NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DE SCHIMMELRIJDER.
Ulo. 65.
Woensdag 16 Augustus 1905.
Vier-en-dertigsten jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE TOESTAND IN RUSLAND.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer V\% Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De muitende marine.
De antoriteiten trachten aan de
onlusten bij de marine een einde te
maken, door een gedeelte der matro<
zen bij het landleger over te plaatsen
en wel meer bepaald bij de bezetting
der forten, terwijl hun plaatsen op
de schepen ingenomen worden door
landsoldaten. Men gaat daarbij van
de juiste meening uit, dat deze infan
teristen bij de marine niet veel kun
nen bederven, daar de Russische vloot
toch zeker nog geruimen tijd tot vol
slagen werkeloosheid gedoemd zal zijn.
Maar het beoogde doel wordt door
dezen maatregel toch niet bereikt. De
revolutionnairgezinde matrozen maken
thans ook in het landleger propaganda
voor hun denkbeelden en de gevolgen
doen zich reeds gevoelen. In den laat-
sten tijd is het n. 1. herhaaldelijk
voorgekomen, dat soldaten gehoor
zaamheid weigerden Zoo bijv. onlangs,
toen opstandelingen terecht zouden
worden gesteld. Het voor de executie
gecommandeerde peloton liet de beve
len onuitgevoerd, zoodat ten slotte
de gendarmes hun plaatsen moesten
innemen. Verder zijn onlangs een groot
aantal militaire gevangenen ontvlucht,
onder hen 13, die ter dood waren
veroordeeld. Deze vlucht had niet
bewerkstelligd kunnen worden, als
de schildwachten en de portiers niet
de behulpzame hand hadden geboden.
Sinds dit voorval zijn gendarmes aan
gesteld als gevangenis-oppassers en
wordt een groot gedeelte der gestraf
ten opgesloten gehouden op schepen.
Verschillende berichten geven de
Russische bladen over den hongers
nood, die onder de arbeidersbevolking
heerscht. Dat in de stad Petersburg
de arbeiders honger lijden is niet meer
te loochenen, doch men twist er over
of dit ook in andere streken van Rus
land het geval is, of binnenkort gebrek
aan levensmiddelen daar is te wachten.
Volgens de officieels Russische berich
ten bestaat daarvoor natuurlijk vol
strekt geen gevaar, en wordt de slechte
oogst in enkele districten door over
vloed in andere weer goedgemaakt.
De Russk. Wjed. somt evenwel de
districten op, waar een mislukking van
den oogst van rogge of van tarwe te
verwachten is, en komt tot de con
clusie, dat, zooal geen volslagen hon
gersnood, dan toch schaarschte van
levensmiddelen te wachten is in de
gouvernementen Tula, Rjasan, Nisjni-
Novgorod, Saratof, enz. Met het denk
beeld, dat de oogstmislukking in het
eene gouvernement door een rijken
oogst in een ander zou worden ge
compenseerd, drijft het blad den spot.
Vlijmend scherp is het volgende
stukje uit de Syn. Oletsch":
«Armoede is geen schande," zegt
een spreekwoord. De armoede van een
mensch ja. Maar wanneer een
geheel volk in jammerlijke armoede
voortvegeteert, en dan nog wel een
volk dat den halven aardbol in bezit
heeft genomen, wanneer een Euro-
peesch millioenenvolk, dat alle lasten
der beschaving draagt, in primitieve
armoede leeft, zich niet verzadigen
kan, met zijn voeten in lappen zit, en
s avonds dikwijls in het donker huist
omdat het zijn holen niet verlichten
kan dan is armoede een schande,
en de honger een vreeselijke, ten hemel
schreiende misdaad. Het is nu reeds
niet meer twijfelachtig dat in een
gansche reeks van gouvernementen in
het Midden-Wolga-gebied en in het
centrum van het land de oogst mis
lukken zal. Misoogst beduidt in Rus
land honger. De invloeden van den
dampkring zijn ongunstig geweest, en
millioenen menschen sterven hulpeloos
van honger en ziekten, als de dieren
van het veld. Zoo is onze beschaving,
zoo zijn onze levensvoorwaarden."
Het congres van den Boerenbond,
dat te Moskou gehouden werd en
waaraan vertegenwoordigers der boe
ren uit 22 gouvernementen deelnamen,
eischt: voor de keuze der volksver
tegenwoordigers hetalgemeene, directe
en geheime stemrecht, van het 20e
jaar af, zonder onderscheid van ge
slacht; een constitueerende vergade
ring met recht van initiatief op wetge
vend gebied, beschikking over de finan
ciën, toezicht over het bestuur; per
soonlijke onschendbaarheid der volks
vertegenwoordiger enzoovoort. Voorts
erkent hot congres de noodzakelijkheid
het grondbezit van de boeren uit te
breiden, eiscbt het kosteloos verplicht
lager onderwijs, met niet-verplicht
godsdienstonderwijs, leeken-scholen,
openbare kostelooze bibliotheken en
leeszalen.
