NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. KLEINIGHEDEN. BINNENLAND. BARON MONTEZ IVO. 61. Zaterdag 30 Juli 1904. Drie-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijt Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephooiuio. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/> Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Er is een streven om de zaken in het groot te drijven, en niet alleen woidt die neiging aangetroffen bij zakenmenschen. Wie schitteren wil boven anderen tracht naar groote daden, en ook wie niet door eerzucht gedreven wordt maar door de edele begeerte om veel te zijn en veel te doen voor zijn medemenschen meent vele en groote dingen tot stand te moeten brengen. In deze dwaling worden zij ver sterkt door de gewoonte van liet groote publiek om groote, gerucht makende daden bewonderend toe te juichen. Zoo komen wij er toe kleinigheden met geringschatting te behandelen, en dat is dwaas, want wij kennen alleen de waarheid van het spreek woord, kleine oorzaken hebben vaak groote gevolgen. Daarom doen wij verstandig als wij bedenken, dal ook het kleine beteekenis heeft; dat be denken maakt tevredener en geluk kiger en nauwgezetter. Alles begint klein, ook wat gij als groot bewondert, acht daarom kleinig heden niet geting. Kleine waterbronnen worden groote rivieren. Eikels zijn kleine dingen, maar waar ze gezaaid worden ver rijzen groote wouden. Zaden zijn klein, maar boe schoon is nu de aarde nu de zaden ontkiemd zijn. Kleinigheden zijn kiemen, die groeien tot groote dingen, groot in het goede of in het kwade. Kleine deugden hebben grooten in vloed op ons karakter, de vervulling van kleine plichten maakt zedelijk sterker. Ook kleine gebreken wassen met den tijd, en hebben dit met woekerplanten gemeen, dat ze veel sneller groeien dan de goede plant ten wiens koste ze tieren. De kleine tekortkomingen verzwakken de zede lijke kracht. Wij kunnen niet denken: het is maar een kleinigheid. Een oud spreekwoord zegt: «eerst een speld, en dan wat geld, en dan een koe, en dan naar de galg loe.." In Panama was een groote werf waar de schepen jaar in jaar uit hun kostbare lading losten. Daar lag ge woonlijk een aanzienlijk bedrag aan koopwaren. De werf was met heel veel kosten gebouwd en men beschouwde baar als hecht en betrouwbaar, trou wens elke maand kwam een opzichter tot onderzoek. Eens bespeurde men dat kleine insecten bezig waren het hout weg te vreten. De opzichter kwam kijken en verzekerde dat er geen ge vaar was, daar er slechts een paar kleine insecten waren die niet veel schade konden aanrichten. Op zekeren dag hoorde men een vreeseiijk gekraak, de geheele werf zonk in de zee. Een zeventig personen werden gedood, een menigte koopwaren ging verloren, en dat alles door die kleine insecten. Het bleek dat zij jarenlang aan het hout geknaagd hadden. Had men ter stond er wat tegen gedaan, de schade ware niet groot geweest; maar de opzichter achtte ze onbeteekenend, omdat zij zoo klein waren. Ook liet kleine heeft, en dikwijls groote beteekenis. Een roer is een klein ding, maar het stuurt het schip door de golven en het verlies ervan beteekent de ondergang van bet vaar tuig. Wat is kleiner dan een zand korrel'? Toch houden ze de onstuimige zee binnen hare perken. Het hangt soms aan een kleinigheid dat een uurwerk niet loopen wil, en een horlogemaker kan een halven dag zoek brengen om die kleinigheid te vinden. De koopman die goede zaken wil maken moet op de kleintjes passen. De handigste advocaat kan een pro ces verliezen door een onbeduidende kleinigheid over het hoofd te zien. «Omdat er een spijker ontbrak, ging het hoefijzer verlorenomdat het hoefijzer ontbrak, ging het paard verlorenomdat het paard weg was, ging de ruiter verloren, want hij werd door den vijand ingehaald." Met dit voorbeeld vermaant Franklin om zorgvuldig te zijn in de kleinste zaken. Een vriend bezocht Michel Angelo op zijn atelier. Eenige dagen later kwam hij weer en vond hem nog steeds bezig met hetzelfde beeld. «Nu, zei hij, gij hebt in de laatste dagen niet veel uitgevoerd." «Toch wel, luidde het antwoord, zie maar, dit retoucheerde ik en dat werkte ik bij; aan die lijn gaf ik beter ronding, deze speer deed ik meer uitkomen; hier om den mond is de uitdrukking fijner geworden en dat lid heeft gewonnen aan kracht." «Het kan best wezen, hernam de vriend, maar dat alles zijn toch maar kleinigheden." «Toegegeven, zei Michel Angelo, mits ge maar bedenkt, dat al die kleinigheden samengenomen onmis