NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DE SCHINIMELRIJDER.
Wo. 37.
Woensdag 10 Mei 1905.
Vier-en-dertigsten jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EiN ZATERDAG.
Amersfoortsche
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephooniio. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/> Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De Mogendheden, die met de voogdij
schap over Greta zijn belast, gaven
gelijk men weet, aan de Regeering
van het eiland bevel tot verwijderen
van de Grieksche vlaggen, welke er
op de openbare gebouwen wapperen.
Maar de Regeering, aldus geplaatst
tusschen het gebod der Mogendheden
en den wil van het annexatie wen-
schende volk, besloot de Mogendheden
te trotseeren.
Zij antwoordde, dat de Grieksche
vlag niet kan worden weggenomen,
omdat zulks het volk van Greta in
een bedenkelijken staat van opge
wondenheid zou brengen. »Wij zijn
Grieken", zoo verklaarde zij, »en wij
hebben het recht, de vlag van ons
land te eeren".
Dit fiere antwoord der Regeering
heeft aanleiding gegeven tot geest
driftige Volksbetoogingen. Maar de
toestand wordt er nog bedenkelijker
door.
De Gouverneur, Prins George van
Griekenland, is, naar men bericht,
voornemens zijn ontslag te nemen
als het zoo moet voortgaan.
In Pruisen zijn, volgens een offi-
cieele statistiek, reeds 1364 gevallen
van besmettelijke hersenvliesontste
king meningitis of üGenickstarre,"
voorgekomen, waarvan 644 of
ruim 47 percent een doodelijken
afloop hadden.
In hel district Oppelen kwamen
407 ziekte- en 222 sterfgevallen van
»Genickstarre" voorin het district
Kattowitz 279 ziekte- en 104 sterf
gevallen; in het district Beuten 241
ziekte- en 97 sterfgevallenin de
stad Beuten 93 ziekte- en 43 sterf
gevallen en in de stad Königshütte
344 ziekte- en 188 sterfgevallen.
De oorlogscorrespondent van het
Nowoje Wremja verwacht een alge
meen gevecht binnen veertien dagen.
Onmiskenbaar zijn de Japanners in
het Oosten een beweging begonnen
tegen den Russischen linkervleugel.
Oudergewoonte gaat dat weder met
zoo'n vaart, dat al de kleine voordeelen
die de Russsen in den laatsten tijd
hadden behaald, weer op slag ver
dwijnen. Bovendien trekt Japansche
cavalerie op uit Tjeling over Tsjantoe
en zelfs reeds beoosten die plaats
langs den weg naar Kirin. Bovendien
hebben zij 29 K.M west van Tsantoe
het dorp Nansjingtsoe bezet. Zij heb
ben de Chineezen aan het werk gezet
orn wegen aan te leggen naar Sjeng-
king, Wangtsjen tsoe en den Nan-
galing (pas). Reeds hebben herhaal
delijk voorpostengevechten plaats ge
had.
De correspondent van het Nowoje
Wremja rekent, dat aan de eerst
volgende gevechten ten minste 320,000
Japanneis zullen deelnemen.
Ook de Russen hebben een klein
succes behaald in het westen namen
de infanterie en cavalerie Santigan
Zij gaven het echter terstond weer
prijs en werden tot 50 K M. ten
noordoosten van Fakoemun terugge
worpen. Het bezetten van Papautoen
door Japansche strijdmacht uit Fakoe-
mum schijnt te beteekenen, dat de
uiterste linkervleugel der Japanners
zich bij het centrum heeft aangesloten,
vermoedelijk omdat de operatiën in
de streek der groote rivieren in de
eerstvolgende maanden zeer bezwaar
lijk zullen vallen.
