NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. Gemeenteraad. NA TWINTIG JAREN, flo. 25. Woensdag 29 Maart 1905. V ier-en-d ertigstenj aargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Amersfoor Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestrant 77. Telephoonito. 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Maandagavond van kwart voor acht tot tien uur hield de Raad onzer ge meente een openbare zitting onder leiding van Jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers. Als secretaris fungeerde Jhr. Rei gersberg Versluys. Afwezig waren de heeren Jorissen van Kalken, van Beek en van Voorst Vader. Na vaststelling der notulen werd mededeeling gedaan dat waren inge komen, behalve goedkeuringen op diverse raadsbesluiten, een mededee- «ing van den minister dat het subsidie voor de II. B. S. voor dit jaar weder met f 1000 verminderd is en alzoo ge bracht op f13000. De rijksbijdragen in de kosten van het L. O. bedraagt voor dit jaar f 156"25. Verder zijn ingekomen de benoe ming van J. J. Vermey tot onder keurmeester van vee en vleescb tot 1 Jan. 1906; verslag bedoeld bij art. 52 van de woningwet; en van mevr. WillemsteijnGraswinckel en rnr. dr J. G. Sterifert Kroeze mededeeling dat zij hunne benoeming resp. tot lid der commissie van Toezicht op bet L.O. en tot gemeente-secretaris aanvaarden. Al deze stukken werden voor kennis geving aangenomen. Een ingekomen verzoek om een verlof van twee maan den wegens ziekte ingediend door den onderwijzer C. A. Jleunks werd na spoedeischend verklaring ingewilligd. Het Groene Kruis heeft zich tot den Raad gewend met het verzoek om een subsidie van f 300 en een lokaal in een der gemeente-gebouwen Dit stuk is naar B. en W. gezonden om preadvies. Een request van den beer J. Klaas- sen waarin deze zich beklaagt over onheusche bejegening door den ge meente-ontvanger beeft eenige dis cussie tengevolge tusschen de heeren Gerritsen, van Eek, Plomp en den Voorzitter, waarna deze zaak naar B. en W. wordt verzonden om in lichtingen en volgens voorstel van den heer Plomp om tevens een antwoord te erlangen op de vraag op welke wijze in speciale gevallen per sonen inlichtingen kunnen krijgen. De heer C. Kok heeft wegens be noeming elders ontslag gevraagd als leeraar aan de H. B. S. alhier. Deze aanvrage werd eveneens naar B. en W gezonden om preadvies. Daarna kwam aan de orde de Agenda 1. Voorstel tot wijziging der Ver ordening tot regeling van het Her- halingsonderwijs, met adviezen. Na discussie tusschen de heeren Van Duinen, Heyligers, Plomp en Celosse werd een voorstel van de heer Heyligers met 7 tegen 6 stemmen aangenomen om het ontwerp in over eenstemming te brengen met het ontwerp van het hoofd der school, zoodat voortaan alle cursussen 8 maanden inplaats van 6 zullen duren. 2. Voorstel tot het vragen van tijdelijke vrijstelling van de verplich ting om aan meisjes gedurende de middaguren Herhalingsondcrwijs te geven. Bij Koninklijk besluit van den 10 September 1902, no. 29, werd aan leze Gemeente tot het einde van den cursus 1904/1905 vrijstelling verleend van de verplichting, voor meisjes ge legenheid to verschaffen om, buiten avonduren, 96 uren in het jaar her- halingsonderwijs te ontvangen. Aangezien de termijn van de ver leende tijdelijke vrijstelling thans ver streken is, stellen B. en \V. deze vergunning (tijdelijke vrijstelling) op nieuw te vragen om de over weging dat het in deze Gemeente zeer bezwaarlijk is om het herhalingsonder- wijs voor meisjes buiten de avonduren te doen plaats hebben. Vooreerst zoude het onderwijs, met het oog op art. 17 sub. 6 der Wet regelende het Lager onderwijs, alleen op Woensdag- en Zaterdagmiddag kunnen worden gegeven en levert vooral de Zaterdagmiddag ernstige bezwaren op voor de meisjes, die wegens schoonmaakwerk niet uit hun arbeid kunnen gemist worden, doch voorts doet zich hier het geval voor, dat de meeste meisjes, welke voor het onderwijs in aanmerking komen, als dienstboden (z g. dagmeisjes) werk zaam zijn en alzoo in de middaguren niet aan het berhahngsonderwijs kun nen deelnemen. Worden dus de genoemde middagen voor het berhahngsonderwijs aauge- wezen, dan zal slechts een zeer be perkt aantal leerlingen kunnen wor den verwacht en zal het onderwijs weinig resultaten opleveren. Worden echter de avonduren voor het onderwijs bestemd, dan zijn de schoollokalen beschikbaar. De meisjes hebben dan vrijen tijd en ook zelfs des Zaterdags zijn dan hunne werkzaamheden geëindigd. Aangezien de cursus voor