NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
NA TWINTIG JAREN,
No. 6.
Zaterdag 21 Januari 1905.
Vier-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door bet geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Prins Hendrik der Nederlanden
is gisterenavond om 7 uur naar Weimar
vertrokken ter vertegenwoordiging van
H. M. de Koningin bij de begrafenis
der Groothertogin van Saksen-Weimar
Vandaar gaat de Prins voor eenige
dagen naar Schwerin als gast van den
Groothertog van Mecklenburg Schwe
rin, daarna naar Dresden, tot bezoek
zijner moeder, Grootherlogin Marie,
hij zal aldaar haar verjaardag blijven
vieren.
Tegen begin Februari wordt Prins
Hendrik in de residentie terug ver
wacht. De adjudant van Z. K. II.,
kapitein van Suchtelen van de Haare
vergezelt den Prins en voor de plechtig
heid te Weimar wordt hem toegevoegd
jhr. Hooft Graaflandt, tijdelijk adjudant
van H. M. de Koningin.
Dr. Kuyper's terugkeer.
De Berlijnsche correspondent der
i>N. Rolt. Crt." seinde Donderdag
avond
«Minister Kuyper verlaat waar
schijnlijk morgen Berlijn al weer, om
naar Nederland terug te keeren,
nadat de tot dusver plaats gehad
hebbende behandeling van professor
Lucae voorloopig een bevredigend
resultaat heeft opgeleverd.
Dr. Kuyper heeft zich hier alleen
voor zijne gezondheid opgehouden en
zijn bezoek bij den minister van
buitenlandsche zaken von Richthofen
was een uiting van beleefdheid zonder
bijzonderen politieken bijsmaak."
De eerste openbare volksver
gadering van het comité tot onder
steuning van het wetsontwerp be
tredende het onderzoek naar het
vaderschap, zal plaats hebben te
Deventer, op Woensdag 8 Februari
as. Als sprekers zullen optreden
mevrouw W. Wijnaendts Francken
Dysetinck en de heer J. N. van
Munster.
De correspondent van het Han-
delsbl. te 's-Gravenhage, schijft
Het gesol met het Vredespaleis begint
nu waarlijk de perken van het be
lachelijke te overschrijden en op het
gebied van het ergerlijke over te gaan
B. en W. van 'sGravenhage hebben
zoowaar den moed gehad, aan den
Raad voor te stellen om toestemming
tot plaatsing in de Maliebaan te wei
geren en, terugkomend op een vroeger
besluit, nu weer uèl den Koekamp
beschikbaar te stellen, wel te verstaan
alléén het achterste gedeelte, waar
het gebouw geheel zou worden weg
gestopt tusschen de hoornen.
Wanneer Den Haag zich zoo klein-
steedsch toont als B. en W. wenschen,
moest Amsterdam maar eens voor den
dag komen met een aanbod.
Of zou het misschien beter zijn dat
onze Regeering Carnegies gift terug
zond onder mededeeling dat ons landje
te klein is gebleken voor zoo'n groot
gebouw
De Drankwet.
De drankwet wekt in groote
gemeenten oneindige beslommeringen,
niet het minst in den hoofdstad. Het
is ontzaglijk moeilijk in den doolhof
van de talrijke wetsbepalingen den
weg te vinden, en waar dit al moeilijk
is voor ambtenaren, die gewend zijn
dagelijks allerhande wetten en ver
ordeningen te raadplegen en uit te
leggen kan iedereen begrtjpen, hoe
moeilijk dit moet zijn voor anderen,
voor caféhouders, bier huisboudsterse d.
En dan, hoeveel vexatoire bepalin
gen bevat de wet niet!
Een teekenend staaltje.
Er kwam een arme drommel t n
stadhuize om te vragen of hij slemp
op het ijs mocht verkoopen. Daartoe
schijnt verlof noodig te wezen.
Volgens de wet moest hij zeggen,
in welke localiteil die slemp verkocht
zou worden. Stel u voor een loraliteit
om op het ijs sleinp te verkoopen.
Maar dan kwam er nog iets. De
man had de laatste jaren in een der
noordelijke provinciesteden gewoond.
Ergo moest er een onderzoek worden
ingesteld naar zijn zedelijk gedrag,
vóór verlof kon worden verleend.
Op zijn vraag, hoeveel tijd het zou
duren, werd hem geantwoord «mis
schien een week of zes."
«Maar dan is 't natuurlijk al lang
weer dooi" riep de arme drommel,
en mopperend en scheldend verliet
hij liet stadhuis.
Het is er een uit vele.
Nijverheid in Twente.
Door het uilbreiden van de weverij
van de firma H. ten Cate Hzn. en
Co. te Almelo met 400 looms, werden
in het afgeloopen kwartaal ongeveer
70 nieuwe werkkrachten aangenomen,
terwijl nog dagelijks het aantal arbei
ders vermeert. Dit laatste is even
eens het geval bij de firma II. Hede-
man Jr., te Ambt-Almelo, die hare
weverij vergrootte door den aanbouw
van een spoelerij, scheerderij en
sterkerij.
De weverij der frma H. on B.