De Keizer van Japan heeft den
Amerikaanschen Gezant te Tokio
medegedeeld, dat hij een geschenk
van 10,000 Yen zal gever, aan de
legerafdeeling van den Christelijken
Jongelingsbond. Die vereeniging heeft,
toen de oorlog uitbrak, afdeelingen
gevormd op al de voornaamste uit
gangspunten der krijgsoperatiën in
Mantchourije, welke met de legers
te velde medegingen en zorgden voor
uitspanningen, alsook voor het inrich
ten van lees-tenlen. Die onderneming
is uitmuntend geslaagd en 't is op
aanbeveling der Japansche bevelheb
bers, dat de Mikado er aldus zijn
steun aan verleend.
Van Maxim Gorki is een nieuw
boek uitgekomen: »In de gevangenis"
getiteld, waarin op kalmei), verhalen-
den toon leiten worden verteld, die
den meest kalmen mensch het bloed
naar het hoofd jagen. Het beschiijft
de indrukken en overdenkingen van
een revolutionair student, die wegens
een oogenblik van heftigheid bij een
betooging wordt gevangen genomen
en die nu nieuwsgierig menschen
en toestanden opneemt zooals hij die
in de gevangenis aanschouwt. Het
boek bevat ook andere novellen, waarin
tragische levens van den meest tra-
gischen kant worden beschreven.
In het Groothertogdom Hessen wor
den van Regeeringswege maatregelen
genomen tegen de meikevers, waarvan
men dit jaar bijzonder veel last heeft.
De plaatselijke overheden hebben
last gekregen, bepalingen uit te vaar
digen betredende het zoeken en ver
delgen van de schadelijke insecten,
tot uitvoeren waarvan zij de grond
eigenaren kunnen verplichten School
plichtige knapen tusschen 10 en 14
jaren mogen onder toezicht van vol
wassenen medehelpen in deze oorlog
tegen de meikevers.
Constitutioncele betamelijkheid.
Het Handelsblad neemt aan, dat
de herziening der Onderwijswet zal
worden goedgekeurd door de tweede
kamer bij zuivere partijstemming:
Ie meerderheid rechts tegen de minder
heid links. Het geldt hier een partij-
wet in de slechte beteekenis van het
woord.
Maar trots de zekerheid dat èn de
wijziging bij het hooger èn die bij
het lager onderwijs in beide kamers
do meerderheid zullen erlangen, is
de afkondiging als wetten nog volstrekt
niet zeker.
Het gaat, volgens het Hbl., niet
aan, wetsvoordrachten door een wel
licht wegstervende meerderheid goed
gekeurd, tot wetten te verheffen.
Formeel mag het. Maar van een mo
reel standpunt mag het stellig niet.
Partijwetten doordrijven juist op het
tijdstip dat de Grondwet de uitspraak
der kiezers vordert, is in lijnrechten
strijd met goede cor.stitutioneele be-
gitiselon.
Wanneer niet reeds de Eerste
Kamer, met het oog op de verkiezingen,
de behandeling uitstelt van de beide
onderwijs-ontwerpen, zoo dat over
het hooger als dat over het lager
onderwijs: wanneer dus beide rege
lingen te midden van den verkiezings
strijd door beide Kamers zullen zijn
aangenomen, dan behoort het kabinet
zelf zijn voorstel aan H. M. Koningin
om ze tot wetten te verheffen, te
verdagen totdat de stembus over zijn
voortbestaan zal hebben beslist. Dit
is een eisch van constitutioneele be
tamelijkheid
Zal het Kabinet Kuyper dezen eisch
van constitutioneele betamelijkheid in
acht nemen in zijn optreden tegen
over de Kroon, na de aanneming der
bedoelde wetsontwerpen? Wij durven
er niet voor instaan, maar vertrouwen
dat in allen gevalle de Kroon in
de aanstaande verkiezingen aanleiding
zal vinden tot vergadering, ook wan
neer het Kabinet een andere meening
mocht zijn toegedaan.