de beide eerste jaren wordt gehouden van primo April tot ultimo September en voor het. derde jaar van 1 Maart tot ultimo October van 5 tot 7'/i uur 's namiddags, zal, behalve enkeledagen in Maart, bij het verlaten der school de duisternis nog niet ingevallen zijn. De Raad besluit zonder discussie of hoofdelijke stemming aan H.M. de Koningin met den meesten eerbied te verzoeken geduiende den drie jarigen cursus voor de Gemeente Amersfoort tijdelijke vrijstelling te willen verleenen van de bij art. 17 sub 4 van voornoemde wet voorge schreven bepaling, dat voor meisjes gelegenheid moet zijn om buiten de avonduren heihalings onderwijs te genieten. Z. h. st. wordt dienovereenkomstig besloten. 3. Adres van de vrachtrijders be- trelfende de bezorging van cokes en andere vrachten voor de gasfabriek. Door de vrachtrijders is het volgende adres aan den Raad gezonden. »Edel Achtbare heeren I" «Nogmaals onze vraag, dat wij heden van tie zomer aan heeren Burgemeester en Wethouders hebben gedaan en nogmaals niets van hebben gehoord, over het vervoer van de Gasfabriek, en het rijwerk van losse vrachten, dat wij ons ook verplicht achten van onze hooge opbrengsten voor de Gemeente, en hopende dat de EdelAchtbare heeren;over deze vragen nu toch eens nader zullen raadplegen." Amersfoort, 1 December 1904. E. van der HOEK. G. VERSCHUUR. B. VERSCHUUR. Op dit adres is door de gascommis- sie het volgende geadviseerd, «Onder terugzending van het ver zoekschrift d. d. 1 December 1904, door E van der Hoek c. s. aan den raad gericht, teneinde in het bezorgen der cokes door de Gasfabriek veran- ring te verkrijgen, hebben wij de eer U het volgende mede te deelen Het bezorgen der cokes aan par ticuliere afnemers in de stad, die zulks wenschen, en voor de scholen en Gemeentegebouwen geschiedt van we- ge de Gasfabriek, waarvoor per H.L. 5 cents extra wordt berekend, welk bedrag, zonder eenige winst daarvan te genieten, wordt afgestaan aan den vrachtrijder, die daarmede belast is, en die te zorgen beeft steeds wagen en paard en 2 man beschikbaar te hebben, in de wintermaanden zoo noodig 2 of meer paarden met wagens, en voor zijne rekening de noodige zakken moet bijleveren, en in goeden staat onderhouden. Bovendien heeft deze vrachtrijder te zorgen, dat de bezorging netjes en ordelijk geschiedt en de cokes in huis gebracht wordt, op de plaats waar zulks verlangd wordt, hetzij achter in huis, of schuur of op den zolder, of in den kelder, zonder daar voor meer dan 5 cents per H L te genieten Deze prijs is niet overdre ven en zal niet ioonend zijn, ingeval aan moer dan één vrachtrijder het bezorgen der cokes in de stad wordt opgedragen, terwijl dit aanleiding zal geven, dat de levering niet altijd gere geld geschiedt. Hierbij dient opgemerkt te worden, dat de Gasfabriek het grootste belang heeft bij een geregelde prompte bezor ging der cokes, en dat zulks steeds door den tegenwoordigen vrachtlijder behartigd is, blijkt dat naast de goe de kwaliteit der cokes, ook de wijze van bezorging, die nimmer tot klach ten aanleiding gaf, heeft bijgedragen tot vermeerdering der cokes aflevering aan particulieren hier ter stede, en waardoor tot de groote geldelijke ont vangsten in het belang der Gemeente is medegewerkt In 1904 werden door de Gasfabriek afgeleverd 50111 H.L. geklopte cokes 2ÖI4'/>H.L. grove en 6738'/, H.L. parelcokes te zamen 58864 II.L. cokes, waarvan door de Gasfabriek bij par ticulieren aan huis werd bezorg 16677 H.L. en aan de scholen en Gemeente gebouwen 2679 II.L tezamen 19356 H.L. zoodat er 39508 ILL overbleven, die door particulieren en cokesleve ranciers aan de Gasfabriek werden afgehaald en waarvoor dikwijls andere vrachtrijders gekozen waren, dan de vrachtrijder van de Gasfabriek. Het rijden van zoogenaamde losse vrachten komt weinig voor, omdat de Gasfabriek aan spoor en water ligt, en werden in 1904 slechts 14 vrachten gereden, tegen 45 cent per vracht. Het rijden van twee losse vrachten is door den Directeur der Gasfabriek als proef eens opgedragen in Mei 1902 aan een der onderteekenaars van het verzoek, doch werd nadat de wagens 2 X 24 uren aan het station hadden gestaan en de vrachtrijder aan zijn verzuim was herinnerd, geantwoord, dat hij nu geen tijd had, zoodat de directeur voor het lossen dier wagens vaste vrachtrijders weder moest nemen, om het staangeld, dat reeds op de wagens was gevallen, niet booger te door AUGUSTE CRONER. 