoodigd om een batterij op voet van oorlog te brengen, bij mobilisatie zal moeten worden aange schaft. De aantallon officieren, bij de nieuwe organisatie der veldartillerie meer be noodigd, bedragen 1 kolonel, 2 luit,- kolonels en majoors, 10 kapiteins en 30 luitenants De aantallen onder officieren en manschappen32 opper wachtmeesters, 1 staftrompetter, 53 wacbtmeesteis en fouriers, 44 korpo raals, 17 trompetters, 1 wapensmid, 1 laarzenmaker, 1 kleermaker; 7 zadel makers. 11 boefsmeden 0 houtwer- keis of smidbankwerkers. Daarentegen minder; 9 adjudanten-onderofficier. De meerdere uitgaven voor het bier- bovengenoemde personeel zullen be dragen: Voor officieren 1 90,000, voor onderofficieren en manschappen f61,000 voor miliciens 150,000. Voorts zuilen rneer benoodigd zijn 274 troepenpaarden, hetgeen voor meerdere jaarlijksche aanschaffing van paarden zal vorderen f 10,000 en voor meerder jaarlijks onderhoud f84,000. De uitgaven, die jaarlijks meerge vorderd zullen worden in verband met do opl ichting van het 4e regiment veld-artillerie, kunnen op f 49,000 gesteld worden, zoodat het totaal be drag, dat jaarlijks ten behoeve van de veld-artillerie meer zal moeten worden uitgegeven, bedraagtvoor officieren f90,000, voor onder-officieren en manschappen f61,000, voor mili ciens f50,000, voor voeding en ver zorging van paarden f84,000, voor meerdere aanschaffing van paaiden f 16.000 voor overige uitgaven f49,000, totaal f350.000. Verder wordt voor eerste aanschaf fing van het meer benoodigde aantal van 274 paarden een bedrag van pl m. f 165 000 gevorderd, te verdeelen over eenige jaren. Mocht het, nadat de korpsen der bereden aitillerie met het snelvuur- geschut zijn bewapend, blijken, dat het wenschelijk zal zijn, om over te gaan tot organisatie van batterijen van 4 stukken, dan zal deze organisatie in dier voege kunnen gcschieden.dat bij elk regiment veld-artillerie uit de 6 batterijen in vredestijd, geformeerd worden 9 batterijen van 4 stukken op oorlogsvoet, to splitsen in 3 atdeelin- gen elk van 3 batterijen. Voorts zal dan bij liet depot van elk regiment kunnen worden gefor meerd een reserveafdeelingvan2 batte rijen k 4 stukken. Bij de rijdende artillerie zullen uit de 2 batterijen in vredestijd, bij mo bilisatie 3 batterijen van 4 stukken kunnen worden gevormd. Vesting- en panlserfort-artillerie. De organisatie blijft dezelfde, maar bet vrijwillig dienend kader wordt uit gebreid met 4 adjudant-onderofficie ren, 48 sergeanten en fouriers en 40 korporaals, en verminderd met 7 ser geanten-majoors-vuurwerkers en 4 geweermakers. Meerdere kosten f34.000. Pontonniers en torpedisten. Door enkele organisatie-wijzigingen zullen de jaarlijksche uitgaven f 1000 minder bedragen. Genietroepen. Deze bestaan uit een bataljon pioniers en een bataljon tech nische troepen, welke bataljons met de school- en depot-compagnie tot één regiment zijn vereenigd. Het meerdere personeel bedraagt 1 kolonel of luitenant-kolonel, 4 ad judant-onderofficieren, 1 sergeant majoor, 19 seigeanten en fouriers, 1 sergeant- of korporaal-tamboer on 20 korporaals; daarentegen minder 1 kapitein en 3 luiienants. Daartegen over staat dat de staf van het wapen is uitgebreid met 1 kapitein en 2 luitenants. De meerdere kosten bedragen f23.000. Ten aanzien van de exploitatie-com pagnie der spoorwegafdeeling ligt het in de bedueling om bij deze com pagnie, behalve militie- en landweer- plichtig personeel, ook personeel in te deelen, dat vrijwillig reserveplicht op zich neemt. Terwijl voor wal het militie- en landweerplichtig personeel betieft, bij Kon. besluit van 29 Juni 1904 reeds een regeling is getrollen, is omtrent het aan te nemen reserve- personeel nog overleg loopende met de spoorwegmaatschappijen en met het departemont van waterstaat, ban- del en nijverheid, zoodat men het bedrag der aan het reserve-personeel toe te kennen vergoedingen bij de kostenopgave nog geen rekening is gehouden. Militaire administratie. Met het oog op de voorgenomen oprichting der 4e divisie en de vermeerdering van het aantal regimenten en batal jons is eenige uitbreiding van het per soneel der militaire intendanten en kwartiermeesters noodzakelijk ge worden In verband hiermede zullen meer benoodigd zijn: 2 luitenant-kolonels en majoors-intendanten: 2 kapiteins intendanten; 1 luitenant-kolonel of majoor-kwaï tiermeester; 7 kapiteins kwartiermeesters2 luitenants-kwar tiermeesters; 24 adjudanten-onder- officier-k wai liermeostei s. De meerdere kosten, aan deze uit breiding van personeel verbonden, bediagen per jaar f40.000. Voor de compagnie administratie troepen, die nieuw moet worden opgericht, met bestemming om in oorlogstijd de benoodigde troepen te leveren voor den verplichtingsdienst, zijn noodig: 1 luitenant, 1 seig- majoor, 5 sergeanlen en fouriers, 4 korporaals. De hieraan verbonden uitgaven be dragen f5000. De meerdere kosten voor het per soneel der militaire administratie en de adininislratielroepen bedragen al- zoo f51.000. Geneeskundige dienst. Aan per soneel voor den geneeskundigen dienst zullen meer benoodigd zijn3 offi cieren van gezondheid ie en 2e kl 3 paardenartsen le en 2e kl welke uitbreiding een meerdere jaarlijksche uitgave zal vorderen van f9U0ü Voor de compagnie hospitaal-sol dalen, die nieuw moet worden opge- DOOR ARCHIBALD CLAVERING GUNTER. 