Aan de volksstemming in Noor
wegen van 11. Zondag (over de afschei
ding van Zweden) blijken ongeveer
80 percent der stemgerechtigden te
hebben deelgenomen, op 360 a 370,000
kiezers in het geheel.
Op elke 2000 »ja's" wordt één
»neen" gerekend.
In Zuid-Spanje wordt de toestand
onder de landbouwende bevolking
steeds ernstiger. Door den honger
gedreven steelt de bevolking 's nachts
het vee en slacht het om zich te
voeden. Gaat de overheid in die ge
vallen tot inhechtenisneming over,
dan komen zoo velen zich als mede
schuldigen aanmelden, dat men geen
weg met hen weet. Want ook de
overheid heeft voor al die gevangenen
geen voedsel.
Staat de gemeentelijke overheid
onmachtig tegenover dit boerenschrik-
bewind, ook de Staat is onvermogend
om in den nood te voorzien en de
Minister van Landbouw moet hebben
verklaard, dat de beschikbaar gestelde
12 millioen niet voldoende zullen wezen
om in den nood te voorzien en de
begonnen werken voort te zetten.
Omtrent den wervelstorm, die den
9en Augustus de Fransche Ardennen
teisterde, zijn nu nadere bijzonder
heden bekend. De storm duurde
twaalf minuten, kwam van Vencetal
en trok over Lumes en Sedan naar
Belgisch-Luxemburg. De schade wordt
op minstens 4 millioen francs ge
raamd. waarvan de stad Sedan alleen
l'/i millioen draagt. In meer dan
20 gemeenten werden alle veld
vruchten vernield. Te Belan stortte
de kerktoren in, te Glaires werd een
boerenhofstede vernield, te Donchery
de fabriek Hulot, te Chevengles een
brouwerij. Te Saint-Minges woeien
do daken van de kerken, het stad
huis, de school en ongeveer honderd
huizen. Te Saint-Albert werd een
Zwitsersch huisje honderden meters
voortgeblazen.
Drie doodsgevallen zijn tot nu toe
bekend.
De afgevaardigden van het Ardennen-
departement hebben der regeering
gevraagd om onmiddelijken steun
voor de slachtoffers.
Het nieuwe Ministerie.
Het Handelsblad verneemt dat
mr. Goeman Borgesius aan wien de
opdracht tot Kabinetsformatie is ge
geven, met zijn taak gereed gekomen
is. Het Ministerie zou aldus zijn
samengesteld
Buitenlandsche zaken: Jhr. mr.
Van Tets van Goudriaan, gezant te
Berlijn
Justitiemr. E. E. van Raalte, lid
van de Tweede Kamer;
Binnenlandsche zaken: mr. P. Rink,
lid der tweede Kamer;
Marine: kapitein ter zee W. J.
Cohen Stuart;
Financiënmr. Th. H. de Meester,
vice-president van den Raad van
Indië, die waarschijnlijk als tijdelijk
voorzitter van don Ministerraad zal
optreden
Oorlog: generaal-majoor A. B. Staal;
Waterstaat: prof. J. Kraus, rector-
magnificus der Technische Hooge-
school
Koloniën: mr. D. Fock, lid der
Tweede Kamer.
Naar men verneemt zal een nieuw
departement worden ingesteld, waar
van als hoold zal optreden mr. J. D.
Veegens.
De gisteravond verschenen Staats
courant'No. 191 bevat onderstaande
mededeelingen
Het heeft H. M. de Koningin behaagd,
bij besluit van 14 Aug. 1905, met
ingang van 15 Aug. 1905:
op het daartoe door hem gedaan
verzoek, den heer mr. J. J. I. Harte
van Tecklenburg, eervol ontslag te
verleenen
met ingang van 17 Aug. 1905, op het
daartoe door hen gedaan verzoek, een
eervol ontslag te verleenen aan do
heeren: mr; J. A. Loefl, als minister
van justitie; dr. A. Kuyper, als minis
ter van binnenlandsche zakenvice-
admiraal A.G Ellis, als minister van
marine, onder eervolle ontheffing van
het beheer van het departement van
buitenlandsche zaken, ad interim;
minister van staat, J. W. Bergansius,
adjudant in buitengewonen dienst van
H. M. als minister van oorlog; mr.
J. C. de Marez Oyens, als minister
van waterstaat, handel en nijverheid
A. W. F. Idenburg, als minister van
koloniën, met dankbetuiging voor de
vele en gewichtige diensten door hen
aan Hare Majesteit en aan den lande
bewezen.
Voorts heeft het H. M. de Koningin
behaagd
te benoemen met ingang van 15
Augustus tot minister van financiën,
den heer mr. Th. H. de Meester,
oud-administrateur van de Generale
Thesaurie bij het departement van
financiën, vice-president van den
Raad van Nederlandsch-Indië;
met ingang van 17 Augustus 19U5
tot minister van binnenlandsche zaken,
den heer jhr. mr. D. A. W. Tets van
Goudriaan, Harer Majesteits buiten-
Oorspronkelijke novelle van TH. STORM.