Wij zijn overtuigd dat het gevoelen
in bovenstaande opmerkingen ont
vouwd, door duizenden in den lande
wordt gedeeld, ook door voorstanders
van het ministerie-Kuyper, maar con
stitutioneele mannen, die invoering
der ondet wijs-regeiingen enkel oorbaar
achten wanneer uit de stembus
van Juni de rechterzijde weder als
meerderheid te voorschijn komt Werd
een verzoekschrift in dien geest tot
de Kroon gericht, dan zou daarvoor
een indrukwekkend aantal ondertee-
keningen stellig niet uitblijven.
Het hoofdbestuur der Posterijen
en Telegrafie heeft de volgende aan
schrijving tot het personeel gericht:
»In sommige bladen is een bericht
opgenomen, als zou door het hoofd
bestuur der posterijen en telegrafie
een maatregel van orde, den dienst
op de kantoren betreffende, zijn voor
geschreven, inhoudende dat de onder
geschikten, in hun uniform gekleed,
verplicht zijn hun meerderen op
militaire wijze te groeten, welk eer
bewijs dezen op gelijke wijze zouden
hebben te beantwoorden.
Ter vermijding van elk misverstand
wordt daarom te algemeener kennis
gebracht, dat dit bericht onwaar is.
Een dergelijke maatregel is niet
afgekondigd, noch ook zelfs maar in
overweging genomen daartoe bestond
trouwens ook geen aanleiding,omdat
den directeuren, die voor den goeden
gang van zaken op hun kantoren
verantwoordelijk zijn, zoolang zulks
met vertrouwen aan hen kan worden
overgelaten, de vrije hand gegeven
moet worden in de keuze van middelen,
die kunnen strekken ter bevordering
van dien gang van zaken en van de
onderlinge verhoudingen.
De directeur-generaal stelt er even
wel prijs op als zijn meening te doen
kennen dat dergelijke uiterlijke voi-
men, die met het wezen van een
goede ondergeschiktheid in den bur
gelijken dienst niets uitstaande heb
ben, ja, door al dan niet gewilde
onachtzame wijze van uitvoering, voor
de instandhouding van een goede on
derlinge verhouding meer schadelijk
dan bevorderlijk zouden kunnen blijken,
zijn instemming niet hebben.
Dit neemt niet weg, dat iedere
mindere zijn superieur moet erkennen
èn door de wijze, waarop hij zijn
dienst verricht, èn door de alleszins
correcte houding, welke hij in den
omgang met zijn supeiieur aan den
dag legt d w. z hem de verschuldigde
Oorspronkelijke novelle van TIL STORM.
11)
De slechte verstandhouding tusschen de
heide knechten werd er 's winters niet beter
op, toen na St. Maarten de verschillende dijk-
rekeningen inkwamen en nagezien moesten
worden.
Het was op een avond in de Maand Mei;
maar het was Novemberweer; in huis hoorde
men buiten achter den dijk de branding gaan.
«He, Hauke,zeide de huisheer, «kom bin
nen, nu zal je eens kunnen toonen, of je
kunt rekenen
«Best baas," antwoordde deze, «maar ik
moet eerst het jonge vee nog voeren
«Elke!» riep de dijkgraaf, «waar ben je,
Elke?Ga aan Ole zeggen dat hij het jon
ge vee voert; Hauke moet rekenen!»
En Elke liep vlug naar den stal en bracht
de boodschap over aan den knecht, die juist
bezig was, het overdag gebruikte paardentuig
op zijn plaats te hangen. Ole Peters sloeg
met een trens tegen den stander, in welks
nabijheid hij bezig was, alsof hij dien kort
en klein wilde slaan: «De duivel hale dien
vervloekten klerk!" Zij hoorde die woorden
nog, eer zij de staldeur weer gesloten had.
vroeg de oude, toen zij de kamer
«Nu?"
binnentrad.
