NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
NA TWINTIG JAREN,
BUITENLAND.
{Mo. 19.
Woensdag 8 Maart 1905.
Vier-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Kijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn». 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer Th Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Met groote plechtigheid heeft
Zaterdag President Roosevelt op het
terras voor het Kapitool te Washing
ton de nieuwe periode van zijn Presi
dentschap aanvaard en bij die gelegen
heid een eed afgelegd en eene lange,
met groote geestdrift aangehoorde
toespraak over Amerika's voortreffelijk
heid gehouden.
In zijne redevoering vermaande
Roosevelt de Amerikanen echter zich
niet te verhoovaardigen op hetgeen
zij groots tot stand brachten in het
verleden of in de toekomst tot stand
zullen brengen, maar te blijven voort
gaan in een praclischen geest, be
wust van de zware verantwoordelijk
heid die op hen rust, en met het
vaste besluit te bewijzen dat een
machtig volk onder een vrij bestuur
tot groote voorspoed en bloei kan
komen, zoowel op geestelijk als op
stoffelijk gebied.
De republiek moet handelen in
een geest van rechtvaardigheid Wij
wenschen den vrede uit overtuiging,
maar niet uit vrees.
Nooit zal een klein volk, hetwelk
goed en rechtvaardig handelt, iets
van ons te vreezen hebbenmaar
nooit ook zal een machtige Mogend
heid in staat zijn ons alleen te doen
staan ten einde ons aan te vallen.
«Als wij ten onder gaan, zal de
zaak van het vrije zelfbestuur door
de geheele wereld te niet gaan. Daarom
is onze verantwoordelijkheid zoo
groot tegenover ons zeiven, tegen
over de wereld en tegenover de toe
komstige geslachten."
De Amerikanen zullen ernstig stre
ven naar oplossing van de nieuwe
problemen, en de President gelooft
met volle vertrouwen dat zij het
heerlijke erfdeel der vaderen niet
slechts ongeschonden maar vergroot
aan het nageslacht zullen overgeven
Zoo zullen zij, niets slechts in tijden
van beroering, maar ook in de din
gen des dagelijkschen levens toonen
het practise!) beleid, de moed, de
volharding en bovenal de krachtige
toewijding voor het ideale te bezitten,
waardoor de mannen, die onder Was
hington de Republiek stichten, werden
bezield zoowel als zij die de Republiek
verdedigden ten tijde van Abraham
Lincoln.
Er waren honderdduizenden men
schel) naar Washington gekomen voor
de plechtigheid. In de hólels werden
ontzaglijk hooge prijzen gevraagd. De
millionnairsfamilies betaalden 1500
dollars of meer voor drie of vier
kamers.
Er was bij de feestelijkheid buiten
gewoon groot militair vertoon
grooter dan ooit te voren in de Bonds-
hoofdslad werd aanschouwd.
Een extra-trein, welke naar Was
hington een aantal reizigers zou ver
voeren, die de inauguratie van presi
dent Roosevelt wenschten bij te wonen,
is geloopen, op de Cleveland-Pitts-
burg-liin, op een anderen extra-trein,
eveneens op weg naar Washington,
die stil hield wegens een klein defect
aan de machine. Het ongeluk had
plaats te Clifton, dertien kilometers
westelijk van Pittsburg. Zeven men-
schen werden gedood, twintig gewond
De machine en drie wagens weiden
vernield.
Uit het ietwat verwarde en ver
warrende nieuws betreflende de ver
schillende gevechten, welke over de
gansche front-linie der vijandelijke le
gers aan den Shaho plaats vinden, treedt
deze omstandigheid duidelijk naar
voren, dat een ontruiming van Moek-
den door de Russische hoofdmacht on
vermijdelijk wordt, tenzij Koeropatkine
er spoedig in slaagt, den voortruk-
kenden rechtervleugel der Japanners
terug te dringen, en met meer succes
hun centrum te bedwingen. Over een
afstand van 8 mijlen zijn thans de
Russische en Japansche legers in voort
durend conflict. De frontlinie van
Oyamas krijgsmacht vormt een boog
waarvan de uiterste kromming rust
op de Shaho, terwijl hot rechteruit-
einde zich uitstrekt tot een punt,
oostelijk van Toeshan en de linker
arm eindigt op eenigen afstand be
westen Moekden.
Blijkens de inkomende berichten
strekt die linkerarm zich echter steeds
verder in de richting van Moekden
uit, en de grootste afstand welke men
nog in de oorlogs-telegrammen opge
geven vindt als scheidende Okoe's en
Nogi's troepen van het Russische
hoofdkwartier, is 20 mijlen. De kleinste
waarvan de berichten melding maken,
is zes mijlen.