baar zijn voor de volmaaktheid, en dat de volmaaktheid zelve geen klei nigheid is." Ons loven is zoo'n beeld en wij zijn allen aangewezen, ja de plicht is ons opgelegd, om er iets goeds en moois van te maken. Niet iedereen is een Michel Angelo die eer. volmaakt beeld kan maken, maar wel kan het ieders stieven zijn der volmaaktheid steeds meer nabij te komen. Maar dan moeten ook de kleinigheden niet versmaad worden. Wel het grootste deel van hot menschelijk leven bestaat uit kleine gebeurtenissen, kleine plichten, kleine zorgen en gebreken, kleine genoegens, kleine vriendschapsbewijzen. Van onze houding ten opzichte van al dergelijke kleinigheden hangt het af wat er van ons leven zal worden. Niet op het groote schouwtooneel waar duizenden oogen op ons gericht zijn, maar in den kleinen kring van gezin en vrienden komt het uit wat wij waard zijn bij de vervulling der menigte van kleine plichten. Wat zouden wij minder ontevreden klagen, wanneer wij ook de kleine genoegens waardeerden! Hoeveel leed wor.il ver oorzaakt door een enkel scherp woord, door een drupje van boosheid Hoeveel goeds wordt bereikt door een kleinen dienst, door een viiendelijk woord, door een kleine beleefdheid! Het komt er niet op aan of men groote dingen doet waarvan de wereld zal gewagen, maar wel dat men, het geen men te doen heeft, zoo goed mogelijk doet, zij liet ook nog zoo geringeTi onbeteekenend. De begrippen van groot en klein zijn trouwens maar betrekkelijk Wat klein schijnt kan inderdaad groot zijn, dat hangt maar van liet standpunt af vanwaar men de zaak beoordeelt. «Die mensch, zegt Schiller, is ach tenswaardig, die den post, waarop hij staat, geheel vervult. Hoe klein de werkkring ook zij, hij is op zijne wijze groot. Hoe oneindig veel meer goeds zou er kunnen gebeuren, en hoeveel gelukkiger zouden de menschen zijn, als zij op dit standpunt waren gekomen." De begrafenis van Paul Kruger. Omtrent de bijzetting van liet stof felijk overschot van wijlen Paul Kruger wordt nog het volgende nit 's Graven- hage gemeld Op Eik en Duinen was een kolos sale toevloed van menschen, die echter niet werden toegelaten om do chapclle ardente, waarvoor een groote ruimte werd gereserveerd, voor de deelnemers van de stoet. Tot chappelle ardente was ingericht het gebouwtje, dat anders als wacht huisje dienst doet. Het was indruk wekkend gedrapeerd en met prachtige palmen en aronskelken in de boeken en langs de wanden, in het midden een verhevenheid om de kist op te plaatsen. Op het kerkhof waren o.a. de dochters van president Steijn, de schilderes Thérèse Sclivvartze, die in dertijd het portret van president Kt uger schilderde, mevrouw Leyds, professor Kamerling Onnes, rector magnificus van de Leidsclie Universiteit,dr. Vreede, secrolaiis van den Senaat dier Uni versiteit, burgemeester en wethouders en secretaris van de gemeente Loos- duinen, de oud consul-generaal van Kaapstad De Waal, verschillende per sonen die Zuid-Afiika, hetzij in den oorlog, hetzij in andere betrekkingen geweest waren en mr. Crommelin, afgevaardigde van de afd. Haailem van de Zuid-Afrikaansclie Vereeniging. President Steijn nam in de rouw kamer plaats op een zitbank en liet door zijn adjudant een krans bij de oveiigen kransen voegen, op de linten waarvan stond 2 Thinioteus 4 vers 7 (Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geëindigd ik heb ge loof behouden). Alle kransen werden boven op de kist gestapeldde krans van H. M. de Koningin werd aan het hel voeteneinde geplaatst. De rneosle personen konden in de kapel geen plaats vinden. Temidden van een grooten kring sprak ds. Eernhout een plechtig ge bed uit. Eerbiedigende den wensch van den ontslapene, dat geen reie»oeriiigen zouden worden gehouden, verzocht spr de aanwezigen, zich met hen te vereenigen in het gebed tot Hem, die ook aan den giooten man, aan wiens lijkbaar men thans stond, liet leven gaf. Spr. schetste het groote vertrouwen dat president Kruger in zijn God stelde, zoowel in zijn bin nenkamer als op liet ooilogsveld. En al mocht dat vertrouwen oogenscliijn- lijk beschaamd zijn door den uilslag, die anders was dan men verwachtte, toch bleef dat kindei lijk vertrouwen ongeschokt tot zijn laatsten ademtocht. Ds. Fernliout smeekte 's Heeren zegen af over den tweelingbroeder in bal lingschap, president Sleyn, wiens leven gespaard bleef en bad den Heer te waken over het dierbaar overschot, dat tijdelijk hier vertoeven zal en er ook over te waken bij den overtocht naar Transvaal. Ten slotte dankte hij namens de familie de vertegenwoor- DOOR ARCHIBALD CLAVERING GUNTER. 