77) Nog altijd zweven haar de paarlen door het hoofd en zij neemt zich daarom voor, er nog eens naar te gaan zien, om wanneer Montez komt, deze over te halen om ze te koopen; met dit doel gaat zij naar den winkel van Marcus Asch, den juwelier, nabij de Cabildo, waar zij tot haar groote verbazing hoort, dat de paarlen verdwenen zijn. //Verdwenen? Afschuwelijk! En Zaterdag waren zij er nog!" //Ja, maar senor Larchmont heeft ze gekocht." "Mon Dieu! Onmogelijkschreeuwt zij. //Vervloekt! Wanneer hij ze eens een ander heeft gegeven," mompelt zij, doch zendt niet temin den heer, die de paarlen heeft gekocht, een beleefd briefje. Ware Harry op dat oogenblik bij haar ge komen, hij zou voor die paarlen menige ver trouwelijke mededeeling hebben kunnen koopen, die Montez zich onder de champagne of bij een soupertje had laten ontvallen; want Bébé zal, gelijk Judas, haar meester bedriegen voor tien zilverlingen, zoo dikwijls men die aan haar voeten legt. Larchmont ontvangt echter het briefje niet. Hij is vertrokken, het kanaal langs, in de richting van Aspinwall. Woedend stelt zij zich nu de vraag: //Welke andere zou nu ge kregen hebben, wat voor mij gekocht was Ik zal dien verrader straffen I" Des namiddags komt baron Montez te Pa nama aan, oogenschijnlijk zeer gelukkig en tevreden. Hij rijdt van het station met zijn deelgenoot en Herr Wernig naar zijn bureaux en werpt bij het binnentreden van zijn kantoor nauwelijks een blik op het meisje, dat in het kantoortje achter het zijne met veel belang stelling van haar werk naar hem opziet. Hij draagt zijn jaren met eere en ofschoon aan zijn slapen een paar grijze haren zichtbaar worden, heeft zijn oog nog steeds den ouden glans. In zijn kantoor heeft hij zijn. zaken spoedig geregeld. //Morgen, mon ami, voegt hij Aguilla toe, die zijn aandacht op verschillende zaken wil vestigen. «Van avond willen mijn vriend Wernig en ik over oude tijden spreken." Samen gaan deze heeren naar het Grand Hótel, waar Montez de fijnste vertrekken heeft, en waar hij met veel plichtplegingen en bui gingen wordt ontvangen door Schuber, den eigenaar. Want al heeft de baron zorg ge dragen, dat zijn naam nooit heeft gestaan bij die der directeuren van het Panama-kanaal, toch is het bekend, dat hij met hen in de nauwste betrekking staat. Na het diner wandelden beiden naar den schouwburg, waar Bébé haar cher ami op wacht en hem ontvangt met bewijzen van innerlijke genegenheid; een dier bewijzen is het verhaal van de affaire Larchmont. Nadat de eerste begroeting voorbij is, begint de kleine actrice een jaloezie te toonen, waar van bij haar geen spoor aanwezig is. «Gij kwaamt niet zoo spoedig te Panama, als gij beloofd hadt, Fernando mio," pruilt zij. //Ah," schreeuwt zij, terwijl haar oogen schitteren door absinth of de eene of andere Pransche hartstocht; »ha, het was weer die kleine meid van den Boulevard Malesherbes I Doch ik zal haar leeren, wanneer ik terug kom I //Ik verzoek u, den naam van die dame te laten rustenantwoordt de baron min of meer verbaasd. //Tuut tuut! Wat geef ik om uw wilde oogen, monsieur le baron!" lacht zij. »Ik kan meer bewonderaars krijgen!" Dat kan zij werkelijk gemakkelijk, want zoo, in haar costume de théStre, ziet zij er verleidelijk uit en wel in staat om menigeen het hoofd op hol te maken. Montez antwoordt niet. //Gij gelooft mij niet," babbelt zij verder. /'Gij hebt zeker nog niet gehoord van dien mooien jongen Ameri kaan, wiens oogen zoo groot en schitterend zijn als die van uw vriend Herr Wernig, of- sshoon die van mon Henri niet zoo wild staan." «Mon Henri," mompelt de baron. //Ja, mon Henri, die dol verlieft op mij is. Zoo dol, dat hij mij een groot parelsnoer heeft aangeboden, dat een fortuin waard was. Doch om uwentwille, ondankbare, heb ik hem af gewezen I" //Aha, ma chère! Dat wil dus zeggen, dat gij een parelsnoer verlangt!" lacht Fernando, die met de streken der jonge dame vrij goed bekend is. »Ja," antwoordt Bébé, //doch niet van hem Had ik ze van hem willen aannemen, dan zou den zij de mijne reeds zijn! Uit eenige op merkingen heb ik kunnen begrijpen, dat hij de eene of andere mededeeling van mij ver langt iets omtrent uw los daarheen geworpen gezegden aan tafel of onder de champagne, of omtrent de verhouding, waarin gij staat tot ziin broeder, Monsieur Francois Larchmont." //Larchmont!" roept Montez uit. //O, dat is die jongere broeder, die naar de landengte gegaan is." Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1