Scholten, die tengevolge van over
name duor een naamlooze vennoot
schap gedurende een gedeelte van het
vorig jaar niet geregeld werkte, is
thans weder in volle werking.
Ook de weverij en ververij der
firma J. ten Bos is aanzienlijk ver
groot.
De nationale wedstrijden te
Deventer om het kampioenschap van
Nederland in het hardrijden zijn uit
geschreven tegen Maandag en Dins
dag a s.
Van een Dinsdag te Hardegarijp
gehouden hardrijderij, waaraan 10
rijders deelnamen, is da uitslageerste
prijs W. Fokkema, tweede prijs G.
van der Veen, beiden aldaar.
Te Knijpe, Fr., hield de ijsclub
reeds een hardrijderij voor mannen.
De prijs werd gewonnen door T.
Nijenhuis te Bongerga, de premie door
K. Gaastra, te Lippenhuizen.
De mail brengt ons het volgen
de nieuws omtrent de tocht van over
ste van Daalen.
Overste van Daalen heeft van Amoen-
tal den moeienlijken weg naar Boen-
tok over land gekozenvergezeld van
zijn adjudant heeft hij Sandjong den
25en November bereikt Van daar zet
ten de heeron hun reis voort over
Beto en Patong De controleur van
Tabalong en Kaloea en de Kiai van
genoemd district met 10 pembakels
gaven het geleide tot Beto. Allen wa
ren te paard. Nog nooit werd in deze
streek zulk een groote bereden stoet
gezion I Te Beto aangekomen nam de
overste intrek in het thans leegstaan-
huis van den zendelingleeraar Sunder-
mann, die met verlof naar Europa
gegaan is. De zendelingleeraar van
Tameanglajang, die dicht bij Beto
woont, had niet tijdig genoeg van de
komst van den overste kennis gekre
gen, zoodat hij voor de ontvangst
niets doen kon, maar toen hij er van
hoorde, begaf hij zich toch nog op
weg om met zijn echtgenoote den
overste te begroeten.
Namiddags om drie uur vertrokken
de genoemden van Tameanglajang.
Door een hoogst onaangenaam opont
houd bij een brug konden ze echter
eerst des avonds orn half 10 uur Beto
bereiken. De planken van deze brug
waren door hoog water weggedreven
en niet meer te vinden. Reeds was
het donker en de helft van den weg
lag nog voor hen. Het werd stik don
ker toen ze nog vier paal voor zich
hadden. Gelukkig waren lui, die aan
den weg gras gesneden hadden dade
lijk willig een fakkel van boomhars
(ratai genoemd) te maken en als gidsen
te dienen.
Dat een dame het wagen kon ook
in donkeren nacht te reizen, is zeker
het beste bewijs, dat in deze streek
van de brandals niets te vreezen is.
Het volk daar heeft geene aanraking
met de opstandelingen. De heeren
waren dan ook verbaasd over de zoo
late aankomst van de zendelingleeraar
en zijne echtgenoote
Een niet geringe vteugde heeft de
overste Van Daalen de bevolking ge
bracht door het opheffen van het ver
bod van vrijen zoutverkoop aldaar.
Voor deze streken was ook dit ver
bod overbodig en heelemaal niet doel
treffend In het district Tandjong be
stond het verbod niet en als er gevaar
bestond, dat zout naar boven aan de
brandals kon gebracht worden, kon
dat in ruimer mate van uit het d.s'.rict
Tabalong geschieden dan van uit de
districten Doeson Timor. De handel
zal nu daar niet meer eene zoo groote
belemmering ondergaan als tot dusver
het geval was.
Den 27en November zetten de over
ste en zijn gevolg hun reis voort van
Beto naar Boentok. Het districtshoofd
van Doesson Timor Kiai Goentik moest
als gids dienen en tie controleur van
Boentok met Kiai Demang Caman
wachten bij kampong Djihi om den
overste van daar naar Poentok te ver
gezellen.
Vrij algemeen had zich onder de
bevolking de meening verspreid, dat
de overste Van Daalen op weg van de
geplande excursie tiaar den Boven-Does
son was. Enkele lieden waren reeds
onderweg om den tocht mede te
maken maar werden door het districts
hoofd vooreerst naar huis gezonden.
Het is niet de bedoeling van Z. H. Ed.
Gestrenge een grooten troep op de
been te brengen, juist liet tegenover
gestelde is het, wat de overste beoogt
en zeker zal dat ook meer doelmatig
zijn Het optreden van den overste
heeft dan ook bij de bevolking den
besten indruk gemaakt en het is te
hopen, dal ook onder medewerking
van dte hulptroepen, die in deze stre
ken uitgekozen zijn, het Z. H. E l.
Gestrenge gelukken zal dit gewest te
pacificeeren.
Den 30 November vertrok de overste
Van Daalen met den overste Drijber,
die te Boentok op Z.ll Ed. Gestrenge
wachtte, van Boentok naar Kala
Kapoeas met de «Sarnpit". Te Kwala
door AUGUSTE CRONER.