«Ole zou er wel voor zorgen," zeide de
dochter, zich op de lippen bijtende, en ging
tegenover Hauke op een grof gebeeldhouwden
stoel zitten, zooals de boeren ze toen 's win
ters dSar nog zelf maakte. Zij had uit een
schuifla een witte kous genomen, met een
rood vogelpatroon er in gewerkt, waaraan zij
nu verder breide; de langbeenige schepsels
konden evengoed voor reigers als voor ooie
vaars doorgaan. Hauke zat tegenover haar in
zijn rekenwerk verdiept, en de dijkgraaf zelf
rustte op zijn gemak in zijn leuningstoel en
keek slaperig naar Hauke's pen; op de tafel
brandden, zooals steeds in het huis van den
dijkgraaf, twee vetkaarsen, en voor de beide
ramen met hunne in lood gevatte ruitjes waren
van buiten de luiken geslotendie van binnen
waren vastgezet, de wind mocht nu razen zoo
veel hij wilde. Zoo nu en dan hief Hauke het
hoofd van zijn werk op en keek een oogenblik
naar de roode vogels of naar het smalle, kalme
gezicht van het meisje.
Daar weerklonk uit den leunstoel plotseling
een luidgesnurk. een blik en een glimlach
vlogen tusschen de jongelieden heen en weer;
daarop volgde allengs een langzamer ademhalen,
Men kon nu wel een beetje met elkaar praten,
Hauke wist echter niet waarover. Maar toen
zij de breikous in de hoogte hield, en de vogels
zich nu in hun geheele lengte vertoonden,
fluisterde hij over de tafel heen
«Waar hebt ge dat geleerd, Elke?"
«Wat geleerd?" vroeg het meisje,
«Het vogelbreienzeide Hauke.
«Dat? Van Triju Jans buiten aan den dijk;
die kan van alles; tijden geleden is zij bij
mijn grootvader in dienst geweest.»
«Maar toen waart gij zeker nog niet gebo
ren,» zeide Hauke.
«Ik denk wel van niet: maar zij is hier later
nog wel dikwijls in huis geweest.»
«Heeft die dan zooveel met vogels op
vroeg Hauke«ik dacht dat zij het alleen met
katten hield.»
Elke schudde het hoofd. «Zij fokt immers
ook eenden, om ze te verkoopen; maar sedert
het vorige jaar, toen gij haar Angora hebt
doodgeslagen, zijn de ratten er bij gekomen
achter in haar stal; zij wil nu aan den voor
kant een nieuwen bouwen.»
zoo," zeide Hauke en hij floot zachtjes
door zijn tanden, «heeft ze daarvoor leem en
steenen van de heide gehaald. Maar dan komt
ze op den binnenweg; heeft ze permissie?»
«Dat weet ik niet,» antwoordde Elke; maar
hij had het laatste woord zoo luide gesproken,
dat de dijkgraaf uit zijn sluimering opschrikte.
«Wat permissie?» vroeg hij, terwijl hij met
bijna woeste blikken hen beurtelings aanzag.
«Wat moet die permissie?»
Maar toen Hauke hem de zaak uitgelegd
had, klopte hij hem lachend op den schouder:
«Och wat, de binnenweg is breed genoeg;
God zij den dijkgraaf genadig, wanneer hij
zich ook nog om eendenhokken moest bekom
meren.
Hauke gevoelde zich er door bezwaard,
dat hij de oude vrouw met hare jonge eenden
aan de ratten zou hebben prijsgegeven, en
hij liet zich dus met die tegenwerping niet
afschepen. «Maar baas," begon hij weer,» een
kleine aanmaning zou dezen en geneD toch
wel goed doen, en wanneer gij die persoonlijk
niet wil overbrengen, laat het dan de heemraad
doen, die de hand moet houden aan de nale
ving van het dijkreglement.»
«Wat, wat zegt de jongen?" en de dijkgraaf
richtte zich geheel overeind, en Elke liet haar
kunstige kous in den schoot zakken en spitste
ook haar ooren.
(Wordt vervolgd.)