Een punt van belang in de actie
van den Japanschen linkervleugel is
de bezetting van Simminting, dat in
de neutrale zóne gelegen is, doch
in de nabijheid waarvan zich, zooals
ik reeds twee dagen geleden seinde,
een Japansche macht van ongeveer
10,000 man sterkte ophoudt. De Japan
ners beweren dat de Russen het eerst
de neutraliteit van Simminting heb
ben geschonden, door er een stapel
plaats voor oorlogsmateriaal van te
maken doch men mag veilig aan
nemen, dat zelfs al hadden zij dit
voorwendsel niet, de Japanners zich
toch niet zouden laten weerhouden
deze belangiijke plaats aan den spoor
weg, die in onmiddellijke verbinding
met Moekden staat, te bezetten. Vol
gens enkele berichten, meerendeels
uit Russische bron, heeft die bezetting
dan ook reeds plaats gevonden. Andere
telegrammen melden, dat alleen de
ingangen tot de stad aan de zijde
van Moekden zijn afgezet door Ja
pansche troepen, en dat geen com
municatie met Moekden meer wordt
toegestaan.
Ook begeven zich Japansche ver-
kenneis binnen Simminting om als
Chineezen verkleed, onderzoek te doen
naar het eventueel vei blijf van Russen
in die plaats.
Inmiddels trachten de Russen blijk
baar de Japanners van Simminting
weg te lokkenen uit Moekden en
in de nabijheid daarvan liggende mili
taire stations zijn troepen opgecom
mandeerd met het doel het den Japan
ners voor Simminting lastig te maken.
Dit schijnt vooralsnog juist een
tegenovergestelde uitwerking te heb
ben gehad, wijl volgens uit Nioet-
sjwang ontvangen berichten de tegen
Simminting afgezonden Russische troe
pen door de Japanners zijn terugge
slagen, welke laatsten bij de achter
volging der Russen juist dichter onder
Moekden zijn genaden! dan eerst het
geval was. De Japansche artillerie
bereikte Zondag althans voor het
eerst de onmiddelijke omgeving van
Moekden, en de bommen barstten bin
nen vier mijlen afstand van de keizer?
lijke graven De kanonnen van Moek
den zelf hebben onmiddelijk geant
woord en men verwacht, dat het
thans aangevangen artillerieduel het
begin van het beslissende gevecht om
Moekden is.
Van den voortgang van het Japan
sche centrum wordt weinig vernomen.
Blijkbaar houdt daar slechts een
betrekkelijk geringe macht de Russen
bezig ten einde de rechter- en linker
vleugels gelegenheid te geven zich
naar elkander toe te buigen en Moek
den tegelijk met Koeropatkine's leger
te omsingelen.
Niettegenstaande Reuter Zaterdag
een besliste overwinning van Koero-
ki op den rechteroever van den Hunho
vermeldde, wijzen andere berichten er
op, dat het succes van den Japanschen
rechtervleugel over het algemeen min
der groot en zeker minder onafgebro
ken geweest is. Uit Tokio wordt
namelijk van gisteren gemeld, dat de
Japanners na Seihajo genomen te heb
ben noordwaarts oprukken, doch hen
nen tegenstand ontmoeten, liet «Daily
Telegraph" bericht uit Tokio, dal blijk
baar door den Japanschen censor onder
handen genomen is, waarin altijd een
ernstig teeken gezien mag worden,
preek ervan, dat de Japanners een
aantal aanvallen deden en zich dapper
losworstelden Hieruit moet men opma
ken dat zij omsingeld waren, doei) zoo
zegt het telegram verder, zij leden
onvermijdelijk zware verliezen. Kolo
nel Himada werd gedood en kolonel
Kawachi licht gewond terwijl 20 offi
cieren en 500 man werden gedood of
gewond.
Het laatste bericht betreffende de
actie van den Japanschen rechtervleu
gel is thans, dat de Russen zijn terug
getrokken en dat de Japanners langs
twee wegen van Shinking westwaarts
oprukken naar Foeshan. Er schijnt
inderdaad daar, op den rechtervleu
gel, meer te zijn omgegaan dan voor
het oogenblik uit de berichten te
lezen valt.
De Petersburgschc studenten.
Bij keizerlijk besluit is afkeuring
uitgesproken over het gedrag van de
Petersburgsche studenten, die tijdens
de rumoerige vergadering van den
20sten Febiuari het portret van den
Tsaar in stukjes scheurden Ook de
rector van de uiniversiteit en de
directeur van openbaar onderwijs
hebben van hooger hand een standje
ontvangen.
Alle studenten is het recht ont
zegd verder de colleges te bezoeken,
tenzij zij gezamenlijk een smeek
schrift indienen, waarbij zij hunne
verontschuldigingen aanbieden.
Uit Lodz.
Uit Lodz wordt geseind dat Zater
dag een bom is gebarsten in de
fabriek van den heer Poznanski. een
katoen-spinnerij, waarvan de werk
lieden in staking zijn. De bom sprong
in de kamer van den concierge, die
de machine onderzoeken wilde. Het
lichaam van den ongelukkige vloog
in stukken uiteen.
In het kamertjo van den concierge
werden nog twee bommen gevonden.
De Politie is van meening (lat de hel-
sche machines bestemd waren voor
den heer Poznanski.
door AUGUSTE CRONER.