13)
Josefa Muller was angstig, bijzonder angstig
geworden. Dat vond niemand vreemd, want
het huis van den heer Winkelmann dat vroeger
omgeven was door goed onderhouden tuinen
en nette woningen, stond nu te midden van
een ware woestenij. Dadelijk nadat de huizen
ledig waren gekomen was de aannemer be
gonnen de huizen te laten afbreken opdat men
weder zou kunnen beginnen met het terrein
gelijk te maken.
Na verloop van eenige maanden was men
daar al mede gereed en de winter was nog
niet ten einde of zij begonnen met kracht te
bouwen. Evenals paddenstoelen verrezen, met
bijna ongeloofelijken spoed, groote huizen uit
den grond op, waar een half jaar te voren
nog bloeiende kinderen van Flora en Pomona
groeiden.
Het huis der Winkelmanns was 't eenige
plekje waar het nog rustig toeging.
Op een kouden voorjaarsmorgen werd er
daar aan de deur gebeld. Juffrouw Muller
kwam spoedig daarop naar huiten en zag er
bleek en vermoeid uit.
"Zij schijnt ernstig ziek te zijn," dacht de
slager die met zijn mand aan de deur stond
om het boekje te halen.
«Goeden morgen, juffrouw Muller," zei hij
vriendelijk. "Ik heb een mooi stukje vleesch
voor mijnheer van daag. U hadt het wel niet
besteld, maar ik bedacht dat ik het toch maar
moest medenemen. U hebt immers al zoo
dikwijls gezegd, dat mijnheer veel van carbonade
houdt en ik herinner mij nu dat ik ze sedert
den herfst niet meer gebracht heb."
Juffrouw Muller had hem aanvankelijk met
hetzelfde doffe onverschillige gelaat aangehoord
dat zij al maanden achtereen had, maar bij
de laatste woorden schrok zij zonderling op,
bloosde eensklaps en keek hem ontsteld aan.
"Ja, ja, ge hebt gelijk. Hij heeft al sinds
lang geen carbonade meer gehad. Breng ze
dus voortaan maar een keer vaker."
Zij sprak zonderling haastig en hare geheele
manier van doen was hijzonder gejaagd. De
man keek haar opmerkzaam aan, dit scheen
haar te hinderen want zij stoof opgewonden
op. «Waarom kijk je mij zoo aan? Wat heb
je aan mij te zien?"
"Niets dan dat u ziek, zeer ziek schijnt te
wezen, juffrouw Muller," zei hij op goedharti-
gen toon en ging voort: "Het is zonderling,
de oude heer verandert niets, hij mankeert
nooit iets en is, zoo mogelijk nog vlugger dan
vroeger. Dat viel mij onlangs op, toen ik
hier langs kwam en hem naar het raam toe
zag gaan en u die zooveel jonger zijt, wordt
nu op eens zoo gebrekkig. Ge moest u toch
niet zoo aftobben, ik weet nu een heel goed
meisje voor u."
"O ik heb nog volstrekt geen hulp
noodig, zei ze haastig en voegde er aan toe
«daarenboven wil mijnheer geen vreemde ge
zichten zien."
"Daaraan zal hij zich toch wel moeten ge
wennen," meende de slagersknecht, «of hij
moet in 't geheel niet meer voor het raam
gaan zitten. De rolgende week beginnen ze
immers te houwen en dan is het voor goed
gedaan met de rust hier. Daarenboven zult
u wel spoedig andere leveranciers moeten
nemen, want ons huis wordt dat weet u
ook wel even als al de andere in de huurt,
weldra afgebroken en iedereen die daar een
affaire heeft moet naar een anderen winkel
en andere klanten uitzien."
Juffrouw Mullers oogen flikkerden bij dit
bericht, maar dat zonderlinge vuur was al
spoedig weer uitgedoofd en schijnbaar onver
schillig maar in werkelijkheid met ingehou
den adem vroeg zij: "Dus blijven uw baas
en onze andere leveranciers niet hier? De
nieuwe huizen zullen toch voor winkels worden
ingericht
"Ja maar kleine bazen kunnen niet zooveel
huur betalen als men daarvoor vraagt. Neen
die moeten maar weer naar een anderen uit
hoek vau de stad trekken. Maar nu moet ik
weg. Ik wensch u het beste, juffrouw Muller."
De man nam ziju pet af en ging weg.
Juffrouw Muller keek hem nog een poosje na.
Hare oogen schitterden nu weder en een
zucht van verlichtiug ontsnapte aan hare borst.
"Het zal wel waar zijn wat hij gezegd heeft,"
mompelde zij en voor ons is dat zeer goed;
het gevaar voor ontdekking wordt dan aan
zienlijk minder."
Andermaal zuchtte zij. De oogenhlikkelijke
geruststelling die deze woorden geschonken
hadden, was weder verdwenen en zij gevoelde
wederom dezelfde angst en smart, die haar
sedert dien Novembernacht verteerden. Met
loomen tred ging zij naar biunen en rilde
toen zij den drempel passeerde. Zij deed dit
telkens wanneer zij dat deed en zij had geen
oogenblik van geluk meer gekend, sinds zij
alleen dit huis bewoonde.
I Wordt vermijd