78) «Certainementl" Fernando is ernstig geworden. Ofschoon Montez een groot man is, heeft hij toch ook, evenals alle groote mannen, zijn zwakheden. Een drnppel bloed van een avonturier uit Gascogne maakt onder een glas wijn zijn tong wat los en doet hem dingen zeggen, die hij wijzer had gedaan maar te verzwijgen. Dit is vooral het geval, wanneer hij geluk heeft gehad, en hij is zóó menigmaal gelukkig ge weest door de zorgeloosheid van Franfois Leroy Larchmont, dat hij vreest, dat hij zich daarover iets heeft laten ontvallen, waarmede de dame naast hem, hetzij door dwang, hetzij door geld, hem zou kunnen bedriegen. Door haar losse opmerking heeft echter thans Bébé's tong, zonder het te weten, aan haar eigen graf gewerkt. Nieuwsgierig ziet baron Montez haar aan, terwijl zij maar onophoudelijk voortgaat met babbelen; spoedig daarna moet zij op het tooneel verschijnen, waarom de baron Herr Wernig opzoekt, met dezen den schouwburg verlaat en hem onder het wandelen naar de Plaza eenige vragen doet omtrent den jongen Amerikaan. «Parbleu!" roept hij uit, zoodra hij een voldoend antwoord heeft gekregen; «dat jonge mensch schijnt mij op mijn eigen terrein te willen bevechten." Afgetrokken luistert hij, als Herr Wernig vervolgt: Gij hebt mij over hem geschreven. Ik heb hem zorgvuldig gadegeslagen. Men veronderstelt, dat hij bediende is bij de Pacific Mail Steamship Company, doch hij doet wat hem behaagt. Hij had ook reeds een liefdes historie aan boord van de Colon met dat mooie stenegraafje op uw kantoor." «Dat is waar ook," merkt Montez op; «ik heb haar van middag gezien. Ik herinner mij, dat ik onze agenten te New-Tork gezegd heb, er een te engageeren. Ik vond, dat een Ame rikaan minder gevaarlijk was dan een Fransch- man voor onze vertrouwelijke briefwisseling. Zelf schrijf ik al mijn brieven van eenig be lang, doch die arme Aguilla kan niet goed met de pen terecht en had gaarne een cor respondent." «Arme Aguilla! Rijke Aguilla! Hij is toch uw deelgenoot," lacht de Germaan. «Bah!" klinkt het verachtelijk uit Montez' mond en Herr Wernig grinnikt. «Wat de jonge stenograaf betreft, die zal ik morgen eenige vragen doen. Gij zegt, dat zij zeer gemeenzaam met den jongen Larchmont omging?" «Zeer gemeenzaam, doch zij schijnen onge noegen te hebben gehad. Sedert zij de stoom boot hebben verlaten, hebben zij elkaar niet weer gesproken. Ik zag het, hoe zij hem on verschillig voorbij ging op het bolwerk, toen hij daar wandelde met mademoiselle Bébé, voor wie hij, zooals ik gehoord heb, de paarlen heeft gekocht, die hij haar niet heeft gegeven." Plotseling valt Montez hem in de rede met de woorden: «Gij vertrekt morgen vroeg?" «Ja, met een snelvarende boot naar St. Thomas en dan naar Parijs." Natuurlijk om uw invloed te doen gelden bij de loterij-wet, die de laatste grootste stuip trekking van het Panamakanaal zal vormen, vóór" hier daalt zijn stem «vóór het sterft «Zeker!" «Gij behoeft niet bang te zijn. De wet zal de Corps législatifs worden aangeno men. Dan weer een vonkje van leven, doch spoedig zal aan alles een einde komen. Niette min is het van het hoogste belang, dat de loterij- wet wordt aangenomen, zoowel voor u als voor mij. Door haar zullen wij het geld terug krijgen, dat de Panama-Maatschappij ons schuldig is Daarna met mij geen enkel contract meer. «Met mij evenmin," lacht de Duitscher. «Gelooft gij, dat ik dit niet evengoed weet als gij «Dus hebt gij hier alles in orde gebracht? Gij behoeft niet meer terug te keeren? «Zoo iets ongeveer heb ik gedaan." «Ik ben ook hier gekomen, om alles in orde te brengen. Wanneer de loterij-wet niet werd aangenomen, zou het werk hier onmiddelijk worden gestaakt, en er zijn hier misschien in de stad menschen. die dan zouden zeggen, dat zij mijn slachtoffers zijn geweest, en die mijn bloed eischen het bloed van den armen zon debok Montez het onschuldige bloedDoch binnen twee maanden zal ik mij veilig uit alles hebben teruggetrokken, en daarom: vive la lotterie!» «Het verwondert mij, dat gij niet te Parijs zijt gebleven tot de wet was aangenomen!" «Dat was onmogelijkautwoordt Fernando. «Bovendien «hier fluistert hij den Duitscher iets in het oor, dat dezen den uitroep ontlokt «Wat! De Fransche Amerikaan!" «Ja! Hij heeft zich zelf verantwoordelijk gesteld voor de Fransche wet op mijn aan raden. Doch gij vertrekt morgenochtend vroeg naar Colon. I Wordt vervolgd].

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1