26)
John ziet dit alles uitstekend met het bloote
oog, ziet ook nog dat de oude man, als 't ware
tegenstrevend, den ander volgt en op een wenk
van deze, misschien ook ten gevolge van een
woord, dat de ander hem toegevoegd had,
eensklaps bleef staan en, blijkbaar ontsteld
zich aan de planken vasthoudt. Hier gebeurt
dus iets bijzonders en John grijpt naar den
verrekijker. Spoedig heeft hij den zoon van
Jozepha Muller, den voormalig tooneelspeler
in het oog gekregen. Wat ziet hij er ontzet
tend bleek uit! En waar staren zijne donkere
oogen op dat zij zoo strak en troosteloos in
de verte blikken?
Hij richt nu den verrekijker op een ander
doel. Hij vindt dat ook spoedig. Het is de
slanke blonde student. Zijn jong, knap gelaat
gelijkt wel wat op dat van den bleeke man
die tegen den heining leunt. Het is vrij wel
zeker dat deze jonge man Godfried Muller is,
want wien anders zouden de Mullers over hun
drempel hebben toegelaten?
De jonge man ziet er ontsteld uit. Hij
strijkt met de hand voor de oogen en neemt
zijn pet af, zijn blond krulhaar waait nu, door
den sterken wind, heen en weder. Hoe dralend
en onzeker en toch weer hoe haastig in zijn
stap!
Hij heeft een doel, en dat in een groep
dennen achter in den tuin. Nu heeft hij dat
doel bereikt.
Waarom tuurt hij nu zoo lang strak voor
zich uit? Wat zoeken wat zien zijne oogen
tusschen deze hoornen?
En waarom valt hij nu op de knieën en
verbergt zijn gezicht in de handen?
Niet lang duurt die smartvolle houding van
den jongen man. Hij is tot een besluit ge
komen, tot een vreeselijk, ijzingwekkend besluit.
Een schuwen blik op het huis werpende
waar de bleeke man nog altijd tegen den muur
aan stond geleund, wat de student echter niet
kan zien, want tusschen hen beiden staan heel
wat boomen en heesters, gaat de jonge man
naar een rozenboompje toe, dat even als zoo
veel anderen, in stroo gepakt is. Dit stroo
is met dunne touwtjes vast gebonden en naar
een van deze touwtjes steekt het jonge mensch
de hand uit. Wat hij daarmede doen wil doet
den trek van wanhoop op zijn gelaat vermoeden.
Maar nog vóór dat de knoop door zijn
bevende handen is losgemaakt, schijnt hij tot
andere gedachten gekomen te zijn.
Is de knaap soms al vergaan door de vocht?
Of schijnt zulk een dood hem toch te laf toe?
De student schudt het hoofd, laat de hand
zinken en wendt zich dan naar huis toe.
John legt haastig den verrekijker weg, grijpt
naar zijn hoed en jas en verlaat haastig zijn
kamertje. In grooten haast rent hij de trappen
af en komt juist toen het poortje van den
voortuin van de Winkelmann in 't slot valt.
Een slanke gedaante in een zomerpakje, met
een rooden pet op 't hoofd, snelt de straat op.
John zet hem achterna.
Hij ziet in 't voorbij loopen een doodsbleek
gezicht dat achter de tuinpoort zichtbaar is,
maar let daarna weer op het jonge mensch
dat voor hem uit snelt naar de rivier toe.
Hoeveel menschen John voorbij loopt weet
hij niet hij zoekt alleen maar door de menschen-
massa die door deze breede drukke straten zich
beweegt naar de roode pet. En nu, nu heeft
bij die eindelijk bereikt, dicht bij de brug op
welks leuning de student juist de hand legt.
Deze beeft nu niet meer. Het knappe ge
zicht van den jonge man is nu ook kalm en
is het alleen verhard in 't lijden? John's hart
wordt pijnlijk aangedaan als hij in deze droeve
oogen staart toen hij zijne warme hand op de
jjskoude hand legt die op de leuning der brug
rust.
«Dat is geen dood een braaf mensch waardig,"
fluistert John zeer zacht. Er kom leven in
de oogen van het jonge mensch en staart John
daaruit een groote schrik en een groote ver
bazing tegen en zijn doodsbleeke wangen
worden eensklaps met een blos bedekt.
«Wat wilt u van mij?" stamelde Gottfried
Muller met een heesche stem.
»Dat ge naar huis zult gaan, niettengestaande
alles wat u hindert, naar huis zult gaan om
uwe ouders niet tot wanhoop te brengen, zelfs
in zulke oogenblikken mag een goed zoon zijn
ouders niet verlaten."
John steekt daarop zijn arm door dien van
Gottfried en leidt den armen, wanhopigen
jongen, die nu geen tegenstand meer biedt, weg.
Een kwartier daarna staan zij weder voor
het huis van Winkelmann.
Zij behoeven niet aan te bellen.
De bleeke man staat nog altijd aan de deur.
«God zij gedankt dat je terugkomt," zegt,
neen snikt hij. De jongen man vliegt hem
nu ook om den hals, kust hem en zegt op
onstuimigen toon: "Yader vergeef het mij,
dat ik mij zelf het leven wilde benemen."
Wordt •vrvoljd}.