39)
Toen kwam er van een der karren een
grove, vierkante kerel nader en ging vlak
voor hem staan. «Ik deed het niet, dijkgraaf,"
zeide hij, en daarbij beet hij een stukje van
een rol pruimtabak af en stak dat eerst
kalm achter de kiezen«maar die het deed,
heeft er goed aan gedaanwanneer uw dijk
stand zal houden, moet er iets levends in."
Iets levends? Uit welken catechismus hebt
ge dat geleerd."
»Uit geen, mijnheer«antwoordde de
kerel, een onbeschaamden lach uitstootende
dat hebben onze grootvaders al geweten, die
zich, wat hun christendom betreft, met u
zeker wel mochten meten. Een kind is nog
beter, maar als dat er niet is, is een hond
ook al voldoende
«Zwijg met je heidensche praatjesriep
Hauke hem op hevelenden toon toe, «het
zon beter stoppen, als men jou er in gooide,
«Oho," klonk het. Uit verscheiden kelen
werd dat geluid vernomen, en de dijkgraaf
ontwaarde overal om zich heen grimmige ge
zichten en gebalde vuisten, hij zag wel, dat
dit geen vrienden warende gedachte aan
zijn dijk kwam plotseling bij hem op wat
zou er van terecht komen, wanneer allen nu
de spaden wegwierpen?
En toen hij nu een blik naar beneden
wierp, zag hij weer den vriend van den ouden
Je we Manners; die liep daar tusachen de
arbeiders op en neer, sprak dezen en genen
aan, lachte er hier een toe, klopte daar met
een vriendelijk gezicht een ander op den
schouder eu de een na den ander nam zijn
schop weer ter hand, en enkele oogenblikken
later was het werk weer druk aan den gang.
Wat wilde hij nog meer De kil moest
gedempt worden, en de hond was immers
veilig in de plooien van zijn mantel. Met
een plotseling opkomend besluit wendde hij
zijn schimmel naar den naastbijstaanden wa
gen «Stroo aan den kantriep hij heve
lend en werktuigelijk gehoorzaamde de voer
man al spoedig gleed het ritselend naar be
neden en overal begon men weer met alle
macht te werken.
Een uur lang werd er zoo nog doorgewerkt
het was over zessen, en reeds brak de scheme
ring aanhet had opgehouden met regenen.
Morgen vroeg om vier uur," zeide hij, «heeft
ieder te zorgen, weer ter plaatse te zijn de
maan zal dan nog schijnenmet Gods hulp
zullen wij dan het werk ten einde brengen.
En nog iets I" riep hij, toen zij heen wilden
gaan, «kent gij den hond?" en hij haalde het
rillende dier van onder zijn mantel te voor
schijn.
Zij antwoordden ontkennendmaar een zeide
«Hij heeft den geheelen dag al in het dorp
loopen bedelenhij hoort niemand toe."
-«Dan is hij van mij antwoordde de dijk
graaf. «Vergeet het niet, morgen vroeg om
vier uurzeide hij dan onder het wegrijden.
Toen hij stil hield voor zijn huis, kwam
Ann' Grethe de deur uitzij had een schoon
jak aan, en plotseling kwam de gedachte bij
hem op, dat zij naar den afgescheiden kleer
maker ging. «Houd je schort op!'* riep hij
haar toe, en toen zij dit onwillekeurig deed,
wierp hij het met klei bevuilde hondje er in:
«Breng het bi) de kleine Wienke.,« zeide hij
«het zal een aardig speelkameraadje voor
haar zijn. Maar wasch en warm het eerstgij
zult daar een godgevallig werk mee ver
richten, want het beest is hijna geheel ver
kleumd.»
Eu Ann' Grethe durfde haar baas niet on
gehoorzaam te zijn en kwam daardoor dien
dag niet in de bidstond.
En den volgenden dag werd de laatste
hand aan den dijk gelegdde wind was gaan
liggenmet slanken vleugelslag ijlden meeu
wen en andere zeevogels schreeuwende over
het land en het water, van Jeverszand klonk
het duizendstemmige gesnater der rotganzen,
die het er heden aan de kust nog goed van
namen, en uit witte morgennevels, die den uit-
gestrekten polder bedekten, kwam allengs een
stralende herfstzon op en verlichtte dit
nieuwe werk van menschenhanden.
Eenige weken later kwamen met den op-
perdijkgraaf de regeerings-commissarissen, om
het in oogenschouw te nemen: een groot
feestmaal, het eerste na het lijkmaal van den
ouden Tede Volkerts, werd in de woning van
den dijkgraaf gehouden, alle heemraden en de
rijkste ingelanden waren daarop genoodigd.
Na het eten werden de rijtuigen der gasten
en dat van den opperdijkgraaf ingespannen
juffrouw Elke werd door den opperdijkgraaf
in de sjees geholpen, waarvoor de bruine ruin
stond te stampendaarop sprong hij er in en
nam Je teugels in de handhij wilde zelf
de verstandige vrouw van zijn dijkgraaf rijden.
Zoo ging het vroolijk de terp af en den weg
tegen den dijk vervolvolgens den nieuwen pol
der om.
Wordt vervolgd.)