32) Ze kende dus blijkbaar ons adres niet. Ik deed toen alsof ik mij bedacht had, stak het briefje in mijn zak en verzocht haar, in haar eigen belang om over deze zaak te zwijgen. Daarop ging ik naar huis. De eigendommen van Winkelmann werden nu de onze maar nog nooit heeft iemand een ellendiger tehuis gehad. Wij moesten daar een graf bewaken en in iederen hoek zagen wij den ouden heer. Ik was toen nog tooneel- speler maar sedert ik daarbij ook nog de rol van den ouden heer moest spelen, walgde ik van mijn beroep. Het hinderde mij bovendien dat mijne moeder alleen moest blijven in dit ontzettend stille huis, daarom ging ik naar haar toe, zoo dikwijls als ik kon. Gedurende zulk een bezoek, waarop ik zooals altijd eene menigte zwaar werk voor haar verrichte, vatte ik koude en kwam met de koorts op 't lijf bij mijne vrouw terug. Helena (zoo heet mijne vrouw) dacht dat ik de erfgenaam van Win kelmann was, maar in de dagen mijner ziekte kwam zij door mijn ijlen de waarheid te weten. Zij werd onze medeschuldige, d. w. z. zij had den moed niet ons te verraden ons te zien ver- oordeelen en zoodoende ons zwak kind en mijne oude moeder tot bedelaars te maken. Zij besloot om, ter wille mijner moeder, haar intrek te nemen in dat vreeselijke huis. Daar woont zij nu evenals wij, zich alles zooveel mogelijk ontzeggend, ons troostend, het graf van den ouden heer met bloemen tooiend, het treurig leven lijdende van eene edele vrouw die ter wille van hare dierbaren afstand doet van al wat het menschelijk leven aangenaam maakt, die zelfs de achting voor zich zelve ten offer brengt. Uitgeput van aandoening zweeg Muller plot seling terwijl hij iu snikken uitbarstte. De rechter van instructie zag hem met onverholen deelneming aan en Lackner, de schrijver, zuchtte hoorbaar. «Is uwe vrouw nu ernstig ziek?" vroeg Dr. Stiegler. Muller knikte toestemmend. »Zij verloor den moed en daarmede ook de kracht toen Gottfried, onze zoon, dien wij om licht verklaarbare redenen sedert jaren van huis verwijderd hielden tegen Kerstmis zijn tehuiskomst meldde. De angst voor 't geen nu gebeuren moest wierp haar op het ziekbed. Zij werd met den dag erger, maar weigerde hardnekkig geneeskundige hulp in te roepen. Maar nu sedert gisteren staat onze deur open voor eenieder die den drempel wil over schrijden." »En hebt ge toen aan Dr. Kleiber ge schreven «Zeker, ik schreef hem dat de oude heer nog niet dood was en dat er in plaats van Dr. Caserti een ander gekomen was, en al de droefheid die hij zelf ondervond was zeker oorzaak dat hij mijn brief niet eens beant woordde. Muller sprak nog toen er aan de deur werd geklopt. «Binnen," riep de rechter en zijn gelaat drukte verbazing uit toen John ietwat haastig en klaarblijkelijk opgewonden de kamer bin nenkwam. "Bent u nog hier, waarde John?" zeide Dr. Stiegler terwijl hij opstond. "Ik ben inmiddels naar mijn kantoor geweest," antwoordde John en voegde er met een zon derlingen blik op Muller aan toe «en heb ge zien wat daar voor mij gekomen was. Dit zal u, en nog wel iemand anders, zeker interes seeren." Onder het praten reikte hij den rechter van instructie een telegram over. Het was een zeer uitvoerige depeche. "Zoo zoo," riep Dr. Stiegler, nadat hij een blik had geslagen op de onderteekening. Hij was gaan zitten evenals John, dien hij een stoel had toegeschoven, maar dadelijk daarna staat hij weder op en strijkt over zijn voor hoofd alsof hij zijne gedachten wil verzamelen. Daarna gaat hij naar Muller toe ziet hem met een eigenaardig schitterenden blik in de oogen en zegt terwijl hij de hand op zijn schouder legt: «Laat ons nu eens zien. Gij zijt vrij willig hier gekomen om te zeggen dat ge twintig jaar geleden een man hebt begraven en u diens erfenis hebt toegeëigend. Dat het verzwijgen van Winkelmanns dood benevens de toeëigening van diens nalatenschap lang verjaard is weet gij, ik hoop dat gij zult kun nen bewijzen dat ge destijds Caserti geroepen hebt en niemand zal u kunnen bewijzen dat Winkelmann, dien men natuurlijk zal opgraven, geen natuurlijken dood gestorven is. Al? dat zoo is dan is dat gedeelte van de zaak afgedaan." «Maar het tot heden toe voortgezet bedrog, het toeëigenen van eens anders eigendommen legt men mij toch nog ten laste en daarom zult u mij toch wel moeten laten arresteeren,'' voegde Muller hem op gelaten toon toe, "maar niet waar deze heer die zoo oneindig goed voor mij geweest is, mag mij toch wel inlich ten wat er met mijne vrouw, met mijne moe der, en met mijn zoon gebeuren zal." Wnrdt l'-rot'lqd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1